5
De dag erna
Was er werkelijk iets gebeurd wat me veranderd had? Was ik nu anders, ouder, bijna van de ene dag op de andere?
Ik wist dat ik me anders voelde, ook al leek het mal. Eén avondje uit met Ava was toch niet genoeg om me volwassener te voelen, en wat had ik helemaal gedaan? Gedanst, geflirt, genoten van een woordenspel met studenten, later uit geweest dan ooit tevoren. Maar ouder was precies wat ik me voelde. Was het mogelijk dat als ik met Ava uitging, er iets magisch gebeurde, dat ik er niet alleen ouder uitzag, maar ook wereldwijzer werd? Per slot was het een feit dat mijn lichaam snel volwassen was geworden nadat het eeuwig constant leek te blijven, dus waarom niet mijn geest en persoonlijkheid?
'Er zullen je fantastische dingen overkomen door de manier waarop je bent opgevoed, de manier waarop we leven,' zei papa eens tegen me. 'Maar ik beloof je dat het allemaal goed, allemaal wonderbaarlijk zal zijn.'
Ik geloofde hem. Als ik naar de andere meisjes op school keek, geloofde ik dat alle Patio's, al papa's dochters, in zoveel opzichten iets bijzonders waren. Het was ook niet alleen onze fysieke schoonheid. We leken ons in en uit een andere dimensie te bewegen, en ons gezicht had een uitdrukking die anderen deed denken dat we heel interessante en geheimzinnige dingen wisten.
Een van mijn docenten in groep vijf, meneer Foggleman, zei eens tegen me dat ik eruitzag als iemand die de toekomst kende. Ik had geen idee wat hij bedoelde. Hij probeerde het me uit te leggen door me te vertellen dat ik nooit verbaasd leek over iets. 'Het is alsof je altijd weet dat er iets op komst is, het verwacht, Lorelei. Je vader is toch geen waarzegger, hè?'
'Ik vind dat hij alles is. Waarom dan niet ook een waarzegger?' antwoordde ik. Meneer Foggleman lachte. Hij dacht dat ik een grapje maakte, maar ik meende elk woord.
Ik dacht aan dat alles terwijl ik voor mijn spiegel stond en mezelf bekeek. Vandaag droeg ik een gewone katoenen blouse met korte mouwen en een donkerrode rok. Behalve wat lippenstift had ik geen make-up, en ik had mijn haar naar achteren gestoken, min of meer voor het gemak.
Ik concentreerde me op mijn ogen. Daar was echt iets nieuws mee. De kleur was niet veranderd, maar ze leken verstandiger, kalmer. Het was of mijn ogen en mijn hele gezicht een zekere volwassenheid uitstraalden. Ik voelde me als een jong meisje dat besefte dat ze vroeger leuk was om te zien, maar nu echt mooi begon te worden. Durfde ik zo te denken? Was ik zelfs nog aantrekkelijker dan Ava?
Ik had altijd het gevoel dat Ava een tikje ordinair was. Ze was te overduidelijk sexy. Ze was aantrekkelijk zoals een betoverende filmster dat is. Zij moest verleidelijke en onthullende kleding dragen. Zij moest doen wat ze zei dat ik moest doen, zich constant bewust zijn van haar attributen en die gebruiken, prikkelen met haar bijna blote borsten en heel strakke rokjes, terwijl ik op weg was een klassieke schoonheid te worden, wier aantrekkingskracht niet te overtreffen was. Kortom, ik dacht niet dat ik zo goed mijn best hoefde te doen als zij.
Ik verwachtte dat ik zelfverzekerder maar toch niet arroganter zou zijn. Diep in mijn hart hoopte ik dat dit was wat papa in me zag, waarom - dat dacht ik althans - zijn ogen altijd zeiden: Wat ik ook tegen de anderen zeg, jij zult altijd papa's beste kleine meisje zijn.
Onlangs had ik mijn rijbewijs gehaald, en papa had een van onze sedans aan mij toebedeeld. Het enige wat ik deed was met Maria naar school rijden en weer naar huis na de laatste les. Ik mocht nog steeds geen lid van een team worden, aan toneelopvoeringen meedoen of lid worden van een club. Zonder precies uit te leggen waarom het gevaarlijk zou kunnen zijn, vertelde papa me dat het beter voor ons was niet te veel in de schijnwerpers te staan. Het was in ons voordeel om in de schaduw te blijven.
'We komen en gaan zo snel, Lorelei,' vertelde hij me in eerste instantie. 'Het is beter als we gemakkelijk worden vergeten.'
Natuurlijk bedoelde hij alleen ons dochters als hij 'we' zei. Ik kon me niet voorstellen dat papa ooit gemakkelijk vergeten zou worden. En toch veronderstelde ik dat het deel uitmaakte van zijn magie. Hij kon neerstrijken in een nieuwe gemeenschap, heel snel indruk maken op de mensen die hij wilde imponeren, en dan wegglippen als in een droom.
Die speciale ochtend verbaasde Ava me door eerder uit bed te komen en te ontbijten dan ik. Ze had geen vroege colleges en sliep gewoonlijk nog uren nadat ik was opgestaan. Het stoorde me helemaal niet. Ik was blij haar 's morgens mis te lopen. Meestal wond ze zich 's morgens over alles op, zelfs over de zon die de euvele moed had vroeg op te gaan. 'Waarom kan de nacht niet langer duren?' vroeg ze dan kribbig.
'Ava zal naar Noorwegen moeten verhuizen,' grapte papa. 'Of misschien naar de Noordpool en bij de Kerstman intrekken.'
'Prima,' antwoordde ze. 'Dat zijn degenen die geluk hebben.'
Indertijd besefte ik niet dat ze sprak over families die werkelijk in Scandinavië woonden. Ze zag het als een soort beloning.
'Als je eenmaal een hele winter daar hebt doorgebracht, praat je wel anders,' zei papa. 'Ik herinner me dat ik daar een paar maanden heb vastgezeten in de winter.'
Was er één plaats ter wereld waar papa niet een tijdje geweest was?
In tegenstelling tot haar gebruikelijke ochtendhumeur keek Ava vriendelijk en vrolijk, en babbelde ze met Maria over de tienermode van tegenwoordig. Ik had gehoopt papa aan tafel te zien, maar hij was blijkbaar al vroeg vertrokken op een van die geheime missies die mevrouw Fennel onder de noemer 'zakenreizen' schaarde. Meestal vond Ava het vreselijk als ze beneden kwam en ik 'goedemorgen' zei, maar zij zei het nu al voordat ik zelfs maar de kans kreeg.
'Ik breng jou en Maria vandaag naar school,' zei ze onmiddellijk. 'En aan het eind van de dag haal ik jullie weer op.'
'Waarom?'
Ze keek even naar mevrouw Fennel, die een kom warme pap voor me neerzette, maar mevrouw Fennel keek niet terug en zei niets. Ze gunde mij nauwelijks een blik, maar toen haar ogen zich even op mij richtten, zag ik dat er een zachtere, meer tevreden uitdrukking in lag. Ze leken te bevestigen dat er iets in me veranderd was, en wat het was deed haar kennelijk genoegen. Had Ava haar ook verslag uitgebracht over gisteravond?
'Ik moet meer tijd met je doorbrengen,' zei Ava. 'Vooral na gisteravond.'
Maria keek me jaloers aan. Ava was niet zo vroeg op om met haar te praten. Ze was opgestaan ter wille van mij. 'Wat is er gisteravond gebeurd?' vroeg ze.
'Doet er niet toe,' zei Ava.
'Ik ben oud genoeg om het te weten,' kermde Maria. Ze keek naar mevrouw Fennel om hulp te zoeken, maar ze kon net zo goed naar de muur kijken, dacht ik. Zij noch Ava reageerde. Maria pruilde, maar toen mevrouw Fennel haar waarschuwend aankeek, ging ze snel verder met haar ontbijt.
Ik ging zitten en begon mijn pap te eten. Net als al het andere wat mevrouw Fennel maakte, was het iets heel anders dan wat mijn klasgenoten zouden eten. Ik had begrepen dat de meesten zelfs helemaal niet ontbeten, en als ze het al deden was het een plakje cake of een zogenaamde gezonde ochtenddrank die hun moeder hun opdrong. Mevrouw Fennel maakte altijd een speciale lunchdrank klaar voor Maria en mij, die we opdronken met een van haar unieke, donkergrijs gekleurde crackers, niet bepaald aantrekkelijk voor de andere leerlingen die ons zagen eten en drinken.
Onlangs had Meg Logan, die net deed of ze anders over me was gaan denken, me heel vriendelijk gevraagd wat ik at en wat voor crème ik gebruikte. Ook al viel het haar moeilijk het toe te geven, ze was jaloers op mijn teint en mijn figuur. Ik kon het haar niet vertellen, want ik wist zelf niet precies wat ik at of wat mevrouw Fennel gebruikte voor onze huidcrème. Ik kon haar ook de smaak niet beschrijven, althans niet op de manier die zij of een van de anderen zou begrijpen. En mevrouw Fennel had ons heel duidelijk te verstaan gegeven dat we nooit een ander van ons eten mochten laten proeven.
'Niks ongewoons,' antwoordde ik, wat ze opvatte als een bitse afwijzing.
Ze hield haar hoofd achterover en trok haar neus op alsof ze plotseling iets vies rook. 'O, neem me niet kwalijk dat ik het vraag,' zei ze. 'Je eet misschien niks ongewoons, maar je bent wel een engerd.'
'Is dat het enige woord in je vocabulaire, Meg? Probeer het eens met "anders", "vreemd", "eigenaardig", en geef "engerd" een dagje vrij. Of liever nog, hou een dag je mond dicht en geef de Engelse taal een kans.'
Ze mompelde iets en liep haastig weg om haar vriendinnen te vertellen wat ik had gezegd. Ze keken allemaal kwaad mijn richting uit. Ik zou het nooit laten merken, maar ik moest toegeven dat het me hinderde. Toen ik Ava vertelde over de manier waarop ze vaak naar me keken, zei ze: 'Negeer het. Het heeft niks te betekenen.' Toch had ik er moeite mee - meer moeite, dacht ik, dan zij en Brianna toen ze zo oud waren als ik. Ze hadden nooit laten blijken dat ze zich net als ik ongelukkig voelden op school en niet konden meedoen aan dingen die de andere kinderen van mijn leeftijd deden. Waarom verlangden ze daar niet naar zoals ik?
Natuurlijk was ik heel nieuwsgierig naar wat Ava met me wilde bespreken. Het moest belangrijk zijn, om haar zo vroeg het bed uit te jagen. Ze begon zodra we allemaal in de auto zaten en op weg gingen naar school.
'Ik heb papa verteld dat je me een goed gevoel gaf gisteravond. Ik hoef je zeker niet te zeggen, Lorelei, dat ik mijn twijfels had over jou.'
'Waarom?'
'Dat doet er nu niet toe. Belangrijk is dat ik gisteravond dingen in je zag die positief waren, dingen die me aan mezelf deden denken toen ik voor het eerst uitging. Je bent een vlugge leerling, misschien zelfs wel vlugger dan ik was.'
'Meen je dat?'
Was dat mijn zus Ava die dat zei? Die me complimentjes gaf? Was ik werkelijk de reden voor dat stralende gezicht, die vriendelijkheid en opgewektheid? Ik kon het niet helpen dat ik achterdochtig was. Waar zat het addertje onder het gras? Wat had al die vleierij te betekenen?
'Ja,' zei ze met een glimlach. 'Misschien realiseer je je dat nu nog niet, maar de verandering, zoals papa het graag noemt, is in je begonnen en gaat met reuzenschreden vooruit. Zeg niet dat je dat zelf niet voelt.'
'Dat voel ik echt wel, Ava, maar ik weet niet zeker wat ik precies voel.'
'Je voelt de macht.'
'Wat is de macht?'
'De gave die het je mogelijk maakt voor papa te doen wat je zussen en ik voor hem hebben gedaan. Het is niet alleen dat je aantrekkelijk bent. Je zult hypnotiseren, fascineren, veroveren. Als de uitdrukking: "Je hebt zijn hoofd op hol gebracht" op jou wordt toegepast, zal die echt iets betekenen.' Ze lachte. 'Je zult je voelen als een godin, als de marionettenspeler die aan de touwtjes trekt en zijn poppen laat dansen. Je hebt er gisteravond al een voorproefje van gehad, hè?' 'Ja.'
Ze knikte glimlachend. 'Ik herinner me de eerste keer dat ik het voelde. Het was echt of je uit de Bron van de Jeugd dronk. Alle energie, kracht, zelfvertrouwen, die je nu voelt, zullen nooit verdwijnen, Lorelei.'
'Je praat alsof we onsterfelijk zijn.'
Ze glimlachte, maar haar glimlach verdween weer snel toen ze weer bedacht waarom ze zo vroeg was opgestaan en me naar school bracht. 'De reden waarom ik je vandaag naar school wilde brengen en met je praten - iets waar papa trouwens op staat - is dat je de verandering weerspiegeld zult zien in de manier waarop de jongens op school vandaag naar je kijken. Je zult een weg vrijmaken naar hun libido.'
'Wat is een libido?' vroeg Maria. Even was ik vergeten dat ze bij ons was, zo verdiept was ik in wat Ava zei.
'Wil je de technische definitie?' vroeg Ava met een knipoog naar mij. 'Oké.'
'Het is wat Sigmund Freud noemde de gegeneraliseerde seksuele energie waaraan uitdrukking wordt gegeven door bewuste activiteit. Ik volg een cursus psychologie,' zei Ava.
Ze vertelde nooit iets over haar colleges aan de ucla . Ik dacht dat ze het niet prettig vond, maar verplicht was het te doen omdat papa het haar vroeg. Ze klaagde er zelfs zo vaak over dat ik bang was haar iets te vragen.
'Papa vond dat ik die cursus nodig had,' voegde ze eraan toe. Toen draaide ze zich om naar Maria en zei: 'Het betekent ze op-geilen, Maria. Je weet toch wat dat is?'
'Ja natuurlijk,' zei ze. 'Ik weet wanneer jongens geil zijn.'
Ava lachte.
'Echt waar.'
'Ze zit je op de hielen, Lorelei. Wees er maar blij om.'
'Ben je daarom zo vrolijk vanmorgen, Ava?' vroeg ik. 'Zit ik jou op je hielen?'
'Precies. Zie je wel, je wordt slimmer, verstandiger, opmerkzamer.'
'Waarom ben je daar zo blij om, Ava? Niet dat het me in de war brengt. Ik wil alleen maar weten waarom.'
'Waarom? Waarom?' Ze schudde haar hoofd. 'Heel eenvoudig, Lorelei. Des te gauwer kun je het van me overnemen.'
'En jij dan?'
'Dan ga ik weg om mijn bestemming te volgen.' Ze reed verder, met zoveel plezier en voldoening dat het leek of ze haar bestemming vlak voor ons kon zien.
'Wat is die bestemming precies?' vroeg ik. 'Ik heb het nooit begrepen toen mevrouw Fennel zei dat Brianna haar bestemming ging volgen.'
Ze keek me aan en glimlachte. 'Als jouw tijd komt, Lorelei, zul je het weten. Geloof me, dan zul je het weten.' Ze liet het daarbij, alweer een geheim, nog steeds een mysterie.
Toen we op school kwamen, vroeg Ava me te wachten tot Maria was uitgestapt en binnen was. Ze keek nu ernstiger, meer zoals altijd, haar ogen waarschuwend en dreigend.
'Van nu af aan zul je nog voorzichtiger moeten zijn dan eerst,' begon ze. 'Ik weet wat je tot nu toe hebt doorgemaakt. Ik weet wat het voor je betekende om zo afstandelijk te moeten blijven, zo'n eenling, schijnbaar zonder enige belangstelling om vrienden te maken, je ergens bij aan te sluiten. Ook al was je wel aantrekkelijk, toch zagen de jongens niks in je, hè?'
'Nee,' zei ik, al was ik er niet van overtuigd dat ze helemaal niets in me zagen. Een paar hadden zelfs geprobeerd een gesprek aan te knopen, maar ik wist waar zo'n gesprek toe zou leiden, dus wimpelde ik ze af.
'Dat wilde niet zeggen dat ze niet over je fantaseerden, Lorelei, en nu zullen ze dat nog meer doen. Dat komt door de gave die je bezit, je charisma.'
'Ik snap het niet, Ava. Waar komt dat plotseling vandaan? Alleen door met jou uit te gaan?'
'Nee, het is al eerder begonnen. Papa en ik wilden het niet tegen je zeggen voordat je met mij uit was geweest, de test had ondergaan, om het zo maar uit te drukken. Je beseft het nu allemaal nog niet, maar je bent als een renpaard dat, als het niet onder controle wordt gehouden, zo hard zou galopperen, dat het volkomen uitgeput raakte. Controle is nu het sleutelwoord. Toen ik tegen Maria zei dat je een weg vrijmaakte naar hun libido, verzweeg ik dat jouw eigen libido ook hunkert om boven te komen. Weet je nog dat ik je voortdurend waarschuwde voor je impulsen, je op het hart drukte niet verliefd te worden op een jongen, je maagdelijkheid niet te gauw weg te geven? Nou, dit was waarop ik je voorbereidde. Dit is wat papa voorzag.'
'De gave?'
'Ja. Dat is de reden waarom je zo bijzonder bent, waarom we allemaal zo bijzonder zijn.'
'Ik snap niet waarom ik zo bijzonder ben, Ava. Dat heb ik nooit begrepen.'
Ze knikte. 'Dat komt wel.'
'Waarom zeg je toch altijd: dat komt wel, dat komt wel? Waarom vertel je het me niet gewoon?'
Ze zweeg even en staarde naar het schoolgebouw. 'Je komt te laat,' zei ze.
'Nee. Geef antwoord,' zei ik scherper dan ik ooit tegen haar gesproken had. 'Waarom kun je me de dingen niet gewoon vertellen en me niet naar alles laten raden?'
'Ga je nu niet weer gedragen als een kind. Stel je niet zo aan, Lorelei.'
'Ik stel me niet aan. Je zegt dat ik die speciale gave heb, dat ik volwassener ben geworden. Behandel me dan ook zo. Waarom kun je het me niet gewoon vertellen?'
Ze kneep haar ogen samen, niet hatelijk, zelfs niet kwaad. Ze waren eerder vol geheimzinnigheid dan vol woede. Ze keek alsof ze iets in me zag dat ik niet kon zien. Ik had het gevoel of ik onder een röntgenapparaat lag. Ik boog me zelfs achterover.
'Waarom?' herhaalde ik op krachtiger toon.
'Om dezelfde reden waarom mevrouw Fennel of Brianna je niet zonder meer kon vertellen wat papa nodig had. Weet je nog hoe geschokt je was?'
Ik staarde haar slechts aan. Mijn hart begon plotseling te bonzen. 'Ik snap het nog steeds niet. Wil je zeggen dat ik geschokt zal raken over mezelf? Bedoelde je dat die dag toen je zei dat je angst in me zag, angst voor mezelf?'
'O, Lorelei,' zei ze alsof ze zich uitgeput voelde. 'Je hebt altijd meer vragen gehad dan een van ons.'
'Was jij dan niet zo nieuwsgierig naar alles, Ava?'
'Nee. Ik begreep dat ik geduld moest hebben. Vergeet het voorlopig nou maar, Lorelei. Ik heb al te veel gezegd. Denk alleen aan mijn waarschuwingen en doe geen stomme dingen. Toe dan,' drong ze aan. 'Ik kom aan het eind van de dag terug.'
Ik hoorde de eerste bel.
'Dat bedoelde je toen je die dag zei dat je angst in me zag, angst voor mezelf,' hield ik vol. Je ziet het nog steeds in me, afgezien van charisma, gave, macht. Ja toch?'
'Ga naar school, Lorelei,' beval ze. 'Pas op dat je niet te veel aandringt en te veel haast maakt. Denk aan de legende van Icarus, die papa ons zo graag vertelt. Hij vloog te hoog, terwijl hij gewaarschuwd was dat hij dat niet moest doen, en zijn van was gemaakte vleugels smolten. Blijf voorlopig op de grond, Lorelei. Je hebt later nog tijd genoeg om te vliegen. Toe dan. Ga naar je klas. Schiet op!'
Ik stapte uit en keek haar na toen ze wegreed. Ik had me zo gelukkig gevoeld toen ik die ochtend opstond, zo vol energie en verlangen om de dag te beginnen, zelfs op school, waar ik me eenzaam voelde en voortdurend onder vuur lag. Als het Ava's bedoeling was me te vertragen, de vlam die in me brandde af te zwakken, dan was ze daarin geslaagd. Plotseling overmand door een depressie, ging ik naar binnen en liep zo langzaam naar de klas dat ik iets te laat was. De docent, meneer Burns, keek verbaasd, maar in plaats van het standje en de waarschuwingen die hij aan andere leerlingen gaf, keek hij me alleen maar verbaasd aan en tot mijn verbazing met een vriendelijke glimlach.
Per slot, zou Ava zeggen, is hij maar een gewone man, en hij ziet de gave die in jou tot ontwikkeling is gekomen.
Toen ik om me heen keek, waren de blikken van de meisjes in de klas nog vijandiger. Ik zag dat ze begonnen te fluisteren. Maar de jongens keken met een glimlach die leek op de glimlach waarmee meneer Burns naar me had gekeken. Toen ik voor het eerst de veranderingen in mijn lichaam voelde en zag, toen het volwassen lichaam eindelijk tevoorschijn kwam, voelde ik me een beetje als Assepoester. Er gebeurde iets magisch met me, maar omdat ik was wie ik was, kon ik maar een paar ogenblikken genieten van het bal. Middernacht kwam heel snel, en ik moest alle aandacht die ik begon te krijgen, afweren. Er zouden geen party's volgen, geen dates, geen dansavonden. Ik accepteerde het en was gehoorzaam, maar vroeg me altijd af waarom dat moest.
Ava had gelijk dat ze die ochtend de tijd nam om me met nog meer waarschuwingen op te zadelen. Ik voelde de nieuwe Lorelei in me rukken aan de ketenen, maar vroeg me ook af waarom ik niet terug kon lachen naar de jongens die me interesseerden. Waarom kon ik niet uit de schaduw tevoorschijn komen en ervan genieten? Waarom was het zo verschrikkelijk als ik een date zou hebben? Ik zou niet te ver gaan. Papa had me vaak verteld dat ik de slimste dochter was die hij ooit had gehad. Ava besefte niet hoe intelligent ik was. Ik begon te denken dat ze, alleen omdat zij die dingen niet kon doen, niet wilde dat ik ze deed. Als ik werkelijk een gave bezat, een macht, waarom moest ik dan wachten tot ik ervan zou kunnen profiteren? Ik zou nooit uit het oog verliezen hoe belangrijk ik was voor papa.
De tweede bel ging en iedereen stond op, de een vlugger dan de ander, babbelend met die gedwongen energie die ze alle kanten uit deed gaan, wat Ava verspilde energie noemde. Ik voelde me plotseling nog afstandelijker, maar niet op een arrogante manier. Ik bleef achter, omdat ik niet gelijk op wilde gaan met hen, geen deel van ze wilde worden. Meneer Burns glimlachte weer en knikte naar me.
'Prettige dag, Lorelei,' zei hij. Hij was een van de jongere high-school docenten, waarschijnlijk pas begin dertig. Behalve dat hij de leiding had in de aula, had ik Engelse les van hem, mijn laatste uur van de dag. We behandelden nu Shakespeare, en hij gaf les door opnamen af te draaien van beroepsvoorstellingen. Hij zei dat hij niet genoeg verdiende om naar ons te moeten luisteren als we Shakespeare hardop voorlazen.
De meeste andere meisjes waren verliefd op hem. Ik aarzelde om het woord 'smoorverliefd' te gebruiken sinds Ava er de spot mee had gedreven. Hij was knap, had donkerbruin haar en schalkse groene ogen en was bijna een meter tachtig lang. Hij had het figuur van een tennisprof, slank en fit. Ik maakte geen deel uit van het Roddelnetwerk, maar ik wist dat hij een relatie had met een vrouwelijke arts van het Cedars-Sinai Hospital. De aankondiging van zijn verloving werd snel verwacht.
'Dank u,' zei ik. 'Het spijt me dat ik te laat was.'
'De eerste keer negeer ik het,' zei hij. Ik wist dat het niet waar was. 'Je hebt iets anders met je haar gedaan, hè?'
De leerlingen voor zijn eerste lesuur kwamen binnen. Hij kwam dichter bij me staan.
'Niet veel,' antwoordde ik.
'Wat het ook is, het staat je goed.'
Ik keek hem even strak aan, glimlachte en liep naar buiten. Ik voelde dat zijn blik me volgde. Toen ik omkeek, stond hij in de deuropening en glimlachte in mijn richting.
Ava, help me, dacht ik, met het gevoel dat ik dat hoorde te denken nu een docent met me flirtte. Maar om eerlijk te zijn wilde ik niet dat ze iets deed, me zelfs geen waarschuwing gaf. Ik wilde op verkenning uit, mijzelf en mijn macht op de proef stellen. Meer dan wat ook, nu meer dan ooit, wilde ik mezelf zijn, zelfs al betekende het met vuur spelen.
Zou ik er spijt van krijgen?