6

Spelen met vuur


'Omdat ik zelf een nieuwe leerling ben, ben ik aangewezen om alle nieuwe leerlingen op onze school welkom te heten,' zei Mark Daniels. 'De gedachte erachter is dat ik beter weet hoe het is om ergens midden in een schooljaar nieuw te beginnen, vooral het laatste jaar. Dus welkom.'

Ik at mijn cracker en keek naar hem. De laatste tijd zat ik in mijn eentje in de kantine aan een tafeltje achter in de rechterhoek, vanwaar ik alle anderen kon observeren. Het was al een tijd geleden dat een van de jongens tegen me had gesproken. Mark was me opgevallen toen hij pas op school kwam. Hij was een van de knappe jongens in de hoogste klas. Hij had een ruige jonge-Robert-Redfordlook, hetzelfde warrige blonde haar, dezelfde sexy lach. Hij had nauwelijks naar me geglimlacht sinds zijn komst of veel meer gezegd dan 'hoi' als we elkaar tegenkwamen in de gang. Hij was altijd in beweging, verwachtte nooit een antwoord. Hij leek het bijna als zijn plicht te beschouwen om tegen alle meisjes 'hallo' te zeggen. Dat trof me als nogal arrogant, dus gaf ik geen antwoord.

Ava vertelde, op een van de zeldzame momenten dat we het over jongens van school hadden, dat hun grootste angst was te worden afgewezen. 'Daarom zijn de meesten niet erg origineel of opwindend, Lorelei. Ze verlangen praktisch een garantie voor ze naar je toe durven te komen of je voor een date vragen. Nu en dan kwam ik wel eens een buitenbeentje tegen en kwam ik in de verleiding, maar niet langer dan heel even,' voegde ze er snel aan toe. 'Ons leven begint na highschool.'

'Waarom?'

'Zo is het nu eenmaal,' zei ze, en zweeg verder.

Toen ik naar Mark keek en me Ava's opmerkingen herinnerde over jongens op school en de ons opgelegde beperkingen, vond ik dat haar antwoord toen niet goed genoeg was en nu zeker niet. Het was niet gemakkelijk de aandacht te negeren van een zo knappe jongen als Mark.

'Ik ben geen nieuwe leerling,' zei ik.

Hij deed of hij stomverbaasd was. 'Dat meen je niet.' Hij ging tegenover me zitten en toen, met een dramatisch gespeelde verbijstering, keek hij achterom naar de andere leerlingen. 'Die hufters. Ze zeiden dat je een nieuwe leerling moest zijn. Niemand herkende je. Wil je zeggen dat je hier al die tijd geweest bent en ik het niet gemerkt heb? Ben ik soms blind geworden of ben ik gewoon stom? Ik dacht dat ik alle meisjes hier op school van achteren en van voren kende. Sommigen zien er beter uit van achteren.'

Ik kon het niet helpen, ik moest lachen, en dat moedigde hem aan.

'Ik weet dat ik je naam hoor te kennen,' zei hij, en deed toen alsof hij een paar mogelijkheden overwoog. 'Lois? Laura? Lauren?' Hij knipte met zijn vingers. 'L... Lorelei, Lorelei Patio. Ja toch?'

Ik keek langs hem heen naar de andere leerlingen in de kantine. Sommigen waren opgehouden met praten en hadden zich naar ons omgedraaid. Ze leken verstard, vol verwachting. Wat dachten ze dat ik zou doen? Opstaan en naar buiten hollen?

'Oké,' zei ik. 'Je hebt mijn aandacht. Wat is je punt?'

'Mijn punt? Mijn punt?' Hij dacht na. 'O, ja, mijn punt. Mijn punt is dat je zonder enige twijfel het mooiste meisje op deze school bent en misschien wel in de hele stad. En,' vervolgde hij met een amusant vertoon van ernst, 'ik vind het zonder meer schandalig van me dat ik dat niet al veel eerder heb geconstateerd. Kun je het over je hart verkrijgen me te vergeven?'

Ik moest inwendig lachen, maar dwong me zelfs niet te glimlachen. Het was of Ava vlakbij stond, over mijn schouder meekeek en een lelijk gezicht trok, verwachtend dat ik iets verkeerds zou zeggen of doen.

'Ik zal het proberen,' zei ik. 'Ik schenk je vergiffenis.'

Het kostte me een hoop zelfbeheersing, maar ik draaide me om en sloeg mijn Engelse literatuurboek open, alsof ik wilde zeggen: einde gesprek.

'Fijn. Dank je, dank je. Nu we dat achter de rug hebben, mag ik vragen of je vrijdagavond vrij bent?' 

'Hè?'

'Vrijdagavond. We gaan met een paar mensen een feestje houden in Gavin Murphy's huis in Malibu. Je kent de familie Murphy toch? Heel respectabel. Zijn vader is een belangrijke filmproducer, heeft die film Deadly Verdict gemaakt.'

'Ik ken hem niet,' zei ik. 'En die film heb ik nooit gezien.'

'Geen probleem. Hun huis staat vlak aan het strand. We maken een kampvuur, zorgen voor goeie stuff, veel muziek, volop te eten. Het belooft prachtig weer te worden, en nergens kun je de sterren zo goed zien.' 

'Ik...'

'Zeg nu nog niet ja of nee,' zei hij en stak zijn rechterhand op. 'Ik wil niet dat je er spijt van krijgt dat je te snel ja hebt gezegd. En ik wil vooral niet dat het je straks spijt dat je nee hebt gezegd, want dat zal mij zeker spijten. Laat het gewoon even bezinken. Bekijk het van alle kanten. Draai het om en om als een kostbare diamant. Bedenk vragen die je me in de loop van de week wilt stellen. Je weet wel, hoe laat, wat je aan moet trekken, wie er komen en zo. O, hier is een lijst met mijn referenties.' Hij overhandigde me een papiertje waarop stond: Mozes, president Lincoln, Boeddha, Jezus en Allah.'

'Je vergeet George Washington,' zei ik.

'Die heb ik niet gekend.'

Hij stond op, wat me verbaasde.

'Ik wil je niet onder druk zetten. Je hoeft niet bang te zijn dat ik je de rest van de week lastig zal vallen. Draai je gewoon maar om als je een vraag hebt. Ik ben vlak achter je, op een behoorlijke afstand natuurlijk. Geniet maar van de rest van je lunch.' En met die woorden liep hij weg.

Ik wist dat ik nu glimlachte en ik wist ook dat Ava woedend zou zijn. Ik stopte zijn lijst met referenties in mijn schooltas en verliet de kantine vlak voordat de bel ging. Ik keek ook niet naar hem achterom, en evenmin naar de andere leerlingen. Maar ik voelde hun ogen op me gericht. De rest van de dag nam de nieuwsgierigheid om me heen alleen maar toe. Waar ik ook keek, wanneer ik me ook omdraaide, er waren altijd wel een paar jongens en meisjes die al pratend naar mij keken. Mark Daniels hield zich aan zijn woord. Hij was altijd in de buurt, glimlachend, schouderophalend. Ik probeerde me te concentreren op mijn schoolwerk en hem uit mijn gedachten te bannen, maar dat leek onmogelijk. Zijn glimlach en zijn sexy ogen stonden op mijn netvlies gebrand.

Aan het eind van de natuurkundeles tikte hij me op de schouder en gaf me nog een velletje papier. 'Ik ben deze twee nog vergeten.'

Ik keek naar wat hij had geschreven: 'Albert Einstein en Mahatma Gandhi.'

'Maar geen pressie, geen pressie,' voegde hij eraan toe, stak zijn handen op en liep weg.

Ik lachte. Misschien had ik dat niet moeten doen. Misschien was het verkeerd, maar ik kon er niks aan doen. Hij was geestig, knap, charmant, en zeker wat Ava had beschreven als origineel. Zelfs zij zou moeite hebben gehad hem zonder meer het bos in te sturen, dacht ik.

Toen ik in de klas van meneer Burns kwam, voelde ik dat iedereen het had over Mark en mij. Ik dacht dat zelfs meneer Burns me met meer belangstelling bekeek. Of ik het me nu verbeeldde of niet, het effect was hetzelfde. Ik voelde dat ik bloosde en probeerde mijn ogen neergeslagen te houden. We bestudeerden Shakespeares sonnetten, en plotseling, na een ervan besproken te hebben, liet hij ons Sonnet 18 opzoeken en liep toen al lezend over het middenpad, maar bleef vlak voor mijn lessenaar staan. Hij wilde graag degene zijn die ze helemaal voorlas voordat we erover discussieerden. Ik voelde zijn blik op me gericht en keek op.

'Zal ik u vergelijken met een zomerdag? begon hij. Het leek echt alsof hij alleen tegen mij sprak. Ik had willen opstaan en het lokaal uit hollen. 'Gij zijt lieflijker en beheerster... Maar uw eeuwige zomer zal niet verflauwen, Noch zult u de schoonheid verliezen die u bezit, Noch zal de Dood pochen dat u in zijn schaduw dwaalt, als u in de eeuwigheid groeit...''

Toen hij het sonnet had beëindigd, hield hij zijn blik strak op me gericht. Ik hield mijn adem in. Ik vond het niet alleen gênant voor mij maar ook voor hem. Hij was een volwassen man. Waarom besefte hij dat niet?

'Zo,' zei hij, zijn blik eindelijk van me afwendend, 'wie wil proberen dit in hedendaagse taal uit te leggen?'

Mark stak snel zijn hand op. Meneer Burns keek verbaasd.

'Je bent geïnspireerd, meneer Daniels. Waardoor kan onze meest recente leerling meer geïnspireerd zijn dan mijn oude getrouwen?'

'Zo werkt de kracht van de schoonheid op mij en u,' begon Mark. Ik keek even naar hem en zag dat hij me recht aanstaarde. De andere meisjes in de klas keken alsof ze in koor een diepe, hartgrondige zucht wilden slaken. Sommige jongens grijnsden openlijk. Meneer Burns leek even niet te weten wat hij moest zeggen, maar herstelde zich snel en begon zijn gebruikelijke vragen te stellen over beeldspraak en metrum.

Nog nooit sinds mijn komst op deze school was het geluid van de bel voor het eind van de les me zo welkom geweest. Ik sprong overeind en stormde naar de deur voordat iemand iets tegen me kon zeggen. Meneer Burns gaf met luide stem ons huiswerk op. Ik hoorde hem nauwelijks. Ik keek niet achterom.

Maria stond op me te wachten bij de ingang naar het parkeerterrein. Zelfs mijn kleine zusje, onervaren en naïef, nog meer jongensachtig dan meisjesachtig, keek verbaasd op toen ze mijn gezicht zag.

'Is er iets is?' vroeg ze. 'Heeft een van de jongens een sexy opmerking gemaakt?' Ze keek me hoopvol aan.

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, kom mee.'

'O,' zei ze teleurgesteld, en volgde me naar buiten.

Ava wachtte in de auto. Ik liep er zo snel mogelijk naartoe, maar hoorde Mark roepen: ' Maar uw eeuwige zomer zal niet verflauwen.''

'Hè?' zei Maria, achteromkijkend. 'Die jongen heeft het tegen jou, Lorelei.'

'Vergeet hem maar,' zei ik en draaide me om naar de auto. Ik had gehoopt op de een of andere manier aan Ava's kritische blik te ontsnappen, maar ze keek al naar me door het raam aan de passagierskant, haar gezicht een portret van afkeer en teleurstelling.

'Het is niet mijn schuld,' zei ik, terwijl ik snel instapte.

Ze aarzelde, bleef naar de ingang van de school kijken, waar Mark Daniels stond met een paar jongens. Haar zwijgen straalde teleurstelling uit.

'Wat heb je gedaan?' vroeg ze ten slotte.

'Niks. Ik heb je advies gevolgd, ik heb gedaan wat jij zei. Het was echt niet mijn schuld.'

'Je vertelt me niet de waarheid,' zei ze met een hoofdknikje. 'Wie is die jongen en wat riep hij?'

'Het is een regel uit een van Shakespeares sonnetten. Hij is een nieuwe leerling. Ik heb geen woord tegen hem gezegd tot vandaag.'

'Dus je hebt met hem gesproken,' zei ze, bijna overeindspringend van haar plaats.

'Ik had geen keus, Ava. Hij kwam in de kantine naar me toe.'

'Wat zei hij? Wat wilde hij?'

'Hij wil dat ik dit weekend met hem naar een party ga.'

Ze keek in haar achteruitkijkspiegel en draaide zich toen fronsend naar me om. 'Je hebt hem kennelijk niet streng genoeg afgepoeierd.'

'Voor ik nee kon zeggen, was hij al opgestaan en weggelopen.'

Het leek me niet nodig haar te vertellen over zijn grapje, zijn gebruik van beroemde namen bij wijze van referenties. Trouwens, wat ik ook voor positiefs over hem zei, het zou een ramp zijn.

'Het bevalt me niks,' zei ze. 'Als hij weer naar je toekomt, laat hem dan heel duidelijk, zelfs heel onvriendelijk weten dat je er niets voor voelt. Heb je me gehoord?' vroeg ze toen ik niet reageerde.

'Ja. Ik dacht alleen...'

'Wat dacht je?'

'Dat een beetje meer ervaring met jongens me later zou kunnen helpen om meer op jou te lijken.'

'Dat is een hoop onzin. Ik zal dit aan papa moeten vertellen.'

'Waarom? Jeetje, Ava, hebben jongens je nooit om een date gevraagd toen je op highschool zat? Je zei zelf dat je een paar keer in de verleiding was gekomen. Waarom maak je er zo'n ophef van?'

'Ja, ik heb je verteld dat ik in de verleiding kwam, maar daar zette ik me gauw overheen en ik heb er daarna zelfs nooit aan gedacht om met ze uit te gaan, zoals jij wel doet.'

'Dat heb je wél,' zei ik en sloeg mijn armen stevig om me heen. 'Je wilt me alleen in een kwaad daglicht stellen tegenover papa.'

'Als een jongen mij zou vragen om met hem uit te gaan, zou ik zeggen dat hij kon ophoepelen,' deed Maria een duit in het zakje.

Ik draaide me met een ruk naar haar om. 'O, nee, Maria, dat zou je niet. Kom me daar nu niet mee aan. Je was een opgewonden standje alleen al bij de gedachte dat een jongen me kon hebben aangesproken. Je hunkerde naar bijzonderheden.'

'Ik zou misschien graag bijzonderheden willen weten, maar ik zou er niet over piekeren iets te doen wat papa me had gezegd niet te doen,' antwoordde ze. Ze leek nu meer op Ava, vond ik.

Ava knikte. 'Ze heeft nu al meer verstand dan jij.'

Maria glimlachte zelfingenomen bij dat compliment. Ik voelde de dag al komen dat Maria me op de hielen zou zitten om papa's lievelingsdochter te worden. Ze was anders dan ik op haar leeftijd. Ze was ontwikkelder, bijdehanter, opmerkzamer, en ondanks haar soms slordige manieren verlangender om het mevrouw Fennel naar de zin te maken. Het zou niet lang duren of onderlinge rivaliteit tussen haar en mij zou in hoofdletters geschreven staan.

'Maak je geen zorgen. Ik zal heus niets verkeerds doen.'

'O, ik maak me geen zorgen,' zei Ava, 'maar dat wil niet zeggen dat jij dat niet zal doen.'

Zwijgend reden we verder. Ik voelde de conflicten in me rondwoelen. Ik zou het nooit hardop toegeven, maar het was niet alleen de verleiding om ja te zeggen tegen Mark. Ik wilde echt met hem uitgaan, meedoen aan iets wat mensen van onze leeftijd deden. Waarom zou het niet goed voor me zijn die ervaring nu op te doen? Zou het me niet slimmer, verstandiger maken voor de toekomst?

Alleen al die gedachten deden een strijd in me ontstaan. Ik probeerde mezelf te straffen, me te schamen dat ik er zelfs maar aan dacht iets te doen wat papa niet zou bevallen en op de een of andere manier de familie in gevaar zou brengen. Ik voelde de touwtrekkerij in mijn hoofd, gedachten die worstelden met gedachten.

Waarom was het eigenlijk zo verbazingwekkend? Papa had me verteld dat ik mooi was. Ava leerde me hoe ik moest flirten en aantrekkelijk zijn. Waar dachten ze dat ik naar school ging, een nonnenklooster? Dit is alleen maar weer Ava's jaloezie, was mijn conclusie. Papa zal niet kwaad zijn. Hij weet dat ze tegenwoordig nog jaloerser op me is. Laat haar het hem maar vertellen. Ze zal teleurgesteld zijn over zijn reactie.

Ze voelde zich gefrustreerd toen we thuiskwamen, want papa was nog steeds afwezig. Ik dacht dat ze het bij wijze van troost aan mevrouw Fennel zou vertellen, maar blijkbaar zei ze niets, want er werd geen woord over gezegd tijdens het eten. Even na tienen, juist toen ik erover dacht naar bed te gaan, kwam papa thuis. Ik kon horen dat hij een vrouw mee naar huis had genomen, dus dacht ik niet dat Ava hem vanavond zou storen met haar klachten over mij, maar tot mijn verbazing deed ze dat wel. Toch keek hij niet kwaad toen hij in mijn kamer kwam. Hij keek eerder bezorgd.

Hij had zijn jasje en das nog aan en zag er als altijd heel knap uit.

Ik had net mijn nachthemd aangetrokken en zat op mijn bed toen hij binnenkwam.

'Ik moet met je praten, Lorelei,' begon hij.

'Het kan me niet schelen wat ze heeft gezegd, papa. Het was niet mijn schuld, en ik heb niks gedaan.'

'Ik weet het.' Hij ging naast me zitten en pakte mijn hand vast. Ik voelde me weer een klein meisje, zoals die keer toen ik naast hem zat op de bank in het prieel in New York, en aan zijn lippen hing en hem met mijn ogen verslond. 'Het is mijn schuld dat dit is gebeurd.'

'Jouw schuld? Waarom?'

'Ik heb meer haast gemaakt met jou dan met de anderen. Meestal wacht ik wat langer voor ik een van mijn dochters onthullingen doe, maar ik dacht, en denk nog steeds, dat jij anders bent, Lorelei, verstandiger in sommige opzichten, en zeker een van de intelligentsten. Uit je vragen, uit de manier waarop je de dingen bekijkt, kon ik afleiden dat je... hoe zal ik het zeggen... completer zou zijn. En dat ben je, dat ben je.'

Hij zweeg even en haalde diep adem.

'Natuurlijk verwachtte ik niet anders dan dat de jongens achter je aan zouden zitten, en behoorlijk ook. De gevoelens die je hebt en je verlangens zijn natuurlijk, maar ook gevaarlijk. O, ik bedoel niet gevaarlijk zoals andere vaders dat kunnen vinden voor hun dochters. Dat weet je. Ik geloof niet dat je verslingerd zou kunnen raken aan een of andere jongen en zwanger zou worden of zo. Maar als je nu ook maar enig romantisch avontuurtje had, zou je veel te veel hebben uit te leggen. Dat begrijp je toch?'

Ik knikte.

'Je zult heel gauw tijd en gelegenheid genoeg hebben om je in de buitenwereld te amuseren, Lorelei. Heb alleen nog even geduld en luister naar je zus. Zij heeft het doorgemaakt.'

'Ik weet niet zeker of dat wel zo is,' zei ik, misschien iets te snel.

'O? Hoe bedoel je?'

'Ava is harder dan ik. Ze lijkt bijna altijd kwaad, vooral op mannen.'

Hij lachte niet, liet zelfs geen glimlach zien. De blik waarmee hij me aankeek deed ijskoude rillingen langs mijn rug gaan. Het leek alsof hij uit mijn woorden meer over mij te weten kwam dan over Ava.

'Oké, probeer dan wat meer op haar te lijken,' zei hij. Hij stond op. 'Ik wil niets meer horen over die jongen op school, Lorelei.'

'Oké, papa,' zei ik gauw. Zijn ogen en stem joegen me angst aan en deden mijn hart bonzen.

Ik denk dat hij het zag aan mijn gezicht en zijn blik verzachtte, zonder dat hij echt glimlachte. 'Het komt allemaal in orde. Je moet gewoon geduld hebben.' Hij wilde weggaan, maar draaide zich toen om naar mijn raam. De uitdrukking op zijn gezicht deed mij denken aan de keren dat hij stopte met zijn bezigheden en ingespannen luisterde.

'Wat...'

Hij hief zijn hand op om me het zwijgen op te leggen. Ik durfde nauwelijks adem te halen. Toen deed hij me weer verbaasd staan door terug te komen en naast me op bed te gaan zitten.

'Vertel eens over die jongen,' zei hij.

'Er valt niet veel te vertellen, papa. Ik weet niet veel over hem. Hij is onlangs op school gekomen, en werd al heel gauw erg populair. Hij is heel knap, en anders.'

'Anders? Hoe?'

'Meer volwassen, denk ik. Ik heb vandaag nauwelijks met hem gesproken en daarvóór helemaal niet.'

'Hij is vóór vandaag nooit naar je toegekomen?'

'Nee. Hij leek nauwelijks belangstelling voor me te hebben, gedroeg zich niet anders dan tegen de andere meisjes. Hij bromde iets van hallo in de gang, maar wachtte nooit op een reactie of probeerde een gesprek aan te knopen.'

'Tot vandaag?'

'Ja'

Hij keek weer uit het raam en zweeg.

Toen draaide hij zich weer naar me om en zei: 'Ik wil dat je me precies vertelt wat hij zegt en hoe hij morgen reageert als je hem vertelt dat je geen date met hem kunt hebben.'

'Wat moet ik hem als reden opgeven, papa?'

'Geen reden. Geen excuses. Een simpel "Nee, sorry, bedankt dat je me vroeg.'"

'En als hij me vraagt waarom niet?'

'Zeg hem dan dat je niet met hem uit wilt. Als je het krachtig en overtuigend genoeg zegt, hoort hij ontmoedigd te zijn. Hij zal natuurlijk kwaad zijn, maar hij zal niet de moeite nemen je nog eens om een date te vragen. Als hij je lastigvalt, hindert, moet je me dat ook laten weten. Begrepen?'

'Ja, papa.'

'Goed.' Hij stond weer op.

'Papa?'

'Ja?'

Misschien was het het verkeerde moment om het te vragen, maar de manier waarop hij naar me keek toen ik klaagde over Ava deed me meer over mezelf nadenken, meer over het verschil tussen ons.

'Waarom mag ik niet meer weten over mezelf, waar je me hebt gevonden en wie mijn natuurlijke ouders kunnen zijn?'

'Waartoe, Lorelei? Wat voor verschil maakt dat nu nog?'

'Ik heb een verhaal gelezen over een geadopteerd meisje dat bij toeval haar echte broer ontmoette toen ze allebei in de twintig waren en...'

'En ze weten niet dat ze broer en zus zijn en worden verliefd?'

'Ja'

Hij glimlachte. 'Maak je daar geen zorgen over. Je hebt geen broers.'

'Hoe kun je dat zo zeker weten?'

'Je natuurlijke ouders zijn kort na je geboorte gestorven en hadden geen andere kinderen. Oké. Laat het met rust. Ga slapen. Ik ben morgen hier als je thuiskomt uit school. Jij rijdt met Maria naar school. Ava heeft andere dingen voor me te doen en moet dan naar college.'

'Goed, papa.'

'Welterusten, lieve, mooie dochter van me.' Hij gaf me een zoen, raakte mijn wang aan. Zijn ogen bleven een ogenblik op me rusten en toen ging hij weg.

Ik dacht aan wat hij me verteld had. Veel was het niet, maar hij had me in ieder geval iéts over mezelf verteld. Misschien zou hij me nu wat meer vertellen over mijn natuurlijke ouders. Ook al waren ze dood, toch zou ik graag willen weten hoe ze waren. Dat was toch niet zo erg? Ik was nu toch zeker oud genoeg om het allemaal te begrijpen?

Ik staarde naar mijn raam. Waarom had hij zo gespannen naar buiten gekeken? Wat was er nog meer dat hij me niet vertelde?

En wat kon dit alles in vredesnaam te maken hebben met Mark Daniels en een onschuldige uitnodiging voor een feestje?