6
Sabrina verliet de volgende ochtend Libanon aan boord van een Oegandese Boeing 747, die op weg naar Kampala stopte in Khartoem en Habane. Zes uur later landde ze in Habane. Samen met zeven andere passagiers stapte ze uit. Op de landingsbaan werden ze begroet door een vriendelijke grondstewardess en naar de kleine, ovale terminal vijfhonderd meter verderop gereden. Het interieur was onlangs vernieuwd en de scherpe geur van nieuwe verf hing nog zwaar in de lucht. Gewapende soldaten stonden in het gebouw op wacht en ze voelde de spanning terwijl ze achteraan sloot in de rij voor de paspoortcontrole. De douanier liet zijn ogen over haar hele lichaam glijden toen ze naar de balie liep, waarna hij zijn hand uitstak om haar paspoort in ontvangst te nemen. Hij maakte zijn vinger nat en bladerde het langzaam door, waarna hij naar haar opkeek. ‘Wat is het doel van uw bezoek aan Zimbala, mevrouw Cassidy?’ vroeg hij in het Engels met een zwaar accent, ‘Ik ben journalist,’ antwoordde ze glimlachend. ‘En uw land is momenteel in het nieuws.’ ‘En hoe lang bent u van plan in Zimbala te blijven?’ ‘Dat hangt helemaal van mijn hoofdredacteur af. Maar ik hoop toch in elk geval een week.’ De douanier zette een stempel en overhandigde haar het paspoort. ‘Uw visum is tien dagen geldig. Als u langer wilt blijven, zult u een nieuw moeten aanvragen.’ ‘Dank u,’zei ze. Ze stak het paspoort in de borstzak van haar bruine blouson. ‘Veel plezier in Zimbala,’zei hij half glimlachend, waarna hij de volgende bezoeker wenkte. Ze haalde haar lichtgewicht Vuitton koffer van de lopende band en liep naar de informatiebalie, waar ze de sleutel van de kluis kreeg die daar voor haar was achtergelaten. De kluisjes lagen achter in de terminal. Ze zocht het kluisje met het nummer van haar sleutel en maakte dat open. Er zat een zwarte tas in. Ze ritste hem open. Er zat een Beretta in schouderholster in en een grote envelop. Ze maakte de envelop open en haalde de fax eruit waarop haar hotelreservering bevestigd stond. Het hotel heette het International. Uit haar eigen tas haalde ze een opschrijfboekje en een pen, ze schreef naam en adres van het hotel op en legde het papiertje in de kluis, waarna ze het deurtje weer afsloot. Toen liep ze terug naar de informatiebalie en vroeg de stewardess om een envelop. Ze deed de sleutel in de envelop, plakte hem dicht, schreef er MILES GRANT op en zei tegen de stewardess dat meneer Grant de envelop later kwam ophalen. Vervolgens ging ze naar buiten om een taxi te zoeken. Ze zette haar zonnebril op en liep naar de dichtstbijzijnde taxi, die tegenover de hoofdingang stond geparkeerd, een witte Toyota. De chauffeur glimlachte naar haar, nam haar koffer over en legde die voorzichtig in de achterbak. ‘Waarheen, mevrouwtje?’vroeg hij. ‘Het International,’antwoordde ze. De chauffeur fronste even zijn voorhoofd, maar knikte toen. ‘Dat heet het International sinds de president dood is. Het is al oud en heette altijd het Alphonse Mobuto Hotel.’ ‘Dat kan ik me voorstellen,’zei ze. De chauffeur sloot het achterportier toen ze was ingestapt, liep om de wagen heen en nam plaats achter het stuur. Een lichtblauwe Cortina, die op de parkeerplaats had gestaan, volgde de taxi op discrete afstand naar de uitgang. Er zaten twee mannen in de auto. Beiden droegen een blauwe overall. De chauffeur was Gordon Gubene, voormalig brigadier van de geheime politie en degene die het busje had gereden waarin Ngune uit de gevangenis was ontsnapt. Thomas Massenga zat naast hem. Hij droeg een zwarte leren pet en een donkere zonnebril. Hij opende het dashboardkastje en haalde er een Walther P5 uit. Hij was de tel kwijtgeraakt van het aantal moordaanslagen dat hij tijdens zijn zeventien jaar bij de geheime politie had uitgevoerd - het waren er in eIk geval tientallen. Mannen, vrouwen, kinderen: het had voor hem nooit enig verschil gemaakt. Hij stak het pistool in de zak van zijn overall en pakte de bruine map die op het dashboard lag. Die had hij de dag tevoren op het vliegveld gekregen van een man die hij alleen kende als ‘Columbus’. Er zat een foto in van Sabrina. ‘Columbus’ had hem verteld dat ze deel uitmaakte van een team dat opdracht had gekregen hun mannen op te sporen voor ze kans zagen Jamel Mobuto van het leven te beroven. Ze moest worden tegengehouden voor ze belastende feiten in Zimbala boven water zou krijgen. Hij kon haar gezicht inmiddels wel dromen, maar dit was zijn eerste kans om de foto met de werkelijkheid te vergelijken. Ze was nog mooier dan hij gedacht had. Maar hij had geen tijd voor sentimentele overwegingen. Zij was de vijand en hij zou haar vermoorden wanneer ze op de plaats van bestemming was aangekomen. Sabrina verbaasde zich over het aantal flatgebouwen dat ze op weg naar het centrum passeerden. En ze waren allemaal even hoog en even breed. Het waren lelijke kolossen in sombere grijze tinten. ‘Hebben jullie geen gewone huizen hier?’vroeg ze op het laatst. ‘Niet hier,’antwoordde de chauffeur zonder zijn ogen van de weg te houden. ‘Aan de andere kant van Habane. Daar staan heel veel huizen voor rijke mensen.’ ‘Maar dat zal allemaal wel veranderen nu Alphonse Mobuto dood is, of niet?’ De chauffeur haalde zijn schouders op. ‘Er is geen geld.’ ‘Daarom is Jamel Mobuto ook naar Amerika gegaan, of niet? Om geld los te krijgen om het land weer op te bouwen.’ ‘Goede man, Jamel Mobuto. Zijn vader slecht.’Sabrina knikte alleen maar en besefte dat ze van de man geen hoogdravende gesprekken hoefde te verwachten. Opeens vroeg ze zich af of hij wel wist dat Jamel Mobuto in Amerika was. Vermoedelijk niet. ‘Waar komt u vandaan, mevrouwtje?’ ‘Amerika,’antwoordde ze. ‘Chicago?’ ‘Nee, New York.’ ‘De Yankees,’zei hij, grinnikend naar haar via zijn spiegeltje, ‘Inderdaad. Houdt u van baseball?’ Hij knikte. ‘We kijken naar baseball op de televisie. En football. Chicago Bears is mijn team.’ ‘Ik heb een vriend die ooit footballprofessional is geweest. Hij speelde als quarterback bij de New York Giants.’ ‘Uw vriend?’vroeg hij opgewonden. ‘Nee, gewoon een vriend,’antwoordde ze met een glimlach. Ze vroeg zich af hoe Graham zou reageren als hij haar vriend werd genoemd. ‘Speelt hij nog steeds?’ Ze schudde haar hoofd. ‘Nee, hij raakte gewond aan zijn arm in Vietnam. Daarna kon hij niet meer spelen.’ ‘Vietnam?’zei de chauffeur met gefronste wenkbrauwen. ‘Hoe heet dat team?’ Ze wilde het net uitleggen, maar besloot dat toch maar niet te doen. Het zou alleen maar aanleiding geven tot nog meer misverstanden. Ze zweeg. Er waren steeds meer militairen op de been naarmate ze het centrum van Habane naderden. Afgezien van de wegversperringen, die werden bemand door met M16’s bewapende soldaten, stonden ook nog eens overal oude M41 tanks dreigend op de straathoeken. Ze voelde dezelfde spanning als op de luchthaven. De meeste soldaten die ze passeerden waren nog tieners. De onzekerheid van de situatie stond in hun jeugdige gelaatstrekken geëtst. Ze zouden geen schijn van kans hebben tegen het zwaarbewapende en goed gedisciplineerde leger van ex-leden van de geheime politie dat zich volgens berichten in het zuiden aan het verzamelen was. Maar de berichten die de UNACO had ontvangen berustten meest op de verhalen van mensen die in en rond Kondese woonden. Veel daarvan zou wel op propaganda berusten die door Ngune en zijn officieren was verspreid. Ze hadden ook een kopie ontvangen van een verklaring die was afgelegd door een deserteur die naar Tsjaad was gevlucht. Die beweerde dat het rebellenleger lang niet zo groot was als in het buitenland gevreesd werd en dat er een bittere interne strijd gaande was onder de officieren over de vraag wie in het kabinet van Ngune zou worden opgenomen wanneer ze de macht eenmaal gegrepen hadden. De gemoederen waren dermate verhit dat één officier al geëxecuteerd zou zijn door Ngune omdat hij een collega-officier bij een ruzie gedood had. De UNA-CO was zich er terdege van bewust dat de deserteur best een geheim agent kon zijn die Jamel Mobuto in slaap probeerde te sussen, maar besefte aan de andere kant dat zijn beweringen net zo goed waar konden zijn. Het enige dat ze konden doen was de ontwikkelingen afwachten. Mobuto had tot dusverre geweigerd in te gaan op het aanbod van de Verenigde Naties om een vredesleger in Zimbala te stationeren: hij stond erop dat zijn troepen heel wel in staat waren om een opstand van Ngune en zij n rebellen de kop in te drukken. Sabrina deelde zijn optimisme niet. Het baarde haar zorgen. ‘Hotel,’deelde de chauffeur mee. ‘Wat?’vroeg Sabrina, die in gedachten verzonken zat. ‘Hotel,’herhaalde de chauffeur, wijzend naar een blokkendoos die in wit en goudkleur was opgeschilderd. Het International was niets bijzonders. En dan te bedenken dat het het beste hotel in de stad was. Ze huiverde bij de gedachte aan het slechtste hotel. De chauffeur stopte voor de hoofdingang en onmiddellijk stapte een portier naar voren die haar deur opentrok. Hij tikte tegen zijn pet toen Sabrina uitstapte en knipte met zijn vingers naar een drager die meteen toesnelde en de koffer uit de kofferbak haalde. Het hotel leek het gebrek aan grandeur te willen compenseren met een vlekkeloze service. Ze haalde wat geld uit de envelop en gaf dat aan de chauffeur. ‘Dank u,’zei hij gretig. ‘Als u ergens heen wilt, breng ik u. Ik heet Harris. Ze kennen me hier.’ Ze knikte en beet zich op haar lip, terwijl hij weer achter het stuur klom en wegreed. Had ze hem een te grote fooi gegeven? Hij had haar waarschijnlijk toch sowieso al een poot uitgedraaid. Op haar kamer moest ze eerst haar Zimbalese geld maar eens bestuderen. De Cortina kwam heel langzaam voorrijden. Toen de wagen vlakbij was trok Massenga de Walther uit zij n zak en richtte op Sabrina. ‘Neer!’riep een stem, maar nog voor Sabrina kon reageren werd ze tegen de grond gesmeten. Een schot weerklonk. De kogel verdween in de muur. Massenga vloekte kwaad. Hij kon niet nog een keer schieten, want Sabrina was inmiddels achter een van de betonnen pilaren gerold die de ingang flankeerden. Hij snauwde tegen Gubene, die onmiddellijk gas gaf en wegspurtte. De portier, die achter de andere pilaar was weggedoken, sprong op en rende naar waar Sabrina lag. Hij hielp haar rechtop, een bezorgde blik in zijn wijd geopende ogen. is alles goed?’Ze wreef over haar geschaafde elleboog. ‘Met mij is alles goed. Ik hoop dat dit niet een traditioneel Zimbalees welkom was.’ ‘Rebellen.’De portier spuugde het woord uit. ‘Nu schieten ze ook al op toeristen.’ Sabrina dacht razendsnel na. Waarom had iemand zojuist geprobeerd haar te doden? Wie, afgezien van de UNACO, wist dat ze in Zimbala was? Ze zette de vragen even uit haar hoofd en keek naar de man die haar gewaarschuwd en op de grond gegooid had. Hij was een kleine man van in de veertig, met een mager gezicht en een brilletje met draadmontuur. Ze wilde hem juist bedanken toen de manager uit het hotel te voorschijn kwam en naar hen toe snelde. De portier legde in Swahili uit wat er gebeurd was en de manager begon zich onmiddellijk te verontschuldigen, maar Sabrina stak haar hand op om hem tot zwijgen te brengen. ‘U kunt er niets aan doen,’zei ze glimlachend. ‘Bent u gewond?’ ‘Nee, ik heb niets.’ De manager leidde haar de hal binnen en nam haar mee naar de balie, ik weet zeker dat u naar uw kamer wilt, maar we zullen eerst een formulier moeten invullen. Ik weet zeker dat u dat begrijpt.’Ze begon zich aan zijn betuttelende gedrag te ergeren, maar liet hem maar begaan en handelde de formaliteiten af. ‘Ik laat u weten wanneer de politie arriveert, mevrouw Cassidy,’zei de manager toen de receptionist haar sleutel aan de drager had overhandigd. ‘Voor mij hoeft u de politie niet te bellen. Ik heb niets.’ ‘Dat ben ik verplicht.’ ‘Nou, u weet waar u me vinden kunt. Als u me nu zou willen excuseren.’ ‘Natuurlijk,’antwoordde de manager, waarna hij een hoffelijke buiging maakte en zich terugtrok in zijn kantoor om de politie te bellen. Ze wendde zich tot de man met het brilletje en stak haar hand uit. ‘Sabrina Cassidy. U hebt mijn leven gered. Dank u.’ ‘Joseph Moredi,’stelde hij zich voor. Hij schudde haar stevig de hand en leidde haar van de balie weg. ‘Kunnen we praten?’ ‘Waarover?’ Hij keek naar de drager die naast hem stond en richtte zich toen weer tot Sabrina. ‘Niet hier. Kunnen we naar uw kamer gaan?’ ‘Ik stel het op prijs wat u voor me gedaan hebt, maar ik voel me een beetje slapjes nu. Misschien kunt u -’ ‘Alstublieft, mevrouw Cassidy,’onderbrak hij haar. ‘Het is belangrijk.’Ze zag de intensiteit in zijn ogen. ‘Oké.’ Ze namen de lift naar de derde verdieping en de drager bracht hen naar haar kamer. Die was ruim en smaakvol ingericht en had een badkamer en suite. Het raam bood uitzicht over de grote weg. De drager zette haar koffer in een hoek en Sabrina gaf hem een fooi, waarna hij vertrok en de deur achter zich dichtdeed, ‘Ik weet wie het was die geprobeerd heeft u te vermoorden, mevrouw Cassidy.’ ‘Rebellen, geloof ik dat u ze noemt,’zei Sabrina. ‘Hij heet Massenga, Thomas Massenga. Hij was de laatste vijfjaar tweede man van de geheime dienst.’Hij liep naar het raam en draaide zich toen weer om naar Sabrina. ‘Die "rebellen", zoals u ze noemt, hebben niet de gewoonte buitenlanders vanaf het vliegveld te volgen en te proberen hen voor hun hotel dood te schieten. Massenga nam een groot persoonlijk risico door zich zo in het openbaar te vertonen. Ik weet niet voor wie u werkt, maar het is duidelijk dat uw onderzoek iets met de gebroeders Mobuto te maken heeft. Dat is de enige reden waarom Massenga geprobeerd zou kunnen hebben u te vermoorden: om te voorkomen dat u achter de waarheid komt.’ ‘Dit is allemaal heel interessant, meneer Moredi...’ ‘Mevrouw Cassidy, uw leven is in gevaar,’snauwde hij kwaad, waarna hij een verontschuldigend gebaar maakte. ‘Het spijt me, ik wilde niet tegen u schreeuwen. Ik begrijp dat u uw dekmantel intact wilt houden. En ik weet wat u nu denkt. U denkt dat ik net zo goed met Massenga kan samenwerken en dat de aanslag net voor de deur misschien wel in scène was gezet om u zover te krijgen dat u mij in vertrouwen neemt. Geloof me, dat is niet het geval. Maar ik verwacht niet dat u me op mijn woord gelooft. Jamel Mobuto kan voor me instaan. We hebben samen in Oxford gestudeerd. Ik ben ervan overtuigd dat uw organisatie contact met hem kan opnemen in New York. Laat hem maar een vraag stellen die alleen de echte Joseph MoredIkan beantwoorden. Belt u me daarna op dit nummer.’Hij haalde een visitekaartje uit zijn zak en legde het op de kaptafel. ‘We kunnen elkaar helpen, mevrouw Cassidy. Alstublieft, belt u mij.’ Ze wachtte tot hij de kamer verlaten had, liep toen naar de kaptafel en pakte het visitekaartje op. Joseph Moredi, adjunct-hoofdredacteur van La Voix, de krant van Remy Mobuto. Als hij was wie hij voorgaf te zijn, dan kon hij weleens een heel waardevolle contactpersoon worden. Er was maar één manier om daarachter te komen. Ze ging op de rand van het bed zitten en belde het hoofdkwartier van de UNACO in New York.
***
Massenga stapte uit de wagen nadat Gubene hem in de garage van een veilig huis geparkeerd had. Hij smeet het portier kwaad achter zich dicht. Gubene wachtte tot hij de garage was uit gebeend alvorens zelf uit te stappen en de wagen af te sluiten. Even later hoorde hij Massenga de voordeur openen. Hij kromp ineen toen hij de deur tegen de muur hoorde klappen. Daarna werd het stil. Hij blies zijn adem uit, deed de garagedeur op slot en liep over het smalle paadje naar de voordeur. Die duwde hij heel voorzichtig open, waarna hij naar binnen ging. Massenga zat in de woonkamer, op het puntje van de bank, en had een hand op de telefoon gelegd. ‘Wil je iets drinken?’vroeg Gubene bezorgd. Hij gebaarde naar de kast in de hoek van de kamer. Massenga schudde zijn hoofden keek naar de telefoon. ‘Wat moet ik hem vertellen?’ ‘De waarheid,’antwoordde Gubene, waarna hij naar de kast liep en een whisky inschonk. ‘Dat we gefaald hebben?’vroeg Massenga. Hij liet zich achterover op de bank zakken. ‘Dan hangen we, dat weet je.’ ‘Jij kon van tevoren niet weten wat er zou gebeuren. Ze zou nu dood geweest zijn als die man niet had ingegrepen. Het was jouw fout niet.’ ‘Wil jij dat tegen Ngune zeggen?’ ‘Jij bent de enige die zijn nummer hebt,’zei Gubene schouderophalend, waarna hij de kamer verliet en de deur stilletjes achter zich sloot. Massenga draaide het nummer dat hij uit zijn hoofd had geleerd. Ngune nam onmiddellijk op. Massenga vertelde hem wat erbij het hotel gebeurd was. ‘Dus ze leeft nog?’concludeerde Ngune toen Massenga klaar was. ‘Ja, meneer,’mompelde Massenga. ‘En wie was die koene held die haar gered heeft?’vroeg Ngune sarcastisch. Hij moest moeite doen om zich te beheersen. ‘Ik heb hem niet goed gezien, meneer,’antwoordde Massenga. ‘Het gebeurde allemaal zo snel.’ ‘Je stelt me teleur, Thomas. Ik dacht dat jij de enige persoon was aan wie ik deze opdracht met een gerust hart kon toevertrouwen.’ ‘Ik kon deze interventie niet voorzien, meneer,’verdedigde Massenga zich, denkend aan wat Gubene gezegd had. ‘Ik wil resultaten, geen excuses!’snauwde Ngune kwaad. ‘En als jij het niet kunt, vind ik wel iemand anders. Is dat duidelijk?’ ‘Ja, meneer.’ ‘Zoek uit wie die man was. En bel me zodra je het weet.’ ‘Wilt u dat ik hem dood?’ ‘Als het niet te veel gevraagd is,’reageerde Ngune droog. ‘Het komt voor elkaar, meneer.’ ‘Ik hoop het, Thomas. Als ik iemand anders naar Habane moet sturen, zou dat jouw kansen om het nieuwe hoofd van de geheime politie te worden als wij eenmaal aan de macht zijn, weleens ernstig in gevaar kunnen brengen. Onthoud dat goed.’ ‘Ja, meneer, ik weet...’Massenga zweeg toen hij hoorde dat er was opgelegd. Hij legde de hoorn neer en liep naar de kast om zich ook een glas whisky in te schenken. Hij had het gevoel dat het een lange nacht ging worden.
***
Sabrina zat juist een plattegrond van de stad te bestuderen toen er geklopt werd. Ze pakte de Beretta van het nachtkastje en gluurde door het spionnetje. Het was de man met het brilletje. Ze trok de deur open. ‘Kom binnen,’zei ze. Ze wenkte. Hij liep de kamer in en zij deed de deur achter hem dicht. Zijn glimlach verdween toen hij de Beretta in haar hand zag. ‘Die zult u niet nodig hebben, dat verzeker ik u.’ ‘Niet als u inderdaad Joseph Moredi bent. Maar dat weet ik nog niet, of wel?’ Hij slikte zenuwachtig en knikte aarzelend. ‘Hebt u met Jamel Mobuto gesproken?’ ‘Niet persoonlijk. Maar een van mijn collega’s wel.’ ‘En heeft hij een vraag voor me doorgegeven?’Ze knikte. ‘Zullen we die meteen maar afhandelen dan?’vroeg hij angstig, zijn ogen voortdurend op het pistool gericht. ‘Toen jullie in Oxford studeerden, zijn jullie een keer samen naar een rugbywedstrijd geweest. Wie speelde er tegen wie?’ ‘Ik ben nog nooit van mijn leven naar een rugbywedstrijd geweest. We zijn wel een keer samen naar een voetbalwedstrijd geweest. Arsenal speelde thuis. Tegen wie speelden ze ook alweer?’Hij dacht diep na. ‘Ze kwamen niet uit Londen. Zwart-wit gestreepte shirts.’Opeens knipte hij met zijn vingers en wees naar Sabrina. ‘Newcastle.’ Sabrina liet het pistool zakken, ik ben blij dat u die vraag goed beantwoord hebt.’ ‘Niet half zo blij als ik,’zei Moredi, wijzend naar het wapen in haar hand. ‘Maar waarom zei u rugby?’Toen begon hij opeens breed te grijnzen. ‘Natuurlijk, een trucvraag.’ ‘Een extra veiligheidsmaatregel,’zei ze. Ze gebaarde naar de leunstoel in de hoek van de kamer. ‘Gaat u zitten, meneer Moredi.’ ‘Dank u,’zei hij. Hij liet zich in de leunstoel zakken. Ze legde de Beretta weer op het nachtkastje en ging op het bed zitten. ‘Eén ding begrijp ik nog niet. Hoe wist Massenga dat ik in dat vliegtuig zat?’ ‘Hij is natuurlijk getipt, maar door wie weet ik niet.’Hij haalde zijn schouders op. ‘Had ik gelijk dat uw onderzoek iets te maken heeft met de gebroeders Mobuto?’ ‘Ja, maar ik kan niet in details treden.’ ‘Dat begrijp ik.’Moredi leunde voorover, met zijn ellebogen op zijn knieën, ik ben al meer dan twintig jaar bevriend met Jamel en Remy Mobuto. En nu zijn ze allebei in levensgevaar. Ik zal alles doen wat ik kan om hen te helpen, alles.’ ‘U zei eerder dat Massenga probeerde mij te doden om te voorkomen dat ik achter de waarheid zou komen. Wat bedoelde u precies met de waarheid?’ ‘Ik ken maar een deel van de waarheid. Remy is de enige die de hele waarheid kent. En hij is eerder vandaag gekidnapt.’ ‘Door Massenga?’ ‘Dóór hem of in opdracht van hem. Massenga is de afgelopen vijf jaar Ngunes rechterhand geweest. Ik kreeg op de krant een anoniem telefoontje van iemand die zei dat de rebellen Remy in handen hadden.’ ‘Hebt u enig idee waar hij wordt vastgehouden?’ ‘Ik heb uit een van mijn betrouwbaarste bronnen vernomen dat hij wordt vastgehouden in de Branco-gevangenis in Kondese, in het zuiden van het land, een paar uur rijden van hier.’ ‘Hoeveel heeft Remy Mobuto u verteld voor hij gekidnapt werd?’ ‘Alleen dat hij bezig was aan een verhaal over een complot tegen zijn broer. Het was iets groots, tenminste dat zei hij. Ngune had ermee te maken, en Massenga, en nog een derde man, de man die de trekker zou overhalen.’ ‘Heeft hij een naam genoemd?’ Moredi schudde zijn hoofd. ‘Hij wist wie het was maar wilde het niet vertellen. Niet voordat hij de bewijzen in handen had die hij nodig had om het verhaal te kunnen publiceren. Zo was Remy. Hij hield dat soort dingen voor zich. Hij ging naar een afspraak met een informant die over bewijsmateriaal beschikte. Toen werd hij ontvoerd.’ ‘En de informant?’ ‘Er is bloed in zijn wagen gevonden, maar van de man geen enkel spoor.’ ‘Dus Remy is de sleutel tot deze hele affaire?’ Moredi knikte. ‘Hij weet niet alleen wie de trekker zal overhalen, hij weet ook waar en wanneer de aanslag zal plaatsvinden.’ ‘Zegt de naam Bernard u iets?’vroeg Sabrina. Moredi beet zich bedachtzaam op de onderlip en schudde toen zijn hoofd. ‘Nee, niets. Wie is dat?’ ‘Dat kan ik u niet vertellen,’antwoordde Sabrina verontschuldigend. ‘Op dit moment althans niet.’ik begrijp het.’ Sabrina dacht na. ‘Waarom gaat het leger niet naar die Branco-gevangenis om te zien of Remy Mobuto daar inderdaad wordt vastgehouden?’ ‘Kondese is in handen van de rebellen. Het leger gaat daar niet heen. Ze wachten hier in het noorden tot Ngune zijn eerste zet doet.’ ‘Er is dus een patsituatie.’ ‘Op het moment wel, ja. Maar Jamel wil met zijn generaals rond de tafel voor besprekingen zodra hij terug is uit Amerika. Hij wil Ngune en zijn rebellenleger verpletteren voor ze naar Habane vertrekken. Dat is in elk geval een van de redenen waarom Ngune Jamel dood wil hebben. Hij gaat ervan uit dat het leger dan een chaotische bende wordt.’ ‘En is dat zo?’ ‘Ja,’antwoordde Moredi kortweg. ‘Maar eigenlijk is het dat al. Veel van de soldaten hadden vrienden en familieleden bij de geheime politie. Nu staan ze tegenover elkaar. Maar zal het leger proberen Ngune tegen te houden wanneer hij optrekt naar Habane? Of zullen de soldaten zich bij hem aansluiten? Niemand weet het. Dat maakt de situatie ook zo onzeker. Zimbala is een kruitvat dat elk moment kan exploderen. Daar is maar één vonkje voor nodig. Als Ngune naar Habane optrekt, is dat zo’n vonkje. En degene die als winnaar uit de strijd komt, staat aan het hoofd van een land dat baadt in het bloed van onschuldige mensen. Dat wil Jamel niet. Hij heeft al genoeg bloed vergoten zien worden onder het regime van zijn vader.’ ‘Ik begrijp nog steeds niet waarom Massenga vanmiddag geprobeerd heeft mij te doden. Als Remy Mobuto de enige is die weet wat er aan de hand is, hoe kan ik dan een bedreiging voor hen vormen? Ze hebben Mobuto ontvoerd, dus zij hebben de troeven in handen, ik niet.’ ‘Ze denken kennelijk dat u hiernaar toe gekomen bent om hem op te sporen. Als u hem vindt, zou dat voor hen het einde betekenen.’Sabrina zette een kussen tegen de muur en ging er met haar rug tegenaan zitten. ‘Hoe lang hebt u Massenga in de gaten gehouden?’ ‘Hoe weet u dat?’ ‘Waarom zou u anders bij het hotel zijn geweest toen hij probeerde me dood te schieten?’ Moredi glimlachte. ‘U bent slim. Ik weet niet hoe lang hij al in Habane is. Een informant nam twee dagen geleden contact met ons op en zei dat hij Massenga gezien had. We hebben zijn verhaal nagetrokken en sindsdien laat ik hem door een team verslaggevers in de gaten houden. Als het goed is weet hij dat niet.’ ‘Waarom vertelt u de politie niet dat Massenga hier is?’ ‘Om twee redenen. Ten eerste, als ze Massenga arresteren, zou dat levensgevaarlijk zijn voor Remy. En ten tweede zitten er nog altijd mensen bij de politie die sympathiek tegenover Ngune staan. Die zouden hem kunnen tippen en dan kan Massenga bevrijd worden. Nu kan hij ons nog altijd op het spoor van Remy brengen. Ik weet dat het een gok is, maar die zullen we moeten nemen.’Moredi zweeg even en bevochtigde zijn lippen. ‘Weet u dat hij gisteren ook al naar het vliegveld is geweest? Hij heeft daar met iemand gesproken die net uit Beiroet kwam. Zo rond het middaguur. De ontmoeting duurde ongeveer een uur. Daarna is de man weer verder gevlogen. Ik ben niet achter zijn naam kunnen komen, ik weet alleen dat hij vervolgens een Pan Am-vlucht naar New York heeft genomen, via Marokko en Bermuda.’ ‘Hoe zag die man eruit?’ ‘Hij was nogal gedistingeerd: lang, knap, zwart haar, zwarte snor.’ ‘En een litteken,’voegde Sabrina eraan toe, terwijl ze met haar wijsvinger over haar linkerwang streek. ‘Ja,’antwoordde Moredi verrast. ‘Hoe wist u dat?’ Sabrina zwaaide haar benen van het bed. ik moet dringend bellen. Privé.’ ‘O, natuurlijk,’zei Moredi. Hij stond op. ik ga wel even naar de bar beneden om een pilsje te halen. Wilt u ook iets drinken?’ ‘Een cola light graag.’Moredi verliet de kamer. Sabrina belde Kolchinsky op het hoofdkwartier van de UNACO en vertelde hem wat ze zojuist van Moredi gehoord had. ‘Dus Bernard heeft in Habane met Massenga gesproken,’zei Kolchinsky toen ze was uitgepraat. ‘Daar zie ik niets verdachts in. Hij wordt toch verondersteld met hen te werken? Dat maakt deel uit van de afspraak.’ ‘Dat mag zo wezen, Sergei, maar ik vind het wel wat erg toevallig dat Massenga me probeert te vermoorden op de dag nadat hij met Bernard heeft gesproken.’ ‘Je zoekt te veel achter die ontmoeting, Sabrina.’ ‘Het zou die mislukte aanslag van vanmiddag anders wel verklaren. Hoe moest Massenga anders weten dat ik naar Zimbala kwam?’ ‘Het is een mogelijkheid, dat ben ik met je eens,’gaf Kolchinsky toe. ‘En die derde man dan, waar Remy Mobuto het over had? Dat moet Bernard zijn.’ ‘Waarom móet dat Bernard zijn?’vroeg Kolchinsky. ‘Wat heeft de CIA eraan als Mobuto vermoord wordt?’ ‘Wie zegt dat het in opdracht van de CIA gebeurt? Hij kan stiekem met Ngune hebben afgesproken dat hij Mobuto vermoordt.’ ‘Denk je dat Bernard Bailey zou verraden? Hij zou niet eens lang genoeg meer leven om het geld dat hij ermee verdient op te maken.’ ‘Denk je de positie van Bernard eens in, Sergei. Bailey heeft hem vast een nieuwe identiteit beloofd voor als het allemaal achter de rug is. Maar Bernard is ook niet gek. Hij weet dat de CIA hem nooit weer zal gebruiken. Dus wat heeft hij te verliezen door een pact met Ngune te sluiten?’ Kolchinsky dacht even over haar woorden na. ‘Dus jij denkt dat Bailey hem liever laat vermoorden dan dat hij hem een nieuwe identiteit geeft?’ ‘Hij weet te veel.’ ‘Maar je hebt geen greintje bewijs om die toch wel wat vergezochte theorie te onderbouwen.’ ‘Remy Mobuto heeft het bewijs. Daar ben ik nu wel van overtuigd.’ ‘Remy Mobuto is ontvoerd.’ ‘En hij wordt vastgehouden in Kondese.’ ‘Zet dat maar uit je hoofd, Sabrina!’zei Kolchinsky op scherpe toon. ‘Je hebt opdracht gekregen om Michael te vinden, niet om je onder de opstandelingen te wagen om Remy Mobuto op te sporen. Waag het niet om naar Kondese te gaan. Dit is een bevel!’ ‘Ja, Sergei,’zei Sabrina door opeengeklemde tanden. ‘Volgens mij is het nog het allerbeste als je het eerstvolgende vlieg-tuig naar de States pakt. Als Moredi gelijk heeft, is Bernard hier op dit moment tenslotte al. En dan kan Michael nooit verzijn.’ ‘Oké.’ Er werd geklopt. ‘Ik moet opleggen, Sergei. Moredi is weer terug. Ik bel je als er nog nieuwe ontwikkelingen zijn voor ik vertrek. En anders zie ik je in New York wel.’ ‘Prima. Dag, Sabrina.’ Ze legde de hoorn op de haak, liep naar de deur en tuurde door het spionnetje. Het was Moredi. Ze deed de deur open. ‘Klaar?’vroeg hij. ‘Ja,’antwoordde ze en liet hem binnen. Hij gaf haar een blikje cola light. ‘Wat gaat er nu gebeuren?’ ‘Niets,’antwoordde ze. Ze trok het blikje open. ‘Tenminste niet tot ik iets van mijn partner gehoord heb.’ ‘Waar is je partner?’ ‘Ik heb geen flauw idee,’antwoordde ze, waarna ze naar het raam liep en naar buiten keek. ‘Maar hij kan maar beter snel contact met me opnemen. Onze tijd begint op te raken. En snel ook.’
***
‘Niet wéér een wegversperring,’zei Graham wanhopig toen hij de legerpatrouille voor hen zag. ‘Dit is al de derde binnen vijf kilometer.’ ‘Het is de weg naar het vliegveld. Ze willen natuurlijk geen risico’s nemen,’antwoordde Laidlaw. Hij zette de witte Toyota stil achter een roestige blauwe Fiat. Graham keek uit het raampje en telde acht voertuigen voor hen. Hij gooide zijn armen in de lucht, maar er zat niets anders op dan weer te wachten. Het was een idee van Laidlaw geweest om verkleed als priesters te gaan. Hij had de kostuums geleend van een vriend die een klein theater in West-Beiroet had, zogenaamd voor een gekostumeerd bal de volgende avond. Die ochtend hadden ze zich, voor hun vertrek naar het vliegveld, in de jurken gehesen. Ze hadden een rechtstreekse vlucht naar Ndjamena, de hoofdstad van Tsjaad genomen. Op het vliegveld had Laidlaw een auto gehuurd, waarna ze in korte tijd de honderdtwintig kilometer naar de grens met Zimbala hadden afgelegd. Daar hadden ze een visum voor tien dagen gekregen, net als Sabrina. In Zimbala, op de grote weg naar Habane, werden ze regelmatig aangehouden door legerpatrouilles, maar iedere keer wanneer de soldaten hun priesterkleren zagen mochten ze snel weer doorrijden. En zo te zien aan de hoeveelheid militairen om hen heen zou dit wel de laatste wegversperring voor het vliegveld zijn. De Fiat mocht doorrijden en Laidlaw reed door tot de slagboom, waarna hij de motor uitschakelde. Een gewapende soldaat liep naar de wagen toe en keek door het raampje naar binnen. ‘Paspoort,’zei de soldaat met een zwaar accent, ‘Ik spreek uw taal,’antwoordde Laidlaw in het Swahili, en overhandigde hem de paspoorten. De soldaat was verrast zijn moedertaal te horen en glimlachte naar Laidlaw alvorens de paspoorten open te slaan en de pasfoto’s te vergelijken met de twee mannen in de auto. ‘Wat moet u op het vliegveld doen, vader?’ ‘We gaan een vriend afhalen,’antwoordde Laidlaw. Hij keek op zijn horloge. ‘Zijn vliegtuig komt over vijfentwintig minuten binnen.’ De soldaat deed de paspoorten weer dicht en gaf ze terug aan Laidlaw. ‘Dank u, vader.’ ‘Dank u, mijn zoon,’antwoordde Laidlaw. De soldaat wilde net opdracht geven de slagboom te openen, toen zijn commandant in de ingang van de hut langs de kant van de weg verscheen. Hij sprong onmiddellijk in de houding. De kolonel, een donkere Afrikaan van begin veertig, zei: ‘Op de plaats rust,’liep naar de Toyota en keek naar binnen. ‘Uw paspoorten,’zei hij tegen Graham. ‘Vader Grant spreekt geen Swahili,’zei Laidlaw met een verontschuldigende glimlach. ‘Hij is hier pas een paar dagen.’De kolonel pakte de paspoorten aan van Laidlaw en bladerde ze langzaam door. ‘Uitstappen, allebei,’zei hij, plotseling overstappend op Engels. ‘Wat is er aan de hand?’vroeg Laidlaw argwanend. ‘Gewoon uitstappen,’herhaalde de kolonel. Ze deden wat hen gezegd werd en de kolonel haalde de sleuteltjes uit de auto. Hij wenkte twee soldaten naderbij en gaf de sleuteltjes aan een van hen. Hij sprak ze snel in het Swahili toe en ze haastten zich onmiddellijk naar de kofferbak. ‘Wat denkt u daar te vinden?’vroeg Laidlaw, die het ook maar bij Engels hield. De kolonel negeerde de vraag en keek toe hoe de kofferbak werd geopend. Een van de soldaten riep hem er meteen bij. Hij liep naar de achterkant van de auto, draaide zich toen om naar Laidlaw en wenkte hem. Laidlaw keek verbijsterd naar wat er in de kofferbak lag. Twee AK-47 geweren en een handgranaat lagen naast hun tassen. ‘Daar weten wij niets van,’zei Laidlaw. Hij keek Graham aan. ‘Die lagen er nog niet toen wij de auto huurden,’snauwde Graham. ‘Jullie staan allebei onder arrest,’zei de kolonel. Hij gebaarde naar een jeep die langs de kant van de weg geparkeerd stond, instappen.’ ‘Dit is te gek,’zei Graham. ‘Wij willen uw superieur spreken.’ ‘Ik ben hier de hoogste officier,’kaatste de kolonel terug. Hij blafte een bevel en onmiddellijk richtten vijf soldaten hun M16 op Laidlaw en Graham. ‘U kunt kiezen. Of u stapt rustig in of ik laat u in de boeien slaan en in de jeep gooien. De keus is aan u.’Laidlaw keek Graham hulpeloos aan. Graham slikte zijn woede in en klauterde achter in de jeep. Laidlaw keek naar de soldaten en volgde hem met tegenzin. Hun tassen werden hen achterna gesmeten. De twee soldaten die de wapens hadden ontdekt stapten ook in en hielden Graham en Laidlaw onder schot. De kolonel gaf een soldaat bevel de Toyota langs de kant van de weg te parkeren, klom voor in de jeep en zei tegen de chauffeur dat hij naar het vliegveld moest. De slagboom ging open en de jeep reed met hoge snelheid richting vliegveld. Toen ze een zijweggetje naderden wees de kolonel daarnaar. De chauffeur knikte, gaf richting aan en sloeg af. ‘Dit is niet de weg naar het vliegveld!’riep Laidlaw boven het geraas van de motor uit. De kolonel keek achterom naar hem maar zei niets. ‘Waar gaan we in hemelsnaam heen?’gromde Graham, maar de loop van een M16 werd in zijn maag gedrukt toen hij naar de dichtstbijzijnde soldaat leunde. De chauffeur minderde snelheid toen ze een witte Isuzu naderden, waarna hij de jeep achter het busje neerzette. Graham dacht razendsnel na. Wat gebeurde er? Zouden ze geëxecuteerd worden en zouden hun lichamen dan achter in het busje worden weggebracht? En waar waren die wapens vandaan gekomen? Waren ze door die soldaten in de kofferbak gelegd? Het sloeg allemaal nergens op. Hij wilde juist proberen Laidlaw een seintje te geven om hun twee gewapende bewakers aan te vallen toen een portier van het busje open zwaaide en Sabrina uitstapte. Moredi stapte aan de andere kant uit en samen liepen ze naar de jeep toe. ‘Is dan niets heilig meer?’vroeg Sabrina glimlachend toen ze Grahams outfit zag. Graham sprong soepel uit de jeep. ‘Wat is hier allemaal aan de hand?’ ‘Dat vertel ik je later wel,’antwoordde ze. Ze gebaarde naar Moredi en stelde hem voor aan Graham en Laidlaw. Moredi schudde hen de hand en sprak kort met de kolonel, die zijn soldaten onmiddellijk opdracht gaf in de jeep te blijven zitten. De chauffeur keerde de wagen en reed weer terug naar de grote weg. Moredi bracht de kolonel naar de anderen toe. ‘Dit is kolonel David Tambese, een van de weinige soldaten die ik volledig vertrouw. Hij studeerde in Sandhurst toen Jamel Mobuto en ik in Oxford zaten.’ ‘U neemt het mij niet kwalijk, hoop ik?’vroeg Tambese terwijl hij Graham de hand schudde. ‘Niet als u me vertelt wat er allemaal aan de hand is.’Tambese keek naar Sabrina, die knikte. ‘Joseph vertelde dat u een boodschap ging ophalen bij de informatiebalie op de luchthaven, en hij vroeg mij te kijken of er ook mannen van Ngune rondliepen. Welnu, we hebben er ten minste vier gezien. We moesten u dus tegenhouden voor u daar naar toe zou gaan.’ ‘Waarom hebt u die mannen niet gewoon gearresteerd?’vroeg Laidlaw. Tambese keek Laidlaw aan. ‘Het is bijna zeker een zelfmoordcommando. Iedere poging hen aan te houden zou op een bloedbad uitlopen. Ze zouden gewoon het vuur openen. En wie weet hoeveel onschuldige mensen daarbij de dood zouden vinden? Het is een nieuwe vorm van terreur die Ngune nog maar een paar dagen geleden heeft geïntroduceerd. We hebben in het centrum al met twee zelfmoordcommando’s te maken gehad. Bij die twee incidenten zijn veertien onschuldige mensen om het leven gekomen. We wachten gewoon tot ze weer vertrekken en overvallen hun wagen. Dat is de enige manier waarop je ze kunt aanpakken.’ ‘Hoe weet u dat ze op mij wachten?’ ‘Dat weten we niet,’antwoordde Tambese. ‘Maar na de mislukte moordaanslag op mevrouw Cassidy konden we geen risico’s nemen...’ ‘Wat is er dan gebeurd?’onderbrak Graham hem. ‘Dat vertel ik je later wel,’antwoordde ze. ‘Hoe wist je wanneer we hierlangs zouden komen?’vroeg Graham aan Sabrina. ‘Dat wist ik niet. Ik wist alleen dat je vroeg of laat naar het vliegveld zou moeten. Ik heb kolonel Tambese een foto van je gegeven, zodat hij je kon aanhouden voor je op het vliegveld aankwam. Het is dezelfde foto die ik had meegenomen naar Beiroet voor het geval ik bij de politie een foto van je moest laten zien.’ ‘De drie mannen in de jeep zijn soldaten die ik vertrouw,’vervolgde Tambese. ‘De meeste anderen bij de wegversperring zijn nieuwe rekruten. We weten nog steeds niet waar hun hart ligt. Ik moest jullie arrestatie zo realistisch mogelijk laten lijken. Buitenlanders arresteren zonder dat daar een goede reden voor is, maakt geen deel uit van het nieuwe beleid in Zimbala. Daarom hebben we die geweren en die handgranaat ook in uw kofferbak gelegd. Ngune zal nu zeker te horen krijgen dat u gearresteerd bent.’ ‘En dat betekent dat hij ervan uit zal gaan dat u in hechtenis bent genomen, in ieder geval voorlopig,’voegde Moredi eraan toe. ‘Waarom krijg ik toch het gevoel dat jullie ergens naar toe willen?’vroeg Graham, van Moredi naar Sabrina kijkend. ‘Dat willen we ook,’zei Sabrina. ‘We gaan naar Kondese om Remy Mobuto op te sporen.’ Graham nam Sabrina terzijde. ‘En Bernard dan? Je weet toch wat we hebben afgesproken?’ ‘Je hoeft niet te fluisteren,’zei Sabrina. ‘Zij weten het ook van Bernard.’ ‘Wat is er zo belangrijk aan Remy Mobuto?’vroeg Graham. ‘Hij weet waar en wanneer de aanslag op zijn broer zal plaatsvinden. Daarom is hij ook ontvoerd.’ ‘En wat heeft Bernard met dit hele verhaal te maken?’ ‘Ngune en zijn handlanger, Massenga, zijn duidelijk de twee breinen achter deze hele operatie. Maar volgens Remy Mobuto is er ook nog een derde man, de moordenaar. En uit wat Joseph mij verteld heeft, heb ik opgemaakt dat dat Bernard moet zijn. Ik denk dat al die verhalen over een stel ex-leden van de geheime dienst die de aanslag zouden uitvoeren alleen maar bedoeld zijn om de autoriteiten op een vals spoor te zetten.’ ‘Maar je hebt geen bewijzen dat die derde man inderdaad Bernard is?’ ‘Nee, ik heb alleen dat gevoel. En er is slechts één persoon die de waarheid weet.’ ‘Remy Mobuto,’concludeerde Graham. ‘We moeten hem vinden, Mike. Snel.’ ‘Hoe ver ligt Kondese hier vandaan?’ ‘Ruim twee uur rijden,’antwoordde Moredi. ‘Waar wachten we dan nog op?’zei Graham. Hij pakte zijn tas en liep naar het busje.