7
Onderlinge rivaliteit
Ik was tegelijk verbaasd en blij dat Ava 's ochtends eerder was opgestaan dan ik en was gaan doen wat het ook was dat papa wilde dat ze voor hem deed. Als ik haar aan het ontbijt had gezien, denk ik dat mijn eerste woorden zouden zijn geweest: 'Je wordt bedankt, Ava. Heb je nu je zin?' Maar haar kennende weet ik zeker dat het tot meer bittere uitlatingen zou hebben geleid, en zou papa misschien naar beneden zijn gekomen. Dat zou hij beslist niet prettig hebben gevonden. Hij was nog boven met degene die hij mee naar huis had genomen. Bang dat ik misschien voor het een of ander bij hem zou aankloppen vertelde mevrouw Fennel me onmiddellijk dat hij nog steeds in beslag werd genomen door een gast.
'Papa is niet het soort man van pats-boem-dank-je-wel-dame,' had Ava eens spitsvondig gezegd toen ik opmerkte dat een bepaalde vrouw zo lang bij hem in zijn kamer was gebleven. 'De meeste vrouwen zijn verbaasd over zijn uithoudingsvermogen.'
'Hoe weet je dat allemaal?' vroeg ik.
'Dat heeft een vogeltje me verteld,' zei ze en lachte om de uitdrukking op mijn gezicht. 'Je moet nog een hoop leren, Lorelei, nog een hele hoop.'
Ze deed het klinken alsof elk greintje informatie zo mooi en goed was als een rijpe druif, vooral als ze me iets nieuws vertelde over papa.
Maria zat sip en teleurgesteld aan tafel toen ik in de eetkamer kwam om te ontbijten. Wat had ze verwacht? Dat ik gemelijk en huilerig zou zijn? Hoopte ze dat ik weggestuurd zou worden en ze een tree hoger zou komen op de ladder naar een grotere plaats in papa's hart, boven mij?
'Ik wil wedden dat papa erg kwaad op je was gisteravond,' begon ze. Het klonk als de eerste regel van een lied. Mevrouw Fennel keek ongeïnteresseerd terwijl ze rond de tafel liep, maar ik voelde dat ze aandachtig luisterde.
'Nee, niet echt,' zei ik zo nonchalant mogelijk. Het was duidelijk dat Ava iets tegen haar gezegd had. 'We hadden zelfs een heel fijn gesprek nadat jij naar bed was gegaan, en hij vertelde me dingen over mezelf, over mijn natuurlijke ouders.'
Maria keek verslagen. 'Heus?'
'Ik zou het niet zeggen als het niet zo was, Maria. We liegen niet tegen elkaar, vooral niet in dit huis, en we smeden zeker geen complot tegen elkaar,' bracht ik haar scherp in herinnering, met een tersluikse blik op mevrouw Fennel. Ik zag dat ze glimlachte.
Dat beviel haar? Wilde ze graag dat ik snibbig was en meer op Ava leek? Misschien was ik in haar gedachtegang te zacht en meegaand, en daarom niet zo hard en vol lef als nodig was om een van papa's dochters te zijn. Maar het kon me niet schelen wat zij ervan dacht. Ik vond het niet prettig om zo te zijn, maar Maria's houding dreef me naar die duistere kant van mijzelf.
'Nou, wat ga je doen met die jongen? Ik weet zeker dat papa het maar niks vindt als je met hem uitgaat. Toch?' herhaalde ze om een antwoord af te dwingen.
'Maak je daarover maar niet ongerust, Maria. Het gaat jou niet aan. Zorg jij maar voor jezelf.'
'We worden allemaal geacht om ons bezorgd te maken over elkaar en op elkaar te passen, want dat is hetzelfde als op onszelf passen,' zei ze hoofdschuddend. 'Dat heeft papa ons toch vaak genoeg verteld?'
'Ik zei dat ik er wel voor zal zorgen, Maria. Ik heb jou echt niet nodig om me ergens aan te herinneren.'
Ze keek me met een verbitterd glimlachje aan. 'Dat zou ik maar doen, en gauw ook.' Ze klonk alsof zij de oudere zus was en niet ik.
'Je hoeft me niet te dreigen, Maria.'
'Ik dreig niet. Dreig ik haar, mevrouw Fennel?'
'Stoppen, jullie!' snauwde mevrouw Fennel tegen ons allebei. 'Zulk gedrag duld ik niet in mijn huis.'
Maria zakte ineen als een doorgeprikte ballon. Ik staarde naar mevrouw Fennel. Haar huis? Dit is papa's huis, dacht ik. Ze zag mijn opstandigheid, maar ging er niet op in en werd niet kwaad. Ze leek minder verbaasd dan belangstellend. Het was of ze iets in me zag dat ze gevreesd had dat ik niet bezat, een killerinstinct bijvoorbeeld.
Dat maakte me nog banger. Had ik dat? Ik kreeg het gevoel dat ik nu op een snelle, onbarmhartige manier aan mezelf werd voorgesteld. Elke onthulling zou mijn ogen verder openen en de kinderlijke fantasieën uitwissen waaraan ik me had vastgeklampt. Ava had me eens verteld dat ze papa in zich meedroeg waar ze ook heenging. Het was echt of hij zag wat zij zag en hoorde wat zij hoorde. Ze zei dat ze daar blij om was. Het hielp haar altijd de juiste beslissingen te nemen.
Ik was blij toen ik klaar was met mijn ontbijt en we naar school konden, ondanks wat ik wist dat me daar zou wachten. Maria had nog steeds last van mijn scherpe reactie aan het ontbijt en zat onderweg mokkend voor zich uit te kijken. Toen glimlachte ze plotseling, draaide zich naar me om en zei: 'Ava heeft me een paar dagen geleden een geheim verteld over mevrouw Fennel.'
'O, ja?'
'Ja. Iets wat jij vast niet weet.'
'Hou op, Maria.'
'Hou op waarmee?'
'Dat kinderachtige gedoe. Je weet niets wat ik niet weet.'
'O, nee?' Ze bleef zitten met dat verstarde glimlachje.
'Oké, wat is het?'
'Ik weet niet of ik het je wel mag vertellen. Misschien wordt Ava dan kwaad.'
'Alsjeblieft, zeg. Je gedraagt je als een verwend klein mormel.'
'Mevrouw Fennel is papa's oudste zus,' flapte ze eruit. 'Ik wed dat je dat niet wist. Nou?'
Ik glimlachte. 'Ava hield je voor de gek, Maria. Ze heef mij eens verteld dat mevrouw Fennel papa's moeder was.'
'Nee. Ze hield jou voor de gek. Niet mij. Ze vertrouwt mij meer dan jou. Dat heeft ze me zelf verteld.'
'Hou maar op met liegen, Maria.'
'Ik lieg niet. Ze zei dat zij en ik meer met elkaar gemeen hebben. Vraag het haar zelf maar.'
'Goed. Misschien doe ik dat wel, en dan zul je er echt spijt van hebben.'
'Ik zal geen spijt hebben. Ava en ik praten de laatste tijd meer dan je weet.'
Ik zei niets, maar ik had het misselijkmakende gevoel dat ze de waarheid vertelde. Mijn zwijgen gaf haar moed om door te gaan met haar pesterijtjes. Ze leek inderdaad meer op Ava, dacht ik. Ze had de gemene trekjes van Ava, vooral als iets haar hinderde.
'Ik weet nog iets wat jij niet weet,' zei ze zangerig. Ik reageerde niet. 'Wat denk je dat er met mevrouw Fennels man is gebeurd, Lorelei?'
'Weet je dat?'
'Misschien,' zei ze. 'Ja, ik weet het,' ging ze snel verder. 'Als je wat aardiger tegen me bent zal ik erover denken het je te vertellen.'
'Ik hou mijn adem in,' zei ik.
Toen we het parkeerterrein bij school opreden en ik de motor afzette, draaide ze zich naar me om en zei op een zeurderig toontje: 'Het kan me niet schelen of je de hele dag je adem inhoudt, Lorelei, maar ik zou wat die jongen betreft maar precies doen wat je gezegd is.'
Toen stapte ze uit de auto en liep voor me uit naar het schoolgebouw.
Hoe kon papa ooit denken dat onderlinge rivaliteit iets goeds was? vroeg ik me af.
Toen ik bij de ingang kwam, zag ik tot mijn verbazing dat Mark Daniels op me stond te wachten. Snel hield hij de deur voor me open.
'Majesteit,' zei hij buigend. 'Tot uw vorstelijke dienst. Uw wens is mijn bevel.'
Ik keek langs hem heen en zag Maria bij de gang staan naar de aula. Ze hield ons in de gaten, als een kwaadaardige kind-spion.
'In dat geval,' zei ik, langs hem heen lopend, 'beveel ik je me met rust te laten.' Ik zweeg even en keek achterom. 'Kort gezegd, vergeet me.'
Ik liep door, met een nijdige blik op Maria, die weer teleurgesteld keek. Ik wist zeker dat ze gehoopt had te zien dat ik iets verkeerds deed wat ze aan papa had kunnen vertellen.
Die kans had ze nog steeds, dacht ik later. Mark liet zich niet zo gemakkelijk wegjagen. Na het uitgaan van de aula liep hij naast me in de gang. Ik probeerde sneller te lopen, maar hij bleef naast me.
'Wat wil je?' mompelde ik.
'Wat je vraagt is onmogelijk. Dat druist in tegen Moeder Natuur.'
'Moeder Natuur?' Ik bleef staan en draaide me naar hem om. De leerlingen om ons heen bleven ook staan omdat ik zo plotseling stopte en zo luid sprak. 'Wat zeg je nou weer voor stoms?'
'Het bevel om je met rust te laten, je te vergeten,' zei hij kalm. Hij schudde zijn hoofd en keek droevig. 'Kan niet. Elke vezel in mijn lichaam, elke klop van mijn hart, elke druppel van mijn bloed wordt naar je toe getrokken zoals de natuur het bedoeld heeft. Zelfs al zou ik proberen je te vergeten, dan zou mijn lichaam niet luisteren. Je bent als een mooie magneet.'
Ik staarde hem aan. Er lag een glimlach om zijn lippen, maar in zijn ogen zag ik een diep, serieus gevoel. Als papa deze jongen zag, dacht ik, zou hij begrijpen waarom het zo moeilijk was te doen wat hij van me verlangde. Als papa een zoon had, zou die zoon er beslist zo uitzien en zich zo gedragen als Mark Daniels.
'Hoor eens,' zei ik, de zachte toon van zijn stem nabootsend, maar toch heel afdoend, 'ik wil vrijdag niet met je uit. Ik wil niet dat je me vraagt welke vrijdag of zaterdag ook met je uit te gaan. Ik wil dat je me met rust laat. Moet ik dat in een andere taal voor je vertalen of snap je het?'
'Heel goed,' zei hij.
'Wat is heel goed?'
'Je toneelspel, want ik weet dat het een toneelopvoering is. Je wilt met me uit. Ik kan je inwendige strijd zien. Je zegt die dingen, maar je hoopt dat ik er niet naar zal luisteren.'
'Je kunt geloven wat je wilt,' zei ik en liep weg, maar mijn hart bonsde zo heftig dat ik bang was dat ik zou flauwvallen. Hij had gelijk, maar hoe kwam het dat hij dat wist en zo zelfverzekerd was?
Het grootste deel van de dag dacht ik dat het daarbij zou blijven. Ondanks wat hij meende, en hoopte, in me te zien, was mijn boodschap luid en duidelijk overgekomen. Ik had hem aan de kant gezet en hij zou me verder met rust laten. Ik vermeed het naar hem te kijken, en telkens als ik hem zag, leek hij mijn blik te vermijden. Hij kwam niet naar me toe tijdens de lunch in de kantine, maar ik kon merken dat mijn uitbarsting het gesprek van de dag was. Sommige meisjes van wie ik wist dat ze van begin af aan jaloers waren geweest, zagen een nieuwe kans om me aan te vallen. In de gymzaal beschuldigden Ruta Lee en een stel van haar vriendinnen me dat ik lesbisch was.
'Niemand kan een andere reden bedenken waarom je Mark Daniels zou afwijzen,' zei ze. 'Je hebt met niemand ooit een date. Je wijst de uitnodigingen van alle andere jongens af. Dit geeft de doorslag. Het is best als je lesbisch wilt zijn. We willen alleen dat je weet dat wij het weten en vinden het niet fijn dat je naar ons staart als we ons hier verkleden.'
Haar vriendinnen stonden er grijnzend bij. Ik kon Ava's woorden horen: 'Papa ziet door mijn ogen, hoort door mijn oren.'
Ik knikte en deed een stap naar haar toe. 'Ruta,' zei ik zacht en meelevend, 'we weten allebei dat je dat zegt waar je vriendinnen bij zijn, omdat ik je avances in de meisjeskleedkamer afsloeg. Zo is het toch, hè?'
'Wat?' Ze werd vuurrood.
Ik keek naar de anderen. De toon van mijn stem en mijn reactie werkten verbluffend. 'Heeft Ruta het nog bij iemand anders geprobeerd? Zo ja, dan weet je waar ik het over heb. Ik kon het haar niet beletten in de badkamer. Het was heel pijnlijk.' Ik keek haar hoofdschuddend met een droef-serieus gezicht aan. 'Zoals je op me afkwam, me een complimentje gaf over mijn kleren, mijn make-up. Echt, Ruta, je moet toch weer terug naar die therapeut bij wie je zei dat je in behandeling was.'
Alle meisjes keken haar aan.
'Ik ben nooit bij een therapeut geweest. Hou je mond!'
Ik zuchtte en schudde mijn hoofd naar de andere meisjes. 'Ik dacht dat ze een orgasme kreeg in het wc-hokje naast me. Ik was zo bang dat mevrouw Gilbert binnen zou komen. Ruta heeft het niet gemerkt, maar mevrouw Gilbert was erg achterdochtig. Ze ziet het als je in de klas mijn hand aanraakt, Ruta. Ik heb je gevraagd daarmee op te houden.'
'Je bent walgelijk!' riep Ruta uit.
Ik glimlachte niet. Beschuldigingen hadden één ding mee. Je kon er altijd van op aan om een ander de grond in te boren of te verzwakken. In de ogen van haar vriendinnen kon ik zien hoe de mogelijkheden overwogen werden. Had ze iemand ooit weleens op een dubbelzinnige manier aangeraakt of het woord lesbisch in de mond genomen of zich misschien hardop afgevraagd hoe dat zou zijn? Ze was niet erg populair bij de jongens. Zouden ze denken dat dit de reden was? Zij was degene die dat had gebruikt om haar beschuldigingen jegens mij kracht bij te zetten. Zoals de heksen hun eigen soort waarschuwen: als je iemand kwaad doet, kan het zich drievoudig tegen je keren.
Ruta leek ineen te krimpen, in haar ogen verscheen een glimp van wanhoop. 'Ik zou Mark Daniels nooit wegsturen,' beweerde ze, zoekend naar een afdoende reactie. Ze keek naar de andere meisjes. 'Dat zou niemand hier doen. Dat staat als een paal boven water, verdomme.'
'Daar gaat het hier niet om, hè. Maar nu je erover begint, laten we het daar eens over hebben. Waarom zit hij of een andere knappe jongen van school niet achter jou aan? Ik zal je vertellen waarom, Ruta. Jongens ruiken het als een meisje lesbisch is,' zei ik met een knikje naar de andere meisjes. 'Dat is een instinct.'
Ik zag dat de tranen Ruta in de ogen sprongen. Ze keek alsof ze zich wilde omdraaien en wegvluchten.
'Per slot,' bracht ik haar de laatste klap toe, 'waarom was die beschuldiging dat ik lesbisch zou zijn het eerste wat in je opkwam toen je me zojuist wilde aanvallen? Denkt iemand anders dat?' vroeg ik aan de anderen. Een of twee schudden zelfs hun hoofd. Ruta's lippen begonnen te trillen.
'Dat is belachelijk,' zei Meg Logan, die haar wilde verdedigen.
'O, ja? Heb jij vannacht niet bij Ruta geslapen, Meg? Ruta vertelde me hoe hitsig jullie tweeën kunnen worden. Heb jij haar hiertoe aangezet? Was je soms jaloers op haar heftige gevoelens voor mij?'
'Wat?'
Een paar andere meisjes keken geschokt.
'Kreng!' schreeuwde Ruta en viel naar me uit. Ik ving haar pols midden in de lucht op en draaide die hard om. Ze gilde, en ik deed een stap naar voren, bracht mijn gezicht zo dicht bij het hare, dat, zoals Shakespeare zou zeggen, onze ademtochten elkaar kusten.
'Waag het niet om ooit nog verhalen over mij te verzinnen,' zei ik woest fluisterend. Ik voelde me nu meer als Ava, mijn woede kwam omhoog als overkokende melk. Ruta verslapte door de pijn. 'Als ik zoiets mocht horen, kom ik naar je toe als je slaapt.'
Ik liet haar los en draaide me weer om naar mijn locker. Niemand zei iets. Ruta keerde zich van me af en wreef over haar pols. Meg wilde haar arm om haar heen slaan om haar te troosten, maar Ruta duwde haar ruw weg.
'Hou op!' schreeuwde ze.
Ik moest een glimlach onderdrukken. Hoe gauw kon een onschuldig gebaar veelbetekenend lijken voor de anderen. Ze had geprobeerd ze op te stoken tegen mij, maar had het alleen voor zichzelf vergald. Ik popelde van ongeduld om het allemaal aan papa te kunnen vertellen, hoe goed ik dit had gedaan en Mark Daniels had aangepakt.
Maar Mark Daniels was minder ontmoedigd dan ik had gedacht. En hij had gelijk. Ondanks alles verlangde ik er nog steeds naar bij hem te zijn, samen met hem plezier te maken. Dat alles onderdrukken was als het smoren van een hongerige baby.
'Oké,' zei hij. Hij kwam naast me lopen toen ik aan het eind van de schooldag door de gang liep. 'Dit is mijn laatste aanbod. Misschien bevallen deze je beter en bedenk je je.'
Hij gaf me een papiertje en versnelde zijn pas. Ik zag dat hij naar de uitgang van het parkeerterrein liep en keek toen naar het papiertje in mijn hand. Hij had nog vier andere referenties opgeschreven: Elvis Presley, de Beatles, de Rolling Stones en Madonna.
Het was wel moeilijk om hard tegen hem te blijven, dacht ik, inwendig lachend, maar één ding stond zo vast als een huis, dit kon ik niet aan papa vertellen.
'En, hoe is het met hem afgelopen?' vroeg Maria toen we in de auto stapten. 'Ik zag je met hem praten zelfs nadat je hem vanmorgen bij de ingang van school had weggestuurd.'
'Wat? Bespioneer je me?' Ik dacht even na. 'Ava heeft toch niet gezegd dat je dat moet doen, hè?'
'Misschien heeft papa me dat wel gezegd.'
'Je liegt. Ik zal het hem vragen, en dan zal hij woedend zijn. Je hebt het zelf gezegd. Hij wil dat we voor elkaar zorgen, niet elkaar kwetsen.'
'Niemand heeft me gezegd dat ik het moet doen. Ik probeer alleen maar een goede zus voor je te zijn en je te helpen,' jammerde ze. Ik had haar bang gemaakt. 'Het spijt me. Het spijt me.'
Ik kalmeerde wat. 'Het is voorbij, Maria. Vraag niks meer over hem.'
'Goed, maar je klinkt niet erg blij,' zei ze. 'Ik zeg het alleen maar zoals een goede zus dat hoort te doen. Ik zou maar voorzichtig zijn als ik jou was.'
Ik zei geen woord meer tijdens de rest van de rit. Toen we thuiskwamen, zei mevrouw Fennel dat mijn vader op me wachtte in de zitkamer.
'Maria, ga jij naar je kamer,' ging ze verder. Maria liet haar schouders zakken. Ze had zo gehoopt te kunnen luisteren naar ons gesprek. Misschien was ze bang dat ik papa toch nog zou vertellen wat ze had gedaan en gezegd.
'Vertel me alles,' zei papa toen ik in de zitkamer kwam. Hij droeg zijn roodfluwelen kamerjas en zat in zijn leunstoel. Hij legde het boek neer waarin hij had zitten lezen terwijl hij op me wachtte en vouwde zijn handen.
Ik vertelde hem wat ik tegen Mark had gezegd en zijn reactie en dat hij toch naar me toe was blijven komen. 'Hij bleef er maar gekheid over maken, maar ik heb niet gelachen of geglimlacht over iets wat hij zei.'
'Heel volhardend. Weet je zeker dat je streng genoeg was?'
'O, ja, papa.' Ik herhaalde de woorden die ik had gebruikt en vertelde hem toen wat er gebeurd was in de meisjeskleedkamer en dat ik Ruta lik op stuk had gegeven. Dat deed hem glimlachen.
'Heel slim van je, Lorelei. Maar,' ging hij bezorgd verder, 'ik wil niet dat je op school in problemen komt. Geen van mijn meisjes raakt op die manier in moeilijkheden en vestigt ongewenste aandacht op ons. Negeer ze voortaan. Er is een grens aan je dagen op die school.'
De manier waarop hij het zei bracht me op de gedachte dat we binnenkort weer zouden verhuizen.
'Gaan we verhuizen?'
'Gauw, ja.'
'Hoe gauw?'
'Dat weet ik nog niet zeker, maar maak je geen zorgen, Lorelei. Op korte termijn verhuizen is voor geen van ons een probleem. Oké. Je kunt je huiswerk gaan maken als je wilt.'
'Is Ava al thuis?'
'Nog niet. Ze komt ook niet eten.'
Ze is op jacht, dacht ik, en telde in gedachten de dagen af. Het was tijd. Ik zag of hoorde haar pas toen het al middernacht was. Blijkbaar was ze deze keer veel verder weg gegaan om iemand te strikken.
'Tot mijn verbazing kwam papa ook niet eten. Toen ik vroeg waarom niet, zei mevrouw Fennel dat hij iets te doen had en pas vanavond laat thuis zou komen. Meestal zei ze alleen maar: 'Hij had iets te doen.' Ik besefte dat ze de laatste tijd meer tegen me sprak. Er was iets tussen ons veranderd. Ze snauwde niet tegen me en ik meende haar zo nu en dan te zien glimlachen. Haar omgang met Maria was nog hetzelfde.
Maria was rustig en zorgzaam tijdens het eten. Ik dacht dat ze nog steeds bang was dat ik papa zou vertellen hoe ze zich had gedragen en misschien zelfs een paar dingen die ze had gezegd. Het was ook duidelijk dat papa geen probleem had met de manier waarop ik de kwestie met Mark had afgehandeld. Ze wist dat ik uiteindelijk haar mentor zou worden, net als Ava van mij was geweest. Ik zag dat ze nu bang was dat ik een wrok tegen haar zou koesteren. Ik was vriendelijk tegen haar, maar profiteerde van het feit dat ze zo timide was om een beetje de baas over haar te spelen. Het maakte dat ik me steeds meer als Ava begon te voelen en ik begon me af te vragen of ik soms halsoverkop bezig was haar persoonlijkheid aan te nemen. Misschien zou het niet lang meer duren voor ze zich vervangen voelde en verder zou gaan om haar eigen bestemming te volgen, wat die ook mocht zijn.
Na het eten ging Maria meteen naar haar kamer. Ze vroeg of ik bij haar naar wat muziek kwam luisteren als ik klaar was met mijn huiswerk, en ik zei dat ik dat misschien wel zou doen. Ik bleef nog even langer in de eetkamer, en toen mevrouw Fennel kwam afruimen, stond ik op om haar te helpen. Ze duldde nooit enige hulp, tenzij we gasten hadden en ze wilde dat we een goede indruk zouden maken. Sinds ik haar vroeger had geholpen in haar kruidentuin was ik er altijd huiverig voor geweest iets voor haar te doen. We waren verantwoordelijk voor onze eigen spullen en onze eigen kamers, maar ze bewaakte de rest van het huis alsof het haar speciale koninkrijk was. Niemand mocht iets verplaatsen of zelfs maar verschuiven en we mochten beslist nooit aan een van de kostbare antieke artefacten komen.
De meeste meisjes van mijn leeftijd zouden dolblij zijn als ze vrijgesteld waren van huishoudelijke karweitjes. Een aantal meisjes uit mijn klas kwam uit gezinnen met een vaste dagelijkse hulp, en sommigen hadden zelfs een kok of kokkin. Ava interesseerde het niet hoe het bij ons geregeld was, en Maria, die vaak te lui was om voor haar eigen spulletjes te zorgen, vond het prachtig dat ze niets anders hoefde te doen, maar ik dacht er anders over. Hoe vreemd het mijn klasgenoten ook in de oren mocht klinken, het feit dat ik zo weinig te maken had met de zorg voor ons huis gaf me het gevoel dat ik min of meer een huurster was. Ik wilde onze bezittingen koesteren, voelen dat ze deel uitmaakten van wie ik was. Soms had ik het gevoel dat ik in een winkel of showroom was, kijkend naar dingen zoals klanten kijken naar koopwaar.
Mevrouw Fennel keek even naar me toen ik begon de borden op te pakken om haar te volgen naar de keuken, maar in tegenstelling tot mijn eerdere pogingen, zei ze niet: 'Laat staan.' Ze ging naar de keuken en liet toe dat ik achter haar aankwam. Ik zette de borden op het aanrecht en liep terug naar de eetkamer om de rest te halen. Ze bleef zwijgend doorwerken terwijl ik de tafel afruimde. En toen, met onkarakteristiek zachte stem, vroeg ze glimlachend: 'Wil je vanavond met me praten?'
'Ja,' zei ik en hield mijn adem in.
'Ga terug naar de eetkamer,' zei ze.
Ik gehoorzaamde, en een paar ogenblikken later droogde ze haar handen aan een theedoek, kwam zelf ook terug en ging in papa's stoel zitten.
Ze boog zich naar voren en zei: 'Ga je gang.'
'Maria was een klein krengetje vandaag,' begon ik.
'O,' zei ze, en leunde met een teleurgesteld gezicht achterover. 'Gaat het daarover?'
'Nee, nee,' zei ik haastig. 'Ik kom niet mijn beklag doen over haar. Ik kan Maria zelf wel aan.'
Ze glimlachte. 'Dus wat is er?'
'Ze beweerde dat Ava haar dingen verteld had, dingen over u.'
'O?' Ze tuitte haar lippen en knikte toen. 'Ava kan rancuneus zijn. Zo was ze ook met Brianna. Niemand van jullie is perfect of zo perfect als ik zou willen.'
'Ze zei dat u papa's zus bent.'
Ze staarde me even aan en knikte toen. 'Je vader heeft het met jou wat sneller gedaan dan met de anderen, dus is het terecht dat jij hoort wat Ava heeft gehoord toen ze ouder was dan jij.'
Ik hield mijn adem in. Ik had hier zo lang op gewacht. Hoeveel zou ze me vertellen?
'Ja,' begon ze. 'Ik ben je vaders zuster, maar ik ben aanzienlijk ouder dan hij.'
'Hoe oud bent u allebei?' vroeg ik verlegen fluisterend.
Ze glimlachte naar me; het was een van de weinige keren dat ik een warme, humoristische glimlach van haar zag. Het maakte haar ook jonger. 'Weet je, Lorelei? We leven al zo lang dat we op den duur de draad kwijtraken. Tijd is trouwens voor ons niet hetzelfde. We checken die niet op horloges of kalenders. Hij beweegt zich niet voorwaarts in afgepaste delen, maar lijkt te stromen, te golven. Het is of je probeert een enkele druppel water te vinden in een rivier. Je hoeft alleen maar te weten dat we er al heel lang zijn. Op een dag zul je het begrijpen.'
Het ging zo goed dat ik wilde doorgaan. 'Ava weet wie haar moeder was. Ze is kwaad op haar. Ik zou bijna zeggen dat ze de gedachte aan haar haat, het haar kwalijk neemt dat ze is gestorven. Is dat waar? Was haar dood op de een of andere manier haar eigen schuld?'
'Nee,' zei mevrouw Fennel. 'Een man als je vader kan kinderen krijgen van een gewone vrouw, maar ze gaat altijd dood tijdens de bevalling. Dat wist hij. Ik wil niet dat je hier nog over praat met Ava. Begrijp je me?'
'Ja.'
'Mooi. Dat is voorlopig voldoende. Bedankt voor je hulp. Zet dit nu allemaal maar weg voor me. Je hebt nog een hele reis af te leggen voordat je kunt verwerken wat er valt te leren en te doen.'
Ik stond onmiddellijk op. Ik beefde. Mijn benen voelden zwak. Toen hoorde ik de deur open- en dichtgaan en toen ik me omdraaide stond papa op de drempel.
'Waarom zit je in je eentje in de eetkamer, Lorelei?'
'Ik...'
'Ze heeft me geholpen met afruimen en daarna hebben we een belangrijk gesprek gehad,' zei mevrouw Fennel. Waarschijnlijk zou ik aan haar moeten denken als tante Razi, dacht ik, maar dat wilde ik niet, en ik zou haar ook niet zo noemen voordat ze me toestemming gaf.
'O? Mooi,' zei papa. Ik vond dat hij er moe uitzag. Hij stond met gebogen schouders en een somber gezicht. 'Morgen praten we verder,' zei hij en liep de trap op. Ik keek snel naar mevrouw Fennel.
'Ga nu je huiswerk maken,' zei ze en ging terug naar de keuken.
Ik stond op en ging naar mijn kamer. Ik hoorde dat de televisie aanstond in Maria's kamer en liep erheen, maar bleef toen staan. Ik had eigenlijk geen zin om met haar te praten. En ik wilde zeker niet dat ze zou informeren naar een mogelijk gesprek dat ik gehad kon hebben met mevrouw Fennel. Dus ging ik naar mijn eigen kamer om mijn huiswerk te maken. Ik viel één keer in slaap tijdens het lezen en besloot naar bed te gaan. Er was zoveel wat me dwarszat, maar desondanks sliep ik in.
Het geluid van een dichtslaand autoportier wekte me. Ik ging rechtop zitten en toen ik niets hoorde liep ik naar het raam. Er stond een vreemde auto op de oprijlaan. Maar ik zag niemand in de buurt en liep naar de deur van mijn kamer. Wat me verraste was het geluid van Ava's stem. Ze klaagde nu meer dan dat ze smeekte. Haar stem klonk schel. Ik liep de gang in en keek naar de voordeur.
De jongeman bij Ava was duidelijk stoned. Hij probeerde haar over te halen het met hem op de grond te doen. Op een gegeven moment ging hij aan haar voeten zitten en rukte aan haar arm om haar naar zich toe te trekken. Zo ver was hij heen.
'Mij krijg je die trap niet op,' zei hij. 'Deze vloerbedekking is net zo zacht als mijn bed.'
'Hou op!' riep ze.
Hij lachte, maar stopte toen papa naar voren kwam. Ik had hem ook de trap niet af horen komen.
'Wat is er aan de hand?' vroeg papa.
'Hè?' zei de man. 'Wie is dat?' Hij knipperde met zijn ogen en veegde over zijn gezicht.
'Is hij aan de drugs? Je brengt me iemand die stoned is?'
'Ik kon er niks aan doen, papa,' zei Ava, die jaren jonger leek. 'Hij heeft op weg hiernaartoe iets genomen. Ik besefte het pas toen we al bijna hier waren.'
'Dat is dus bedorven voedsel, Ava. Daar kan ik me vanavond niet mee voeden.'
'Hè? Waar heeft hij het verdomme over?' vroeg de jongeman en krabbelde overeind.
Ik zag de klap niet. Zo snel konden papa's handen zich bewegen. Hij gaf hem een nekslag en de man viel op de grond. Toen knielde papa neer en tilde hem op in zijn armen alsof hij een kind was, terwijl hij me langer leek te zijn dan een meter tachtig en zwaarder dan tweehonderd pond.
'Ik zal hem moeten opbergen tot het ochtend wordt,' zei papa op scherpe toon tegen Ava.
'Het spijt me, papa. We hebben vanavond alleen gedronken. Ik zei tegen hem dat ik niks wilde slikken, en ik dacht dat hij het begreep, maar...'
Papa wachtte niet op een verdere uitleg. Hij draaide zich om en droeg de man naar de trap. Ava bleef met gebogen hoofd staan. Ze keek op toen papa bijna boven was en kwam toen naar mij toe.
'Wat is er gebeurd?' vroeg ik.
Ze keek me woedend aan. 'Je hebt het gezien. Waarom vraag je het dan?'
'Ik...'
'Ik zal je wat zeggen,' zei ze, en keek alsof ze in tranen zou uitbarsten. 'Als je dacht dat je eerder wat te snel en op bijna magische wijze vooruitging, zal dat niks zijn vergeleken met het tempo waarin hij je nu op weg zal helpen.'
'Hoe bedoel je?'
'Ik ben niet langer de kleine Miss Perfect. Jij wel, ik zou tenminste maar zorgen dat je dat bent. Het teken staat op de wand, Lorelei, in bloed geschreven.' Met die woorden liep ze naar haar kamer.