EEN AVOND IN BEULLA WOODS
In de tijd die onmiddellijk op Randolphs dood volgde, viel me een nogal dramatische verandering op in mijn moeder. Ze was nog maar nauwelijks aan een periode van rouw begonnen toen ze plotseling niet meer voortdurend opgesloten wilde zijn in haar suite. Ze kwam uit haar toestand van rouw met een explosie van verrassende energie. Maar haar aandacht en belangstelling gingen niet uit naar iets dat met het hotel te maken had. Integendeel, ze leek elk aspect ervan te vermijden. Ze wilde geen gasten ontmoeten of zich bemoeien met de dagelijkse gang van zaken in het hotel. Ik wist dat ze er een hekel aan had om door de hal te lopen, al was het maar om naar de limousine te gaan. Ze wilde de kritische ogen van het personeel en anderen niet zien, dus begon ze de gewoonte aan te nemen via een zij-ingang te vertrekken, bijna alsof ze stiekem het hotel in- en uitging. Soms dacht ik wel eens dat het ook zo was, al beweerde ze dat ze alleen maar ging winkelen of lunchen of dineren met oude vrienden.
Ja, plotseling had moeder weer oude vrienden. Ik kon op mijn vingers natellen hoeveel keer iemand die ze in de buurt kende haar was komen opzoeken sinds ik naar het hotel was teruggebracht, en ik kon me niet één keer herinneren dat ze iemand anders was gaan bezoeken. Maar dat veranderde snel.
Op een dag kwam ik haar tegen in de gang toen ze naar een van die afspraken ging. Ze had in haar kast zelden gedragen maar heel modieuze kleren gevonden. Het leek wel of het feit dat ze de zwarte rouwjapon had moeten dragen - ook al was het een speciaal ontwerp en maar voor heel korte tijd - haar had doen hunkeren naar heldere kleuren. Haar roze en blauw en groen was bijna lichtgevend. Deze speciale dag droeg ze ook een bijpassende blauwe muts. Met haar gekapte haar, haar opgemaakte gezicht en haar fonkelende juwelen, danste ze praktisch de trappen af. Ik meende zelfs dat ze neuriede.
'O, Dawn,' zei ze, toen ik haar in de hal verraste. Even verscheen er een schuldige blik in haar ogen. Toen glimlachte ze en draaide zich met een ruk om. 'Hoe zie ik eruit?'
Ik moest toegeven dat ze er jaren jonger uitzag. Haar gezicht straalde; ze was enthousiast en uitbundig. Het was of een donkere schaduw uit haar ziel was verdwenen.
'Heel mooi, moeder. Waar ga je vandaag naar toe?' vroeg ik.
'O, ik heb met een paar oude vriendinnen van de finishing school afgesproken voor de lunch, en dan gaan we misschien naar een modeshow,' citeerde ze, alsof ze het antwoord uit haar hoofd had geleerd voor het geval iemand het zou wagen ernaar te vragen. Ze zag de verwarde en sceptische uitdrukking op mijn gezicht en ging op krachtiger toon verder.
'Nou, waarom zou ik niet uitgaan? Ik heb genoeg van mijn suite. Die is meer een gevangenis voor me geworden. Ik heb zoveel tijd daarin doorgebracht, om te herstellen van de ene ziekte na de andere, dat ik er nu geen moment langer wil blijven dan nodig is. Bovendien,' voegde ze eraan toe, en liet haar mondhoeken zakken, 'zijn daar te veel trieste herinneringen aan Randolph. Ik moet zijn spullen wegdoen, ik zal wat aan Philip geven en wat aan het Leger des Heils, zodat arme mensen tenminste nog enig profijt kunnen trekken van de tragedie,' zei ze.
'Ja, dat zou aardig zijn, moeder,' zei ik droogjes.
'En is het je nooit opgevallen hoe weinig zon er in mijn suite komt?' kreunde ze. 'Het is alleen de ligging natuurlijk, maar het kan er zo somber en triest zijn. Geen wonder dat grootmoeder Cutler hem aan Randolph en mij heeft gegeven en die aan de andere kant van de gang voor zichzelf heeft gehouden. Daar is bijna de hele dag zon.'
'Misschien kun je dan beter naar de hare verhuizen,' stelde ik half schertsend voor.
'God bewaar me, nee. Ik wil niets te maken hebben met dat afschuwelijke mens. Dat mag je niet eens als grap voorstellen,' zei ze. Toen, even snel als haar gezicht was betrokken, klaarde het weer op. 'Kom, ik moet er vandoor,' zei ze. 'Julius wacht buiten in de limousine. Misschien,' riep ze achterom, 'zie ik op de show iets leuks en moderns voor jou.'
Ik zag haar haastig weglopen en ging toen naar boven om Christie te halen. Omdat het zomerseizoen in volle gang was, raakte ik steeds meer betrokken bij het dagelijkse beheer van het hotel. Nu en dan herinnerde Jimmy me vriendelijk aan mijn belofte niet zo volledig op te gaan in mijn werk voor het hotel dat ik hem en Christie zou verwaarlozen. Een paar keer was ik van het eten weggeroepen om een of twee problemen op te lossen, en telkens als ik terugkeerde naar de tafel, keek Jimmy naar me met die blik van 'Ik heb het je wel gezegd'.
Maar zowel Dorfman als Updike kreeg steeds meer vertrouwen in me en liet de dingen aan mij over. Telefoontjes en verzoeken, vragen van personeelsleden en leveranciers werden steeds meer direct naar mij doorgestuurd. Elke ochtend stond mijn blocnote nu vol met dingen die ik moest doen en mensen die ik moest bellen. Het was veel vermoeiender en geestelijk uitputtender dan ik had gedacht. Ik vroeg me af hoe grootmoeder Cutler dit hotel zo goed had kunnen beheren toen ze zoveel ouder was. Ik kon niet geloven dat iemand van haar leeftijd, vooral iemand als zij, het langer zou uithouden dan ik. En juist omdat ik door al die dingen werd afgeleid, voelde ik me steeds schuldiger dat ik niet meer tijd doorbracht met Christie.
Ze ontwikkelde zich zo snel dat ik de ene dag naar haar keek en aan haar dacht als een lieve kleine baby, en haar de volgende dag zag als een vroegrijp kind met een opmerkelijke belangstelling voor haar omgeving. Ze miste Randolph verschrikkelijk - waarschijnlijk meer dan wie ook. Sissy vertelde me hoe vaak ze vroeg om naar zijn kantoor te mogen gaan. Hij was zo geduldig met haar geweest en zo blij als ze hem stoorde in zijn bizarre activiteiten.
Ten slotte zei ik tegen Sissy haar naar mijn kantoor te brengen, maar het bleek voor mij moeilijker dan voor Randolph, want mijn werk was reëel, en de mensen die me wilden spreken aan de telefoon of over hun problemen in het hotel kwamen praten, vonden het niet zo prettig om te wachten tot ik eerst iets had uitgelegd aan Christie. Maar als ik het niet uitlegde, trok ze aan mijn rok of stelde haar vraag steeds opnieuw, tot ze tevreden was.
Soms, als Jimmy in een van zijn meer welwillende en vergevensgezinde buien was, kwam hij langs om haar te laten rijden op een maaimachine of naar de mannen te kijken die stonden te schilderen en schoon te maken. Niets verveelde haar, of het handenarbeid was of alleen maar kijken naar de boekhouder die op een rekenmachine zat te werken. Mensen interesseerden haar altijd.
We kochten opvoedkundig speelgoed voor haar, en haar woordenschat breidde zich snel uit. De gasten keken verbaasd op als ze hoorden dat ze nog maar net twee was. Omdat ze opgroeide in het hotel en dagelijks door vreemden werd omringd, werd ze heel extravert. Ze was alleen verlegen als iemand haar een complimentje gaf voor haar kleren of haar haar of haar mooie blauwe ogen.
Onwillekeurig vroeg ik me af of ze moeders koketterie had geërfd. Ze was ijdel en bracht uren door voor haar spiegel met haar eerste kam- en-borstelstel. Ze bleef ook geduldig zitten toen Sissy voor het eerst haar nagels deed, en ze liep onmiddellijk te paraderen door het hotel om het aan iedereen te laten zien.
Alleen moeder besteedde nauwelijks aandacht aan haar. Als ze haar tegenkwam in de gang of de hal, keek ze haar met een stralende glimlach aan, maar ik voelde dat ze dat deed omdat ze zich ervan bewust was dat anderen stonden te kijken. Ze bood nooit uit zichzelf aan om wat tijd met Christie door te brengen, en stond haar ook niet toe om in haar suite te komen. De enige keer dat Christie daar binnen was gekomen, had moeder tegen Sissy gegild dat ze haar mee moest nemen omdat er te veel kostbare dingen stonden die ze zou kunnen breken.
Moeders drukke nieuwe tijdschema hield haar steeds vaker weg uit het hotel. Ze at zelden met ons mee in de eetzaal en zag de gasten alleen als ze door de hal liep op weg naar buiten of als ze terugkwam. Philip belde me een keer om te vragen of ik wist waarom ze hem niet had teruggebeld.
'Ik ben praktisch klaar op de universiteit en wilde een korte vakantie nemen met Betty Ann en haar ouders in Bermuda. Ze hebben me uitgenodigd, en ik wilde het tegen moeder zeggen,' zei hij, maar ik kreeg de indruk dat hij het ook tegen mij wilde zeggen.
'Wanneer heb je haar het laatst gebeld, Philip?'
'Een week geleden, en daarvóór heb ik haar ook al twee keer gebeld. Waar is ze? Gaat het goed met haar?'
'Uitstekend. Ik heb haar nog nooit zo gezond of energiek meegemaakt. Ik zie haar niet vaak tegenwoordig. Ze is altijd op stap, en als ze weggaat blijft ze het grootste gedeelte van de dag weg. Soms zelfs het grootste deel van de avond,' ging ik verder.
'Hmm,' zei hij, 'dat is niets voor haar. In ieder geval,' zei hij, 'geef haar alsjeblieft mijn boodschap door. Ik zal je ansichtkaarten sturen uit Bermuda,' voegde hij eraan toe.
'Ik hoop dat je veel plezier hebt,' zei ik.
'Dank je. Als ik terugkom zal ik mijn deel van het werk op me nemen,' beloofde hij.
'Er is genoeg voor je te doen,' vertelde ik hem. Hij lachte.
'Ben je bezig de nieuwe mevrouw Cutler te worden?'
'Nauwelijks,' zei ik. 'Ik ben mezelf.'
Ik had het gevoel dat ik erg mijn best had gedaan om dat te laten gebeuren. Zoals ik me had voorgenomen, had ik de inrichting van het kantoor drastisch veranderd, de sombere donkere gordijnen vervangen door lichtblauwe, het kleed opgenomen en een dik, beige tapijt neergelegd dat je het gevoel gaf op marshmallows te lopen. Ik installeerde meer lampen en hing een paar kleurige, vrolijke schilderijen op. Alleen het portret van mijn vader liet ik hangen op de muur achter het bureau. Het leek me niet juist dat weg te halen.
Op mijn bureau stonden ingelijste foto's van Christie en Jimmy, en ik had Sissy gevraagd wat speelgoed van Christie in een hoek van het kantoor te laten liggen. Jimmy zorgde ervoor dat de bloemen in de verschillende vazen om de paar dagen werden ververst, zodat de geur van seringen - de geur van grootmoeder Cutler - vervangen werd door de geur van rozen en anjers, jasmijn, alles wat bloeide, behalve seringen.
'Ik vraag het je niet graag,' zei ik, voordat Philip en ik ons gesprek beëindigden, 'maar wat doet Clara Sue?'
'Zij beantwoordt mijn telefoontjes evenmin, maar ze heeft via een paar wederzijdse kennissen laten weten dat ze van plan is de zomer door te brengen bij een vriendin, wier ouders een huis hebben aan de kust van Jersey. Het zal ongetwijfeld aan je hart gaan dat te horen,' besloot hij lachend.
'Heeft ze het moeder verteld?' vroeg ik me hardop af. 'Als dat zo is, heeft moeder niets tegen mij gezegd.'
'Haar enige contact met moeder zal zijn een verzoek om geld te sturen, dat kan ik je op een briefje geven,' zei Philip.
Ik wenste hem weer veel plezier en hing op.
Vroeg in de avond, toen ik naar boven was gegaan om een douche te nemen en me te verkleden voor het diner, klopte moeder aan. Blijkbaar was ze terug van waar ze ook geweest mocht zijn, had gedoucht en zich verkleed voor een van haar uitgaansavonden. Ze zag er voortreffelijk uit in haar vuurrode jurk met slanke taille, wijde rok en strak lijfje. Ik kwam net uit de douche, in mijn badjas, met een handdoek om mijn hoofd.
'Klop, klop,' zong ze, en keek naar binnen.
'Kom erin,' zei ik.
'Deze jurk heb ik vandaag gekocht. Hoe vind je hem?' Ze draaide rond om de jurk te showen.
'Heel mooi. Je ziet er goed uit.'
'Dank je.' Haar gezicht straalde, zoals altijd als ze een complimentje kreeg. 'Ik voel me ook heel goed,' ging ze giechelend verder. Ze leek dronken van zichzelf en de prettige uitstapjes die ze kennelijk maakte. Nog nooit was een man zo snel uit de gedachten van zijn echtgenote verdwenen, dacht ik.
'Waar ga je vanavond naar toe?' vroeg ik, in de verwachting een van haar vage antwoorden te horen.
Ze rekte zich uit alsof ze een officiële aankondiging ging doen.
'Vanavond heb ik afgesproken om te gaan dineren in een van de beste restaurants in Virginia Beach,' antwoordde ze.
'O, ja? Met wie?'
'Bronson Alcott,' bekende ze. En kwam onmiddellijk met een rechtvaardiging. 'Ik geloof niet dat het zo erg is als ik gezien word in fatsoenlijk gezelschap. De mensen verwachten niet dat ik zal wegkwijnen zoals Randolph deed. Ik ben nog jong en aantrekkelijk, en het zou niet eerlijk zijn.
'Bovendien,' ging ze zonder adempauze verder, 'is Bronson een oude vriend, een oude vriend van de familie. Het is niet of ik met de ene aanbidder na de andere uitga.'
'Je bent oud genoeg om te doen wat je wilt, moeder,' zei ik. Ze knikte.
'Ja. Precies.' Ze zweeg even om zichzelf in mijn spiegel te bekijken en schikte haar kapsel recht, waaruit een paar lokjes waren ontsnapt.
'Philip heeft vandaag gebeld,' zei ik tegen haar. 'Heb je teruggebeld?'
'Philip? O, nee. Wat had hij?' vroeg ze, met een volslagen gebrek aan belangstelling. Ze bleef zichzelf in de spiegel bewonderen.
'Hij wilde weten waarom je hem niet hebt teruggebeld,' zei ik.
'O, heb ik dat niet?' Ze giechelde even. 'Vond hij het erg?'
'Hij was nieuwsgierig en een beetje bezorgd,' zei ik, 'maar ik heb hem verteld dat je veel uitging en niet wegkwijnde in je suite.' Ik kon mijn sarcasme niet bedwingen.
'Mooi,' zei ze.
'Hij wilde je vertellen dat hij met vakantie ging met de ouders van zijn vriendin. Ze nemen hem mee naar Bermuda, zodra zijn laatste examen achter de rug is.'
'Dat is schitterend,' riep ze uit. 'Ik ben blij dat hij een meisje heeft gevonden uit een voorname en rijke familie. Ik ben erg blij voor hem. Iemand heeft tenminste naar me geluisterd en geleerd hoe je moet leven.'
'Hij zei ook dat hij heeft gehoord dat Clara Sue van de zomer niet thuiskomt,' ging ik verder, haar zinspeling negerend. 'Wist je dat?'
'Dat ze niet thuiskomt? Nee. Waar gaat ze naar tóe?'
'Ze brengt de zomer door bij een vriendin aan de kust van Jersey.'
'Goed zo,' zei moeder haastig. 'Ik heb op het ogenblik echt geen tijd voor haar. Ik probeer mijn leven weer op te bouwen.' Ze keek me met een stralende glimlach aan. 'Ik voel me net Humpty Dumpty. Ik ben van een muur gevallen, maar gelukkig kunnen alle paarden en alle manschappen van de koning mij wél weer oplappen.' (Een oud kinderliedje: Humpty Dumpty fel of the Wall... and all the king's horses and all the king's men couldn't make Humpty Dumpty together again.) Ze lachte weer en draaide rond om zichzelf nog eens te bekijken. Ze tikte tegen haar diamanten oorbellen en streek langs de diamanten ketting. Haar ogen leken de schittering van de juwelen te absorberen.
'Ik ben blij voor je, moeder,' zei ik, en liep naar mijn klerenkast om iets geschikts uit te zoeken voor het diner. Het hotel was bijna vol, en er waren veel gasten te begroeten.
'Dank je. O,' zei ze, zich weer omdraaiend. 'Met al dat gepraat vergat ik bijna waarom ik kwam. Mal, hè?'
'O? Ik dacht dat je kwam om je jurk te laten zien.'
'Dat ook.'
'Wat is er nog meer, moeder?' vroeg ik. Ik draaide me naar haar om, ik voelde dat ze nog meer op haar hart had.
Ze zweeg even en haalde diep adem. 'Bronson zou graag willen dat jij en James aanstaande dinsdagavond samen met mij bij hem thuis komen voor een officieel diner, als jullie dat uitkomt.'
Ik staarde haar even aan.
'Een officieel diner?'
'Ja. Het zal voortreffelijk zijn, dat kan ik je verzekeren. En ik wil zo graag dat je Beulla Woods eens ziet. Bovendien,' ging ze verder, terwijl
ze haar ogen half dichtkneep, 'is het altijd verstandig een uitnodiging te accepteren van de man die president is van de bank die de hypotheek op het hotel heeft gegeven.'
'Als ik toestem om te gaan, zal dat niet zijn omdat ik me bedreigd voel als ik het niet doe,' snauwde ik. Ze richtte zich op alsof ik haar een klap in haar gezicht had gegeven.
'Ik bedoelde niet... het is alleen verstandig om te doen wat juist is nu je een bepaalde positie hebt, Dawn,' legde ze uit.
'Goed,' zei ik. 'Ik zal het met Jimmy bespreken.'
'Waarom zou hij er niet naar toe willen?' vroeg ze snel.
'Jimmy is niet onder de indruk van dit soort dingen, moeder, maar ik verwacht niet dat hij zal weigeren, dus wees maar kalm.'
Ze vrolijkte onmiddellijk op.
'Dat is fijn, Dawn. Ik wil zo graag dat we goede vrienden worden, ondanks alle onaangename dingen die er in het verleden tussen ons zijn voorgevallen.'
Onaangename dingen? dacht ik. Dat ze grootmoeder Cutler had toegestaan mijn ontvoering te regelen, en me niet verdedigd had toen die afschuwelijke oude vrouw mijn leven ellendig maakte na mijn terugkeer? Onaangename dingen? Dat ze me nooit was komen opzoeken in New York of niets had gedaan om te voorkomen dat grootmoeder Cutler me naar The Meadows stuurde om daar te bevallen, onder toezicht van die verschrikkelijke zuster, Emily? Onaangename dingen? Dat ze weigerde iets voor die arme Randolph te doen en haar kinderen zonder pardon liet vallen?
'Ik moet me kleden voor het diner, moeder,' zei ik. Ik draaide me om, zodat ze de tranen in mijn ogen niet kon zien.
'Natuurlijk.' Ze wilde weggaan, maar bleef bij de deur even staan. 'Is het niet opmerkelijk,' zei ze,' hoe goed je het eraf brengt?' Ze lachte. 'Grootmoeder Cutler zal zich wel omdraaien in haar graf.' De echo van haar lach volgde haar.
Misschien had moeder daarin wel gelijk, dacht ik. Misschien was dat de ware reden waarom ik zo hard werkte om een waardige en misschien zelfs nog betere opvolgster te zijn. Ik wilde dat ze zich zou blijven omdraaien in haar graf.
'Vergeef me, Jimmy,' fluisterde ik. 'Maar ik kan het niet helpen dat ik naar wraak verlang.'
Tot mijn verbazing was Jimmy niet alleen bereid bij Bronson Alcott thuis te gaan dineren, hij verheugde zich er zelfs op.
'Ik heb zoveel over dat huis gehoord,' vertelde hij me, 'vooral van Buster Morris, die daar nu en dan ook voor het onderhoud van het terrein zorgt.'
Ik glimlachte. Jimmy was erg populair bij het hotelpersoneel, vooral bij degenen die direct onder hem stonden. Hij gedroeg zich niet superieur en deed niet of hij alles wist. Hij vertrouwde op de adviezen van de oudgedienden en probeerde niet iets te veranderen dat zij al jarenlang deden.
'Wat heb je gehoord over Beulla Woods, Jimmy?' vroeg ik. Ik was nieuwsgierig. Ik was geïnteresseerd in meneer Alcott, niet alleen vanwege moeders vriendschap met hem, maar vanwege de levenslustige en hoffelijke manier waarop hij met die charmante glimlach van hem mijn leven was binnengekomen en me had opgenomen met zijn vrolijke blauwe ogen. Telkens als ik hem zag keek hij naar me met een verleidelijke en uitdagende grijns.
Er was iets geheimzinnigs aan hem. Hij was een knappe en innemende man, die zich gedroeg met het zelfvertrouwen van een beroemde filmster. Rijk, belangrijk en kennelijk ontwikkeld — een markante figuur. Waarom was hij dan al die jaren ongetrouwd gebleven? Was het wat mevrouw Boston dacht - dat zijn hart gebroken was omdat hij niet met moeder kon trouwen?
'Nou, om te beginnen zegt Buster dat het een reusachtig huis is voor één man om alleen in te wonen. Hij heeft natuurlijk een paar bedienden, maar het huis heeft tien slaapkamers, een zitkamer, een officiële salon, een bibliotheek en een werkkamer. Hij zegt dat de keuken half zo groot is als onze hotelkeuken, en het huis ligt op een glooiend terrein van zestig hectaren met een adembenemend uitzicht op de baai en de zee. Hij heeft aan de achterkant ook een zwembad en een tennisbaan.
'Buster zegt dat zijn vader het huis heeft gebouwd toen hij terugkwam uit de Eerste Wereldoorlog. Het is een Normandische cottage.'
'Cottage?'
'Nou ja, zo noemen ze de stijl. Het is Frans, maar het lijkt ook een beetje op het Engelse Tudor,' ging hij verder, trots op zijn nieuwe kennis.
'Het lijkt of jij en Buster heel wat afgebabbeld hebben over het huis van meneer Alcott,' zei ik plagend.
'Ja, nou ja, ik interesseer me voor huizen en bouwkunst en zo. Ik heb je gezegd,' ging hij verder, terwijl zijn gezicht een beetje rood werd, 'dat ik van plan ben op een dag een huis voor ons te bouwen. Ik heb zelfs al een plaatsje uitgezocht op het terrein van het hotel - op een lage heuvel in het noordwesten. Buster zegt dat die plek perfect is voor het soort huis dat ik bezig ben te ontwerpen.'
'Heus? O, Jimmy, dat zou fantastisch zijn.'
Hij straalde.
'In ieder geval,' zei hij, 'heb ik er niet het minste bezwaar tegen Beulla Woods van dichtbij te bekijken.'
En dus kleedden we ons die dinsdag om moeder te vergezellen in de limousine. Ik had eigenlijk geen nieuwe kleren meer gekocht sinds ik in New York op school ging. Op moeders voorstel nam ik maandagmiddag vrij en ging winkelen om iets geschikts te zoeken voor een officieel diner. Ik kocht een elegante zwartsatijnen jurk met smalle schouderbandjes en een zwartzijden sjerp. Moeder raakte letterlijk in extase toen ze zag wat ik had gekocht.
'Hij is perfect,' riep ze uit. Ze hield hem voor en staarde in de spiegel. 'Absoluut perfect. We hebben bijna dezelfde maat,' merkte ze op. 'Misschien mag ik hem eens van je lenen.'
'Natuurlijk, moeder,' antwoordde ik.
'O, laat mij je morgen helpen bij het aankleden,' smeekte ze. 'Alsjeblieft.'
'Ik weet heus wel hoe ik me moet aankleden, moeder,' zei ik. Haar glimlach verdween en even dacht ik dat ze in tranen zou uitbarsten. 'Maar ik vind het niet erg als je een paar suggesties doet,' voegde ik er welwillend aan toe.
'Goed,' zei ze. Ze drukte mijn nieuwe jurk tegen haar borst. Ze sloot haar ogen. 'We zullen moeder en dochter zijn die zich gereedmaken voor een belangrijk bal... zoiets als een debutantenbal. O, was het maar vast zo ver,' riep ze uit.
Haar belofte getrouw stond ze de volgende dag naast me toen ik me begon te kleden voor Bronson Alcotts diner. Op haar suggestie veranderde ik mijn kapsel iets, door het aan één kant te borstelen en vast te steken. Ik liet haar mijn pony borstelen en bijknippen. Toen stond ze erop dat ik meeging naar haar suite en naast haar zat terwijl we ons opmaakten. Jimmy schudde lachend zijn hoofd toen ze mijn hand vastpakte en me meetrok.
Maar toen ze naast me zat en me aanwijzingen gaf hoe ik mijn ogen moest opmaken, wat voor kleur lippenstift en welk parfum ik moest kiezen, vroeg ik me onwillekeurig af hoe het zou zijn geweest als zij en ik sinds mijn geboorte bij elkaar zouden zijn geweest. Ik voelde me een beetje schuldig toen ik me dat afvroeg, want ik miste mama Longchamp en betreurde haar dood. Maar ik verlangde ook naar alle vrouwelijke accenten.
Ik zou mooie en modieuze kleren hebben gehad. Terwijl ik opgroeide, zouden moeder en ik als twee prinsessen in het hotel zijn geweest. Misschien zou ze niet zo egocentrisch zijn geworden als ze een dochter had gehad met wie ze werkelijk alles samen kon doen. We hadden vriendinnen kunnen zijn, elkaar in vertrouwen kunnen nemen, hoop en angst met elkaar delen.
Ik zwoer bij mezelf dat Christie al die dingen waar ik naar verlangde zou hebben. Als ze ouder was zouden zij en ik voor een spiegel zitten, zoals nu. Ik droomde ervan dat ik haar zou helpen zich mooi te maken voor haar eerste afspraakje of bal. Ik zou de moeder voor haar zijn die ik nooit gehad had.
'Zo,' zei moeder toen we klaar waren, 'kijk nou zelf eens hoeveel mooier je nu bent.'
Ik staarde naar mijn spiegelbeeld. Ik zag er ouder, verleidelijker uit. Was moeder een duivelin die me even ijdel kon maken als zijzelf was? dacht ik. Ik bleef maar naar mezelf staren.
'Dank je, moeder,' zei ik. 'Ik moet me nu gauw aankleden en kijken of Jimmy al klaar is.'
'Maak je niet bezorgd,' zei ze zangerig. 'Het is chic om te Iaat te komen. Bronson verwacht trouwens niet anders van me,' voegde ze er lachend aan toe. 'Hij heeft me eens gezegd dat als ik op mijn eigen begrafenis op tijd zou komen, de dominee zo zou schrikken dat hij dood zou neervallen.'
Jimmy leek oprecht geïmponeerd toen ik terugkwam. Hij floot zachtjes en knikte.
'Je ziet er fantastisch uit' zei hij.
'Jij ook, Jimmy.' Hij droeg een donkerblauw sportjasje, met een bijpassende das en broek. Toen ik mijn jurk had aangetrokken gaf ik hem een arm en samen stonden we voor de lange spiegel en bekeken onszelf.
'Is dat het kleine meisje dat zich onder de modder smeerde als ze met haar speelgoedkopjes in de tuin speelde?' vroeg hij.
'Is dat de jongen die van zijn fiets viel en zo hard met zijn hoofd tegen de grond sloeg dat de wond gehecht moest worden?' antwoordde ik.
'Hé,' zei hij. 'Weet je dat nog? Je was toen zo bang.' Hij begon te lachen.
'Het bloed stroomde langs je gezicht. Ik dacht dat je doodging,' protesteerde ik. 'En je had me niet uit mogen lachen.'
'Ik moest wel,' bekende hij. 'Ik was zelf zo bang bij het zien van al dat bloed. Ik was blij dat ik jou gerust moest stellen.'
'Ik was toen pas - hoe oud, vier, vijf?'
'Vijf,' zei hij. 'Papa was razend. "We hebben geen geld voor die onzin," zei hij. Weetje nog?' Ik schudde mijn hoofd. 'Ik mocht daarna wekenlang niet op mijn fiets rijden. Die ouwe fiets,' zei hij hoofdschuddend toen hij er weer aan dacht. 'Ik moest hem achterlaten toen we gingen verhuizen. Er was geen ruimte voor in de auto. Ik zal nooit vergeten hoe ik me voelde toen we wegreden en ik hem tegen de zijkant van het huis zag staan.' Hij slikte zijn tranen weg, en ik gaf hem een zoen op zijn wang.
'Misschien moeten we niet zo vaak meer denken aan die tijd, Jimmy. We kunnen beter alleen aan de toekomst denken,' stelde ik voor.
'Ja, ik weet het. Maar soms moet ik er aan denken, en dan denk ik aan Fern en vraag ik me af wat er met haar gebeurd is. Mr. Updike is nog steeds niets te weten gekomen, hè?'
Ik had hem gevraagd het te proberen, maar hij had weinig geluk gehad. Ik wilde Jimmy niet vertellen hoe pessimistisch Updike was, maar legde het hem uit zoals Updike het mij had uitgelegd.
'Nee, Jimmy. Als mensen op die manier kinderen adopteren, willen ze het geheim houden, zodat de oude familie van de baby niet op komt dagen en ze kunnen zeggen dat het kind van henzelf is. Als ze er dan toch achter komt dat ze geadopteerd is, kan ze niet op zoek gaan naar haar werkelijke familie en proberen om te weten te komen waarom ze haar hebben weggegeven.'
'Ik begrijp het,' zei Jimmy. 'Ik wilde alleen dat we haar konden zien, zien hoe ze is gegroeid, hoe ze nu is. Ik denk dat ze steeds meer op mama is gaan lijken, hè?'
'Waarschijnlijk. Ze had mama's donkere haar en donkere ogen.'
'Ik ben klaar,' klonk moeders zangerige stem uit de gang.
'De koningin roept,' zei Jimmy glimlachend. 'Zullen we?' Hij gaf me een arm.
Tot op dit moment had moeder me haar nieuwste jurk niet laten zien. Het was een strapless jurk van parelwit satijn met een schandelijk laag uitgesneden lijfje. Haar roze borsten puilden eroverheen, omhoog gehouden door een stevige beha. Maar de rok was heel conservatief, net onder de enkel. Om haar hals droeg ze een ketting die ik maar één keer eerder had gezien. Het was een enorme peervormige diamant gevat in witgoud aan een witgouden ketting, en ik zou hem nooit vergeten, want grootmoeder Cutler had hem gedragen. Moeder droeg ook de bijbehorende oorbellen.
Ze sloeg haar gehaakte sjaal om haar schouders en over haar armen voor ze naar ons toekwam.
'Zie ik er mooi uit?' vroeg ze, zich ronddraaiend.
'Schitterend.' Jimmy knikte waarderend.
'Dank je, James. En Dawn, jij ziet er ook prachtig uit,' zei moeder.
'Hoe kom je aan die ketting, moeder?' vroeg ik nadrukkelijk.
'Ketting? O,' zei ze met een nerveus lachje, 'dat was een van de laatste dingen die de arme Randolph me heeft gegeven voor hij... voor hij overging,' zei ze.
'Was dat niet de ketting van grootmoeder Cutler?' hield ik vol.
'Nou, en? Wat had zij eraan? Ze gaf er niets om. Ze gaf niets om dingen waar een normale vrouw belangstelling voor zou hebben. Kijk maar eens in haar kast, dan zie je wat voor soort kleren ze droeg. Ze maakte zich bijna nooit op,' zei moeder, zich naar ons toebuigend. 'Ik geloof dat ze zelfs nooit parfum opdeed. Alleen maar Ivory zeep.' Ze lachte. 'Daarom vulde ze haar kantoor met seringen.' 'Ik kan niet geloven dat Randolph een van zijn moeders juwelen zou weggeven,' mompelde ik, luid genoeg dat ze het kon horen.
'Nou, dat heeft hij toch gedaan. Eerlijk gezegd, heb ik hem erom gevraagd, en hij ging naar haar kamer om hem te halen.' Ze schudde haar hoofd. Hij vertelde me dat hij wilde dat ik hem zou hebben en ik zei: "Bedank haar als je haar volgende keer weer ziet.'" Ze begon te lachen.
'O, moeder, dat heb je niet gezegd,' zei ik met een vertrokken gezicht. Randolphs waanzin op die manier aanwakkeren... het was immoreel.
'O, wat maakt het nu nog voor verschil. Wat er in die kamer is, is toch van jou en mij, Dawn,' beweerde ze.
'En Philip en Clara Sue, moeder? Clara Sue wil er beslist bij horen,' zei ik.
'Nou ja, van hen ook.'
'Maar ik dacht dat je niets van grootmoeder Cutlers spulletjes wilde weten,' bracht ik haar in herinnering.
'Niet deze spullen!' riep ze uit, met opengesperde ogen. Toen begon ze te glimlachen. 'O, laten we vanavond niet over iets onaangenaams praten, oké? Kijk nou eens,' zei ze, en kwam dichter naar Jimmy toe. 'We hebben zo'n knappe begeleider. Mag ik een arm van je lenen, James?' vroeg ze. Hij bloosde en keek even naar mij voor hij knikte.
Moeder gaf hem snel een arm.
'We zullen wel indruk maken als we met z'n drieën door de hal lopen!' riep ze uit.
De trap was niet breed genoeg om met ons drieën naast elkaar te lopen, maar moeder scheen Jimmy's arm niet los te willen laten, dus liet ik hen voorgaan. Onderaan draaide Jimmy zich om, glimlachte en bood me zijn arm weer aan.
'Mevrouw Longchamp,' zei hij.
'Dank u, meneer Longchamp,' antwoordde ik, en we liepen de hal
in. Het was precies zoals moeder zich had voorgesteld. Gasten en personeel keken vol ontzag naar ons toen we naar de voordeur liepen waar Julius op ons stond te wachten. Zodra hij ons zag, maakte hij de deur open en we verlieten het hotel. Julius holde vooruit naar de auto en opende de portieren. Moeder stapte als eerste in. Ze stond erop dat Jimmy tussen ons in zat.
'Naar Beulla Woods,' beval moeder.
'Ja, mevrouw,' zei Julius, en we reden weg.
Het was nog licht genoeg om alles goed te kunnen zien toen we over de lange, bochtige weg reden naar Bronson Alcotts huis. Beulla Woods lag op een hoge heuvel en keek als een kasteel neer op Cutler's Cove. Precies zoals Jimmy had beschreven, was het een indrukwekkend huis van grijze steen met een decoratieve houten betimmering. Het had een opvallende ronde toren met een hoog kegelvormig dak. De hoofdingang was in de toren: een deur van donker pijnboomhout in een enkele boogvormige opening. Het hoge gebouw van twee verdiepingen had een steil hellend dak. Elke verdieping had twee rijen van drie ramen aan de voorkant. Onder elke reeks ramen van de bovenste etage bevond zich een balkon van bewerkt smeedijzer. De schoorsteen was aan de zijkant, en rondom het huis waren ronde heggen.
De oprijlaan voerde ons langs de welige, schitterend aangelegde voorkant met zijn tuinen en fonteinen. Julius sprong uit de limousine, maakte de achterportieren open en hielp moeder uitstappen. Jimmy en ik stapten ook uit en voegden ons bij haar.
'Schitterend, hè?' zei ze, terwijl ze zich omdraaide en een weids gebaar maakte met haar arm. We keken naar de zee onder ons, de boten, de aanlegsteigers, de auto's en mensen op straat - het leek op kostbaar speelgoed. De zon zonk achter de horizon, de laatste stralen zonlicht schenen naar het middelpunt van de lucht en maakten de wereld beneden hemels en angeliek.
'Ik zou hier eeuwig kunnen blijven kijken,' zei moeder.
'Beter van niet, anders wordt het eten koud,' zei Bronson Alcott.
Alle drie draaiden we ons met een ruk om. Hij stond in de deuropening, met over elkaar geslagen armen, een witte meerschuimpijp in zijn rechterhand. Hij droeg een donkerblauw fluwelen jasje, waarvan de kraag en borstzak met goud waren afgezet. In plaats van een das droeg hij een robijnkleurig sjaaltje. In de schemering leken zijn kastanjekleurige haar en snor iets donkerder, als donkere honing. Om zijn mond speelde een brede glimlach en rond zijn ogen waren lachrimpeltjes.
'Bronson,' riep moeder uit. 'Je bespioneert ons!'
'Nauwelijks,' zei hij. Hij kwam snel naar voren en pakte haar hand vast. 'Ik zag jullie auto aankomen en ik vroeg me af waarom het zo lang duurde voor jullie aanbelden. De arme Livingston staat zo zenuwachtig als een aanstaande vader bij de ingang,' zei hij, en moeder lachte.
'Livingston,' legde Bronsen Jimmy en mij uit, 'is mijn butler. Hij is al bij me sinds... nou ja, hij is hier langer dan ik. Hij werkte vroeger voor mijn vader,' zei Bronson. Hij gaf Jimmy snel een hand. 'Welkom. En jij,' zei hij, terwijl zijn blik van mijn voeten en benen omhoogging via mijn boezem naar mijn gezicht, 'ziet er beeldschoon uit. Zo moeder, zo dochter,' verklaarde hij, nog steeds naar me starend.
'Wie houdt ons nu van ons diner af?' vroeg moeder, die haar ergernis niet wist te verhelen dat ze werd genegeerd.
'O, sorry. Deze kant op,' zei Bronson, en leidde ons het mooie huis binnen.
Livingston, in jacquet, stond vlak achter de deur. Hij was een lange, magere oude man, enigszins gebogen, waardoor het leek of hij een heuvel beklom ook al stond hij op effen bodem. Zijn haar was spierwit en zijn ogen waren bleekblauw.
'Goedenavond, Livingston,' zei moeder.
'Goedenavond, mevrouw,' antwoordde hij met enigszins schorre stem.
'Dit zijn de heer en mevrouw Longchamp, Livingston,' stelde Bronson ons voor. Livingston knikte.
'Hallo,' begroette ik hem.
'Hi,' viel Jimmy me bij.
Livingston ging de deur dichtdoen en ik richtte mijn aandacht op het interieur van het huis. Toen we Bronson naar binnen volgden, zag ik dat aan alle muren schilderijen hingen, van Renaissance tot modern. Kleuren en elegantie voerden de boventoon, vooral in de hal, met de kastanjebruine fluwelen gordijnen, marmeren vloer en marmeren bank. We gingen eerst naar de bibliotheek, waar kostbare leren stoelen en donkere eikehouten tafels en boekenkasten stonden. Bronson liet ons zijn kantoor zien, waar een enorm portret van zijn ouders boven zijn bureau hing. Het gezicht van zijn moeder kwam me vaag bekend voor. Ze deed me aan iemand denken, maar ik had geen tijd om erbij stil te staan, want mijn aandacht werd snel getrokken door het portret van een jonge vrouw aan de muur links van ons.
Ze leek tegen de twintig. Ze had lichtbruin haar dat over haar schouders hing en ze had een zacht ovaal gezicht met vriendelijke, lichtgroene ogen en een vertederende glimlach. Op het portret zat ze in een brede fauteuil. Haar sierlijke handen lagen gekruist op haar schoot, maar er was iets vreemds in haar houding, de manier waarop haar schouders waren gedraaid. Ze leek zich niet op haar gemak te voelen.
Ik keek naar Bronson en zag dat hij vol bewondering naar het portret staarde. De zachte glimlach om zijn lippen leek op de glimlach van de jonge vrouw. Toen ik hem en het meisje van het portret bestudeerde, besefte ik dat ze genoeg op elkaar leken om broer en zuster te kunnen zijn.
'Dat is mijn zuster Alexandria,' zei hij, mijn vermoeden bevestigend.
'Ze is mooi,' merkte ik op.
'Was,' zei Bronson met een zucht. 'Ze is twee jaar geleden gestorven.'
'O, dat spijt me.'
'Wat is er met haar gebeurd?' vroeg Jimmy.
'Het valt hier niet op, maar ze had voortdurend pijn. Ze leed aan een degeneratieve botziekte. Het was moeilijk voor haar om voor dat portret te poseren, maar ze stond erop. Ze wilde dat ik het zou hebben,' zei hij, glimlachend bij de herinnering.
'Het is deprimerend om aan tragische dingen te denken,' zei moeder.'Wat? Ja, ja, natuurlijk,' zei Bronson. 'Wat ontactvol van me, vooral met het oog op Randolphs recente overlijden.'
'Laten we vanavond alsjeblieft niet over dood en ziekte praten,' smeekte moeder.
'Natuurlijk niet,' stemde Bronson toe. 'Ik zal jullie de rest van het huis laten zien,' zei hij tegen Jimmy en mij. De rondleiding werd voortgezet. We liepen naar rechts onder de halfronde trap door met de witmarmeren balustrade. Hij liet ons zijn salon zien met de elegante Franse meubels en nam ons zelfs mee naar zijn keuken, waar twee koks bezig waren met ons diner. Het rook er heerlijk.
'Het wordt een Lucullusmaal,' beloofde Bronson.
We gingen rechtstreeks naar de enorme eetkamer met ramen die tot aan het plafond reikten, omgeven door dieproze fluwelen guirlandes afgezet met goud. Boven een tafel waaraan gemakkelijk twintig mensen konden zitten, hing een grote kristallen kroonluchter. De stoelen hadden hoge ruggen, met armleuningen en gecapitonneerde zittingen. Zodra we gingen zitten, kwamen bedienden als uit het niets te voorschijn. Er waren een serveerster en een kelner. De kelner bracht de gekoelde champagne en de serveerster volgde met onze glazen op een zilveren blad. De fles was ontkurkt en de champagne werd ingeschonken.
'Ik wil graag beginnen met nog een toast,' zei Bronson, naar mij kijkend. 'Naar wat ik gehoord heb...' Hij boog zich naar moeder en sprak op zachte toon. 'En zoals je weet heb ik overal mijn spionnen... heb ik begrepen,' ging hij verder, terwijl hij achteroverleunde in zijn stoel en zijn glas hief, 'dat de nieuwe jonge eigenaresse van Cutler's Cove een succes blijkt te zijn. Dus,' zei hij, 'op het Cutler's Cove Hotel, dat nu weer een mooie toekomst lijkt te hebben.'
'O, Bronson, hoe kunnen we nu drinken op een hotel? Je drinkt op mensen, niet op gebouwen,' klaagde moeder.
'Goed,' zei hij, niet uit het veld geslagen, 'op de twee mooiste vrouwen van Cutler's Cove.'
'Dat is tenminste een toast,' zei moeder, en we dronken.
Toen we onze glazen neerzetten begon het feestmaal.
We begonnen met escargots en daarna een radicchiosla met een verrukkelijke dressing en eigengebakken stokbrood. Bronson waarschuwde me dat elk recept het geheim was van zijn kok en ik niets zou kunnen stelen voor het hotel.
'Maak je niet ongerust. Nussbaum zou het niet erg op prijs stellen als ik het recept van een ander zou voorstellen,' zei ik. Het idee alleen al! 'Daarvoor is hij veel te trots.'
'O, die egoïstische Hongaar,' kreunde moeder. 'Hij kan zo vervelend zijn.'
Na een sorbet om ons gehemelte te reinigen, werd het hoofdgerecht geserveerd: canard à l'orange met wilde rijst en daarbij asperges met een heerlijke sauce hollandaise. De kelner schonk de wijn in en de serveerster bleef op de achtergrond, wachtend op het moment dat ze de waterglazen zou moeten vullen.
Ik merkte dat moeder zoals gewoonlijk bijna niets at, ondanks het verrukkelijke eten. Maar Jimmy en ik aten naar hartelust en we konden al bijna niet meer toen het dessert binnen werd gebracht: baked Alaska, gebakken ijs. Hoe we ruimte vonden voor alles weet ik niet. Maar toen we onze koffie hadden gedronken, dacht ik dat er een hijskraan voor nodig zou zijn om me uit mijn stoel te tillen.
'Zullen we even een wandeling door de tuin maken?' stelde Bronson voor. 'Voor we nog iets drinken? Ik denk dat we allemaal wel wat lichaamsbeweging kunnen gebruiken.'
'Ja, graag,' zei Jimmy, verlangend om het huis en de omgeving verder te verkennen.
'Ik heb het nodig,' bekende ik.
'Nou, ik niet,' zei moeder. 'En ik ken de tuinen. Ik wacht wel op jullie in de Franse kamer, Bronson.'
'Iedereen kan wat lichaamsbeweging gebruiken, Laura Sue,' probeerde Bronson haar over te halen. Zijn ogen fonkelden verleidelijk. Moeder zuchtte diep.
'O, goed dan, als iedereen erop staat, ga ik wel mee.' Ze gedroeg zich of ze ons een enorme gunst bewees. Maar Bronson scheen zich niet te ergeren aan moeders aanstellerij. Ik meende zelfs een geamuseerde uitdrukking op zijn gezicht te zien.
Hij nam ons mee naar buiten via de voordeur, en Livington haastte zich de deur voor ons open te houden. We volgden een betegeld pad rond het huis, langs tuinen, een prieel en een kleine vijver, naar de achterkant van het thuis, waar de tennisbanen en een groot zwembad waren. Alles, ook het pad, was verlicht.
Jimmy liep met hem vooruit en praatte over het huis en het terrein, terwijl moeder tegen me klaagde dat de schoenen die ze aan had niet geschikt waren voor wandeltochten.
'Je kunt dit nauwelijks een wandeltocht noemen, moeder,' zei ik, maar dat belette haar niet te blijven jammeren tot we teruggingen en ze zich in de zachte kussens van de bank in de zitkamer kon laten zakken. Even later kwam Livingston binnen met een fles sherry en vier glazen. Hij schonk voor ons elk een glas in en ging rond met het blad. Jimmy en ik zaten in de twee fauteuils rechts van de witmarmeren haard. Bronson bleef staan. Zodra Livingston weg was, hief Bronson weer zijn glas, en deze keer glimlachte hij samenzweerderig naar moeder.
'Het wordt tijd voor de voornaamste toast van de avond,' zei Bronson, 'en een aankondiging.'
Moeder liet een van haar nerveuze lachjes horen.
Mijn hart begon te bonzen. Een klein stemmetje in me had me de hele avond achterdochtig toegefluisterd, maar ik had het genegeerd, had niet willen zien hoe moeder en Bronson Alcott elkaar in de ogen keken, genegeerd hoe hij aan tafel zijn hand op de hare legde en die daar liet liggen.
Ik keek naar Jimmy, die mijn blik beantwoordde. Zijn ogen verrieden dat hij hetzelfde vermoedde. Er was een diepere reden voor dit diner.
'We wilden dat jullie de eersten zouden zijn die het wisten,' zei Bronson. 'Nietwaar, Laura Sue?'
'Ja,' zei ze glimlachend.
'Morgen maken we onze verloving bekend,' verklaarde hij. 'Maar het zal geen langdurige verloving worden,' voegde hij er snel aan toe. 'We zijn van plan over een week te trouwen.'
'Een week!' riep ik onwillekeurig uit. 'Maar Randolph is nog geen twee maanden dood!'
Als een tere bloem zonder de bewondering van de regen, leek moeder voor mijn ogen te verwelken.
'Ik wist het,' kreunde ze. 'Ik wist dat ze zoiets zou zeggen. Ik wist het! Mijn geluk betekent niets voor je, hè, Dawn?'
'Hoe kun je verwachten dat ik iets anders zeg?'
Ik keek even naar Bronson en toen weer naar moeder. 'Hoe kunnen jullie zoiets doen zo snel na Randolphs dood?'
'Jij, Dawn, hoort van alle mensen toch zeker te weten,' antwoordde ze koel, 'dat mijn huwelijk met Randolph niet veel voorstelde. Hij was getrouwd met zijn moeder, met haar schaduw, met haar woorden. Je hebt geen idee hoe ik heb geleden,' ging ze verder. Haar stem klonk gesmoord en haar ogen vulden zich met tranen, die langs haar wangen stroomden.
'Kom, Laura Sue, niet doen,' berispte Bronson haar zachtjes. Hij zette zijn glas sherry neer en liep naar haar toe. Hij ging naast haar zitten en sloeg zijn arm om haar schouders.
'Ze weet er niets van. Ze haat me omdat ze niet weet wat ik heb doorgemaakt.' Ze keek naar hem op, staarde door haar tranen heen in zijn ogen.
Bronson keek naar mij. Er lag zo'n intense en doelbewuste blik in zijn ogen, dat ik mijn adem inhield en een brok in mijn keel kreeg.
'Misschien,' zei hij, 'wordt het dan tijd dat ze alles weet.'
Moeder keek scherp op, met een angstige uitdrukking. Bronson gaf haar een klopje op haar hand.
'Het is tijd, Laura Sue,' herhaalde hij.
'Ik kan het niet,' riep moeder uit. 'Het is te pijnlijk voor me om er zelfs maar aan te denken en me die dingen te herinneren, laat staan er nog over te praten,' zei ze smekend, en schudde heftig haar hoofd.
'Laat mij het dan doen,' zei Bronson. 'Indien mogelijk, wil ik geen negatieve gevoelens tussen ons - niet nu, niet aan het begin van een nieuw leven. Ik wil dat we ons allemaal voelen als één familie.'
Moeder sloot haar ogen en zoog haar adem in. Toen kwam ze overeind.
'Doe wat je doen moet,' zei ze. 'Ik ben uitgeput en te veel van streek om te luisteren. Ik wil terug naar het hotel.'
'Goed,' zei Bronson. 'Misschien wil James je vergezellen en kan Dawn hier blijven. Ik zal haar met mijn auto en chauffeur naar huis sturen.'
'Natuurlijk,' zei Jimmy, terwijl hij opstond.
'Ik wil dat Jimmy alles hoort wat er gezegd wordt,' verklaarde ik. Jimmy ging voor me staan en boog zich naar me toe.
'Misschien wil hij alleen met je praten, Dawn. Misschien voelt hij zich niet op zijn gemak als er een andere man bij is. Je kunt me later alles vertellen.' Hij drukte geruststellend mijn hand, draaide zich om en knikte naar Bronson en moeder.
'Dank je, Bronson,' zei moeder opgelucht. 'Het was een heerlijke avond, en die wil ik zo houden in mijn herinnering.' Ze glimlachte naar mij. Randolph bracht haar en Jimmy naar buiten.
Even later kwam hij terug, ging tegenover me zitten, sloeg zijn benen over elkaar, bracht zijn glas sherry aan zijn lippen en begon.