15
Outsider
Door een plotselinge hevige regenbui en druk verkeer op de weg kwam ik pas een kwartier eerder thuis dan Ava en Maria. Tijdens de hele rit maakte ik me ongerust, en het werd er niet beter op toen ik thuiskwam. Ik haastte me naar binnen, bang dat ze vlak achter me aan zouden komen. Om me bezig te houden en mijn zenuwen te bedwingen, verkleedde ik me, dekte de tafel en keek wat mevrouw Fennel voor ons had klaargemaakt. Toen ik Ava en Maria lachend hoorde binnenkomen, kwam ik uit de eetkamer tevoorschijn.
'Wat is er voor grappigs?' vroeg ik.
'Jij,' zei Maria. 'Dat je geschorst bent. Little Miss Perfect met de perfecte cijfers en perfecte omgangsvormen. Wacht maar tot papa hoort hoe je geklungeld hebt en onnodig de aandacht op ons hebt gevestigd.'
'Je hoeft je niet zo te verkneukelen over mijn narigheid, Maria.'
'Dat zou jij ook doen als het mij gebeurde,' kaatste ze terug, met net zo'n kwaadaardig gezicht als Ava kon hebben.
Ik keek naar Ava, die me aanstaarde alsof ze wachtte op mijn reactie. 'Dat geloof ik niet,' zei ze. 'Ik denk niet dat Lorelei zich zou verkneukelen.' De manier waarop ze het zei deed het op een ernstige fout lijken.
'Nou, dat doe ik wel,' hield Maria vol en liep weg naar haar kamer. Ava bleef achter.
'Alles is klaar voor het eten,' zei ik. Ik haatte die stilte tussen ons. 'Hoe laat wil je aan tafel?' 'Dezelfde tijd als altijd, Lorelei. Waarom zou het vanavond anders zijn?'
'Ik dacht alleen dat je misschien nog iets te doen had.'
'Dat heb ik ook. Op jullie passen,' zei ze, 'net als een babysitter.'
'Over mij hoef je je niet bezorgd te maken.'
Ik ging terug naar de keuken, maar ze volgde me.
'Natuurlijk moet ik me zorgen maken over je. Weet je? Ik ging op zoek naar Buddy Gilroy nadat je me gebeld had, maar ik kon hem niet vinden. Hij heeft blijkbaar zijn colleges verzuimd, de hele middag. Vind je dat niet vreemd?'
'Misschien heb je hem de stuipen op het lijf gejaagd en studeert hij niet meer,' zei ik, terwijl ik de afwasmachine uitruimde.
'Weet je zeker dat het Buddy niet was die je vandaag op school belde?' vroeg ze.
'Heel zeker.' Ik draaide me met een ruk naar haar om. 'Praat niet meer over hem, Ava. Ik weet dat je trots gekrenkt is dat hij niet voor je zwijmelt, maar je moet zien dat je eroverheen komt.'
'Wat? Ik moet er overheen? Alsjeblieft zeg. Hij is nog maar een jongen. Ik heb mannen gehad. Ik was blijkbaar een graadje te veel voor hem,' antwoordde ze. Maar mijn bitse reactie was voldoende om haar te doen weglopen zonder verder nog iets over Buddy te zeggen.
Ik bleef in de keuken zogenaamd nog wat doen aan het eten. Ik beefde over mijn hele lichaam, en ik wilde haar niet zien.
Later aan tafel wilde Maria per se een gedetailleerd verslag van wat er op school gebeurd was. Ik probeerde er verbitterd over te doen, ook al had ik me met opzet laten betrappen, maar ik was bang dat Ava zou zien dat ik overdreef, dus hield ik op met het uit te leggen en de andere meiden de schuld te geven.
'Waarom zouden we erover blijven praten? Al dat gedoe van school is toch niet belangrijk voor ons,' zei ze. 'We doen net alsof, om papa een plezier te doen. En mevrouw Fennel natuurlijk. Ik kan niet beweren dat ik haar altijd een plezier heb gedaan,' voegde ze er lachend aan toe. Ik trok mijn wenkbrauwen op.
'Wat heb je gedaan om haar ongelukkig te maken?' vroeg ik. Ik zag iets van licht in de donkere gang in ons leven. Het waren niet alleen mevrouw Fennel en papa die de sleutel bezaten van onze kluis vol geheimen. Ieder van ons erfde iets van die geheimen, en op het ogenblik Ava de meeste daarvan, omdat zij de oudste was.
Ze lachte. 'Ik denk dat ik het je nu wel kan vertellen. Ik heb eens een jongen mee naar huis genomen voor een videospelletje.'
'Echt waar?' riep Maria uit voor ik mijn mond open kon doen.
'Dat herinner jij je niet meer, hè, Lorelei?'
'Nee.'
'Ik zat pas in groep zes, maar ik had die jongen uitgenodigd en zijn moeder kwam hem brengen. Eigenlijk dacht ik dat ik iets goeds deed.'
'Hoe kan dat iets goeds zijn?' vroeg ik. Ik was nieuwsgierig om te horen of het voor haar soms anders was geweest toen ze opgroeide met papa en mevrouw Fennel.
'Om Brianna te helpen een volgende man te vinden. Hij was groot voor zijn leeftijd en erg sterk. Jongens in groep zeven, acht en zelfs negen waren bang voor hem. Ik kende toen nog niet de regels voor welke man we wel en niet moesten kiezen voor papa. Ik dacht dat ik hem maar mee moest nemen om door Brianna te laten keuren. O, boy, wat was mevrouw Fennel kwaad. Jullie hebben haar nooit zo kwaad gezien, en ik hoop voor jullie dat je dat nooit zult meemaken.'
'Wat deed ze toen die jongen gebracht werd?' vroeg Maria.
'Ze liet hem natuurlijk blijven, maar zodra zijn moeder hem was komen halen, ging ze als een idioot tegen me tekeer. Papa was er toen niet. Ik dacht dat ze me zou vermoorden en in de tuin begraven of zoiets. Ik ging die avond rillend slapen.'
'Wat gebeurde er toen papa het hoorde?' vroeg ik.
'Hij was ook kwaad, maar lang niet zo kwaad als zij. De volgende ochtend kwam hij naar mijn kamer en maakte me wakker om me meer te vertellen over ons leven dan ik tot op dat moment wist, zodat ik niet weer dezelfde fout zou maken. Ik huilde, en hij omhelsde me en zei dat het goed was. Als papa je vergeeft, voel je je vergeven. Ik was de volgende dag niet meer zo verschrikkelijk bang voor mevrouw Fennel, maar ik zweer je dat ze nog minstens een week daarna met van woede gloeiende ogen naar me keek. Het leken net twee vurige kolen die heel langzaam doofden. Ik klaagde erover, maar papa zei dat ik me niet door haar van streek moest laten maken. Hij zei dat ze alleen maar erg beschermend was en haar eigen moeilijkheden had moeten verwerken.'
'Heeft papa je toen verteld wat er met haar man gebeurd was?' vroeg Maria.
Ik keek haar verontwaardigd aan. Waarom was Ava zoveel closer met haar, vertelde ze haar op haar leeftijd dingen die ze mij nooit verteld had?
'Toen niet, maar niet lang daarna,' zei Ava. Ze zweeg zo lang dat ik dacht dat ze niets meer zou zeggen, maar toen ging ze verder. 'Ze had de bijna fatale fout gemaakt om op iemand verliefd te worden.' Ze keerde zich om naar mij. 'Daarom heeft ze die opvattingen over de liefde.'
'Waarom was het bijna fataal?' vroeg ik, terwijl ik mijn adem inhield. Zou ze ons nog meer vertellen?
'Ze vertelde hem te veel over ons en haarzelf en bracht niet alleen zichzelf in gevaar, maar natuurlijk ook papa en de anderen.'
'Ik kan me niet voorstellen dat mevrouw Fennel zoiets kan hebben gedaan,' zei ik.
'Liefde,' zei Ava met een scheef lachje. 'Dat ze al zo vreselijk oud is wil niet zeggen dat zij niet ook dingen kan blijven leren, weet je.'
'Wat gebeurde er toen?' vroeg Maria.
Ava meesmuilde. 'Raad maar.'
'Dat kan ik niet,' jammerde Maria.
'Ze bracht hem naar papa,' zei ze, weer naar mij kijkend. 'Het brak voorgoed haar hart, maar het was het enige wat ze kon doen. Als beloning voor haar opoffering, mocht ze van papa zijn naam houden. Het is al heel lang geleden, maar ze heeft er nog steeds verdriet van, en daarom vindt ze het vreselijk om over haarzelf te worden ondervraagd en daarom zegt ze dat liefde vergif voor ons is.'
Mevrouw Fennel, dacht ik verbijsterd. Ik zou in geen miljoen jaar hebben geraden dat zij iemand was met een gebroken hart. Vertelde Ava me dit nu met opzet? Wist ze het van mij en Buddy? Was het bedoeld als een les die ik nooit zou vergeten?
'Nou, ik zal nooit verliefd worden,' verklaarde Maria. 'Alleen al het idee van eeuwig met één man samen te zijn maakt me misselijk.'
Ava sloeg lachend haar arm om haar heen en gaf haar een zoen. 'Ons lieve, perfecte kleine zusje,' zei ze. 'Ben je het niet met me eens, Lorelei?'
'Ja,' zei ik. 'Ze verbaast me elke minuut van elke dag meer.' Al wist ik dat ik het onaangenaam vond zo te zijn, toch klonk ik bitter en sarcastisch.
'Denk eraan wat papa tegen ons gezegd heeft,' zei Maria hoofdschuddend. 'Verrassingen kunnen fantastisch zijn. Ze maken dat elke dag de eerste dag van je leven lijkt.'
'Niemand van ons citeert papa beter en accurater dan jij, Maria,' zei Ava.
Waarom overlaadde ze ons jongste zusje zo met complimentjes? Die hoorde ze mij te geven. Ik was de eerste die na Ava kwam, niet Maria.
'En, wat wil je papa vertellen als hij hoort dat je geschorst bent?' vroeg Maria me.
Ik keek naar hen, om te zien hoe ze mijn reactie afwachtten. Het leek of ze me een test afnamen. Ik was kwaad omdat ze me eensgezind aanvielen, maar ik wist dat Maria het alleen maar prachtig zou vinden als ik driftig werd.
Ik haalde zo nonchalant mogelijk mijn schouders op. 'Ik ga er niet over liegen. Ik zal hem de waarheid vertellen.'
'Wat is de waarheid?' vroeg Ava.
'Hoe bedoel je, wat is de waarheid? Ik heb je precies verteld wat er gebeurd is. Het ging per ongeluk. Ik nam op voordat ik er bij nadacht, maar als die meiden niet zo gemeen waren geweest -'
'Waarom stond je mobiel eigenlijk aan?' ging Ava erop door. Ze boog zich naar me toe om druk op me uit te oefenen als een openbare aanklager in een rechtszaal. 'Papa en ik weten dat we je nooit onder schooltijd moeten bellen. Waarom dacht je dat het een van ons was?'
'Dat heb ik je verteld. Ik besefte niet dat hij aanstond. Ik doe alles niet zo perfect als jij, Ava.'
Ze leunde achterover, accepteerde gretig mijn dubieuze compliment. 'Zorg maar dat je net zo perfect wordt als ik,' vermaande ze. 'We hebben al zoveel fantastische dingen, en we zullen we er nog veel meer krijgen. Maar er zullen ook nog heel wat tests voor je komen, Lorelei. En falen is geen optie voor ons. Ik zou van nu af aan maar twee keer over alles nadenken. Als papa je vergeeft tenminste,' ging ze verder, met een blik op Maria.
Ik voelde Maria's prikogen op me gericht. Ava had gelijk gehad wat haar betrof. Er waren veranderingen in haar, ze werd voor onze ogen volwassen. Het was niet moeilijk me in te denken dat ze hard bezig was me in te halen, zoals Ava had voorspeld. Mijn veranderingen gingen minder snel. Ik dacht dat dat ook bij Ava niet het geval was geweest, en natuurlijk kon ik me niets herinneren van Brianna's periode van groei, maar ik had nooit iets over haar gehoord wat kon wijzen op dit soort snelle veranderingen. Misschien was van ons alle vier, Maria wel de meest geliefde dochter.
Toen ik van Ava naar Maria en weer terug naar Ava keek, en de staalharde blik in hun ogen zag, besefte ik dat dit meer was dan de onderlinge rivaliteit die papa had beschreven. Het was tot daaraan toe om te concurreren met je broer of zus, te proberen eerder dan zij de goedkeuring van je ouders te verwerven en misschien zelfs hun lievelingetje te worden, al hielden ze vol dat ze geen van hun kinderen voortrokken. Maar het was iets heel anders om meedogenloos te zijn, je broer of zus werkelijk kwaad toe te wensen. Hoewel mijn ervaring met andere jongens en meisjes in mijn schooltijd heel beperkt was, had ik genoeg geleerd en gevoeld om te weten dat wat er gebeurde tussen mij en Maria en Ava ongewoon was, ondanks de les die me geleerd was door het Bijbelse verhaal over Kaïn en Abel. Tenminste, dat hoopte ik; wat was anders de waarde van familie? Waar bleven de liefde, genegenheid en bezorgdheid? Waren we behalve papa niet ook elkaar trouw verschuldigd? Was de fabel van Kaïn en Abel waarheid? Waren wij de afstammelingen van Kaïn en niet van Abel? Zou dit voor eeuwig onze waarheid zijn?
Ava besloot dat ik, omdat ik het die dag verknald had, na het eten op moest ruimen terwijl zij en Maria tv gingen kijken. Toen het tijd was om de vuilniszak buiten te zetten, nam ik mijn mobiel mee om Buddy te bellen, zoals ik beloofd had. Het regende niet meer, maar het was mistig en koud. Ook al zaten Maria en Ava in de zitkamer, toch had ik het griezelige gevoel dat ik werd gadegeslagen. Ik bleef dicht bij de deur staan en belde Buddy.
'Heb je een hoop moeilijkheden gehad thuis?' vroeg Buddy onmiddellijk.
Het zou zo gemakkelijk zijn geweest om ja te zeggen en hem te vertellen dat ik niet weg mocht voordat de schorsing was afgelopen. Maar het enige waaraan ik kon denken toen ik zijn stem weer hoorde, waren zijn lieve ogen, zijn verleidelijke kus en de manier waarop mijn lichaam reageerde op zijn aanraking. Het was alsof zijn vingers op mijn borst letterlijk mijn hart konden aanraken. Ook al waren we niet zo ver gegaan, toch kon ik hem in me voelen. Nu was elk rustig moment sinds ik bij hem was geweest vervuld van hem. Ik hoorde zijn lieve woorden en glimlachte als ik zijn glimlach voor me zag. Alles wat ik had gelezen en op de tv en in films had gezien versterkte mijn gevoelens. Dit was beslist iets anders dan wat mijn zussen ooit hadden ervaren. Zelfs Ava, als zij voor Buddy of een andere jongen zou voelen wat ik voelde, zou twijfelen aan de noodzaak hem te vergeten.
'Nog niet,' zei ik, 'mijn vader en zijn zuster komen morgen pas laat terug.'
'Wil dat zeggen... kunnen we morgen op dezelfde plek afspreken?'
'Ik weet het niet, Buddy. Ik bel je morgenochtend.' Ik keek achterom naar het huis. 'Ava was vandaag naar je op zoek.'
'Waarom?'
'Dat weet ik niet, maar ze zal je morgen vast weer zoeken.'
'Ze zal niet blij zijn als ze me vindt. Er bestaat geen ander meisje voor me dan jij, naar wie ik ook kijk of wie ik ook hoor praten.'
'Ava is heel slim,' zei ik. 'Ze zal het onmiddellijk weten als jij en ik elkaar hebben ontmoet. Ze zal me in nog grotere moeilijkheden brengen. Noem vooral mijn naam niet. Ze zal het onmiddellijk aan mijn vader vertellen.'
'Dit is kolder. Ik wil me niet blijven verstoppen voor je vader.'
'Voorlopig kan het niet anders. Als je niet -'
'Oké, oké,' zei hij gauw, bang dat ik er meteen een eind aan zou maken. 'Ik wacht op je telefoontje. En als ik haar zie, zal ik op mijn tellen passen. Ik beloof het je. Zul je me bellen?'
'Ja,' zei ik. 'Daag.' Snel klapte ik mijn mobiel dicht. Ik hoorde iets bewegen in huis en liep haastig naar binnen.
'Wat een goed huisvrouwtje ben je,' zei Ava toen ze me zag binnenkomen. Ze stond al in de keuken en ik was bang dat ze me had horen bellen. 'Mevrouw Fennel zal blij zijn dat je haar keuken zo keurig hebt opgeruimd. Maar denk maar niet dat het je uit de problemen helpt bij haar of papa,' voegde ze eraan toe. Ze zei niet dat ze me gehoord had, dus nam ik aan dat ik veilig was.
'Dat weet ik, Ava,' zei ik zo berouwvol mogelijk. 'Ik kan aan niks anders denken.' Hoe goed kon ik die komedie volhouden? Kon ik de leerling zijn die de leraar evenaarde? 'Ik ben bang, Ava. Ik heb het echt verprutst.'
Ze nam me even aandachtig op en schudde toen haar hoofd. 'Zo tragisch is het niet. Papa zal het natuurlijk niet leuk vinden, maar omdat hij toch gauw wil verhuizen, zal hij het minder erg vinden dan wanneer jullie hier langer zouden blijven. Ik ga weg natuurlijk.'
'Ik wil niks doen om je plannen te verstoren,' zei ik.
'Maak je niet ongerust. Dat doe je niet. Ik weet zeker dat je je verantwoordelijkheden zult nakomen.'
Ik nam haar even op om te zien of het sarcastisch bedoeld was, maar dat was niet zo. Ze keek eerder met dat opperste zelfvertrouwen dat grensde aan arrogantie.
'Per slot ben je mijn wonderkind, nietwaar?'
'Ja, dat zal wel. Weet je wanneer ze terugkomen?'
'Papa zei morgen laat in de middag, maar vroeg genoeg dat mevrouw Fennel het eten kan klaarmaken. Ik zou zeggen, rond vier, vijf uur. Je zult de hele dag op hete kolen moeten zitten. Ik zou wel hier blijven om je hand vast te houden, maar ik moet aan mijn studie denken. Ik heb al te veel lesuren laten lopen en ik zou onnodig de aandacht op ons kunnen vestigen. Zie je? Daar denk ik voortdurend aan. Dat zul je je ook moeten aanwennen, Lorelei.'
'Dat zal ik doen.'
'Misschien. Ik raad het je aan. Na college ga ik een nieuw jachtterrein verkennen, het kader voor je definitieve inwijding. Het is een club, ongeveer vijfenzeventig kilometer hier vandaan, bij San Bernardino. Ik ga met je mee, maar het is waarschijnlijk mijn laatste uitstapje voor papa in Californië, of waar dan ook trouwens.'
'Ben je werkelijk helemaal zelfstandig daarna?'
'Ik zal helemaal zelfstandig zijn.'
'En dat vind je niet eng?'
'Eng? Natuurlijk niet. Het is mijn bestemming, en dat zal later ook zo zijn voor jou.'
'Ik begrijp het nog steeds niet.'
'Ik heb het je gezegd. Dat komt wel. Oké, als je me wilt spreken, dan ben ik in mijn kamer om Maria te leren hoe ze haar haar moet doen en zich moet opmaken. Ik verander haar in een kleine femme fatale.'
'Waarom doe je dat zo gauw al met haar? Ze is jaren jonger dan ik was, en ik dacht dat het mijn taak zou zijn haar voor te bereiden.'
'Bevel van papa. Kijk niet zo bezorgd. Alles komt in orde als je doet wat je hoort te doen en niets anders.' Ze keek me met een koel glimlachje aan en verdween.
Misschien was het mijn ervaring met Buddy of domweg iets wat pas de kop in me had opgestoken, maar wat het ook was, het versterkte mijn gevoel van eenzaamheid. Ik had me nooit zo erg een outsider gevoeld als op dat moment. Toen ik door ons huis liep, kwam alles me plotseling zo vreemd voor. Ik had het gevoel dat ik in het huis van een ander was, dat behalve de oude piano waarop ik speelde, er niets was dat mij en alleen mij aansprak. Er was niets dat me lief was en dat ik mee zou willen nemen als ik vertrok. Wat was eigenlijk mijn bezit? Mijn kleren? Nou, nee. De meeste had ik geërfd van Ava, en de spulletjes die ik van papa had gekregen zou ik op een dag moeten overdragen aan Maria. Wat was van mij, echt van mij?
Er was maar één ding dat ik kon bedenken, en dat was de foto van de vrouw die mijn moeder zou kunnen zijn. Niemand wist dat ik die foto had, en dat was een mooi geheim om goed te bewaren. Ik bezat iets van mijn verleden, iets wat me wat meer vertelde over wie ik was. De foto was mijn icoon, mijn meest religieuze bezit.
Ik ging terug naar mijn kamer en haalde de foto tevoorschijn. Een tijdlang staarde ik naar haar gezicht, alsof ik hoopte dat het op de een of andere manier tot leven zou komen en ze me precies zou vertellen wat ik moest doen. Ik wenste en hoopte dat ze echt mijn moeder was. Ik had haar nodig. Ik wist precies wat ik haar zou vragen als ze hier echt was.
Moet ik Buddy terugzien? Mag ik verliefd worden? Ik fantaseerde een gesprek met haar.
Was jij verliefd, mamma? Ik hield van de klank van het woord mamma.
Ja.
Was het vergif mamma?
O, nee, nee. Het vervulde me met hoop en maakte elke zonnige dag nog helderder, elke kleur dieper, alles wat ik rook en at geuriger. Het was of ik herboren werd. Ik had me nog nooit zo jong en vol leven gevoeld, Lorelei. Het had niets, totaal niets te maken met vergif
Zo voel ik me nu als ik aan Buddy denk, als ik bij Buddy ben, mamma.
Dan is het goed, Lorelei. Raak het niet kwijt.
Waar ben je, mamma? Waarom heb je me laten gaan? Heeft papa met jou hetzelfde gedaan als met de moeder van Ava en de anderen? Zal ik je ooit zien, met je praten?
Er kwam geen antwoord. Ze werd weer gewoon een foto, plat en koud. Er viel niets te omhelzen, geen wang om te zoenen, geen haargeur om te ruiken, en geen lippen om op mijn voorhoofd te voelen. Toch omhelsde ik de foto en drukte hem tegen mijn hart.
Het geluid van voetstappen deed me opschrikken. Snel borg ik de foto weg en draaide me om op het moment dat Ava de deur opendeed.
'Met wie zit je te praten?' wilde ze weten.
'Praten? Met niemand. Met wie zou ik moeten praten?'
'Ik weet zeker dat ik je hoorde praten,' zei ze. Ik had eraan moeten denken hoe scherp haar gehoor nu was.
'Waarschijnlijk dacht ik hardop,' bekende ik.
'Praatte je niet in je mobiel?'
'Hè? Nou, nee.'
Ze bleef me achterdochtig aanstaren.
'Ava, ik heb dat ding in de keuken laten liggen. Bedankt dat je me eraan herinnert.'
'Waarom lag het in de keuken?'
'Toen ik uit school kwam ben ik rechtstreeks naar de keuken gegaan om te zien wat er gedaan moest worden en ik heb mijn jasje aan de deurknop van de bijkeuken laten hangen. Het hangt er nog steeds. Mevrouw Fennel zou het op haar heupen krijgen.'
'Ja,' was ze het met me eens. Ze deed een stap achteruit, zodat ik naar buiten kon. 'Kom daarna even naar mijn kamer, dan kun je zien hoe mooi ik Maria heb gemaakt. Ze ziet er tien jaar ouder uit.'
'Ik kom,' beloofde ik.
Haastig liep ik weg. Het leek wel of ik in Orwells 1984 leefde, dacht ik. Of in nazi- Duitsland. Elk woord, elk gebaar van me werd geobserveerd. Mijn zussen zouden me onmiddellijk verraden. Ik kon maar één mens vertrouwen: mijzelf.
Nadat er voldoende tijd was verstreken, ging ik naar Ava's kamer. Maria zat aan haar toilettafel. Toen ze zich omdraaide en me aankeek, hapte ik naar adem. Ze zag er inderdaad jaren ouder uit en op de een of andere manier geraffineerder en doortrapt.
'Nou?' vroeg Ava.
'Ik sta paf. Je hebt een wonder verricht,' zei ik, in de hoop haar een plezier te doen.
'Het was niet mijn wonder, maar van haar.' Ze knikte naar Maria. 'Alles is al in haar aanwezig. Ik breng het alleen naar buiten, zoals ik het onlangs bij jou heb gedaan.'
'Misschien zou ik met jou en Lorelei mee moeten gaan als je de volgende keer op jacht gaat,' zei Maria.
Ava lachte. 'Eerzuchtig is ze, hè? Ik ben bang van niet, zusjelief. Pas als papa het zegt.'
'Misschien zegt hij wel dat ik mee moet,' hield ze vol.
Ava lachte weer. 'Was jij maar zo gedreven, Lorelei, dan zou het allemaal niet zo moeilijk voor je zijn. Hou toch eens op met dat verdomde denken en piekeren.'
'Ik zal klaarstaan als papa me roept,' zei Maria, die zichzelf weer in de spiegel bekeek. Ze had Ava's ijdelheid en ego.
'Ik ga lezen en vroeg naar bed,' zei ik. 'Ik ben moe.'
'Je bent gewoon bang,' zei Maria, in de spiegel tegen me pratend.
Ik keek naar Ava die grijnsde. 'Ze is zo'n lieverd,' zei ze.
Ik vond haar niet zo lief, maar ik moest toegeven dat ze gelijk had: Ik was doodsbang. Stond ik op het punt papa's liefde definitief kwijt te raken? Waarom speelde ik ermee, bracht ik mezelf in gevaar? Het was duidelijk dat geen van mijn beide zussen zoiets zou doen. En het verhaal over mevrouw Fennel van jaren geleden bood me geen troost. Uiteindelijk had ze de man vernietigd van wie ze hield en gaf toen niet de schuld aan wie en wat ze was maar aan de liefde zelf. Was dat wat me wachtte?
Ik werd de hele avond gekweld door besluiteloosheid en tegenstrijdige emoties. Ik kon niet lezen. Ik kon geen televisiekijken. Er was niets dat een eind kon maken aan de verwarring die in me woedde. Ik sliep bij vlagen, werd telkens wakker en rilde alsof ik het ijskoud had. Ik deed het raam dicht en trok nog een deken over me heen, maar ik bleef het koud hebben. Iets duisters en ijzigs was in de kamer bij me. Mijn gedachten gingen weer uit naar het visioen van papa die vlak onder mijn raam Mark Daniels aanviel. Ik kon Marks schreeuw horen. Als een afvallige zo snel en gewelddadig kon worden verzwolgen, wat zou er dan met Buddy gebeuren?
Ik moet hem morgen niet bellen, dacht ik. Ik moet die aandrang van me afzetten. Dat is de oplossing, dat is de enige oplossing. Die gedachte troostte me een beetje, maar toen ik mijn ogen dichtdeed, zag ik zijn gezicht. Ik hoorde zijn stem en voelde zijn lippen op mijn lippen. Ik wist hem zo snel voor ogen te halen, dat het leek of hij werkelijk in bed naast me lag, en toen ik me hem voorstelde voelde ik hoe ik me overgaf aan zijn omhelzing, voelde ik die vreemde hardheid door mijn lichaam bewegen, dat harde ding dat ik had gevoeld toen ik echt naast hem lag.
Ik kwam in paniek overeind. Ik haalde luid en gejaagd adem en ik proefde bloed in mijn mond. Had ik op mijn lip gebeten? Ik stond op en deed het licht aan boven de toilettafel. Toen ik mijn spiegelbeeld bekeek, meende ik dat de kleur van mijn ogen was veranderd van blauwachtig groen in papa's gitzwart. Mijn schouders leken breder.
En ik had niet op mijn lip gebeten.
Die smaak van bloed kwam ergens anders vandaan, ergens diep binnen in me.
Ik begreep niet waarom dat me het gevoel gaf dat ik in een brandhaard was gestapt en in rook opging, maar het was wel zo.
Snel deed ik het licht uit, en zoals papa me had beloofd, verwelkomde ik de omarming van de duisternis.