14. Bijna gesnapt

‘Ik heb vandaag acht klanten’, fluistert Bert achter zijn hand. ‘Als jij er vier doet, dan doe ik de andere vier.’

Edwin knikt. ‘Ligt alles weer in jouw kluisje?’

‘Kom maar mee.’

‘Wacht, hier heb je het geld van gister.’

Edwin pakt zijn portemonnee en overhandigt de opbrengst van het vuurwerk aan Bert. Die stopt het zwijgend in zijn broekzak.

Even later staan ze bij het kluisje van Bert. Snel pakt hij er een plastic tas uit.

‘Hier zitten er vier in. De namen staan op een briefje dat onder het elastiek van ieder pakketje zit. Oké?’

Edwin kijkt snel even in de tas en leest de namen.

Hij kent ze allemaal.

Dan loopt hij naar zijn eigen kluisje en stopt de plastic tas erin.

De bel gaat alweer voor het eerste uur.

Zonder verder iets te zeggen loopt hij naar zijn klas.

Twee jongens die besteld hebben zitten het eerste uur bij hem in hetzelfde lokaal.

Dat is lekker gemakkelijk dus, vindt Edwin.

Hij licht beide jongens in.

Ze spreken af voor de pauze.

Nadat de leraar de dag is begonnen met lezen uit de Bijbel en gebed deelt hij de repetitiebladen uit.

Edwin buigt zich over het papier. Hij hoeft alleen een aantal woordjes te vertalen van het Nederlands in het Engels.

Boer. Edwin schrijft er ”farmer” achter.

Paard – Horse.

Tuin – Garden.

Koe – Niet zo moeilijk denkt Edwin, ”cow” natuurlijk.

Ezel … Oei, wat was dat ook alweer?

Edwin laat de ruimte achter het woord ezel even open.

Varken … weet hij ook al niet.

Kraai … dit gaat niet goed, denkt hij bezorgd.

Vlinder … het moet niet gekker worden … vlinder, wacht even. Chinese vlinders. Het stond op het pakje zowel in het Nederlands als in het Engels. Wat stond er nu ook alweer? Edwin kan er niet opkomen

Hij gaat verder.

Uiteindelijk weet hij er van de dertig woorden niet meer dan veertien te vertalen.

Hij kijkt eens schichtig om zich heen, maar niemand kan hem hulp bieden. Dat wordt een slecht cijfer, denkt hij.

Dan is het tijd om in te leveren. De leraar haalt alle bladen op.

Aan het einde van de les verlaat Edwin met een slecht gevoel het klaslokaal.

Gelukkig verder geen rep meer vandaag, denkt hij.

Na nog twee lessen gaat de bel en is het pauze.

Edwin snelt naar beneden. De twee jongens aan wie hij moet leveren staan al aan het begin van de gang naar de gymzaal te wachten. De kluisjes bevinden zich in deze gang.

Edwin loopt hen voor naar zijn kluisje en steekt een sleutel in het slot.

Hij overhandigt snel de bundels vuurwerkpakken die voor hen bestemd zijn en rekent af.

Dan ziet hij ineens de jongen voorbijkomen die een van de andere bestellers is.

‘Freek’, roept hij, ‘ik heb wat voor je.’

Er is verder niemand in de buurt.

Freek komt op hem toegelopen.

‘Wat heb je voor me?’

‘Je bestelling.’

De ogen van Freek vernauwen zich. ‘La me zien!’

Edwin pakt de plastic zak weer uit de kluis en haalt er een van de overgebleven bundels uit.

‘Dit is ’m.’

Freek stopt de bundel vlug in zijn rugtas en rekent af.

Dat gaat weer lekker zo, denkt Edwin. Nog eentje maar.

Wat zal hij daarmee doen? De jongen voor wie het voor bestemd is, heet Jaco en zit het vijfde bij hem in de klas. Zal hij het wagen?

Snel stopt hij de plastic tas met de resterende bestelling in zijn rugtas tussen de boeken en sluit zijn kluisje.

Een pauze van een kwartier is snel om.

Vlug loopt hij weer naar de tweede verdieping voor het vierde uur.

Daar is hij als eerste.

Heb ik me daarom zo gehaast, vraagt hij zich af. Zal ik snel naar de eerste verdieping lopen? Ik weet waar Jaco les heeft. Misschien kan ik het pakketje al aan hem geven. Dan ben ik ervan af.

Maar er komen al meer klasgenoten aangelopen. Ook de leraar Nederlands ziet hij aankomen. Nog maar een uurtje geduld, denkt hij.

Als meneer Van Lingen het lokaal van het slot heeft gedaan, stroomt de klas naar binnen.

Vera is er ook al en gaat halverwege de rij naast hem bij het raam zitten. ‘Ben je ze al kwijt?’ fluistert ze.

‘Nog eentje’, antwoordt Edwin zacht. ‘Volgende uur. Jaco.’

Edwin pakt zijn boeken en zet de tas strak tegen zijn tafel op de grond.

‘Dames en heren, we gaan weer beginnen. Jullie hebben allemaal je Nederlandse boek voor je. Ik hoop dat jullie er thuis uitgekomen zijn met taak zesendertig.’

Er gaat een vinger omhoog achter Edwin.

‘Janine, zeg het eens’, zegt meneer Van Lingen.

‘Zesendertig zei u? Ik heb taak zevenendertig gemaakt’, zegt Janine geschrokken.

‘Dat is niet zo slim, Janine. Weet je het zeker?’

Meteen loopt meneer van Lingen naar haar tafel en kijkt in haar schrift. ‘Mmm, inderdaad … had je het verkeerd in je agenda staan?’

Janine pakt snel haar agenda erbij en kijkt. ‘Ja’, zegt ze bedremmeld.

Meneer Van Lingen kijkt ook even in haar agenda. ‘Oké, een foutje dus.’ Hij doet een paar passen achteruit in de richting van zijn tafel.

‘Janine, dan lossen we het zo op dat je voor de volgende keer taak zesendertig maakt. Als je nu goed oplet da…’

Meneer Van Lingen raakt met de hak van zijn rechterschoen de tas van Edwin. Hij zwaait met zijn armen door de lucht en kan zich net op de been houden.

De klas grinnikt.

De tas rolt omver en de inhoud glijdt eruit.

Edwin schrikt van de wild zwaaiende meneer Van Lingen naast zich.

Hij kijkt omlaag en schrikt nog veel harder. Zijn boeken, maar ook de plastic tas slingeren over de vloer.

Meneer van Lingen bukt zich snel.

‘Sorry Edwin. Ik zal je tas even inpakken.’

Hij stopt de boeken snel weer in de tas.

Tot zijn ontzetting ziet Edwin dat meneer van Lingen ook de plastic tas pakt. Daar zul je het hebben, denkt hij. Maar hij kan nu niets meer doen.

Meneer Van Lingen kijkt naar de plastic tas en knijpt er een keer in. O nee hè, denkt Edwin en voelt een misselijkheid in zich opkomen. Het zweet breekt hem uit.

Wat nu? Als meneer Van Lingen in de plastic tas kijkt, ben ik de sigaar. Dan moet ik vertellen waar ik mee bezig ben. Dat zal natuurlijk niemand geloven. Meneer Van Lingen is een reuze aardige kerel. Het klikt altijd goed tussen hen. Dat zou dan ineens over zijn.

Hij wil iets zeggen, maar zijn keel is ineens te droog om geluid te produceren.

Met grote ogen ziet hij nog steeds de plastic tas in de handen van meneer Van Lingen. Dan stopt de onderwijzer de plastic tas ook weer in de boekentas van Edwin.

Edwins hart klopt hoog in zijn keel.

‘Schrik je zo van mij?’ vraagt meneer Van Lingen lachend. ‘Je kijkt alsof je ineens een wild dier hebt gezien.’

Dan komt Edwin weer bij zinnen en lacht een beetje schaapachtig.

‘Da… dat ging bijna mis …’ stottert hij.

Meneer Van Lingen zet de tas weer tegen Edwins tafel en loopt terug, maar nu niet meer achteruit, naar zijn eigen tafel.

Edwin zet de tas onder z’n tafel.

De les wordt vervolgd.

Vera kijkt haar broer even schuin aan. Dat was kantje boord, lijken haar ogen te zeggen.