NOG MEER GEHEIMEN UIT HET VERLEDEN
'Eerst moet ik je een en ander over mezelf vertellen, zodat je beter zult kunnen begrijpen hoe en waarom de gebeurtenissen zich zo hebben afgespeeld.'
Zijn charmante, maar uitdagende glimlach verdween, en zijn houding was gespannen toen hij zich naar voren boog en me diep in de ogen keek.
'Ik ben een kind van rijke en invloedrijke ouders, en had een comfortabele jeugd. Mijn vader was een doortastende, robuuste man, maar mijn moeder was heel lief en toegewijd - toegewijd aan mijn vader,
aan haar kinderen en aan het imago van Alcott.
'Vanaf het begin werd Alexandria en mij geleerd hoe belangrijk dat imago was. Ons werd duidelijk te kennen gegeven dat we de verantwoordelijkheid hadden dat beeld hoog te houden. Dat de mensen tegen ons opkeken, dat we in zekere zin de nieuwe heersende klasse van het Zuiden waren. We hadden geld en macht - macht om het leven van anderen te beïnvloeden.
'Als belegger en bankier beheerste mijn vader het lot van velen. Kortom, ik werd grootgebracht met het idee dat ik een soort prins was en op een dag de troon van mijn vader zou erven en zou regeren volgens de traditie van de Alcotts.'
Hij leunde achterover, strengelde zijn vingers onder zijn kin ineen en glimlachte.
'Het was allemaal erg overdreven, maar zoals met de meeste mensen van enig aanzien en rijkdom het geval is, begonnen ze te geloven in hun eigen publiciteit. Zeker vader.
'In ieder geval,' ging hij verder, met een enigszins weemoedige blik in zijn ogen, 'zoals ik je al vertelde, was Alexandria geboren met een ongeneeslijke ziekte. Daardoor, en omdat ons geleerd werd hoe belangrijk we ons moesten voelen, werd ze steeds melancholieker. Ze had het gevoel dat ze op een of andere manier schuld had aan haar ziekte, en ze geloofde altijd dat ze een teleurstelling was voor haar ouders, vooral voor mijn vader.
'Ondanks haar ziekte was ze een uitstekende leerlinge, die altijd weer haar best deed nog meer te presteren. Ik hield heel veel van haar en zou alles voor haar doen wat in mijn macht lag.'
Hij glimlachte vertederd.
'Ze gaf me altijd een standje dat ik te veel tijd en aandacht aan haar besteedde. "Je hoort met je vrienden uit te gaan," zei ze altijd, "achter de mooie meiden aan, en niet je tijd te verdoen met je invalide zusje." Maar ik kon haar niet in de steek laten.
'Toen niemand haar uitnodigde voor het schoolbal, ging ik zelf met haar; ik dwong haar mee te gaan, ook al kon ze niet dansen. Ik ging met haar naar de bioscoop en de schouwburg, en maakte autotochten met haar langs de kust of in de bergen. Ik ging met haar zeilen en zelfs paardrijden, toen ze dat nog kon. Na een tijdje deed en zag ze alles omdat ik het wilde.
'"O, wat doet het er nou toe, Bronson?" vroeg ze als ik koppig volhield. Ik wilde het niet hardop zeggen, maar ik wilde alles in haar leven persen wat ik maar kon, omdat ik wist dat ze niet lang te leven had. Maar ik hoefde het ook niet te zeggen; ze begreep het wel.
'In ieder geval veronderstel ik dat mijn toewijding aan Alexandria niet erg in de smaak viel bij enkele jonge vrouwen. Er werden snibbige opmerkingen gemaakt en lelijke geruchten over ons verspreid - de meesten vonden het onnatuurlijk dat een broer en zuster zo aan elkaar gehecht konden zijn - maar ik was niet van plan Alexandria de rug toe te keren en achter een verwaand, knap meisje aan te jagen, alleen om een paar roddelaarsters tevreden te stellen.'
'Mijn moeder was een van die jonge vrouwen, hè?' vroeg ik brutaal.
Hij staarde me even zonder iets te zeggen aan, en trommelde met zijn vingers op de armleuning van zijn stoel voor hij opstond en naar de grote ramen liep, waar hij bleef staan om naar de tuinen en de daarachter liggende zee te staren. Eindelijk draaide hij zich weer naar me om. In zijn ogen lag een intens, innerlijk verdriet dat ik kon begrijpen, want ik herkende het als het verdriet dat een man voelt als hij verlangt naar een vrouw die voor eeuwig buiten zijn bereik lijkt. Ik had die blik soms in Jimmy's ogen gezien toen we samen opgroeiden en geloofden dat we broer en zuster waren, en emoties en verlangens voelden die we als onfatsoenlijk beschouwden.
'Je moeder,' begon hij, 'was en is nog steeds een van de mooiste vrouwen in Cutler's Cove, en zoals alle mooie vrouwen is ze een beetje ijdel.'
'Moeder,' zei ik droog, 'heeft veel meer dan haar rechtmatige deel van ijdelheid.'
Hij begon te lachen, maar stopte en schudde zijn hoofd.
'Dat zal ik niet ontkennen, maar ik begrijp hoe dat komt.' Hij zweeg even en dacht na. 'Je weet niet veel over de familie van je moeder, en over haar jeugd, hè?'
'Nee. Ze praat er nooit over, en altijd als ik haar iets vroeg, antwoordde ze snel, ongeduldig, alsof ik haar ergerde, dus hield ik mijn mond. Alles wat ik weet is dat ze enig kind was en dat haar beide ouders zijn overleden.'
'Ja, ze was enig kind, een jong meisje dat haar vader adoreerde - nee, aanbad, kun je wel zeggen. Maar Simon Thomas was de ergste losbol die je je voor kon stellen en gaf haar niet de aandacht die ze zo wanhopig nodig had. Zijn reputatie als vrouwenjager was altijd een onderwerp van gesprek. Haar arme moeder leed er erg onder en probeerde net te doen of er niets aan de hand was. Laura Sue,' zei hij nadrukkelijk, 'stamt uit een wereld van illusie en bedrog, wantrouwen en verraad.
'Als gevolg daarvan,' ging hij ernstig verder, 'hunkerde ze naar aandacht, naar liefde, en was veeleisender dan enige vrouw die ik kende.
'Maar ik was hopeloos verliefd op haar vanaf het eerste moment dat ik haar zag. Ik herinner me,' ging hij verder, terwijl de glimlach in zijn ogen terugkeerde, 'dat ik mijn auto parkeerde op de hoek van haar straat en daar uren zat te wachten om een glimp van haar op te vangen.'
Hij zweeg even, alsof het beeld van mijn moeder als jong meisje op de muur tegenover hem werd geprojecteerd.
'In ieder geval,' zei hij, opschrikkend uit zijn gemijmer, 'begon ik haar het hof te maken, en een tijdlang vormden we een opvallend paar. Maar toen mijn moeder bloedkanker kreeg en stierf, voelde ik nog meer de behoefte voor Alexandria te zorgen. Ze was wanhopig na de onverwachte dood van mijn moeder.'
'En je dierbare Laura Sue, mijn moeder,' zei ik, vooruitlopend op zijn verhaal, 'ergerde zich aan alle aandacht die je aan je zuster schonk.'
'Laura Sue had een man nodig die haar tot het middelpunt van zijn bestaan zou maken,' legde hij uit. 'Ik wilde die man zijn, ik wilde niets liever, maar ik kon Alexandria niet de rug toekeren.'
'Dus keerde moeder jou de rug toe,' zei ik. 'Waarom geef je nog steeds om haar, terwijl je weet hoe egocentrisch ze is en was?' vroeg ik me hardop af. 'Is liefde zo blind? Zijn mannen werkelijk zo dom?'
Hij lachte.
'Misschien,' zei hij. 'Maar voor een jonge vrouw die zelf een tragische romance heeft beleefd, toon je niet veel medelijden en begrip.'
Ik bloosde. Had hij gelijk? Werd ik werkelijk zo'n harde, koude vrouw als Jimmy vreesde?
'Het spijt me,' zei ik.
Hij ging terug naar zijn stoel en nam nog een slok sherry. Toen leunde hij weer achterover met zijn handen onder zijn kin.
'Laura Sue ging naar een finishing school, en ik richtte al mijn energie op mijn werk. Ik probeerde mijn emoties en verdriet te verbergen voor Alexandria, maar ze voelde alles haarfijn aan, vooral als het met mij te maken had. Ik weet dat ze zich verschrikkelijk schuldig voelde, omdat ze dacht dat ze mijn leven verwoestte, en ze probeerde me zover te krijgen dat ik minder tijd met haar doorbracht. Ze vroeg mijn vader zelfs haar in een inrichting voor gehandicapten onder te brengen, maar hij schaamde zich voor haar ziekte en weigerde toestemming te geven.
'Niet lang daarna hoorde ik dat Laura Sue verloofd was met Randolph Cutler. Het was vreemd,' zei hij glimlachend, 'maar het was of een wolk voor de zon was weggetrokken. Nu ik niet langer de mogelijkheid had met Laura Sue te trouwen, leek het of er een eind kwam aan mijn kwellingen.'
'Was je op een ander verliefd?' vroeg ik snel.
'Niet serieus. Misschien was ik de liefde inmiddels gaan wantrouwen,' ging hij verder, met een ondeugende glinstering in zijn ogen. 'Het was trouwens toch een moeilijke periode in mijn leven. Mijn vader kreeg een hartaanval. Hij bleef weken in het ziekenhuis tot hij ten slotte stierf. Na zijn dood volgde ik hem op bij de bank.
'Nu waren alleen Alexandria en ik nog over. Maar haar toestand werd erger. Ik nam een dag- en nachtverpleegster in huis, at bij haar in haar kamer, reed haar rond in haar rolstoel wanneer ik maar even kon; kortom, ik bracht nog meer tijd met haar door, omdat ik wist dat haar dagen geteld waren. Ze klaagde nooit en deed haar uiterste best om niemand tot last te zijn.
'Eindelijk is ze op een nacht in haar slaap gestorven. Zelfs in de dood had ze nog die vriendelijke glimlach.' De tranen sprongen in zijn ogen en rolden langzaam over zijn wangen. Hij veegde ze niet weg; hij staarde voor zich uit of hij niet besefte dat hij huilde.
Ik kon mijn eigen tranen nauwelijks bedwingen. Toen hij zag dat ik in mijn ogen wreef, ging hij rechtop zitten. Zijn tranen waren gedroogd, maar de gekwelde blik in zijn ogen bleef.
'Inmiddels waren Laura Sue en Randolph getrouwd, en Philip was geboren. Omdat de bank een hechte financiële relatie had met het hotel, werd ik vaak uitgenodigd om met mevrouw Cutler te eten en zat dan aan tafel met haar, Randolph en Laura Sue.'
'Dat moet moeilijk voor je zijn geweest,' zei ik, 'nu ik weet hoeveel je van haar hebt gehouden.'
'Ja,' zei hij, blij dat ik het begreep. 'Maar eigenlijk was het een verrukkelijke kwelling. Ik verlangde ernaar, naar de kans om naast haar te zitten, haar te zien en met haar te praten en haar hand in de mijne te voelen als we elkaar begroetten. En ik merkte al snel dat ik haar ook niet onverschillig was.
'Het was een moeilijke tijd voor Laura Sue. Mevrouw Cutler was er altijd tegen geweest dat Randolph met haar trouwde, en ze was niet iemand om haar gevoelens onder stoelen of banken te steken. Er hing een geladen atmosfeer tussen haar en Laura Sue; ze haatten elkaar.
'Maar meneer Cutler was een ander verhaal. Randolphs vader had de reputatie dat hij min of meer een losbol was. Hij vond het heerlijk met de jonge vrouwen te flirten die in het hotel kwamen, en er deden altijd verhalen de ronde over zijn onwettige avonturen. Natuurlijk durfde niemand er iets over te zeggen waar mevrouw Cutler bij was. Ze was een indrukwekkende vrouw - klein van gestalte, maar overheersend en imponerend.'
'Ik weet maar al te goed hoe imponerend ze was,' zei ik scherp.
'Wat? O, ja, ja. In ieder geval, laat op een avond ging de bel en ik hoorde Livingston opendoen. Ik trok snel mijn kamerjas en mijn pantoffels aan. Ik liep de trap af en zag Laura Sue. Ze was kennelijk erg van streek, bijna hysterisch. Ze had een paar oude kleren aangetrokken, haar haar zat in de war, ze had zich niet opgemaakt en haar ogen waren bloeddoorlopen. Livingston schrok zich dood toen hij haar zag.
'Ik nam haar mee naar deze kamer en gaf haar wat sherry. Ze dronk het glas in één teug leeg, liet zich toen achterover op de bank vallen, barstte in tranen uit, en vertelde hijgend een verward verhaal. Langzamerhand wist ik eruit op te maken dat haar schoonvader haar had verkracht.
'Natuurlijk was ik geschokt. Mijn stemming ging van verbazing over in medelijden en toen in verontwaardiging. Twee keer stond ik op het punt naar het hotel te gaan om die kerel in elkaar te slaan, maar twee keer smeekte ze me het niet te doen.
'Eindelijk kalmeerden we allebei. Ik hield haar urenlang in mijn armen, kuste haar en verzekerde haar dat ik haar op alle mogelijke manieren zou helpen. Ik beloofde haar dat ik haar de beste advocaat zou bezorgen. Ik bood haar mijn huis aan, maar ze was bang, en hoe ik haar ook verzekerde dat ik haar zou helpen, ik kon haar niet overhalen om wettelijk tot actie over te gaan.
'Maar' - hij wendde zijn blik af en draaide zich toen weer naar me om - 'we wisten dat we van elkaar hielden en gaven het eerlijk toe. Ze is die nacht bij me gebleven,' bekende hij.
'Nadat ze net verkracht was?' vroeg ik ongelovig.
'We hebben alleen maar in eikaars armen gelegen. De volgende ochtend ging ze weer naar het hotel, maar van tijd tot tijd kwam ze terug. Het leek ons beter dat ik niet naar het hotel ging. Mevrouw Cutler nodigde me trouwens toch niet meer uit.' Even bloosde hij van schaamte en schuldbesef. Toen richtte hij zich op en haalde diep adem.
'Mevrouw Cutler was een vrouw wie niets ontging van wat er om haar heen gebeurde, hoe voorzichtig en stiekem we het ook deden. Niet lang daarna besefte Laura Sue dat ze zwanger was van jou, en toen ze de weken terugtelde, wist ze dat je het kind van Cutler was. Toen Laura Sue vertelde dat ze zwanger was, beschuldigde mevrouw Cutler haar ervan dat ze een verhouding had met mij en nam aan dat ik je vader was.
'Zij en Laura hadden een confrontatie en Laura Sue bekende haar wat haar man had gedaan. Natuurlijk weigerde Lillian Cutler het openlijk te erkennen, maar Laura Sue en ik voelden allebei dat ze in haar hart wist dat het waar was. Er werden diverse dreigementen uitgewisseld, en mevrouw Cutler zwoer dat ze een schandaal voor Laura zou veroorzaken als ze ook maar één woord erover tegen iemand zou zeggen. Ze zei dat ze met getuigen zou komen om te bewijzen dat Laura Sue en ik een verhouding hadden, en Laura Sue zou aan de schandpaal worden genageld omdat ze meneer Cutler vals had beschuldigd. Laura Sue was niet tegen mevrouw Cutler opgewassen. Ik heb vaak geprobeerd haar over te halen van Randolph te scheiden en met mij te trouwen, maar ze was bang.
'Niet lang daarna kreeg meneer Cutler een beroerte, en na een week of zo overleed hij. Toen hij er niet meer was voelde Laura Sue dat ze nooit zou kunnen bewijzen wat hij gedaan had.
'Toen de datum van jouw geboorte dichterbij kwam, versterkte mevrouw Cutler haar greep op Laura Sue; ze liet zelfs haar advocaat komen om Laura Sue uit te leggen wat ze allemaal met haar zou doen als ze haar niet in alles gehoorzaamde.
'Ze terroriseerde haar zo erg dat ze toestemde in die schijnbare ontvoering, waardoor jij van het toneel werd verwijderd. De bijzonderheden van dat verhaal ken je.'
'Ja,' zei ik, 'helaas wel.'
'Maar je weet niet hoeveel pijn en verdriet Laura Sue heeft gehad. Ze werd gepijnigd door schuldbesef,' zei hij.
'Dat kan ik nog steeds moeilijk geloven,' antwoordde ik. 'Ik denk dat ik daar altijd aan zal twijfelen.'
'Ik weet het,' zei Bronson. 'Hoe kan een kind ooit begrijpen waarom haar moeder haar weggeeft? Maar misschien kun je het op een dag opbrengen haar te vergeven.'
Ik beet op mijn onderlip en wendde mijn blik af. Zwijgend schudde ik mijn hoofd.
'Misschien komt het omdat jij een man bent en nog steeds zo gek op haar bent dat je haar zo gemakkelijk haar egoïsme kunt vergeven. Ik kan niets beloven,' zei ik.
'Ik vraag je alleen het te proberen,' antwoordde hij. 'Wil je nog wat sherry?' Hij stond op en ging de fles halen.
'Ja, graag,' zei ik. Hij schonk nog een glas voor me in en daarna voor hemzelf.
Ik wachtte tot hij weer ging zitten.
'Vertel eens,' zei ik. 'Wat wist Randolph precies hiervan?'
'Laura Sue heeft hem alles verteld, maar hij weigerde ernaar te luisteren. AI heel snel trok hij zich terug in zijn eigen wereld, maar meer dan wie ook was het zijn moeder die hem daartoe dreef. Ik kende hem goed genoeg om te zien dat hij heel onzeker was en zich zelfs schaamde dat hij niet aan de verwachtingen van zijn moeder voldeed. Ze strafte hem op allerlei manieren omdat hij tegen haar zin met Laura Sue was getrouwd. Het was het enige dat hij ooit tegen haar wil had gedaan, en dat heeft ze hem nooit vergeven.
'Ik heb zo'n idee dat hij zich geen man voelde bij haar en dat dat de reden was waarom hij zo geworden is. Ik geloof niet dat mevrouw Cutler het erg vond. Ik denk dat ze het zelfs wel rustig vond dat hij zo werd wat Laura Sue betrof.'
'Hoe bedoel je?' vroeg ik. Ik ving iets op tussen de regels.
'Randolph was nog steeds dol op Laura, en deed alsof ze in elk opzicht nog man en vrouw waren. Ik geloof dat hij op zijn manier nog erg veel van haar hield, maar hij en Laura Sue gingen al niet meer met elkaar naar bed kort nadat zijn vader haar verkracht had,' zei hij.
'Gingen niet meer met elkaar naar bed.' Ik nam nog een slokje sherry en ging rechtop zitten. 'Maar dat kan niet,' zei ik, toen ik even nadacht. 'Clara Sue...'
'Is mijn kind,' bekende hij.
Bronson leunde achterover, uitgeput door zijn onthullingen. Zijn gezicht zag rood, mede door de glazen sherry die hij achter elkaar had gedronken om moed te scheppen. Het duizelde me na zijn verhaal en mijn hart klopte als een bezetene. Ik had het gevoel dat ik verdronk in een zee van tegenstrijdige emoties. Ik haatte mijn moeder en ik had medelijden met haar; ik had medelijden met Randolph, maar haatte zijn zwakheid. Bronson was in mijn achting gedaald omdat hij moeder toestond hem te blijven kwellen en hem na al die jaren aan het lijntje te houden, maar ik bewonderde hem om de trouw en liefde die hij zijn zusje had geschonken.
Het belangrijkste en meest tragische was het besef dat er altijd iets was dat mensen ervan weerhield te doen wat juist was, wat hun hart hun ingaf. Het ironische was dat als moeder minder egocentrisch was geweest, ze met Bronson zou zijn getrouwd en een fantastisch leven zou hebben gehad. Ze zou de verschrikking hebben vermeden om onder de duim van grootmoeder Cutler te moeten leven.
'Ik ben moe,' zei ik, de diepe stilte verbrekend. 'Ik moet naar huis.'
'Natuurlijk,' zei hij, opspringend. 'Ik zal tegen de chauffeur zeggen dat hij de auto voorrijdt.'
Terwijl hij weg was moest ik denken aan Bronsons bekentenis. Clara Sue was zijn dochter. Nu begreep ik waarom ik iets bekends had gezien in het portret van zijn moeder. Ik had een gelijkenis gezien met Clara Sue. Omdat we een andere vader hadden en haar vader geen Cutler was, waren we minder nauw verwant dan ik had gedacht. Daar was ik dankbaar voor. Zij en ik hadden zo'n totaal ander karakter. Ik dacht niet dat ik zo gemeen, zo boosaardig en wreed kon zijn, al leek Bronson me niet een vader van wie ze die eigenschappen geërfd kon hebben.
Een andere ironie die me niet ontging had betrekking op Clara Sue en mij. Zij zou uiteindelijk bij haar echte ouders leven, maar het niet weten, en ik had door omstandigheden bij mensen gewoond die niet mijn ouders waren, en had dat het grootste deel van mijn leven niet geweten. Voor ons beiden was familie gebaseerd op bedrog.
Daarom was ik zo stil toen Bronson, die met me meeliep naar de auto, tegen me zei: 'Ik hoop dat we nu allemaal meer een familie kunnen vormen.' Ik staarde hem enigszins wezenloos aan, alsof hij sprak over niet te verwezenlijken dromen. Voor mij was het idee van een familie een mythe geworden. Het leek haast een sprookje. Hoe was het om ouders en broers en zusters te hebben van wie je hield en die van jou hielden? Hoe was het om van elkaar te houden, zich eikaars verjaardag te herinneren en elke gebeurtenis, alles wat je nieuw ontdekte te vieren? Hoe was het om op een feestdag als Thanksgiving thuis tezamen met je familie rond de tafel te zitten, terwijl iedereen lachte en glimlachte en blij was dat we er allemaal waren?
'Dawn,' zei hij, en pakte mijn arm toen ik in wilde stappen. Hij keek me smekend aan. 'Ik hoop dat je het kunt opbrengen ons al onze zwakheden en zonden te vergeven.'
'Het is niet aan mij om iemand iets te vergeven,' zei ik. Ik sloeg mijn ogen neer en keek toen weer op. Ik zag de gekwelde blik in zijn ogen. 'Dank je,' zei ik, 'dat je me je verhaal hebt toevertrouwd en genoeg om me geeft om op begrip van mij te hopen.'
Hij glimlachte en zijn blauwe ogen fonkelden.
'Welterusten,' zei hij.
'Welterusten. Het was een heerlijk diner,' voegde ik eraan toe. De chauffeur startte de motor en reed weg. Toen ik achteromkeek, stond Bronson nog voor zijn huis en keek me na.
Toen we over het kronkelige pad omlaagreden, weg van Bronsons schitterende huis, zag ik de verlichte ramen van de huizen onder me. Daarbinnen waren misschien gezinnen in de zitkamer die naar de televisie keken of naar muziek luisterden. De kinderen twijfelden er niet aan dat ze bij hun ouders waren. Alweer ironisch, velen van hen wensten waarschijnlijk dat ze zo'n prachtig en beroemd hotel bezaten als Cutler's Cove. Ze vonden hun leven saai en eentonig en verlangden naar de opwinding die wij beleefden.
Ja, we woonden in kastelen, maar de slotgrachten die ons omringden waren gevuld met leugens en tranen. De rijke en beroemde mensen woonden achter reclameborden, hun huizen waren als filmdecors, facades, luxueus maar leeg. Wie van degenen die vonden dat ze een middelmatig leven leidden, zou willen ruilen met Bronson Alcott als ze eenmaal wisten hoe die man had geleden?
Plotseling, toen ik uitkeek over de zee en de maansikkel tussen twee witte wolken zag gluren, voelde ik me melancholiek worden. Ik wilde dat ik terug kon vallen in de tijd en weer een klein meisje kon zijn, het kleine meisje dat dacht dat ze naar haar echte moeder holde als ze haar vinger bezeerd had en behoefte had aan liefde en aandacht. Ik wilde door de voordeur naar binnen rennen van willekeurig welk armoedig en haveloos huisje of appartement waar we toen woonden en mijn armen om mama Longchamp heenslaan en haar armen om me heen voelen, haar zoenen op mijn haar en gezicht. Ik wilde dat alle krabben en sneden en builen in een paar seconden verdwenen waren.
Maar ze gaan niet in een paar seconden weg. Ze blijven toeven in ons hart, dacht ik, omdat er niemand anders is dan wijzelf om ons te troosten.
Toen we over de oprijlaan naar het hotel reden, voelde ik iets van mijn sombere stemming verdwijnen, want ik wist dat daarbinnen Jimmy en Christie op me wachtten. Het was belangrijk - belangrijker dan ooit, dacht ik - dat we ons aan elkaar vasthielden en elkaar liefhadden en koesterden.
Het was stil in het hotel. De meeste gasten waren al naar hun kamer. Sommigen zaten nog in de lobby zachtjes te praten en enkelen zaten buiten. Haastig liep ik naar onze suite en keek eerst even bij Christie binnen. Ze was in diepe slaap, haar gezichtje afgewend. Ze hield haar teddybeer in haar armen. Ik trok haar deken recht en kuste haar wangetje, en ging toen naar Jimmy om hem te vertellen wat Bronson had onthuld.
Hij luisterde aandachtig, en schudde nu en dan zijn hoofd. Toen ik klaar was drukte hij me stevig tegen zich aan.
'O, het was vreselijk, Jimmy, vreselijk om te moeten horen hoe wreed en gemeen de mensen tegen elkaar waren die van elkaar hadden moeten houden,' snikte ik.
'Ons leven wordt anders,' beloofde hij.
'Misschien rust er een vloek op dit huis, Jimmy. Misschien kunnen we er niets aan doen,' zei ik angstig.
'Alle vervloekingen worden door de mensen zelf gemaakt,' zei hij.
'Jimmy,' zei ik, me losmakend uit zijn armen, 'ik wil dat we nu meteen onze baby krijgen.'
Hij gaf geen antwoord, en ik zag die schaduw rond zijn ogen die altijd een teken was van iets droevigs.
'Wat is er, Jimmy? Ben je niet blij?' vroeg ik.
'Natuurlijk ben ik blij. Alleen' - hij staarde me even aan - 'ik kreeg gisteren een brief van papa.'
'Papa Longchamp? Waarom heb je dat niet verteld? Wat zei hij? Komt hij ons bezoeken?' Jimmy schudde zijn hoofd. 'Wat is er, Jimmy?'
'Edwina heeft een miskraam gehad,' zei hij. 'Ik wilde het je niet vertellen omdat er hier zoveel gebeurde. Met haar is alles in orde, maar ze waren allebei erg van streek.'
'En nu ben je bang als ik zwanger word?'
'Dat is het niet. Je gaat zo op in je werk dat je op het ogenblik nauwelijks tijd hebt voor Christie en mij.'
'Onze baby krijgen is belangrijker dan al het andere wat ik doe.'
Jimmy lag achterover op zijn kussen en keek toe terwijl ik me uitkleedde. Naakt kroop ik naast hem en nestelde me tegen hem aan. Ik voelde dat hij naar me verlangde. Maar zelfs toen bleef hij nog aarzelen.
'Doe dit niet omdat je je somber voelt, Dawn,' waarschuwde hij. 'Je mag nooit spijt hebben.'
'Dat zal ik nooit hebben,' zwoer ik, en ik kuste hem lang en hartstochtelijk op zijn mond, maakte mijn omhelzing steeds dwingender tot alle tegenstand verdwenen was. Vol liefde kwam hij bij me binnen. Terwijl ik naar steeds hogere toppen werd gedreven begon mijn sombere stemming te wijken. Ik keek uit het raam en zag dat de maan voorbij de wolken was en helder scheen in de inktzwarte lucht.
Het verleden kan ons niet deren, dacht ik, als we een fort bouwen van onze liefde.
Moeder kwam de volgende dag niet uit haar suite te voorschijn, en evenmin kwam ze lunchen of ging ze ergens naar toe. Jimmy had me verteld dat ze zachtjes in de auto had zitten huilen tijdens de hele afstand van Bronsons huis naar het hotel. Bronson had geprobeerd een ander beeld van haar voor me te schetsen; hij schilderde een portret van een klein meisje dat nauwelijks aandacht kreeg van haar vader, een klein meisje dat opgroeide tot een mooie, maar zwakke en onzekere vrouw, die in de val liep van een huwelijk dat desastreus bleek te zijn. Ik wist dat een groot deel van zijn beschrijving was ontstaan door zijn wanhopige en eeuwigdurende liefde voor haar, en dat ze niet het lelieblanke slachtoffer was dat hij van haar had gemaakt, maar ik werd ook achtervolgd door de angst dat ik te hardvochtig en streng werd.
Vermoeid van het haten en vechten, dwong ik mezelf naar haar toe te gaan.
Ze lag in bed en zag er bijna net zo uit als vóór mijn huwelijk en Randolphs overlijden: zwak en moedeloos. Het blad met eten dat mevrouw Bronson haar had gebracht stond op het nachtkastje en was nauwelijks aangeraakt. Ze lag met gesloten ogen, haar hoofd diep in het grote kussen gezonken, haar haren verspreid eromheen. Tot mijn verbazing zag ik dat ze zich niet had opgemaakt.
'Wat scheelt eraan vandaag, moeder?' begon ik. Haar oogleden knipperden open en ze staarde een ogenblik naar het plafond voor ze antwoord gaf.
'Ik ben gewoon zo moe van alle ruzies,' zei ze. 'Van alle hatelijke woorden. Het heeft me ziek gemaakt. Ik ben nooit erg sterk geweest, Dawn,' ging ze verder. Ze hief haar hoofd op en kwam langzaam overeind, 'en al die tumultueuze jaren hebben hun tol geëist. Ik ben geneigd me over te geven aan Vadertje Tijd en zijn weerzinwekkende metgezel, de Ouderdom. Laat komen wat komen moet,' zei ze, en liet haar hoofd weer op het kussen vallen.
Ik moest even glimlachen, maar beheerste me onmiddellijk.
'Maar, moeder,' zei ik, 'hoe zit het dan met je plannen om met Bronson te trouwen en een nieuw leven te beginnen? Ik denk toch niet dat Bronson met een gerimpelde, grijze heks wil trouwen, hè?' plaagde ik.
'Bronson trouwt niet met me als jij je ertegen verzet en er weer een schandaal van maakt,' zei ze met begrafenisogen. 'Hij zegt dat we elkaar allemaal aardig moeten vinden, want dat het anders geen zin heeft.'
'Ik verzet me er niet tegen,' zei ik. 'Ik ben niet degene die de eerste steen zal werpen. Als jullie samen willen trouwen, trouw dan,' zei ik, en bij die woorden begon ze te stralen als een kerstboom.
'O, Dawn, meen je dat? Echt? Wat heerlijk,' zei ze, en kwam weer overeind.
'Willen jullie de bruiloft ook in het hotel vieren?' vroeg ik, me afvragend hoe dat allemaal in een week georganiseerd moest worden.
'O, nee, nee, dat soort dingen hoeft voor ons niet meer. We gaan naar New York en trouwen voor een rechter en gaan dan naar alle Broadway-shows!' riep ze uit. Ze stak haar hand uit naar het dienblad en zette het op haar bedtafeltje. 'Ik heb al een hele nieuwe garderobe gekocht voor die gelegenheid,' ging ze verder, terwijl ze een hapje sla nam. 'Dat heb ik de afgelopen weken 's middags gedaan.'
'Dus je wist het al zo lang geleden?'
'Wat? O. Nou ja, ik heb altijd gedacht... ja,' bekende ze, niet in staat zo snel een excuus te verzinnen. 'Ja, het is waar. Ik weet dat het niet aardig klinkt, maar wat had het voor zin onszelf voor de gek te houden en net te doen of iets waarvan we wisten dat het zou gebeuren niet zou gebeuren? We wisten wat we wilden en wat we uiteindelijk zouden doen. Ik wilde voorbereid zijn.'
'Ik begrijp het. Heb je het Clara Sue verteld?' vroeg ik. Misschien was dat nog een andere reden waarom Clara Sue had geweigerd van de zomer thuis te komen. Moeder sloeg haar ogen neer.
'Nog niet.'
'Hoeveel wil je haar vertellen, moeder?' vroeg ik.
'Alleen dat we gaan trouwen,' zei ze. 'Dat is voorlopig het enige noodzakelijke. Waarom zouden we de dingen nog compliceerder maken dan ze al zijn?' vroeg ze.
'Dat moeten jij en Bronson beslissen,' antwoordde ik. 'Ik kan je alleen maar zeggen dat het erg pijnlijk is om te moeten horen dat iemand van wie je dacht dat ze je moeder was of iemand van wie je dacht hij je vader was dat niet is.'
'Dat ben ik met je eens,' zei moeder, zonder te begrijpen wat ik bedoelde. 'Waarom zouden we iemand extra verdriet bezorgen? De arme Clara Sue heeft al geleden omdat ze de man heeft verloren van wie ze dacht dat hij haar vader was. Het... het zou net lijken of hij weer stierf,' zei ze. Ze keek glimlachend op, haar blauwe ogen fonkelden van opwinding.
'En ik wil niet dat er iets onaangenaams gebeurt als Bronson en ik opnieuw beginnen. Ik hoop dat je ons vaak komt opzoeken, Dawn,' zei ze. 'We zullen fantastische diners geven en alle belangrijke mensen in Cutler's Cove uitnodigen. Bronson kent iedereen die iets betekent.'
'We zullen zien,' zei ik. 'Wanneer willen jullie vertrekken?'
'Eh, ik denk' - ze keek om zich heen alsof ze het vergeten was - 'ik denk dat Bronson me later op de dag komt halen.'
'Vandaag!' riep ik verbaasd uit. Als het allemaal afhing van mijn reactie, hoe wist ze dan wat ik zou zeggen en denken? Ik lachte bij mezelf en vroeg me onwillekeurig af hoe het mogelijk was dat Bronson niet wist wat een intrigante moeder was. Natuurlijk was het mogelijk dat hij het wist, maar bereid was ermee te leven, of zelfs geloofde dat hij haar kon veranderen. De liefde maakt ons allemaal tot dromers, dacht ik. Of in moeders geval, intrigantes.
'Ja. Dus probeer alsjeblieft mevrouw Boston voor me te vinden, wil je, Dawn? Ze moet me helpen pakken, en ik wil haar vertellen hoe ze mijn spulletjes moet verhuizen.'
'En Philip? Heb je het aan Philip verteld?' vroeg ik. Nu alles definitief was, kon ik niet geloven dat alles zo snel ging veranderen.
'Philip? Maar Philip is nog met vakantie met zijn vriendin en haar ouders,' zei ze. 'Ik zal moeten wachten met het hem te vertellen. Of als hij belt terwijl ik in New York ben, kun jij het hem vertellen,' zei ze.
'Kun je hem dat niet beter zelf vertellen?' vroeg ik.
'Nieuws is nieuws,' zei ze, het blad opzij schuivend. 'Bovendien maakt Philip zich nooit erg druk over iets dat mij aangaat. Wat dat betreft lijkt hij op zijn grootmoeder.'
'Goed, moeder, ik zal mevrouw Boston gaan halen,' zei ik.
'Dank je, Dawn. En Dawn,' riep ze toen ik naar buiten liep, 'dank je. Bedankt dat je zoveel begrip toont. Je bent een echte jongedame geworden.'
'Ik hoop dat je gelukkig wordt, moeder,' zei ik. 'Dat hoop ik echt.'
Ik liet haar opnieuw tot leven gewekt achter in haar kamer. Ik moest onwillekeurig lachen.
Laat in de middag stopte Bronsons auto voor het hotel. Omdat mevrouw Boston en een paar andere leden van het hotelpersoneel door moeder waren opgetrommeld om haar te helpen bij haar vertrek, had het nieuws zich inmiddels in het hele hotel verspreid. Iedereen in de hal keek vol verwachting op toen Bronson binnenkwam. Overal werd druk gefluisterd.
Al moeders eigendommen waren beneden gebracht en stonden bij de deur in zes koffers en twee grote, zwarte hutkoffers. De piccolo's en Bronsons chauffeur laadden ze in de limousine. Toen ik merkte dat Bronson gearriveerd was, ging ik hem begroeten. Mevrouw Boston was onmiddellijk naar boven gegaan om moeder te waarschuwen, zoals ze had gevraagd.
'Zo,' zei hij, een beetje verlegen onder al die aandacht, 'het ziet ernaar uit dat we het avondnieuws hebben gehaald.'
'Als opening,' zei ik. 'Wanneer gaan jullie precies trouwen?'
'Morgen,' antwoordde hij. Hij wipte van het ene been op het andere en glimlachte nerveus.
'Ik wens je veel geluk,' zei ik, en stak mijn hand uit.
'Dank je. Ik meende wat ik gisteren zei. Ik hoop dat we nu één familie zullen vormen.'
Voor ik antwoord kon geven hoorden we moeders hoge lachje, en even later maakte ze haar entree. Toen ze door de hal naar Bronson toeliep, zag ik hoe ze om zich heen keek, de nieuwsgierigheid van de toeschouwers opzoog als een bloem het regenwater; al die aandacht deed haar nog meer opbloeien. Bronson stak zijn handen uit en ze pakte ze aan en liet zich naar hem toetrekken. Hij legde zijn arm om haar schouder en kuste haar op de wang.
'Je ziet eruit als een frisse lentedag,' zei hij.
'Heus?' vroeg ze met duidelijk valse bescheidenheid. 'Ik dacht dat ik er vreselijk uitzag na al dat gehaast.' Ze draaide zich naar me om en stak haar hand uit. Ik pakte hem aan en ze glimlachte.
'Dag, Dawn,' zei moeder bijna fluisterend. Ze had een rode kleur en haar ogen schitterden.
Toen ik in haar stralende gezicht keek, besefte ik dat moeder het beschouwde als een ontsnapping. Ze ontkwam aan de schaduw van grootmoeder Cutler en de last van al die onaangename herinneringen. En even benijdde ik haar. Wat had ik mezelf aangedaan door mijn erfenis te accepteren en mijn dromen en ambities op te geven?
Ze bukte zich en kuste me op de wang.
'Dag, moeder, veel geluk,' fluisterde ik.
'We bellen je zodra we terug zijn,' beloofde Bronson. Ik volgde hen de deur uit. Jimmy, die toezicht hield op de reparaties van de fonteinen aan de voorkant, kwam haastig dichterbij om Bronson een hand te geven. Moeder gaf hem een zoen op zijn wang en hij bloosde verlegen. Toen kwam hij naast me staan en we keken naar hen toen ze in de limousine stapten.
Ik zag de blik waarmee moeder naar het hotel keek: een vreemde mengeling van droefheid en blijdschap. De tranen rolden over haar wangen. Toen omhelsde Bronson haar en ze verborg haar gezicht in zijn hals. Zich aan elkaar vastklemmend reden ze weg... twee geliefden die jaren en jaren geleden hun grote moment voorbij hadden laten gaan en een tweede kans hadden gekregen.
De auto liet de donkere schaduwen achter zich die de zon en het hotel over het terrein wierpen. Voor moeder was het echt of ze aan grootmoeder Cutlers geest ontsnapte. De zon scheen op het dak van de limousine toen hij om de bocht verdween.
'Nou, dat is dat,' zei Jimmy, terwijl hij me omhelsde. 'Grappig,' zei hij, om zich heen kijkend. 'De oude mevrouw Cutler is weg, en de arme Randolph is haar gevolgd. Nu gaat je moeder weg om te trouwen en in dat grote huis te gaan wonen, en Clara Sue zal wel bij hen gaan wonen.'
'O, die gaat daar wonen,' zei ik. 'Daar zorg ik wel voor.'
'Dan zijn alleen wij er nog,' zei hij.
'En Philip,' bracht ik hem in herinnering.
'O, ja, en Philip.'
Een paar dagen later - een dag voordat moeder en haar nieuwe echtgenoot terugkeerden van hun plotselinge huwelijk en hun huwelijksreis naar New York City - arriveerde Philip. Hij was donkerbruin en uitgerust van zijn vakantie in Bermuda. Hij kwam allereerst naar mijn kantoor. Ik hoorde hem kloppen en keek op toen hij zijn hoofd om de deur stak.
'Hallo,' zei hij.
'Philip. Ben je net aangekomen?'
'Ja,' zei hij, terwijl hij binnenkwam. 'Uitgerust en gereed om aan het werk te gaan.' Ik leunde achterover. Hij nam me snel en aandachtig op en liet zijn schertsende houding varen.
'Is er iets?' vroeg hij.
'Ik neem aan dat je het nieuws nog niet gehoord hebt,' zei ik.
'Nieuws? Wat voor nieuws?' Hij glimlachte, maar er lag een bezorgde blik in zijn ogen. 'Is er iets met moeder gebeurd?' vroeg hij.
'Ja, je kunt wel zeggen dat er iets is gebeurd. Ze is hertrouwd en op huwelijksreis,' antwoordde ik. Hij glimlachte nog steeds, maar nu ongelovig.
'Dat meen je niet,' zei hij.
'Jawel. Zij en Bronson Alcott zijn ongeveer zes dagen geleden getrouwd in New York City. Haar spulletjes zijn voor het merendeel al overgebracht naar Beulla Woods.'
'Zo,' zei hij, en staarde naar de grond. Na een ogenblik kwam zijn glimlach terug en hij richtte zijn blik weer op mij. 'C'est la vie. Typisch iets voor moeder. Ze laat er geen gras over groeien.' Ik vroeg me af hoeveel hij had geweten, en of hij iets wist. 'Gaan jij en Jimmy nu in die suite wonen?'
'Nee,' zei ik. 'We zijn heel tevreden met onze kamers.'
'Mooi. Dan neem ik daar mijn intrek. Daar gaan Betty Ann en ik dan later wonen,' ging hij verder.
'O?'
'We hebben besloten ons in de herfst te verloven en een week na ons eindexamen te trouwen,' zei hij.
'Ik ben erg blij voor je, Philip. Gefeliciteerd.' Hij staarde me zo strak en intens aan, dat ik onwillekeurig mijn ogen neersloeg.
'Stel je voor,' zei hij bijna fluisterend. 'Binnenkort slapen we naast elkaar.'
'Je bedoelt in kamers naast elkaar, Philip,' verbeterde ik hem.
'Ja,' zei hij met een brede grijns. 'Natuurlijk. In kamers. Wel,' zei hij en sloeg zijn handen ineen, 'er is een hoop gebeurd en er gebeurt nog steeds veel. Ik vraag me af of onze lieve Clara Sue het al weet. Weet ze het?'
'Als ze het nog niet weet, zal het niet lang meer duren,' zei ik, met een koude, harde blik.
'O? Wat bedoel je?'
'Ik ben zo vrij geweest haar eigendommen naar Beulla Woods te laten brengen.'
Philip staarde me nog ongeloviger aan dan eerst. Toen begon hij te lachen.
'Meedogenloos, maar doeltreffend,' zei hij. Toen schudde hij zijn hoofd. 'Je bent werkelijk net als grootmoeder Cutler geworden. Kom, ik moet mijn koffers gaan uitpakken,' ging hij verder voor ik antwoord kon geven. Lachend liep hij de deur uit.
Ik stond op en liep naar het raam. Ik dacht na over zijn woorden. Het kon me niet schelen, hield ik me voor. Dit is de enige keer dat ik het niet erg vind om met haar te worden vergeleken. Er moet iets van grootmoeder Cutler in ons allemaal zijn, willen we het overleven, dacht ik.
Maar toen ik me omdraaide en naar het portret van mijn vader keek, leek het of zijn gezicht donkerder was geworden rond de ogen.