17. EEN OFFICIËLE DINERAFSPRAAK
Edgar begroette me met een bezorgde blik toen hij mijn gezicht zag. Snel veegde ik mijn tranen af, maar in tegenstelling tot mijn tweelingzuster met haar alligatorhuid, had ik een gezicht dat zo doorzichtig was als dun katoen. Elk bedrieglijk masker dat ik probeerde op te zetten had van glas gemaakt kunnen zijn.
'Is alles in orde, mademoiselle?' vroeg hij angstig.
'Ja, Edgar.' Ik liep naar binnen, is mijn vader beneden?'
'Nee, mademoiselle.' Iets zachts en droevigs in zijn stem trok mijn aandacht. Ik keek in zijn ogen die een trieste uitdrukking hadden.
'Is er iets, Edgar?' vroeg ik snel.
'Monsieur Dumas heeft zich voor de rest van de avond teruggetrokken,' antwoordde hij, alsof dat alles verklaarde.
'En mijn... moeder?'
'Zij is ook naar bed gegaan, mademoiselle,' zei hij. 'Kan ik u iets brengen?'
'Nee, dank je, Edgar,' zei ik. Hij knikte, draaide zich om en liep weg. Er heerste een griezelige stilte in huis. De meeste kamers waren donker. De kroonluchters in de hal waren dof en doods; de gezichten van de portretten glansden somber en dreigend. Een andere soort paniek kwam bij me op, die me een hol en verlaten gevoel gaf van binnen. Een koude rilling liep over mijn rug en ik holde de trap op naar mijn kamer. Maar toen ik boven kwam hoorde ik het weer... het gesnik.
Arme papa, dacht ik. Hij moet wel immens verdrietig zijn om na al die jaren nog zo vaak als een kind in de kamer van zijn broer te gaan zitten huilen. Vol medelijden liep ik naar de deur en klopte zachtjes aan. Ik wilde met hem praten, niet alleen om hem te troosten, maar ook om me door hem te laten troosten.
'Papa?'
Net als de vorige keer hield het snikken op. Ik klopte weer.
'Ik ben het, papa, Ruby. Ik ben terug van de pyjama-party. Ik moet met je praten. Alsjeblieft.' Ik luisterde, met mijn oor tegen de deur. 'Papa?' Toen ik niets hoorde, draaide ik aan de deurknop. De deur was niet op slot. Langzaam deed ik hem open en keek in een lange, donkere kamer met dichte gordijnen. Twaalf brandende kaarsen wierpen flakkerende en vervormde schaduwen op het bed, de meubels en de muren. Ze voerden een spookachtige dans uit; ze leken een beetje op de geesten die grootmama Catherine verjoeg met haar rituelen en gebeden. Ik aarzelde, met bonzend hart.
'Papa, ben je binnen?'
Ik dacht dat ik rechts van me een geschuifel hoorde en liep verder de kamer in. Ik zag niemand, maar werd aangetrokken door de kaarsen, omdat ze allemaal in kandelaars op de ladenkast stonden rond tientallen foto's in zilveren en gouden lijsten. Alle foto's waren van een knappe jongeman, ik veronderstelde mijn oom Jean. De foto's gingen van de kindertijd tot de volwassenheid. Mijn vader stond op een paar foto's naast hem, maar de meeste foto's waren portretten, waarvan sommige in kleur.
Hij is een heel knappe man, dacht ik. Hij heeft hetzelfde soort blond-met- bruine haar als Paul. Op elke kleurenfoto had hij zachte blauwgroene ogen, een rechte neus, niet te lang en niet te kort, en een krachtige, mooi gevormde mond met een warme glimlach, die een rij melkwitte tanden liet zien. Op de paar foto's waarop hij ten voeten uit stond afgebeeld, kon ik zien dat hij een slank figuur had, mannelijk en sierlijk als een stierenvechter, met een smal middel en brede schouders. Kortom, mijn vader had niet overdreven toen hij hem had beschreven. Oom Jean was het ideaal van elk meisje.
Ik keek om me heen in de kamer. Zelfs in het schemerige licht kon ik zien dat niets verstoord of veranderd was sinds het ongeluk van jaren geleden. Het bed was nog opgemaakt en stond te wachten tot iemand erin zou komen slapen. Het zag er stoffig en ongebruikt uit, maar alles op de ladenkasten en nachtkastjes, het bureau en de klerenkast was nog aanwezig.
Naast het bed stond zelfs nog een paar pantoffels, gereed voor de blote voeten 's ochtends.
'Papa?' fluisterde ik tegen de donkerste hoeken van het vertrek. 'Ben je
daar?'
'Wat doe jij hier?' hoorde ik Daphne vragen. Ik draaide me met een ruk om en zag dat ze in de deuropening stond, met haar handen op haar heupen.
'Ik... ik dacht dat mijn vader hier was,' zei ik.
'Verdwijn onmiddellijk,' beval ze, en liep bij de deur vandaan. Zodra ik buiten kwam, deed ze de deur achter me dicht. 'Wat doe jij thuis? Ik dacht dat jij en Gisselle vanavond naar een pyjama-party gingen?'
Ze keek me fronsend aan en draaide toen haar hoofd om naar Gisselles deur. Ze had een heel mooi profiel, klassiek; haar gelaatstrekken waren perfect als ze woedend was. Ik denk dat ik in mijn hart toch een echte schilderes was. Te midden van dit alles was het enige waaraan ik kon denken hoe het zou zijn om dat Griekse gezicht te schilderen.
'Is zij ook thuis?' vroeg Daphne.
'Nee,' zei ik. Ze keerde zich met een ruk naar me toe.
'Waarom ben jij dan thuis?' snauwde ze.
'Ik... ik voelde me niet goed, dus ben ik naar huis gegaan,' zei ik snel. Daphne keek me doordringend aan. Ik had het gevoel of ze mijn ogen, misschien zelfs mijn ziel onderzocht. Ik wendde schuldig mijn blik af.
'Weet je zeker dat dat de waarheid is? Weet je zeker dat je de meisjes niet in de steek hebt gelaten om wat anders te gaan doen, misschien met een van de jongens?' vroeg ze achterdochtig. Ik voelde me misselijk worden en gaf met moeite antwoord.
'Nee, ik ben rechtstreeks naar huis gegaan. Ik wilde alleen maar naar bed,' zei ik.
Ze bleef me aanstaren, haar ogen strak op me gericht. Het was of ze me als een vlinder vastprikte op een houten plaat. Ze sloeg haar armen over elkaar. Ze droeg haar zijden peignoir en slippers, en haar haar hing los, maar ze was nog opgemaakt, haar lippenstift en rouge waren nog vers. Ik beet in paniek op mijn lip. Waarschijnlijk zag ik er heel ziek uit op dat moment.
'Wat mankeert je?' vroeg ze.
'Mijn maag,' zei ik snel. Ze meesmuilde, maar leek meer geneigd me te geloven.
'Ze drinken toch geen alcohol daar, hè?' vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. 'Je zou het me niet vertellen als ze het deden, hè?'
'Ik...'
'Je hoeft me geen antwoord te geven. Ik weet hoe het gaat als een groep tienermeisjes bij elkaar komt. Wat me verbaast is dat jij je door een buikpijntje van de pret laat afhouden,' zei ze.
'Ik wilde het plezier van de anderen niet bederven,' zei ik. Ze hield haar hoofd achterover en knikte even.
'Oké, ga maar naar bed. Als je nog zieker wordt...'
'Het komt wel goed,' zei ik snel.
'Uitstekend.' Ze draaide zich om.
'Waarom branden al die kaarsen daarbinnen?' waagde ik het te vragen. Langzaam draaide ze zich weer naar me om.
'Eigenlijk,' zei ze, plotseling redelijker en vriendelijker, 'ben ik blij dat je dat allemaal gezien hebt, Ruby. Nu heb je enig idee van wat ik van tijd tot tijd moet verdragen. Je vader heeft die kamer veranderd in een... in een... schrijn. Wat gebeurd is, is gebeurd,' voegde ze er op koele toon aan toe. 'Brandende kaarsen, gemompelde verontschuldigingen en gebeden kunnen daar niets aan veranderen. Maar hij is niet voor rede vatbaar. Het is nogal pijnlijk, dus praat er met niemand over, vooral niet in bijzijn van de bedienden. Ik wil niet dat Nina voodo-poeder gaat rondstrooien en in huis loopt te psalmodiëren.'
is hij nu binnen?'
Ze keek naar de deur.
'Ja,' zei ze.
'Ik wil met hem praten.'
'Hij is niet in een stemming om te praten. Hij is zichzelf niet. Je zult niet met hem willen praten of hem zelfs maar willen zien als hij zo is. Het zou hem later meer van streek maken dan het jou nu zou doen. Ga nu maar slapen. Morgenochtend kun je met hem praten.' Ze kneep haar ogen dicht, alsof er een nieuwe gedachte bij haar opkwam. 'Waarom is het zo belangrijk dat je nu met hem praat? Wat wil je hem vertellen dat je niet aan mij kunt vertellen? Heb je weer iets verschrikkelijks gedaan?'
'Nee,' antwoordde ik snel.
'Wat wilde je dan tegen hem zeggen?' ging ze verder.
'Ik wilde hem... alleen maar troosten.'
'Daar heeft hij zijn priesters en dokters voor,' zei ze. Het verbaasde me dat ze niet zei dat hij ook haar daarvoor had. 'Bovendien, als je zo'n last hebt van je maag datje naar huis moest, hoe kun je dan met iemand praten?' ging ze als een openbare aanklager verder.
'Ik voel me al wat beter,' zei ik. Ze keek weer sceptisch. 'Maar je hebt gelijk. Ik kan maar beter gaan slapen.' Ze knikte en ik ging naar mijn kamer. Ze keek me na tot ik binnen was.
Ik wilde haar de waarheid vertellen. Ik wilde haar niet alleen vertellen wat er vanavond gebeurd was, maar de waarheid over die avond met de rum en alle gemene dingen die Gisselle op school had gezegd en gedaan, maar ik dacht dat als we zo'n duidelijke vijandige grens tussen ons trokken, Gisselle en ik nooit de zusters zouden worden die we hoorden te zijn. Ze zou me te veel haten. Ondanks alles wat er tussen ons gebeurd was, klampte ik me vast aan de hoop dat we de kloof zouden overbruggen die door al die jaren en onze verschillende levenswijze was ontstaan. Ik wist dat ik op dit moment daar meer naar verlangde dan Gisselle, maar ik dacht dat zij het uiteindelijk ook graag zou willen. In deze harde, wrede wereld was een zuster of een broer, iemand die om je gaf en van je hield, niet iets om achteloos te vergooien. Ik wist zeker dat Gisselle dat op een dag zou begrijpen.
Ik ging naar bed en lag te luisteren naar vaders voetstappen. Even na middernacht hoorde ik ze: langzame, moeizame stappen voor mijn deur. Ik hoorde hem even stilstaan en toen naar zijn eigen kamer gaan, uitgeput, dacht ik, van al het verdriet waaraan hij zich had overgegeven in de kamer die hij in een monument voor zijn broer had veranderd. Waarom zat zijn verdriet zo diep en duurde het zo lang? vroeg ik me af. Gaf hij zichzelf de schuld?
De vragen lagen in de donkere kamer gereed om op de antwoorden af te springen, als oude moerashaviken die loerden op hun prooi.
Ik sloot mijn ogen en liet me vallen in de duisternis, de duisternis die enige verlichting beloofde.
De volgende ochtend maakte mijn vader me wakker. Hij klopte op de deur van mijn slaapkamer en keek naar binnen met zo'n opgewekte glimlach, dat ik me afvroeg of ik me de gebeurtenissen van de vorige avond had verbeeld. Hoe kon zo'n intens verdriet zo plotseling omslaan in een vrolijke stemming?
'Goeiemorgen,' zei hij, toen ik overeind kwam en de slaap uit mijn ogen wreef.
'Hallo.'
'Daphne vertelde me dat je gisteravond thuis bent gekomen omdat je je niet goed voelde. Hoe gaat het vanmorgen?'
'Veel beter,' zei ik.
'Goed. Ik zal Nina vragen iets lichts voor je klaar te maken voor het ontbijt. Doe het rustig aan vandaag. Het gaat goed met je schilderkunst, je docenten van school... je verdient een dag vrij, een dag om alleen maar plezierige dingen te doen. Neem maar een voorbeeld aan Gisselle,' ging hij lachend verder.
'Papa,' begon ik. Ik wilde hem alles vertellen, hem in vertrouwen nemen, een relatie tussen ons scheppen waarin hij ook mij in vertrouwen zou kunnen nemen.
'Ja, Ruby?' Hij liep mijn slaapkamer in.
'We hebben nooit meer over oom Jean gesproken. Ik bedoel, ik zou graag een keer met je meegaan om hem op te zoeken.' Wat ik eigenlijk bedoelde was dat ik zijn verdriet wilde delen. Hij keek me met een geforceerd glimlachje aan.
'Dat is erg aardig van je, Ruby. Dat zou heel fijn zijn. Natuurlijk,' zei hij glimlachend, 'zal hij denken dat je Gisselle bent. Er zal een hele uitleg voor nodig zijn om hem te laten beseffen dat hij twee verschillende nichtjes heeft.'
'Dus hij kan dingen begrijpen?' vroeg ik.
'Ik denk het. Ik hoop het.' Zijn glimlach verflauwde. 'De dokters zijn minder overtuigd van zijn vooruitgang dan ik, maar ze kennen hem niet zoals ik hem ken.'
'Ik zal je helpen, papa,' zei ik. ik ga erheen en zal hem voorlezen en met hem praten en uren en uren met hem doorbrengen, als je wilt,' flapte ik eruit.
'Dat is een lieve gedachte. Volgende keer zal ik je meenemen,' zei hij.
'Beloof je het?'
'Natuurlijk, ik beloof het. Nu ga ik naar beneden om je ontbijt te bestellen,' zei hij. 'En, o,' hij draaide zich om bij de deur. 'Gisselle heeft me al gebeld om te zeggen dat ze de dag ook met de meisjes doorbrengt. Ze wilde weten hoe het met je ging. Ik zei dat ik je zou vragen later te bellen, en dat ik je, als je je goed genoeg voelde, terug zou brengen.'
ik denk dat ik zal doen wat je voorstelde, papa, en het thuis rustig aan doen.'
'Mooi,' zei hij. 'Tot over een kwartier?'
'Ja, ik sta op,' zei ik. Hij glimlachte en ging weg.
Misschien was het een goed idee wat ik had voorgesteld. Misschien was het de manier om papa uit de melancholie te halen die Daphne had beschreven en waarvan ik gisteravond getuige was geweest. Voor Daphne was het allemaal te pijnlijk. Zij had er geen geduld voor, en Gisselle trok zich er beslist niets van aan. Misschien was dit een van de redenen waarom grootmama Catherine vond dat ik hier hoorde. Als ik kon helpen de last van papa's schouders te nemen, zou ik een echte dochter voor hem kunnen zijn.
Opgemonterd door die gedachten stond ik snel op en kleedde me aan om te gaan ontbijten. Zoals meer regel dan uitzondering bleek te zijn, ontbeten papa en ik samen, terwijl Daphne in bed lag. Ik vroeg papa waarom ze zo zelden bij ons kwam.
'Daphne wil graag langzaam wakker worden. Ze kijkt wat naar de televisie, leest wat en gaat zich dan uitvoerig verzorgen, alsof ze elke dag opnieuw haar intrede doet in het sociale leven,' antwoordde hij glimlachend. 'Dat is de prijs die ik moet betalen omdat ik zo'n mooie en intelligente vrouw heb.'
En toen deed hij iets wat hij nooit deed: hij praatte over mijn moeder, met dromerige ogen en een afwezige blik.
'Gabrielle, ja, Gabrielle was anders. Die werd wakker als een bloem die zich opent voor de zon. De glans in haar ogen en de blos op haar wangen waren alle cosmetica die ze nodig had voor een dag in de bayou. Haar zien wakker worden was als de zon zien opgaan.'
Hij zuchtte, besefte plotseling wat hij deed en zei, en hield de krant voor zijn gezicht.
Ik wilde dat hij me nog veel meer zou vertellen. Ik wilde hem een miljoen vragen stellen over de moeder die ik nooit had gekend. Ik wilde dat hij haar stem beschreef, haar lach, zelfs haar tranen. Want ik kon haar alleen via hem leren kennen. Maar elke zinspeling die hij op haar maakte, elke gedachte aan haar, werden snel gevolgd door schuldbesef en angst. De herinnering aan mijn moeder was weggesloten met zoveel andere dingen in de kasten van het verleden van de Dumas'.
Na het ontbijt deed ik wat mijn vader had voorgesteld - ik ging op een bank zitten in het prieel en las een boek. In de verte, achter de Golf, kon ik de regenwolken zien, maar die bewogen in een andere richting. Hier scheen de zon op ons neer, nu en dan onderbroken door het langzame bewegen van een dunne wolk, voortgestuwd door de zeewind. Twee spotvogels waren nieuwsgierig naar me en landden op de leuning rond het prieel, trippelden dichterbij, vlogen weg en kwamen weer terug. Ik begroette ze zachtjes en ze hieven hun kopjes schuin en fladderden met hun vleugels, maar ze bleven zich veilig voelen. Een grijze eekhoorn hield stil bij de trap van het prieel en snoof de lucht op.
Nu en dan sloot ik mijn ogen en leunde achterover. Ik fantaseerde dat ik in mijn bootje door de kreken voer, terwijl het water zachtjes om me heen kabbelde. Was er maar een manier om het beste van die wereld te verbinden met deze, dacht ik, dan zou mijn leven volmaakt zijn. Misschien had papa dat in gedachten toen hij zijn liefdesaffaire met mijn moeder begon.
'O, zit je hier,' hoorde ik een stem. Ik deed mijn ogen open en zag Beau naderbij komen. 'Edgar zei dat hij dacht dat hij je naar het prieel had zien gaan.'
'Hallo, Beau. Ik was helemaal vergeten dat ik je had gevraagd vandaag langs te komen,' zei ik, terwijl ik overeind kwam. Hij bleef bij de trap staan.
'Ik kom net van Claudine,' zei hij. De uitdrukking op zijn gezicht bewees dat hij al meer wist dan ik verwacht had.
'Je weet wat ze me hebben aangedaan, hè?'
'Ja, Billy heeft het me verteld. De meisjes sliepen nog, maar ik heb Gisselle gesproken,' antwoordde hij.
'Ik neem aan dat iedereen zich gek lacht,' zei ik. Zijn ogen gaven antwoord voor hij iets zei. Ze stonden vol medelijden.
'Het zijn haaien,' snauwde hij. Er lag een ijskoude blik in zijn blauwe ogen. 'Ze zijn jaloers op je, jaloers op het feit dat iedereen je zo aardig vindt op school, jaloers op je prestaties.' Hij kwam dichterbij en ik wendde mijn hoofd af om mijn tranen te verbergen.
'Ik schaam me zo, ik weet niet hoe ik me op school kan vertonen,' zei
ik.
'Je gaat met opgeheven hoofd naar binnen en negeert hun gefluister en gegrijns,' zei hij.
'Ik zou graag willen zeggen dat ik dat kon, Beau, maar -'
'Maar niets. Ik haal je morgenochtend af en we gaan samen naar binnen. Maar daarvóór...'
'Wat?'
ik kwam je vragen of je met me wilt gaan eten vanavond,' zei hij beleefd en formeel. Hij trok zijn schouders naar achteren om het beeld van de jonge creoolse gentleman te vervolmaken.
'Eten?'
'Ja, een officiële uitnodiging voor een diner,' zei hij. Het lag op het puntje van mijn tong om hem te vertellen dat ik nog nooit met iemand in een restaurant had gegeten, officieel of niet, maar ik zweeg. 'Ik ben zo vrij geweest vast te reserveren bij Arnaud,' ging hij trots verder. Uit de manier waarop hij sprak kon ik afleiden dat dit een heel speciale avond zou moeten worden.
'Ik zal het aan mijn ouders moeten vragen,' zei ik.
'Natuurlijk.' Hij keek op zijn horloge. 'Ik moet nog een paar boodschappen doen, maar ik zal je om een uur of twaalf bellen om de juiste tijd af te spreken.'
'Goed,' zei ik ademloos. Een uitnodiging om te gaan eten, een officiële afspraak met Beau... en dat zou ook iedereen weten. Hij was niet alleen maar aardig tegen me op school of bracht me thuis.
'Mooi.' Hij glimlachte. 'Ik bel je.' Hij wilde weggaan.
'Beau.'
'Ja?'
'Je doet dit toch niet alleen om me te troosten na wat ze gedaan hebben, hè?' vroeg ik.
'Wat?' Hij begon te lachen, maar werd toen ernstig. 'Ruby, ik wil alleen maar bij je zijn en ik zou je in ieder geval gevraagd hebben met me te gaan eten, die stomme grap heeft daar niets mee te maken. Je moet jezelf niet altijd zo onderschatten.' Met die woorden liep hij weg en liet me achter in een draaikolk van emoties, die gingen van geluk tot angst dat ik me als een idioot zou aanstellen, zodat het er na alles wat er al gebeurd was nog meer op zou lijken dat ik hier niet thuishoorde.
'Wat?' zei Daphne, scherp opkijkend van haar kop koffie. 'Beau heeft jou te eten gevraagd?'
'Ja. Hij belt om een uur of twaalf om te zien of ik kan.' Ze keek naar mijn vader, die naast haar op het terras koffiedronk. Hij haalde zijn schouders op.
'Waarom is dat zo verbazingwekkend?' vroeg hij.
'Waarom? Beau ging met Gisselle,' antwoordde ze.
'Daphne, schat, ze waren niet verloofd. Het zijn nog maar tieners. Bovendien,' ging hij verder, met een stralende glimlach naar mij, 'hoopte je dat de tijd zou komen dat Ruby als een van ons werd geaccepteerd. Blijkbaar hebben de manier waarop je haar gekleed hebt, de adviezen en lessen die je haar hebt gegeven hoe ze zich moet gedragen en met mensen omgaan, en jouw goede voorbeeld opmerkelijke resultaten gehad. Je hoort trots te zijn, niet verbaasd,' ging hij verder.
Daphne kneep haar ogen samen terwijl ze daarover nadacht.
'Waar gaat hij met je eten?' vroeg ze.
'Bij Arnaud,' zei ik.
'Arnaud!' Ze zette met een klik haar kopje neer. 'Dat is niet zomaar een restaurant. Je moet de juiste kleren dragen. Veel van onze vrienden gaan naar dat restaurant en we zijn bevriend met de eigenaars.'
'Nou en?' zei mijn vader. 'Jij kunt haar adviseren hoe ze zich moet kleden.'
Daphne veegde haar mond met haar servet af en keek peinzend voor zich uit.
'Het wordt tijd dat je naar een schoonheidsspecialiste gaat en iets aan je haar en je nagels laat doen,' verklaarde ze.
'Wat mankeert er aan mijn haar?'
'Je pony moet bijgeknipt en het moet een goede crèmespoeling hebben. Ik zal een afspraak maken voor vanmiddag. Voor mij maken ze altijd op het laatste moment tijd,' zei ze zelfverzekerd.
'Dat is heel mooi,' zei mijn vader.
'Dus je bent helemaal over je maagproblemen heen?' vroeg Daphne me nadrukkelijk.
'Ja.'
'Ze ziet er uitstekend uit,' zei mijn vader. 'Ik ben erg trots op de manier waarop je je aanpast, Ruby, heel trots.'
Daphne keek hem nijdig aan.
'Jij en ik zijn in maanden niet bij Arnaud geweest,' merkte ze op.
'Ik zal het onthouden. We zullen er binnenkort weer eens heengaan. Maar niet dezelfde avond als Ruby. Dan voelt ze zich misschien onrustig.' Ze bleef woedend kijken.
'Ik ben blij dat je je zorgen maakt over haar rust, Pierre. Misschien kun je nu eens over de mijne gaan nadenken,' zei ze.
Hij kreeg een kleur.
'Ga naar boven, Ruby,' beval ze. 'Ik kom zo om je kleren uit te zoeken.'
'Dank je,' zei ik. Ik keek even naar vader die een gezicht trok als een kleine jongen die net een standje heeft gehad, en liep toen haastig naar mijn kamer. Hoe kwam het toch dat er altijd als er iets leuks met me gebeurde iets onaangenaams op volgde? vroeg ik me af.
Kort daarna kwam Daphne mijn kamer binnen.
'Om twee uur moet je bij de kapper zijn,' zei ze, terwijl ze naar mijn kast liep. 'Ik ben blij dat ik eraan gedacht heb deze jurk voor je te kopen,' ging ze verder, terwijl ze een jurk uit de kast haalde, 'met de bijpassende schoenen.' Ze draaide zich om en nam me aandachtig op. 'Je zult een paar oorbellen nodig hebben. Ik zal je een paar van mij lenen en ook een ketting, zodat je behoorlijk gekleed bent.'
'Dank je,' zei ik.
'Pas er goed op,' waarschuwde ze. Ze legde de jurk opzij en keek me achterdochtig aan. 'Waarom gaat Beau met je eten?'
'Waarom? Dat weet ik niet. Hij zei dat hij met me uit wilde. Ik heb het hem niet gevraagd, als je dat soms bedoelt,' antwoordde ik.
'Nee, dat bedoel ik niet. Hij en Gisselle gaan nu al een tijd met elkaar. Jij verschijnt op het toneel en plotseling laat hij haar in de steek. Wat is er gaande tussen jou en Beau?' vroeg ze.
'Wat er gaande is? Ik begrijp niet wat je bedoelt, moeder.'
'Jongemannen, vooral jongemannen van Beaus leeftijd, zijn nogal seksueel aangelegd,' legde ze uit. 'Hun hormonen doen zich gelden en daarom zijn ze op zoek naar meisjes die meer promiscue zijn, bereidwilliger.'
'Zo ben ik niet,' zei ik woedend.
'Of het waar is of niet,' ging ze verder, 'Cajun-meisjes hebben nu eenmaal die reputatie.'
'Dat is niet waar. De waarheid is,' viel ik kwaad uit, 'dat de zogenaamde creoolse meisjes uit goede kringen heel wat meer promiscue zijn.'
'Dat is belachelijk. Ik wil dergelijke opmerkingen niet van je horen,' antwoordde ze streng. Ik sloeg mijn ogen neer. 'Ik waarschuw je,' vervolgde ze, 'als je iets hebt gedaan of doet om mij, de Dumas', in verlegenheid te brengen...'
Ik sloeg mijn armen om me heen en wendde me af, zodat ze de tranen in mijn ogen niet zou zien.
'Zorg dat je om halftwee klaar bent om naar de kapper te gaan,' zei ze ten slotte, en liet me gefrustreerd en kwaad achter. Waarom moest het altijd zo gaan? Telkens als ik iets had gepresteerd of als er iets leuks met me gebeurde, dacht ze dat het een onfatsoenlijke reden had.
Pas toen Beau me om twaalf uur belde, voelde ik me weer wat beter en kon ik me weer op de avond verheugen. Hij herhaalde hoe graag hij met me uitging en dat hij blij was dat ik mee kon.
'Ik kom je om zeven uur halen,' zei hij. 'Wat voor kleur heeft je jurk?'
'Rood. Net als de rode jurk die Gisselle naar het Mardi Gras-bal droeg.'
'Mooi. Tot zeven uur dan.'
Het drong niet tot me door waarom hij de kleur van mijn jurk wilde weten tot hij om zeven uur voor de deur stond met een corsage van kleine witte roosjes. Hij zag er elegant en knap uit in zijn smoking. Daphne maakte haar opwachting toen Edgar me vertelde dat Beau er was.
'Goedenavond, Daphne,' zei hij.
'Beau. Die smoking staatje goed,' zei ze.
'Dank je.' Hij keek naar mij en gaf me de corsage.
'Je ziet er fantastisch uit,' zei hij. Ik zag hoe nerveus hij was onder Daphnes doordringende blik. Zijn vingers beefden toen hij de doos openmaakte en de corsage er uithaalde. 'Misschien wil jij hem opspelden, Daphne. Ik ben bang dat ik haar prik.'
'Je hebt anders nooit enige moeite om het bij Gisselle te doen,' merkte Daphne op, maar ze kwam naar voren en speldde de corsage op.
'Dank je,' zei ik. Ze knikte. 'Doe de gerant mijn groeten,' zei ze tegen Beau.
'Ik zal het doen.'
'Dank je.' We reden weg.
'Gisselle is nog niet terug van Claudine,' zei ik tegen hem.
'Ze geven een feest,' zei hij.
'O. Hebben ze je gebeld om je uit te nodigen?'
'Ja.' Hij glimlachte. 'Maar ik heb gezegd dat ik wat belangrijkere te doen had.' Ik lachte. Eindelijk leek het of de donkere wolk voorbijtrok. Het deed me goed om me te ontspannen en eens van iets te genieten voor de verandering.
Maar toen ik het restaurant binnenkwam voelde ik me weer zenuwachtig. De zaal zat vol met goedgeklede en gedistingeerde mannen en vrouwen, die allemaal opkeken van hun bord of hun gesprek onderbraken om naar ons te kijken toen we binnenkwamen en naar ons tafeltje werden gebracht. Ik ging de litanie na die Daphne tijdens de rit naar de kapper had opgedreund - dat ik rechtop moest zitten, hoe ik mijn bestek moest vasthouden, welke vork waarvoor diende, dat ik het servet op mijn schoot moest leggen, langzaam met dichte mond moest eten, Beau moest laten bestellen...
'En als je iets laat vallen, een mes of een lepel, raap die dan niet op. Daar zijn de kelners en de hulpkelners voor,' zei ze. Ze bedacht steeds weer nieuwe dingen. 'Slurp je soep niets als de gumbo in de bayou.'
Ze maakte me zo verlegen dat ik er zeker van was dat ik iets verkeerd zou doen en Beau en mezelf in een pijnlijke situatie zou brengen. Ik beefde toen we door het restaurant liepen, beefde toen we gingen zitten en beefde toen het tijd werd het bestek te kiezen en te eten.
Beau deed zijn uiterste best om me op mijn gemak te stellen. Hij maakte me voortdurend complimentjes en vertelde grapjes over leerlingen die we allebei kenden. Telkens als er iets werd opgediend, legde hij uit wat het was en hoe het was klaargemaakt.
'De enige reden waarom ik dat alles weet,' zei hij, 'is dat mijn moeder het zo leuk vindt om voor kok te leren. De hele familie wordt er gek van.'
Ik lachte en at, en dacht aan Daphnes laatste waarschuwing: 'Eet niet alles op, maak niet je bord leeg. Het is vrouwelijker om snel genoeg te hebben. Je mag niet op een boerenmeid lijken die zich vol zit te proppen.'
Het was een heerlijk diner en het werd heel elegant opgediend, maar ik was veel te zenuwachtig om er echt van te genieten en voelde me bijna opgelucht toen de rekening kwam en we opstonden om weg te gaan. Ik had het diner doorstaan zonder iets te doen waar Daphne kritiek op kon hebben, dacht ik. Wat er ook gebeurde, ik zou succes boeken in haar ogen, en om de een of andere reden, al was ze nog zo vaak onaardig tegen me, bleven haar bewondering en goedkeuring belangrijk. Het was of ik het respect van een voretin wilde verdienen.
'Het is nog vroeg,' zei Beau, toen we het restaurant verlieten. 'Zullen we een eindje omrijden?'
'Oké.'
Ik had geen idee waar we naar toe gingen, maar voor ik het wist hadden we het drukke deel van de stad achter ons gelaten. Beau praatte over plaatsen waar hij geweest was en plaatsen die hij graag wilde zien. Toen ik hem vroeg wat hij met zijn leven wilde doen, zei hij dat hij er ernstig over dacht om arts te worden.
'Dat lijkt me geweldig, Beau.'
'Natuurlijk,' ging hij glimlachend verder, 'zijn het nog maar vage plannen. Als ik er achter kom wat er allemaal aan vastzit, zal ik wel weer terugkrabbelen. Dat doe ik meestal.'
'Zo moet je niet over jezelf praten, Beau. Als je echt iets wilt, dan doe je het.'
'Uitjouw mond klinkt het zo gemakkelijk, Ruby. Je hebt een manier om de moeilijkste en meest problematische dingen een wissewasje te laten lijken. Kijk maar eens hoe je je rol in het toneelstuk al uitje hoofd kent en een paar andere leerlingen zelfvertrouwen hebt gegeven... mij ook, mag ik er wel bij zeggen...' Hij schudde zijn hoofd. 'Gisselle heeft altijd kritiek, ze kleineert alles wat ik prettig vind. Ze is soms zo... zo negatief.'
'Misschien is ze minder gelukkig dan ze wil doen voorkomen,' zei ik.
'Ja, misschien is het dat. Maar jij hebt alle reden om ongelukkig te zijn en toch geef je andere mensen nooit het gevoel dat je dat bent.'
'Dat heeft grootmama Catherine me geleerd,' zei ik glimlachend. 'Zij heeft me geleerd om hoopvol te blijven, in morgen te geloven.'
Hij keek verward.
'Als ik jou hoor was ze zo goed, en toch hoorde ze bij de Cajun-familie die je als baby heeft gestolen, niet?' vroeg hij.
'Ja, maar... dat hoorde ze pas jaren later,' zei ik haastig, 'en toen was het al te laat.'
'O.'
'Waar zijn we?' vroeg ik. Ik keek uit het raam en zag dat we ons nu op een hoofdweg bevonden met aan weerszijden moerasland.
'Gewoon een plaats waar we soms naar toe gaan. Je hebt straks een mooi uitzicht.' Hij reed een zijweg op die ons naar een open veld bracht en keek achterom naar de lichten van New Orleans. 'Mooi, hè?'
'Ja.' Ik vroeg me af of ik ooit zou wennen aan de hoge gebouwen en de zee van lichten. Ik voelde me nog steeds een vreemde.
Hij zette de motor af, maar liet de radio aanstaan, die een romantisch liedje speelde. Hoewel de lucht bewolkt was, waren de fonkelende sterren tussen de wolken door te zien. Beau pakte mijn hand.
'Wat voor afspraakjes had je in de bayou?' vroeg hij.
'Ik heb nooit gehad watje een echte afspraak zou kunnen noemen. Ik ging naar het dorp om ijs te eten. Eén keer ben ik met een jongen naar een fais dodo geweest. Een dansavond,' legde ik uit.
'O. O, ja.'
Ik kon zijn gezicht niet zien in het donker en het deed me denken aan die keer in de kleedkamer bij het zwembad. Net als toen begon mijn hart sneller te kloppen. Ik zag zijn hoofd en schouders dichterbij komen tot ik zijn lippen op de mijne voelde. Het was een korte zoen, maar hij liet een diep gekreun erop volgen. Zijn handen klemden zich om mijn schouders en hij drukte zich stevig tegen me aan.
'Ruby,' fluisterde hij. 'Je lijkt op Gisselle, maar je bent zoveel zachter, zoveel lieflijker, dat ik heel gemakkelijk het verschil tussen jullie zie, op het eerste gezicht al.' Hij kuste me weer en toen kuste hij het puntje van mijn neus. Ik had mijn ogen gesloten en voelde zijn lippen zachtjes over mijn wangen glijden. Hij zoende mijn ogen en voorhoofd, en trok me toen nog dichter tegen zich aan om mijn lippen te verzegelen met een lange, dwingende kus, die me het gevoel gaf of onzichtbare vingers mijn borsten en onderbuik streelden, zodat mijn hele lichaam tot aan mijn tenen begon te tintelen.
'O, Ruby, Ruby,' fluisterde hij. Zijn lippen zoenden mijn hals, en voor ik wist wat er gebeurde lagen ze op de bovenkant van mijn borsten en bewogen zich in de richting van de spleet ertussen. Mijn weerstand verzwakte. Ik kreunde en boog achterover toen hij over me heen leunde. Zijn handen vonden hun weg naar mijn boezem, zijn vingers trokken handig de ritssluiting open, tot mijn jurk wijd genoeg was om hem omlaag te kunnen trekken.
'O, Beau, ik...'
'Je bent zo mooi, mooier dan Gisselle. Jouw huid is zo zacht als zijde, die van haar is daarbij vergeleken schuurpapier.'
Zijn vingers vonden de sluiting van mijn beha en voor ik wist wat er gebeurde had hij hem losgemaakt. Hij liefkoosde mijn borst met zijn mond, duwde mijn beha opzij om nog meer bloot te leggen tot hij mijn tepel vond, die stijf en afwachtend rechtop stond, ondanks het innerlijke stemmetje dat probeerde te voorkomen dat mijn lichaam zich zo gewillig overgaf. Het was of er twee persoonlijkheden in me waren: de nuchtere, kalme en logische Ruby, en de wilde, naar liefde en genegenheid hunkerende Ruby.
'Er ligt een deken achter in de auto,' fluisterde hij. 'Die kunnen we uitspreiden en dan kunnen we onder de sterren liggen en...'
En dan wat? dacht ik eindelijk. Elkaar betasten en liefkozen tot er geen weg terug meer was? Plotseling verscheen Daphnes strenge gezicht voor me en haar woorden galmden in mijn oren: '...Ze zoeken meisjes die meer promiscue zijn, bereidwilliger... Of het waar is of niet, de Cajun-meisjes hebben die reputatie.'
'Nee, Beau. We lopen te hard van stapel. We gaan te ver. Ik kan niet...' riep ik uit.
'We gaan gewoon wat gemakkelijker liggen,' stelde hij voor, met zijn lippen vlak bij mijn oor.
'Het zou verder gaan, dat weet je heel goed, Beau Andreas.'
'Kom nou, Ruby. Je hebt dit toch zeker wel eerder gedaan?' zei hij met een scherpe klank in zijn stem die me door het hart sneed.
'Nooit, Beau. Niet zoals jij denkt,' antwoordde ik verontwaardigd. De toon waarop ik het zei maakte dat hij zich schaamde voor zijn beschuldiging, maar hij liet zich niet gemakkelijk van zijn voornemen afbrengen.
'Laat mij dan de eerste zijn, Ruby. Ik wil de eerste zijn, alsjeblieft,' smeekte hij.
'Beau...'
Hij bleef mijn borsten met zijn lippen liefkozen, spoorde me aan met zijn vingers, zijn aanraking, zijn tong en zijn hete adem, maar ik verhardde in mijn verzet, een verzet dat werd versterkt door de herinnering aan Daphnes beschuldigingen en verwachtingen. Ik wilde niet het Cajun-meisje zijn voor wie ze me aanzagen. Die voldoening zou ik hun niet geven.
'Wat is er, Ruby? Vind je me niet aardig?' kreunde Beau toen ik me terugtrok en mijn jurk voor mijn boezem hield.
'Ja, Beau. Ik hou veel van je, maar ik wil dit niet. Ik wil niet doen wat iedereen van me verwacht... zelfs jij,' voegde ik eraan toe.
Beau ging abrupt rechtop zitten. Zijn frustratie sloeg om in kwaadheid.
'Je hebt me in de waan gebracht dat je me echt aardig vond.'
'Dat vind ^k ook, Beau, maar kunnen we niet stoppen als ik je dat vraag? Waarom kunnen we niet gewoon -'
'Elkaar kwellen?' vroeg hij sarcastisch. 'Deed je dat met je vriendjes in de bayou?'
'Ik had geen vriendjes. Niet zoals jij denkt,' zei ik. Hij zweeg even. Toen haalde hij diep adem.
'Sorry. Ik wilde niet suggereren dat je tientallen vriendjes had.'
Ik legde mijn hand op zijn schouder. 'Kunnen we elkaar niet wat beter leren kennen, Beau?'
'Ja, natuurlijk. Dat wil ik juist. Maar er is geen betere manier dan met elkaar vrijen.' Zijn stem klonk zo overtuigend. Een deel van me wilde zich zo graag laten overhalen, maar ik hield dat deel zorgvuldig achter slot en grendel. 'Je wilt me nu toch niet vertellen dat je alleen maar goede vrienden wilt zijn, hè?' ging hij sarcastisch verder, toen ik me bleef verzetten.
'Nee, Beau, ik voel me tot je aangetrokken. Ik zou liegen als ik iets anders zei,' bekende ik.
'Dus?'
'Dus laten we niet halsoverkop iets doen waar ik later spijt van zou krijgen,' ging ik verder. Die woorden schenen hem te ontnuchteren. Hij verstarde even en leunde toen achterover. Ik begon mijn beha vast te maken.
Plotseling begon hij te lachen.
'Wat is er?' vroeg ik.
'De eerste keer dat ik met Gisselle hierheen ging sprong zij op mij af en niet vice versa,' zei hij, terwijl hij de motor startte. 'Ik denk dat jullie inderdaad erg verschillend zijn.'
'Dat denk ik ook.'
'Zoals mijn grootvader zou zeggen, vive la différence,' antwoordde hij, en lachte weer, maar ik wist niet zeker of hij de voorkeur gaf aan Gisselle of aan mij.
'Goed, Ruby,' zei hij, terwijl hij omkeerde en terugreed, ik zal je raad opvolgen en geloven wat jij hebt voorspeld.'
'En dat is?'
'Als ik werkelijk iets wil,' zei hij, 'dan zal ik het doen. Uiteindelijk.' In het licht van de tegemoetkomende auto's zag ik hem glimlachen.
Hij was zo knap; ik vond hem echt aardig; ik wilde hem ook, maar ik was blij dat ik me had verzet en trouw was gebleven aan mijzelf en niet aan het beeld dat anderen van me hadden.
Toen we bij het huis kwamen bracht hij me naar de deur, draaide me naar hem toe en gaf me een nachtzoen.
'Morgenmiddag kom ik langs om onze rol te repeteren, oké?' zei hij.
'Graag. Ik heb een heerlijke tijd gehad, Beau. Dank je.'
Hij lachte.
'Waarom lach je toch om alles wat ik zeg?' vroeg ik.
'Ik kan het niet helpen. Ik moet steeds weer denken aan Gisselle. Zij zou verwachten dat ik haar bedankte als ik een klein vermogen uitgeef aan een diner. Ik lach niet om jou. Ik ben alleen... zo verbaasd door alles watje doet en zegt.'
'Vind je het prettig, Beau?' Ik keek in zijn blauwe ogen en voelde me warm worden, in de hoop op een gunstig antwoord.
'Ik geloof het wel. Ik geloof het echt, ja,' zei hij, alsof het nu pas tot hem doordrong, en toen kuste hij me weer voor hij wegging. Ik keek hem even na, en ik voelde me gelukkig toen ik aanbelde. Edgar deed zo snel open dat ik dacht dat hij aan de andere kant van de deur had staan wachten.
'Goedenavond, mademoiselle,' zei hij.
'Goedenavond, Edgar,' zei ik vrolijk, en wilde naar de trap lopen.
'Mademoiselle.'
Ik draaide me om, nog steeds glimlachend bij de herinnering aan Beau.
'Ja, Edgar?'
'Ik moest u zeggen dat u meteen naar de studeerkamer moet komen, mademoiselle,' zei hij.
'Pardon?'
'Uw vader en moeder en Gisselle zitten op u te wachten,' legde hij uit.
'Is Gisselle al thuis?' Verbaasd en met een angstig voorgevoel ging ik naar de studeerkamer. Gisselle zat op een van de leren banken en Daphne zat in een leren stoel. Mijn vader staarde uit het raam, met zijn rug naar me toe. Hij draaide zich om toen Daphne zei: 'Kom binnen en ga zitten.'
Gisselle staarde me vol haat aan. Dacht ze dat ik haar had verraden? Hadden mijn vader en Daphne op de een of andere manier gehoord wat er op de pyjama-party was gebeurd?
'Heb je een leuke avond gehad?' vroeg Daphne. 'Heb je je in het restaurant behoorlijk gedragen en gedaan wat ik gezegd heb?' 'Ja.'
Mijn vader keek opgelucht, maar nog steeds afstandelijk, bezorgd. Ik keek van hem naar Gisselle, die snel haar ogen afwendde, en toen weer naar Daphne, die met gevouwen handen bleef zitten.
'Blijkbaar heb je ons sinds je aankomst niet alles verteld over je vunzige verleden,' zei ze. Ik staarde weer naar Gisselle. Ze zat met over elkaar geslagen armen en een zelfingenomen gezicht tegen de rugleuning van de bank.
'Ik begrijp het niet. Wat heb ik niet verteld?'
Daphne lachte sarcastisch.
'Je hebt ons niet verteld over die vrouw die je kent in Storyville,' zei ze. Even bleef mijn hart stilstaan en begon toen weer te kloppen in een combinatie van angst en woede en opperste frustratie. Met een ruk keerde ik me om naar Gisselle.
'Wat heb je voor leugens verteld?' vroeg ik. Ze haalde haar schouders
op.
'Ik heb alleen maar verteld datje ons naar Storyville hebt gebracht om je vriendin te ontmoeten,' legde ze uit, met een volmaakt onschuldige blik op papa.
'Ik? Jullie meegenomen? Maar -'
'Hoe ken je die... die prostituée?' vroeg Daphne.
'Ik ken haar niet,' riep ik uit. 'Niet zoals zij heeft verteld.'
'Je kende haar naam, hè? Ja toch?'
'Ja.'
'En ze wist dat je op zoek was naar Pierre en mij?' ondervroeg Daphne me.
'Dat is zo, maar -'
'Hoe ken je haar?' vroeg ze streng. Het bloed steeg naar mijn wangen.
'Ik heb haar ontmoet in de bus toen ik naar New Orleans kwam en ik wist niet dat ze een prostituée was,' schreeuwde ik. 'Ze vertelde me dat ze Annie Gray heette, en toen we aankwamen in New Orleans heeft ze me geholpen dit adres te vinden.'
'Ze kent dit adres dus,' zei Daphne, met een knikje naar papa. Hij sloot zijn ogen en beet op zijn onderlip.
'Ze vertelde me dat ze naar New Orleans ging om zangeres te worden,' legde ik uit. 'Ze zoekt nog een baan. Haar tante had het haar beloofd en -'
'Wil je dat we geloven dat je dacht ze een gewone nachtclubzangeres was?'
'Het is zo!' zei ik tegen papa. 'Het is zo!'
'Goed,' zei hij, 'misschien wel.'
'Wat maakt het voor verschil?' merkte Daphne op. inmiddels weten de familie Andreas en Montaigne ongetwijfeld al dat je... onze dochter zo iemand heeft leren kennen.'
'We zullen het uitleggen,' hield mijn vader vol.
'Jij zult het uitleggen,' antwoordde Daphne. Toen richtte ze zich weer tot
mij. 'Heeft ze beloofd hier contact met je te zoeken en je een adres te geven waar ze in de toekomst zou wonen of optreden?'
Ik keek weer naar Gisselle. Ze had geen detail achterwege gelaten. Ze grinnikte boosaardig.
'Ja, maar -'
'Je hebt niet het lef zelfs maar te knikken naar die vrouw als je haar ergens tegenkomt, en zeker geen brieven of telefoontjes van haar te accepteren, begrepen?'
'Ja, madame.' Ik sloeg mijn ogen neer. De tranen die over mijn wangen rolden waren zo koud dat ik huiverde.
'Je had ons dit moeten vertellen, zodat we voorbereid konden zijn als dit ter sprake kwam. Heb je nog meer van die groezelige geheimen?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Heel goed.' Ze keek naar Gisselle. 'Jullie gaan allebei naar bed,' beval
ze.
Ik stond langzaam op en liep zonder op Gisselle te wachten naar de trap. Met zware tred en gebogen hoofd ging ik naar boven; mijn hart woog zo zwaar in mijn borst dat ik het gevoel had dat ik een stuk lood torste.
Gisselle kwam huppelend en met een voldaan lachje de trap op.
'Ik hoop dat jij en Beau veel plezier hebben gehad,' zei ze spottend toen ze langs me liep.
Ik vroeg me af welk deel van mijn moeder en welk deel van mijn vader zich hadden verenigd om zo'n vals en gemeen wezen te verwekken?