28
Het kantoor van bedrijfsjurist Gerben Siebeling verschilde in alle opzichten met het onderkomen van directeur Personeelszaken Herman Aalberts. De inrichting was modern, strak en uitermate schoon; alsof de interieurverzorgster een handvol seconden geleden het kantoor had verlaten. Aan elk van de vier muren hing een surrealistisch schilderij ter decoratie.
‘Ten eerste wil ik u deze verklaring overhandigen.’ Omdat de ruimte zo kaal ingericht was, had de basstem van Joop Timmer vrij spel.
‘Hierin verklaart een zekere Diederik van Overschie dat hij een klacht wegens seksuele toespelingen tegen Dagmar Vredeling heeft ingediend. Verderop in de tekst worden zijn beweegredenen helder. Het had echter niets te maken met de verzonnen seksuele toespelingen van de kant van mijn cliënt. Wel met een uit de hand gelopen drankgelag van oude studiegenoten. Op die avond is Van Overschie namelijk door X overgehaald om Dagmar Vredeling zwart te maken. In het kort komt het erop neer dat Van Overschie het als een vriendendienst aan X beschouwde. Persoon X had hem wijsgemaakt dat juffrouw Vredeling hem de meest vreselijke streken had geleverd en nu met gelijke munt terugbetaald diende te worden. Onder invloed van alcohol stemde Van Overschie toe. Daar kreeg hij later spijt van. Gezichtsverlies tegenover zijn vriend en de sociale consequenties die daaruit voort konden vloeien, liet hij echter zwaarder wegen. Persoon X vond een geschikte, korte vlucht voor hem waarop mejuffrouw Vredeling werkzaam was als stewardess. De rest kent u.’
Terwijl Timmer sprak, las drs. Gerben Siebeling de door Diederik van Overschie ondertekende verklaring die Dagmar geheel vrijpleitte. Toen hij was uitgelezen keek hij Timmer vragend aan.
‘Persoon X?’
Timmer vertrok geen spier.
‘De insteek van dit gesprek is het bewijzen van Dagmar Vredelings onschuld. Hierbij draait het voor ons dus om een ontlastende, in plaats van een belastende verklaring. De naam van persoon X is overigens wel bij ons bekend.’
Siebeling knikte. Dagmar dacht in zijn ogen een ondeugende schittering van een binnenpretje te zien. Aangezien Siebeling een meer dan serieuze uitstraling etaleerde, hield ze het op een lichtstraal die weerkaatste in het glas van zijn moderne brilmontuur.
Ze richtte haar blik op een schilderij dat achter Siebeling aan de muur hing. Het was een doek waarop gele en rode lijnen overheersten. Omdat zij weinig met moderne kunst had, sprak het haar niet aan. Ze zag willekeurig neergekladderde lijnen op een vierkant doek, een uitleg die nooit kon stroken met de aspiraties van de kunstenaar.
Denk aan je gezichtsexpressie, beval ze zichzelf. De uitdrukking moet neutraal zijn. Het midden tussen zelfverzekerd en onzeker, zoals Joop Timmer zo mooi schetste. Niet lachen, nu! Hij meende het bloedserieus. Blijf jezelf. Niet hooghartig, maar zeker niet onderdanig. Vind de goede mix. Lastig als er geen spiegel in de buurt is…
Uit haar rechterooghoek zag ze hoe Joop Timmer drie vellen uit een map haalde. Rechts van hem keek Herman Aalberts vol interesse toe. Tot nu toe voltrok zich tot in detail het scenario dat Timmer haar in de auto op weg naar Schiphol had geschetst. Alle poppetjes zaten op de juiste plaats en deden precies wat de detective had voorspeld. Dit gold eveneens voor zijn eigen performance.
Na een korte begroeting was ze bij Timmer in de auto gestapt. Hij had gevraagd of haar trip naar Mallorca nog wat had opgeleverd. In korte zinnen vertelde ze hem dat de waarschijnlijke moordenaar van Marianne was neergeschoten. Timmer had enkele malen geknikt en was van het ene op het andere moment overgegaan tot de orde van de dag. Mocht iemand anders zo gereageerd hebben, dan had ze dit wellicht als bot ervaren. Bij Joop Timmer lag het anders. Bij hem kwam het over als een bepaalde manier van efficiency die zijn beroep nu eenmaal met zich meebracht.
Een monoloog volgde. Hierin meldde hij haar dat het in de komende confrontatie met de jurist van haar bedrijf voornamelijk om haar uitstraling ging. De juiste houding bij het verhaal dat hijzelf ging vertellen. Over de feiten hoefde ze zich niet druk meer te maken. Ze hadden sluitend bewijsmateriaal. Het zou niet tot een zaak komen, wist Timmer zeker. Daarvoor waren hun troefkaarten te sterk. De ontlastende documenten die hij op tafel ging leggen, zouden haar volledig vrijpleiten. Sterker nog, het kon zelfs zo zijn dat zíj in de toekomst de winnende partij was.
Op haar vraag wat haar uitstraling zou kunnen toevoegen, was hij stellig. Zij had hem het vertrouwen gegeven en, gezien de verkregen informatie, niet ten onrechte. Bij dit soort confrontaties was het gebruikelijk dat de partijen zich lieten vertegenwoordigen door advocaten of juristen. In dit geval was hij degene die als woordvoerder voor haar optrad. Een logische keuze, aangezien hij alles van deze zaak afwist en op vragen adequaat kon reageren. Verder was het essentieel om zo weinig mogelijk fouten te maken. Wie tijdens dit soort confrontaties de minste missers produceerde, werd na afloop tot winnaar uitgeroepen. Het was belangrijk dat als er een fout werd gemaakt, hij degene zou zijn die daarvoor verantwoordelijk was.
Hoewel ze niet helemaal begreep wat hij met deze aanpak wilde bereiken, stemde ze toe. Tenslotte had hij haar nog niet eerder teleurgesteld. Ze moest hem gewoon vertrouwen. Bovendien was er gewoon geen andere keus. Hierna gaf Timmer haar tips en beloofde om na afloop openheid van zaken te geven. Als zij zijn advies opvolgde, zou hij op de terugreis al haar vragen beantwoorden. Zonder enige terughoudendheid, voegde hij eraan toe.
‘Inhoudelijk liggen deze drie verklaringen gecompliceerder,’ bromde Timmer terwijl hij de papieren aan Siebeling overhandigde.
‘Dit heeft met het achterliggende traject te maken, waardoor deze mensen tot hun frauduleuze handelingen zijn gekomen. In twee van de drie gevallen kan ik zelfs enig begrip voor hun acties tonen. Dit zeg ik als mens, niet als woordvoerder van Dagmar Vredeling. Vanuit die positie kan ik enkel minachting voor hun daden opbrengen.’
Siebeling begon te lezen, Aalberts bleef geïnteresseerd toekijken, Dagmar hield haar neutrale gezichtsuitdrukking vast en Timmer ging verder met zijn verhaal.
‘Persoon X had een seksuele relatie met stewardess Iris van der Heide. Van haar vernam hij dat er een uitwisseling van telefoonnummers met mijn cliënt had plaatsgevonden. Hij reageerde razendsnel door een zekere Robert Dolstra voor zijn karretje te spannen. Samen met deze Dolstra had persoon X in het verleden enkele dubieuze zaakjes afgehandeld. Dolstra was dus chantabel en ging al snel akkoord. Een soortgelijk kunstje als met Diederik van Overschie volgde. De overige twee spelers, Van der Heide en Johan Tervoort, een purser die in mijn optiek eerder slachtoffer dan dader is, werd de duimschroeven aangedraaid. Voor X een peulenschilletje, het betrof hier namelijk een vrouw die verliefd op hem was en een zachtaardige purser die hij met een paar loze bedreigingen van angst liet beven.’
Siebeling las de verklaringen door en knikte begrijpend. Hierna stond hij op en schudde Joop Timmer de hand. ‘Bedankt voor uw uiterst professionele bijdrage in deze onprettige affaire.’
Timmer knikte beleefd.
‘Het genoegen was geheel aan mijn kant.’
Siebeling wendde zich nu tot Dagmar die eveneens was opgestaan.
‘Het heeft er alle schijn van dat u het slachtoffer bent van een geestesziek persoon, juffrouw Vredeling. Ik hoop dat u er begrip voor kunt opbrengen dat wij hebben gehandeld op basis van feiten die ons destijds ter beschikking stonden. Ik ga deze verklaringen nog eens goed bekijken. Mocht er sprake zijn van onrechtmatig handelen van onze kant, dan ben ik de eerste die u namens het bedrijf excuses aanbiedt.’
Dagmar glimlachte vriendelijk en zei: ‘Ik ben niet uit op excuses, meneer Siebeling. Ik sta hier om mijn recht te halen.’ Deze zinnen met dramatische onderlaag waren in de auto door Timmer gesouffleerd.
Herman Aalberts stapte naar voren. Hij schudde eerst Timmer en daarna Dagmar de hand.
‘Wil jij me overmorgen bellen, Dagmar? Dan weet ik vast meer.’
Dagmar schudde van nee.
‘Ik neem eerst een paar dagen vakantie. Deze zaak heeft me nogal aangegrepen. Ik wil nu proberen om eindelijk rust in mijn hoofd te vinden.’
Aalberts maakte een meegaand gebaar met beide handen.
‘Natuurlijk, geen enkel probleem. Neem maar een weekje vrij en bel me als je beter in je vel zit, oké?’
Dagmar knikte bevestigend en glimlachte flauwtjes. Het duizelde haar na al deze nieuwe indrukken.