29
Ze liepen zwijgend naar de auto. Dit was eveneens een onderdeel van de eerder gemaakte afspraken. Joop opende het portier van de middenklasser voor Dagmar. Met stevige passen liep hij om de auto heen, stapte in en reed weg.
‘Voordat jij met een reeks vragen komt, wil ik eerst zelf iets zeggen,’ bromde hij. Het viel Dagmar meteen op dat zijn stem minder knorrig klonk. Bij iemand anders zou ze vermoeden dat er sprake van opluchting was. Een emotionele uiting die echter niet bij Joop Timmer paste. Daarvoor was hij op dat vlak veel te afstandelijk. Joop is alleen opgelucht als hij ’s morgens van het toilet af komt, grapte ze in stilte.
‘Ik kan me goed voorstellen dat jij twijfels had over mijn verzoek met betrekking tot jouw houding tijdens het gesprek. Dit was onderdeel van de te voeren tactiek, Dagmar. En geloof me, ik had een donders goede reden om het op deze manier aan te pakken. Twee zelfs, als je het strikt bekijkt.’
Hij draaide zijn hoofd en keek haar heel even aan. Ditmaal correspondeerde zijn oogopslag met zijn uiterlijk. Het was de blik van een lobbes.
‘Je bent enorm bij deze zaak betrokken. Logisch, in een kort tijdsbestek stortte jouw hele wereld in. Vanuit mijn optiek school hierin ook het grootste gevaar. Je dreigde niet enkel je werk kwijt te raken, maar je sociale contacten vielen ook weg. Binnen een paar weken stond je bij wijze van spreken alleen op de wereld.’
Vanwege de opzichtig geplaatste flitspalen, checkte hij kort zijn snelheidsmeter.
‘Daar kwam die afschuwelijke ervaring op Mallorca bij. Alsof het nog niet genoeg was, werd jouw vriendin vermoord. Hoeveel tegenslagen kan een mens verwerken, was een vraag die constant door mijn hoofd speelde. Het juiste antwoord was lastig te vinden. Ik twijfelde namelijk behoorlijk. Aan de ene kant leek het er sterk op dat jij je hoofd koel wist te houden. Natuurlijk kende jij ook je dipjes, maar dat is normaal. Ik kreeg zelfs het idee dat jij langzamerhand groeide, je steeds meer oprichtte, vocht voor wat je waard was. Aan de andere kant: niets is meer onvoorspelbaar dan een mens. In mijn tijd bij de politie heb ik daarvan talloze voorbeelden voorbij zien komen. In het zwartste scenario zou jij tijdens het gesprek helemaal uit je dak gaan. Bij een opmerking die verkeerd valt, bijvoorbeeld. Voor iemand als jij die zoveel heeft moeten slikken, breekt er onvermijdelijk een moment aan dat je alles eruit gooit. Je gal spuwt tot de laatste druppel uit je lichaam is verdwenen. Ik wilde verhinderen dat zo’n actie tijdens het gesprek plaats zou vinden. Er kan nog een lange carrière voor jou bij dit bedrijf in het verschiet liggen. Daarom leek het mij uiteindelijk het verstandigst om het minste risico te lopen door jou een passieve rol te laten spelen. Ik hoop dat jij nu begrip voor die keuze op kunt brengen. Ik heb je nooit als een kind, of een dom blondje, monddood willen maken.’
Dagmar knikte. Met deze uitleg kon ze goed leven.
‘Al met al was het een gesprek van niets, toch? Ik kreeg zelfs het vermoeden dat het een soort van doorgestoken kaart was. Dat jullie er onderling allang uit waren.’
Timmer schudde traag met zijn hoofd. Een gebaar dat Dagmar geen duidelijkheid verschafte.
‘Ja en nee. Dit ligt redelijk gecompliceerd. Het is namelijk niet zo dat er sprake was van een één-tweetje tussen Herman Aalberts en mijzelf.’
Hij bewoog zijn imposante hoofd nu stellig heen en weer. Dagmar ging ervan uit dat hij hiermee onbewust zijn woorden meer kracht bij wilde zetten.
‘Herman Aalberts is een van de meest consciëntieuze mensen die ik ooit heb ontmoet. Ik ken de beste man sinds kort, maar durf deze uitspraak best op mijn conto te nemen. Een fijn mens, echt. Daar moet ik direct aan toevoegen dat het ook een buitengewoon intelligente kerel is. Dat hij een beetje soft overkomt, heeft volgens mij grotendeels met zijn imago te maken. Ik ben ervan overtuigd dat hij, indien echt noodzakelijk, een keiharde beslissing kan nemen. Een oordeel dat overigens gebaseerd is op eerlijkheid, want dat is precies hetgeen waar hij voor staat. Daarom koos hij ook vanaf het begin jouw kant. Hij voelde, en later werd dit met bewijs ondersteund, dat jou onrecht werd aangedaan.’
Omdat een auto op de linkerweghelft niet snel genoeg passeerde, liet Timmer zijn gas los. Toen de wagen eindelijk langs hen heen ging, stuurde hij naar links en passeerde de vrachtwagen die voor hen reed.
‘Vanaf de eerste minuut van onze kennismaking heb ik prima contact met Aalberts gehad. Nadat hij mij de namen van de klagers toespeelde, bleef ik hem op de hoogte houden van onze vorderingen. Hiermee sneed het mes aan twee kanten; ik positioneerde jou in een steeds beter daglicht, terwijl Aalberts naar zijn werkgever toe afwegingen kon maken. Omdat hij over voorkennis beschikte, was vandaag alleen Siebeling tijdens het gesprek aanwezig. Natuurlijk had Aalberts vooraf overleg met zijn directie gehad. Aangezien het vanuit hun oogpunt een verloren zaak was, werd er besloten dat naast de directeur Personeelszaken de aanwezigheid van een bedrijfsjurist voldeed. Niemand van de directie had trek om deze afgang in levenden lijve te beleven.’
Dagmar fronste haar wenkbrauwen.
‘Een afgang?’
‘Absoluut,’ reageerde Timmer voor zijn doen behoorlijk fel.
‘Deze mensen zien dat anders, Dagmar. Zij kijken slechts naar de kale feiten en die vertellen hun dat hun bedrijf een stewardess op non-actief heeft gezet. Vanwege de ernst van de beschuldigingen is het daaropvolgende traject ontslagaanvraag. De door ons ingebrachte stukken pleiten jou echter vrij. In tegenstelling tot Aalberts, die het hart op de juiste plaats heeft, denken zij in termen als gezichtsverlies. Zij hebben de procedure opgestart en dienen deze nu weer terug te draaien. Dit is de essentie. De inhoudelijke feiten komen pas op de tweede, zo niet de derde plaats.’
‘Ik neem aan dat Aalberts vooraf ook overleg met Siebeling heeft gehad.’ Het was eerder een vaststelling dan een vraag. Timmer knikte.
‘Dat lijkt me wel, ja.’
‘Hoe kan het dan dat hij niet wist wie persoon X was?’
Het daaropvolgende gegniffel suggereerde dat de vraag minder slim was dan zij van tevoren had ingeschat.
‘Dat deed hij opzettelijk. De zogenaamde integriteit van een jurist die tegenover jou duidelijk wilde maken niet over bepaalde voorkennis te beschikken.’
‘Dus hij wist dat het om Ruben ging?!’
‘Ja, natuurlijk. Dat heeft Aalberts hem ergens onderweg heus wel ingefluisterd. En mocht dat niet het geval zijn, dan wist hij het zeker na eergisteren. Toen heeft Ruben de la Porte namelijk zijn ontslag ingediend en is met de noorderzon vertrokken. Zelfs voor een jurist is één plus één nog steeds twee, Dagmar.’
Hij grijnsde gemeen om zijn eigen grapje, waarmee duidelijk werd dat Joop Timmer van juristen bepaald geen hoge pet ophad.
‘Wat vreemd om dat juist nu te doen,’ meende Dagmar. ‘Ik bedoel, je neemt meteen de benen, of je blijft tot het laatste moment. Of zie ik dat fout?’
‘Inderdaad, maar dat komt omdat je vanuit jezelf denkt.’
Een vervolgreactie bleef uit. Timmer keek in zijn spiegels en haalde wederom een vrachtwagen in. Toen ze weer op de rechterrijstrook reden, trommelde hij een paar maal met de vingers van zijn rechterhand op het stuur.
‘Ik denk dat het nu tijd wordt voor een analyse van dat ex-vriendje van je. De angel is eruit: de klachten tegen jou worden ongegrond verklaard en meneertje De la Porte vertrekt met de staart tussen zijn benen. Eind goed, al goed.’
Hij wierp haar een snelle, vragende blik toe.
‘Eerlijk zeggen, kun jij er al afstandelijk over praten? En dan doel ik voornamelijk op datgene wat er op Mallorca is voorgevallen. Dat draag je altijd met je mee. Het komt er nu op neer of jij het los kunt koppelen. Lukt het je om emotieloos over deze zaak te praten terwijl het drama Mallorca nog in je hoofd nasmeult?’
Hij maakte met zijn linkerhand een kort wegwerpgebaar.
‘Sorry dat ik het zo warrig formuleer, Dagmar. Ik leef namelijk best wel met je mee, al straal ik dat niet echt uit. Ik vind je een hele moedige en sterke vrouw. Kijk naar vandaag: er blijft je helemaal niets bespaard. Precies op de dag dat jouw vriendin wordt begraven moet jij in het beklaagdenbankje plaatsnemen. Het is verdorie toch…’
Ik heb het verkeerd verstaan, was het eerste wat Dagmar dacht. De blik die Timmer haar toezond bewees echter het tegenovergestelde. Dit aparte moment duurde een fractie van een seconde, waarna de voormalige politieman zich hervond.
‘Goed,’ klonk het nog wat aarzelend. ‘Eh… die Ruben, dus. Eens kijken wat ik over dat zelfingenomen etterbakje kan vertellen wat je nog niet weet.’
‘Misschien ook niet wil weten?!’ antwoordde Dagmar spontaan. Ze was blij dat Timmer hersteld leek van zijn emotionele reactie van daarnet. Hoewel zijn medeleven sterk in zijn voordeel sprak, was het overduidelijk dat hij zich er niet echt prettig onder voelde dit onder woorden te brengen. Ruwe bolster, blanke pit, ging het door Dagmar heen.
‘Tegenwoordig noemt zo’n beetje iedereen zich manager,’ begon Timmer.
‘De functie van Ruben de la Porte was wat dat betreft een grensgeval. Officieel stond hij op de loonlijst als hoofd Inkoop non-food bij de afdeling Catering. Omdat hij uit hoofde van zijn werk met veel verschillende afdelingen te maken kreeg, werd hij na verloop van tijd manager genoemd. Wat hem overigens prima uitkwam. Tijdens de zakelijke contacten klonk “manager” nu eenmaal beter dan “hoofd Inkoop”.’ Dagmar bleef gedurende de inleiding voor zich uitkijken. Van schokkende informatie was nog geen sprake.
‘Een hoofd Inkoop verdient bij jullie bedrijf een kleine vijftigduizend euro bruto per jaar. De la Porte had al snel door dat hij dit bedrag door middel van uitgekiend netwerken minstens kon verdubbelen. Zwart, zoals je wel begrijpt. Het was een kwestie van korte lijnen. De juiste personen die onder de toonbank een bedrag wilden betalen om hun producten in de vliegtuigen te krijgen.’
Dagmar stak haar linkerwijsvinger op.
‘Dat begrijp ik dus niet. Ruben zat bij de non-foodafdeling. Dat sluit de maaltijden dus uit. Blijft er…’
Met een snel handgebaar sneed Timmer haar zin af.
‘Enig idee hoeveel vliegtuigmaaltijden jouw bedrijf per dag bereidt, Dagmar?’
Ze haalde haar schouders op.
‘Weet ik veel, een stuk of…’
‘Rond de veertigduizend.’
‘Zoveel?!’
‘Het was juist Rubens mazzel dat hij bij de non-foodafdeling zat,’ ging Timmer verder. ‘Het voedsel wordt voor negentig procent door één bedrijf aangeleverd. Dit bedrijf uit Lelystad brengt dagelijks vrachtwagens vol met etenswaren naar de keukens van jouw bedrijf op Schiphol. Daar worden door de koks de menu’s samengesteld en in porties verdeeld. Essentieel onderdeel van deze maaltijden…’
‘Is het bestek, de servetten, et cetera,’ vulde Dagmar aan.
‘En dat kocht Ruben dus bij verschillende firma’s in. Bij degene die onder de toonbank het hoogste bedrag wilde schuiven. Daar kwam het in de praktijk wel zo’n beetje op neer. Om geen argwaan te wekken, schafte hij tussendoor ook spullen aan bij bedrijven die volgens de regels werkten.’
Dagmar knikte. ‘Tot zover is het duidelijk. Waar de hetze tegen mij vandaan kwam is mij echter een raadsel. Oké, ik heb die enveloppe gezien, maar om dan zo ver te gaan om mij zwart te maken. De risico’s die dat met zich meebrengt… Nee, dat gaat me toch echt te ver. Daar moet meer achter zitten.’
Timmer schudde van nee.
‘Wederom bekijk jij het vanuit je eigen perspectief, Dagmar. Probeer in de huid van Ruben te kruipen, hoe moeilijk dat ook is. We hebben het hier over een persoon die naast zijn zakelijke en sociale leven zijn eigen wereld creëerde. Een schijnwereld die meer en meer een substituut werd voor de werkelijke. In deze cocon was plaats voor de niet-alledaagse dingen. Hier kon hij het zwarte geld laten rollen, beleefde hij menig seksueel avontuurtje en behandelden bepaalde firma’s hem met alle egards. Hij was een soort van halfgod op een door hemzelf geschapen podium.’
Ondanks de uitleg die haar waarheidsgetrouw overkwam, had Dagmar haar vraagtekens.
‘Maar dan nog. Als hij zich gedeisd had gehouden, was er niets aan de hand geweest. Ik had het op een bepaald moment afgesloten en was met mijn eigen leven verdergegaan. Zonder enig probleem had hij zijn leventje voort kunnen zetten. Zijn idiote acties druisen tegen elke logica in.’
Timmer tikte met de vingers van zijn rechterhand een paar maal op het dashboard. Alsof hij haar opmerking aan wilde stippen en voor het komende moment extra aandacht vroeg.
‘Jouw logica, Dagmar,’ zei hij op besliste toon. ‘Ruben de la Porte mocht dan voor de buitenwereld een uiterst slimme en intelligente jongen lijken, in werkelijkheid was het een domoor die na verloop van tijd aan een vorm van grootheidswaanzin ging lijden. Ieder normaal denkend mens laat zich niet met dit soort praktijken in. Voor de echt slimme jongens zijn deze bedragen peanuts. Hoewel De la Porte zichzelf helemaal geweldig vond, was hij nauwelijks meer dan een kruidenier met een winkeltje in een achterafstraatje. Ik weet waar ik over praat, Dagmar. Inmiddels heeft mijn bedrijf al tientallen soortgelijke zaken behandeld. Om nog maar te zwijgen over de gevallen die ik in mijn tijd bij de politie onder ogen heb gehad.’
Zijn gezichtsuitdrukking veranderde. Het verleden kreeg even stevig grip op hem. Hij keek als een man die alles al tweemaal had beleefd en sterk twijfelde over een derde tour.
‘De zelfverzekerdheid van de frauderende persoon is in praktisch alle gevallen een kwestie van schone schijn. Onder dat masker zit een gespannen individu dat feitelijk met de dag leeft. Hoewel hij zichzelf wijsmaakt iedereen te slim af te zijn, weet hij diep vanbinnen dat het ineens afgelopen kan zijn. Voor Ruben kwam dat moment akelig dichtbij toen jij over de enveloppe begon. Het zwarte geld maakte hem het centrum van zijn eigen universum. Hij kon het risico niet nemen dat jij zou gaan praten.’
‘Maar dat was ik helemaal niet van plan!’
‘Nogmaals, dat risico wilde hij niet nemen. Omdat jij inmiddels was geïntegreerd in zijn sociale leven en jullie voor hetzelfde bedrijf werkten, zag hij maar één uitweg: jij moest sociaal en maatschappelijk van zijn wereldkaart verdwijnen. Hij begon direct met zijn laster en liep middels Iris van der Heide tegen een buitenkansje aan.’
Hij klakte met zijn tong.
‘En als jij niet zo adequaat had gereageerd, was hij er wellicht nog mee weggekomen ook.’
Dagmar nam haar tijd om zijn verklaring te laten bezinken. Door Rubens belachelijke gedrag zat zij hier tenslotte met een privédetective in de auto op de A2. Na wekenlang door een hel te zijn gegaan. Hoewel er op Timmers werkwijze en analyses tot nu toe niets viel aan te merken, wilde zij deze gevolgtrekkingen niet zonder slag of stoot aannemen. Terwijl Timmer onverstoorbaar de auto bestuurde, liet ze de gebeurtenissen de revue passeren. Hier overheen legde ze in gedachten een vloeiblad waarop Timmers verklaring stond. Toen in de verte de afslag Breukelen opdook, was ze eruit.
‘Het is voor mij moeilijk te begrijpen hoe iemand dit soort vreselijke dingen kan doen,’ verbrak ze de stilte. ‘Daarom leg ik me erbij neer dat jouw verklaring over het hoe en waarom de juiste is.’
Timmer knikte, maar zei niets. Zijn ervaring leerde hem dat Dagmar er, ondanks deze woorden, nog niet helemaal met zichzelf uit was. Logischerwijs was het moeilijk voor haar te accepteren dat de afgelopen periode min of meer verloren tijd was geweest. Onbewust zocht ze nog ergens naar een lichtpuntje dat de stukgelopen relatie minder dramatisch maakte. Ze zou dat stukje houvast vinden, wist hij. Evenals er een tijd aan zou breken waarin ze een streep onder dit roerige gedeelte van haar leven ging zetten.
‘Wat nu, Joop. Ik bedoel, hoe loopt het af? Gaan ze mensen ontslaan? Wordt de politie erbij gehaald?’
Timmer deed iets waaraan hij zich slechts bij hoge uitzondering schuldig maakte: hij glimlachte.
‘De meest interessante en tevens moeilijkste vraag, aangezien het over de toekomst gaat.’ De glimlach was alweer opgeborgen onder zijn stoïcijnse gezichtsuitdrukking.
‘Als ik Ruben was, dan zat ik nu in het buitenland. Goed beschouwd, is dit eigenlijk zijn enige kans. Hij kan enkel hopen op jouw clementie en een zakelijke opstelling van het bedrijf. Streep je alle voors en tegens weg, dan denk ik dat er een reële mogelijkheid bestaat dat hij er zonder justitiële kleerscheuren van afkomt.’
‘Wat bedoel je met clementie?’
‘Jij kunt een aanklacht tegen hem indienen. Keuzes genoeg, lijkt me. Dat is zijn grootste vrees. Hij realiseert zich donders goed dat jij de spil bent waar alles om draait. Laat jij het hierbij, dan wordt de kans beduidend groter dat jouw werkgever het dood laat bloeden. Zet jij echter door…’
‘Dan volgen zij met een aanklacht wegens fraude,’ mompelde Dagmar.
‘Klopt, als het op het scherpst van de snede gaat, kunnen ze daar niet meer omheen.’
Dagmar kneep haar oogleden samen en keek hem met een schuine blik aan.
‘Maar als ik verder geen actie onderneem…’
‘Wordt het koffiedik kijken.’
Terwijl hij zijn antwoord toelichtte, bleven zijn ogen de medeweggebruikers in de gaten houden.
‘Mocht jij het hierbij laten – dat is jouw beslissing, daar adviseer ik je verder niet in – kan het zomaar gebeuren dat jouw werkgever de hele zaak onder het tapijt veegt. Ze willen geen heibel in de tent. Foute aandacht, dat kan van media tot justitie, is per definitie slecht voor een bedrijf.
Aangezien ik in mijn korte betoog op jouw verzoek de rol van met name Johan en in mindere mate Iris afzwakte, zal het wat hen betreft bij een waarschuwing blijven. Rubens drinkvriendje Diederik van Overschie zal hun ook een worst wezen. Dit ligt in het geval van Robert Dolstra iets anders, omdat hij een van de mannetjes was die Ruben geld toeschoven om opdrachten binnen te halen. Waarschijnlijk zal een stroman van de directie contact met Dolstra’s werkgevers opnemen, waarna men hem op de een of andere wijze zal lozen. Omdat ze ditmaal goed beslagen ten ijs willen komen, is het niet onmogelijk dat bijvoorbeeld Herman Aalberts namens de directie contact met mijn bedrijf opneemt. De informatie die wij inmiddels hebben vergaard is natuurlijk interessant voor hen. Met behulp van mijn medewerkers schrijf ik enkele lijvige rapporten en dien een vette rekening in.’
Hij draaide zijn hoofd naar rechts en keek haar indringend aan.
‘En daar doelde ik dus op tijdens ons tweede gesprek. Jij hebt ons ingehuurd om jouw onschuld te bewijzen. Dat is gelukt. Een aanklacht tegen derden heeft nooit deel uitgemaakt van onze overeenkomst. Daarom mag er geen misverstand over bestaan wanneer jouw werkgever mij wil inhuren. Dat staat geheel los van jouw zaak. We gebruiken enkel de expertise die we hebben opgedaan, zonder daarbij iets te noemen wat jouw belangen kan schaden. Ethisch gezien kunnen we dat natuurlijk niet maken.’
Dagmar had zo haar twijfels over Timmers interpretatie van het woord ‘ethiek’. Ondanks zijn achtergrond was hij nu wel degelijk een man die een eigen bedrijf leidde. En daar moest brood op de plank komen. Ze was er daarentegen wel van overtuigd dat hij haar nooit een streek zou leveren. Zonder vertrouwen werd je trouwens een slaaf van je eigen wantrouwen. Dan maar een keertje extra op je bek gaan…
‘Maar wat doe je als Ruben zich meldt? Neem je die ook als cliënt?’
Timmer trok een bedenkelijk gezicht.
‘Waar zie jij mij eigenlijk voor aan?’ vroeg hij op verongelijkte toon. ‘Voor een maffiamaatje, soms?’
Deze droge opmerking bezorgde Dagmar de slappe lach tot aan de afslag Lage Weide.