DOOR EN DOOR SLECHT

Hoewel het een heldere, zonnige ochtend was met slechts hier en daar een paar donzige wolkjes die tegen de diepblauwe lucht geplakt leken, voelde ik me zo ongelukkig dat het evengoed grauw en bewolkt had kunnen zijn. Zelfs het gesjirp van de mussen en roodborstjes klonk dof en onmelodieus. Een grote, zwarte kraai, die op de rugleuning van een oude houten tuinstoel zat, staarde me aan met een blik van morbide nieuwsgierigheid. Hij bewoog zich nauwelijks en leek meer op een opgezette vogel dan op een levende. In plaats van te worden begroet door de geur van versgemaaid gras en de bloesems van wilde bloemen, ademde ik de muffe geur in van rottende houten balken in de vloer van de veranda. Vliegen dansten in de lucht rond het huis alsof ze de ontdekking vierden van een reusachtig karkas waaraan ze zich tijdenlang tegoed konden doen.

Ik zuchtte. Ik besefte dat ik uitsluitend afgestemd was op wat me onbehaaglijk en bedroefd maakte; ik was in een stemming waarin ik alleen maar zag wat lelijk en somber was, al was het in werkelijkheid nog zo'n prachtige dag. Ik had altijd gedacht dat het weer me in een bepaalde stemming bracht, maar nu begreep ik dat het veel méér was dan dat. Het waren mammie en papa die de wereld blij en mooi voor me hadden gemaakt. Hun glimlach en vrolijke stemmen creëerden de zon. Schoonheid zonder mensen van wie je hield of mensen die van jou hielden was onvolledig, waardeloos, onbelangrijk.

En zoals liefdevolle en aardige mensen je wereld vrolijker en gelukkiger konden maken, zo konden zelfzuchtige en wrede mensen, mensen met een hart van steen en ijs in hun aderen in plaats van warm bloed, je wereld somber en grauw maken. Fern was nu een duistere, roetzwarte wolk boven mijn hoofd, die dreigde me te doorweken met een harde, koude regenbui en me nog ellendiger te maken. Toen ik was gevlucht voor de verschrikking die mijn huis was geworden, had ik mijn kleine broertje meegenomen en Gavins helpende hand aangenomen, en beiden meegesleept in wat nu een tocht naar de hel leek. Ik had mijn toevlucht gezocht in de oude plantage, maar daardoor had ik de vervloeking de kans gegeven door te dringen in het leven van twee simpele, maar lieve mensen. Ik voelde me als iemand die onheil brengt, een Jona. Als ik aan boord van een schip ging, zou het zinken; als ik in een trein of vliegtuig stapte, zou het verongelukken. Als ik ooit in de hemel zou komen, zouden de engelen misschien hun melodieuze stem kwijtraken. Ik kon me geen moment in mijn leven herinneren waarop ik meer medelijden had met mijzelf en de mensen die van me hielden. Vervuld van die sombere gedachten overwoog ik te vluchten en te verdwijnen. Als ik er niet was om te pesten en te pijnigen, zou Fern zich gauw gaan vervelen en weggaan; Gavin kon Jefferson mee naar huis nemen en een gelukkig leven leiden. En Charlotte, Luther en Homer konden terugkeren naar de idyllische, simpele wereld waarin ze vóór mijn komst hadden geleefd.

Ik deed een paar stappen naar voren, mijn blik strak gericht op de oprijlaan vol gaten en kuilen. In de krachtige bries leken de bomen en struiken me te wenken. De stem in de wind fluisterde: 'Rennen, Christie... rennen... rennen.' Wat maakte het voor verschil waar ik heenging, of waar ik zou eindigen? De mensen zouden me misschien een tijdje missen. Gavin zou een tijdlang verdriet hebben, maar de tijd zou me in het weefsel van zijn geheugen vlechten en hij zou zich concentreren op prettigere en hoopvollere dingen. Het was al moeilijk genoeg om in een wereld te leven waar het vuur twee fantastische mensen als mammie en papa van het leven kon beroven, waar mensen die zo slecht waren als Charlottes zuster Emily konden gedijen en oud worden, waar zieke en arme mensen konden leven naast gezonde en rijke, waar elk moment zonder enige reden alle geluk kon worden verwoest. Waarom moest je daaraan nog eens het loodzware gewicht van een vervloeking toevoegen?

Ik nam langere, doelbewustere stappen. Misschien zou ik me in het struikgewas verbergen en wachten, tot ik zeker wist dat Fern en Morton vertrokken waren, en daarna ook Gavin met Jefferson. Dan zou ik me voldaner kunnen voelen over mijn besluit. Ja, ik zou...

'Hé!' hoorde ik. Ik bleef staan en draaide me om. Gavin kwam haastig naar me toe. Hij trok verward zijn donkere wenkbrauwen op. 'Waar ga jij naartoe?' vroeg hij.

'Ik wilde alleen...'

'Wat wilde je, Christie? Dat pad gaat naar de hoofdweg. Je wilde weglopen, hè?' vroeg hij schrander. 'Fern heeft weer wat uitgehaald,' ging hij verder, voor ik antwoord kon geven. 'Wat heeft ze gedaan? Ik ga naar binnen en zal...' Hij draaide zich om naar het huis.

'Nee, Gavin, alsjeblieft,' zei ik, en pakte hem bij zijn arm. 'Niets doen, alsjeblieft. Ik wilde niet weglopen,' zei ik. Hij keek me sceptisch aan. 'Ik wilde een eindje wandelen en dacht dat dit de gemakkelijkste weg zou zijn,' zei ik toonloos, in de hoop dat hij het verdriet in mijn ogen niet zou zien. Maar dat was precies wat hij zag.

'Christie, ik heb je gezegd dat ik iedereen zou beletten je kwaad te doen, hè?' zei hij.

'Ik weet het, ik weet het. Is alles in orde met Jefferson?' vroeg ik, in de hoop hem van het onderwerp af te brengen, zodat hij wat zou kalmeren.

'Hij is in de zevende hemel. Hij smeert verf op de muren van de schuur, samen met Homer. Ik heb de hele ochtend op je gewacht. Wat heeft ze je laten doen toen je haar de koffie had gebracht?'

'Niets bijzonders. Ik heb haar geholpen met haar bad en ik heb haar haar gewassen en toen heb ik het ontbijt voor ze klaargemaakt. Het komt heus weer goed,' beloofde ik, al had ik er weinig vertrouwen in. 'Ik weet zeker dat ze zich vandaag zullen gaan vervelen en vertrekken.'

'Hm,' zei hij knikkend, met toegeknepen ogen. 'Misschien.'

'Natuurlijk wel, Gavin. Wat moeten ze hier doen? Je weet dat Fern altijd opwinding nodig heeft. Ze klaagde altijd dat ze zich verveelde in het hotel, terwijl daar van alles te doen was.'

Ik probeerde nog meer mezelf te overtuigen dan hem. Maar het leek of de afgrijselijke schikgodinnen die me hadden achtervolgd mijn hoopvolle beweringen hadden gehoord en vastbesloten waren zelfs het geringste teken van optimisme de kop in te drukken. Fern en Morton kwamen lachend uit het huis gestormd, bonkten over de vloer van de veranda de trap af naar hun auto.

'Zouden ze weggaan?' mompelde Gavin.

We deden een stap achteruit en zagen hoe ze de auto keerden en in de richting van de oprijlaan reden. Ze stopten naast ons en Fern draaide het raampje omlaag.

'Waar gaan jullie in godsnaam naartoe... terug naar je liefdesnestje bij het meer?' vroeg ze lachend.

'We maken een korte wandeling, tante Fern,' antwoordde ik bits.

'O, ja, natuurlijk. Wij gaan naar het dorp om een paar dingen te kopen. Morton wil biefstuk vanavond en we willen een paar behoorlijke dingen kopen voor de andere maaltijden. En jullie zeep en shampoo bevallen me ook niet.'

'Vergeet de whisky niet,' zei Morton schertsend, en ze lachten allebei.

'Ja, en er is ook geen gin, en we houden allebei van gin. Ga gauw terug om de keuken schoon te maken,' ging ze verder. 'We moeten onze kleine schuilplaats mooi schoonhouden. Dat doet me eraan denken, er zijn nog een paar kamers die ik wil opknappen, bewoonbaar maken. We zullen straks de ronde doen, dan zal ik je laten zien wat er gedaan moet worden.'

Ze draaide het raampje omhoog en Morton reed weg. Mijn hart kromp ineen en mijn keel werd dichtgeknepen.

'Nou, dat was dan je hoop dat ze vandaag zouden vertrekken,' zei Gavin. 'Ik zweer je, als ze nog meer gemene streken met je uithaalt, dan grijp ik haar bij haar nekvel en smijt haar de deur uit.'

'Laten we het nog even aanzien, Gavin. Ze zullen er heus wel genoeg van krijgen. Alsjeblieft,' smeekte ik. 'Ik wil niet nog meer problemen veroorzaken voor anderen.'

Hij kneep zijn ogen samen.

'Goed dan,' zei hij. 'Maar ik wil nooit meer zien dat je van het huis vandaan gaat zonder mij. Beloof je dat? Beloof me dat je geen domme dingen doet, Christie.'

Ik sloeg mijn ogen neer en knikte, maar hij was nog niet tevreden. Hij hief mijn kin op, zodat ik hem in de ogen moest kijken.

'Christie?'

'Goed, Gavin, ik beloof het.'

'Mooi,' zei hij voldaan.

'Ik ga naar binnen om de keuken schoon te maken. Ik wil niet dat Charlotte extra werk heeft,' zei ik, en liep terug naar het huis.

Fern en Morton kwamen terug met tassen vol dingen die ze wilden eten. Ze hadden een paar flessen gin bij zich en een stuk of twaalf flesjes tonic. Bijna onmiddellijk ging Morton een paar gin-tonics inschenken. Ik kreeg opdracht de tassen uit te pakken en het avondeten te plannen. Terwijl ik daarmee bezig was, maakte Fern haar beloofde ronde door het huis. Even later hoorde ik haar om mij schreeuwen. Charlotte was teruggekomen om de lunch klaar te maken voor Luther en de anderen.

'Hemel, waarom schreeuwt ze zo? Wat wil ze?' vroeg Charlotte achter me. Fern stond bovenaan de trap, met haar glas in de ene hand en de pop uit de wieg in de oude kinderkamer in de andere. Charlotte verstarde.

'Voorzichtig, alsjeblieft,' riep ze tegen Fern.

'Voorzichtig? Voorzichtig waarmee? Wat is dit? Waarom ligt er een pop in die wieg?' vroeg ze.

'Leg hem alsjeblieft terug, tante Fern,' zei ik, terwijl ik de trap opliep. 'Die is van Charlotte.'

'Speelt ze nog steeds met poppen?' vroeg ze ongelovig.

'Nee, maar er zijn belangrijke herinneringen voor haar aan verbonden en...'

'Belachelijk. Wat een krankzinnig huis,' verklaarde Fern.

'Alsjeblieft,' zei Charlotte. 'Leg hem terug. Die mag niet uit de kinderkamer.'

'O, nee?' vroeg Fern plagend. 'Wat denk je dat er gebeurt? Gaat hij huilen?' Ze hield de pop bij de voeten vast en stuiterde ermee op de trapleuning, dreigend hem te laten vallen.

'Stop!' riep Charlotte en kwam achter me aan de trap op.

'Fern, je moet haar niet zo plagen.'

Fern nam nog een slok gin-tonic en lachte.

'Morty,' riep ze. 'Je moet even komen kijken. Je zult je ogen niet geloven. Morty!'

'Leg hem terug! Alsjeblieft, leg hem terug,' smeekte Charlotte, die sneller begon te lopen.

Morton kwam uit de zitkamer waar hij had zitten drinken en luieren en keek omhoog.

'Laten we overgooien,' riep Fern en hield de pop omhoog zodat Morton hem kon zien. Charlotte stak haar arm ernaar uit en Fern gooide de pop naar Morton, die hem opving.

'STOP!' riep Charlotte, met haar handen tegen haar slapen.

'Fern, hoe kon je dat doen?' Ik liep naar Morton, die glimlachend omhoogkeek naar Fern. 'Geef me die pop, alsjeblieft,' smeekte ik. Hij lachte en op het moment dat ik bij hem kwam gooide hij de pop naar Fern. Ze liet hem vallen, maar vlak voordat Charlotte hem kon pakken, raapte Fern hem op en dreigde hem naar Morton terug te gooien.

Charlotte gilde weer. Fern giechelde en rende weg. Ik keek naar Charlottes gezicht, dat vertrokken was van verdriet en angst. In haar verbeelding roofde weer iemand haar baby, dacht ik. Wat afschuwelijk en wreed van Fern om iets te doen dat Charlotte zo duidelijk veel verdriet deed.

'Tante Fern,' riep ik en holde de trap op. Ik rende haar achterna, met Charlotte op mijn hielen. Maar toen we de hoek om kwamen aan het eind van de gang, was ze nergens te zien.

'Waar is ze? Wat heeft ze met de baby gedaan?' vroeg Charlotte.

'Fern?'

Rechts van ons hoorden we giechelen en we liepen langzaam die richting uit. Maar voor we bij de deur van de kamer kwamen waar Fern zich had verstopt, hoorden we het glas dat ze in haar hand hield kapot vallen en toen hoorden we haar gillen. Een ogenblik later kwam Homer te voorschijn met de pop in zijn armen alsof hij een echte baby droeg. Hij liep naar Charlotte en legde de pop in haar armen. Ze streelde zachtjes het hoofdje en gezichtje, en liep toen naar de kinderkamer.

'Wat doet hij hier?' vroeg Fern in de deuropening. 'Ik schrok me wezenloos.'

Homer draaide zich om en keek haar woedend aan.

'Ik heb je gezegd dat je hem niet hier in huis moet laten,' zei Fern. 'Hij kwam uit het niets te voorschijn en rukte die stomme pop uit mijn handen.'

'Het is goed, Homer,' zei ik. 'Alles is in orde. Ga maar terug naar de anderen.' Hij bleef staan, zijn ogen vol haat op Fern gericht, zijn grote handen tot vuisten gebald. 'Toe, Homer,' zei ik iets fermer. Hij keek me even aan en keerde zich toen om en ging weg.

'Waar kwam hij in godsnaam vandaan?' vroeg Fern. Ze kwam met grote passen naar me toe, dapper nu Homer weg was.

'Waarschijnlijk heeft hij tante Charlotte horen gillen en is hij door een raam naar binnen geklommen,' zei ik. 'Waarom deed je dat, tante Fern? Je kon zien hoe erg ze dat vond.'

'Wat is ze? Gek? Op haar leeftijd huilen om een pop!'

'Het is de pop die ze als klein meisje had,' zei ik. 'Hij betekent veel voor haar.'

'Abnormaal,' verklaarde Fern. 'Dit hele huis en iedereen erin.' Haar gezicht zag rood en gezwollen van woede en frustratie. Het beviel haar niet om gedwongen te worden te stoppen met het plagen van Charlotte en mij. Ze was verontwaardigd en voelde zich in verlegenheid gebracht.

'Laten we toch weggaan, Fern,' zei Morton. Hij had de opschudding gehoord en was de trap opgelopen.

'Nee,' antwoordde Fern. Ze was razend, haar ogen fonkelden en de punten van haar oren zagen rood. Ze vond het verschrikkelijk om te worden gedwarsboomd en ze wilde op de een of andere manier wraak nemen. 'We hebben al dat eten en die drank gekocht om hier een leuke tijd te hebben, en die zullen we hebben,' zei ze vastbesloten. Ze keek naar mij. Ik was haar zondebok geworden.

'We zullen beginnen met die zitkamer beneden op te knappen. Ik wil een feestje bouwen vanavond. Je moet de vloeren vegen, de ramen lappen en de meubels wrijven.'

'Fern, laten we weggaan,' smeekte Morton. Waarom beval hij het niet gewoon? vroeg ik me af. Wat voor man was dat? Hoe wist ze mannen zo stevig in haar netten te verstrikken? Hoe hield ze hen zo onder de duim? Was het alleen de belofte van seks? Morton had het geld en de auto, maar Fern was de baas.

'Rustig maar, Morton.' Ze was wat gekalmeerd en de ijzige glimlach verscheen weer op haar gezicht. 'Eerst gaan we uitgebreid eten en dan geeft Christie een concert. Daarna spelen we een paar spelletjes... een van de spelletjes die je zo leuk vindt,' zei ze koket. Wat ze hem beloofde scheen hem te bevallen, want hij begon te lachen.

'Oké,' zei hij.

'Afgesproken dus. Ga aan het werk in de zitkamer, prinses. We willen een gezellige avond hebben. Jij niet?'

'Niemand zal hier een gezellige avond hebben zolang jij mensen blijft plagen en kwellen, tante Fern,' zei ik.

'O, hou toch op met dat gejammer. Ik heb plezier, en ik vind het leuk. Je moeder of mijn broer maakte er altijd een eind aan als ik plezier had. Maar nu zijn ze er niet, en ik ben de volwassene die de leiding heeft, begrepen?'

'Gedraag je dan als een volwassene!' Ik kon het niet voor me houden. Haar gezicht werd vuurrood en voor ik iets kon zien, gaf ze me zo'n harde klap op mijn wang dat ik struikelend achteruitging.

Ze kwam weer op me af en instinctief hief ik mijn arm omhoog om mezelf te beschermen.

'Klein kreng dat je bent! Waag het niet ooit nog zo tegen me te spreken!' tierde ze. 'Hoor je? HOOR JE?' Ze scheen te zwellen en boven me uit te torenen, haar zwarte ogen waren als hete kolen, haar neusgaten waren opengesperd als van een dolle stier. Haar hele gezicht was vertrokken van woede. Onwillekeurig kromp ik ineen. Ik voelde het bloed uit mijn gezicht wegtrekken. Ik kreeg een prikkelend gevoel achter mijn oren, al mijn kracht leek te verdwijnen terwijl ik naar de vrouw staarde die nu een vreemde leek.

'Ik hoorde je vast te binden en te knevelen en je achterin Mortons auto te smijten en je terug te brengen naar Philip,' siste ze door haar opeengeklemde tanden. 'Hij kan deze mensen hier naar een krankzinnigengesticht laten brengen. Ja,' zei ze knikkend. 'Dat zou hij kunnen doen.'

'En als ik zou getuigen dat ik je hier had gevonden terwijl je in zonde leefde met Gavin, zou niemand je verhaal over Philip geloven. Met Philip als beheerder van het landgoed, die alles voor het zeggen heeft...' Ze keek om zich heen. 'Misschien zou hij het me wel geven als beloning. Morty en ik zouden het hele huis overhoop halen en ons kostelijk amuseren, nietwaar, Morty?'

'Het heeft mogelijkheden,' gaf hij snel toe. Ik had het gevoel dat hij even bang voor haar was als ik.

'Ja,' zei ze knikkend. 'Zie je wel? Morty heeft verstand van dat soort dingen en hij zegt dat het mogelijkheden heeft.'

Ze keek me woedend aan. Ik wendde mijn blik af. Mijn hart bonsde zo hevig dat ik bang was dat ik flauw zou vallen. De verschrikkingen waarmee ze had gedreigd waren begonnen. Ik had het gevoel dat mijn benen krompen en ik op de grond ineenzakte.

'Ik wil graag een excuus horen,' zei ze. 'Ik weet niet hoe vaak mijn broer mij heeft gedwongen je moeder mijn excuses te maken voor het een of ander. Nou?'

Ik zat in de val, geketend door haar haat en woede. Wie weet wat voor verschrikkelijke dingen er zouden gebeuren met Charlotte en Luther en zelfs Homer als ze haar dreigementen ten uitvoer bracht.

'Het spijt me,' mompelde ik.

'Wat? Ik heb je niet gehoord,' zei ze.

'Het spijt me, tante Fern,' zei ik, luid genoeg dat ook Morton het kon horen. Ik wist dat ze dat wilde.

'Goed,' zei ze glimlachend. 'Nu kunnen we weer gewoon doen en vrienden zijn. Je hebt het tot dusver goed gedaan, nietwaar, Morty?'

'Ze is een goede gastvrouw geweest,' zei hij knikkend.

'Ja, precies, een goede gastvrouw. Oké,' ging ze verder tegen mij, 'we gaan door. Maak de zitkamer in orde, zodat we vanavond ons feest kunnen geven.' Ze wilde weggaan.

'Wat zou je ervan zeggen als we nog iets gingen drinken?' vroeg Morton. Hij maakte een gebaar om haar een arm te geven.

'Goed idee. Ik kan wel wat gebruiken hierna,' en weer tegen mij: 'ga naar die kamer en veeg het glas op dat ik door die imbeciel heb laten vallen. Pas op dat je je niet snijdt. Als er iets met je gebeurt zou ik het mezelf nooit vergeven.' Haar lach bleef hangen toen zij en Morton door de gang liepen alsof er niets gebeurd was.

Ik had weg moeten lopen, dacht ik. Ik had niet zo besluiteloos moeten zijn. Ik had over dat pad naar de hoofdweg moeten vluchten en verdwijnen. Dan zou ze Charlotte niet zo gekweld hebben.

Met gebogen hoofd, met een hart dat in steen veranderd leek en benen die een eigen wil leken te hebben, volgde ik Fern en Morton om de zitkamer schoon te maken, zodat ze tevreden zouden zijn. Ik klampte me nog steeds vast aan de hoop dat ze na een tijdje genoeg zou krijgen van deze spelletjes en in de vergetelheid zou verdwijnen, want ik zwoer bij alles wat me heilig was dat als ze eenmaal uit mijn leven verdwenen was, ik haar er nooit meer in zou toelaten, zelfs al werd ze straatarm en bedelde ze op straat.

Zo haatdragend was ik geworden.

Zo haatdragend had zij me gemaakt.

Aan tafel die avond waren Fern en Morton zonder meer walgelijk en aanstootgevend. Zonder enige waarschuwing vervielen ze in de belachelijkste spelletjes. Ik geloof dat ze alleen maar probeerde te demonstreren hoe ze dat armzalige wezen dat voor een man moest doorgaan in haar macht had. Ze kon plotseling iets zeggen alsof zij zijn meesteres was en hij haar moest gehoorzamen.

'Je bent een baby van een jaar,' zei ze. 'Je kunt niet zelf eten. Doe "da da". Vooruit dan.'

'Da, da,' zei hij en probeerde eruit te zien als een baby: zijn ogen draaiden naar het plafond, zijn armen hingen langs zijn zij en zijn mond hing half open.

'Heb je honger, kleine Morty?' vroeg Fern op zangerige toon. Hij knikte snel. Ze bracht een hap aardappelpuree op een vork naar zijn mond en toen hij zijn mond opende, trok ze de vork snel weg. 'Nee, nee, kleine Morty. Niet zo snel. Niet voor je iets liefs hebt gedaan voor mammie. Hier,' zei ze, en stak haar andere hand naar hem uit. 'Lik mammies hand. Vooruit, anders geeft mammie je niet te eten.'

We zagen het hem allemaal doen. Charlotte was gefascineerd; Luther keek vol walging toe; Jefferson vond het allemaal erg grappig en begon zich ook als een baby te gedragen, tot ik hem in zijn arm kneep. Gavin schudde zijn hoofd en sloot zijn ogen om het niet te hoeven zien, maar we konden het niet negeren. Ze waren er.

'Ik leg een beetje puree op het puntje van Morty's neusje en dan moet hij proberen het eraf te likken.' Ze voegde de daad bij het woord. 'Vooruit, Morty, probeer het dan. Probeer het voor mammie.'

We zagen hoe hij zijn tong uitstak en omkrulde, en tegelijkertijd zijn ogen half dichtkneep om zijn neus dichterbij te brengen. Het lukte hem niet en hij begon te krijsen als een baby tot Fern het afveegde.

'Morty is een brave jongen; hij heeft het geprobeerd. Oké, Morty, je kunt ouder worden en zelf eten,' beval ze. Hij glimlachte en begon snel te eten voor ze van gedachte veranderde. 'Wat zit jij te staren, prinses? Spelen jij en mijn broer geen spelletjes met elkaar?' vroeg ze.

'Niet zulke stomme spelletjes,' zei Gavin.

'O, wees toch niet net zo'n stijve hark als je broer was,' antwoordde ze, en ging toen verder tegen mij. 'Je hebt het eten goed klaargemaakt, prinses. Je wordt steeds beter. Wie weet? Tegen de tijd dat we weggaan ben je misschien een goeie werkster. Hoe zou je dat vinden, Jefferson? Hoe zou je het vinden als je zuster werkster was?'

Jefferson haalde zijn schouders op.

'Kunnen we hier blijven als ze dat is?' vroeg hij.

'Natuurlijk.' Ze keek weer naar mij. 'Zolang zij een goeie werkster is, kun je je voor mij n part eeuwig hier verstoppen.' Ze zuchtte diep. 'Maar Christie is niet alleen maar een werkster. Ze is heel talentvol. Dat weet iedereen. Het is ons vaak genoeg verteld. Morty wil je heel graag horen spelen, niet, Morty?'

'Wat?' Hij keek snel op van zijn bord. 'O, ja. Kun je Chopin spelen?'

'Natuurlijk kan ze dat,' antwoordde Fern voor mij. 'Ze kan alles op de piano. Ja toch?'

'Ik kan een paar dingen van Chopin spelen. Ik heb een paar sonates ingestudeerd voor de lessen in pianotechniek.'

'Neem ons niet kwalijk. Pianotechniek. Prachtig,' zei Fern spottend.

'Ik heb vroeger ook pianoles gehad,' merkte Morton op.

'Nou, is dat even leuk? Iedereen heeft ergens les in gehad, behalve ik,' zei Fern.

'Ik weet dat papa wilde dat je een instrument zou leren bespelen,' zei ik. 'Ik herinner me dat je weigerde.'

'O, ik was niet van plan het te gaan doen alleen omdat hij dat wilde. Bovendien zal Dawn het hem wel in zijn oor hebben gefluisterd. We zijn al blij genoeg als we gewoon naar jou kunnen luisteren, prinses.' Ze forceerde een glimlach, veegde haar gezicht af en legde haar servet neer. 'Kom mee, Morty. We gaan naar de zitkamer voor een drankje. Als je klaar bent met opruimen, kun je binnenkomen en voor ons spelen,' beval ze.

'Een ogenblik,' begon Gavin. Hij stond op, maar ik pakte zijn arm vast.

'Het geeft niet, Gavin. Ik vind het niet erg om piano te spelen. Zelfs niet voor tante Fern,' zei ik. Zij en Morton glimlachten beiden.

Fern draaide zich om en liep de kamer uit, gevolgd door Morton, die als een gehoorzaam hondje achter haar aankwam.

Terwijl Charlotte en ik de tafel afruimden en afwasten, hield Gavin Jefferson bezig met de speelkaarten die hij voor hem had gekocht tijdens onze reis naar Lynchburg. Luther, die zich niet langer kon beheersen tegenover Fern en Morton, verdween om een geheimzinnig karwei af te maken in de schuur. Homer was zo verstandig om weg te blijven, maar toen ik eindelijk klaar was in de keuken en naar de zitkamer ging om piano te spelen, ving ik een glimp van hem op toen hij door een raam naar binnen tuurde. Telkens als Fern zijn richting uitkeek, verdween hij echter.

Ik speelde meer dan een paar preludes van Chopin. Muziek was een ontsnapping. Het leek een magisch tapijt dat me wegvoerde uit deze gemene, wrede wereld. Ik sloot mijn ogen en haalde me mammie voor de geest, die rustig en aandachtig, met een trotse glimlach in onze zitkamer zat in Cutler's Cove. Als ik speelde was het of alle verschrikkelijke dingen die gebeurd waren, nooit gebeurd waren. De muziek spoelde de droefheid en tragedie weg, maakte dat het allemaal op een reeks nachtmerries leek. We leefden en waren gelukkig en gezond en bij elkaar.

Ik ging volkomen op in de muziek, want toen ik stopte en mijn ogen opendeed, zat iedereen, zelfs Fern, me met grote, verbaasde ogen aan te staren. Charlotte klapte opgewonden in haar handen. Jefferson was in slaap gevallen met zijn hoofd tegen Gavins schouder.

'Dat was fantastisch,' zei Morton. Zijn waardering veegde onmiddellijk de uitdrukking van ontzag van Ferns gezicht. 'Je bent een heel talentvolle jongedame,' zei hij. Hij was zo onder de indruk, dat ik bloosde van verlegenheid.

'Ze zal wel goed zijn,' gaf Fern onwillig toe. 'Ik heb je gezegd dat ze de beste pianoleraars heeft gehad. Geen geld was te veel voor de prinses.'

'Er is meer dan geld voor nodig om zo te kunnen spelen,' zei Morton.

'Nou, ik had ook wat kunnen doen met mijn talent,' zeurde Fern, 'als ik iemand had gehad die echt om me gaf in plaats van te doen alsof.' Ze sloeg haar armen over elkaar, leunde achterover en staarde naar me met de jaloerse, pruilende blik van een kind.

'Ik zal Jefferson naar bed brengen,' zei ik, naar hem toelopend. 'Kom, Jefferson.'

Zijn ogen gingen even open.

'Ik draag hem wel,' zei Gavin. Hij tilde hem op en Jefferson legde zijn hoofd tegen Gavins borst.

'Ik ga ook slapen,' zei Charlotte.

'Fijn voor je,' zei Fern. Toen keek ze naar Gavin en mij. 'Kom meteen weer beneden,' beval ze. 'We willen een spelletje spelen.'

'Spelletje? Wat voor spelletje?' vroeg ik achterdochtig.

'Dat zie je wel als je beneden komt,' antwoordde ze en glimlachte naar Morton, die teruglachte. 'Schenk nog eens in, Morty, en ook voor Romeo en Julia.'

'We willen jouw drankjes niet,' snauwde Gavin.

'Je hangt weer de preutse broer uit,' merkte ze op. Gavin negeerde haar, en we brachten Jefferson naar bed.

Toen ik hem uitkleedde, zag ik een lelijke wond op zijn rechterdij. Het pas gevormde korstje was omgeven door vuurrood, gezwollen en ontstoken vlees.

'Hoe komt dat, Jefferson?' vroeg ik. Zijn ogen gingen open en vielen weer dicht. 'Jefferson?' Ik keek naar Gavin. 'Kijk dit eens, Gavin.'

Hij bestudeerde de wond.

'Ik weet het niet,' zei hij toen. 'Hij heeft nergens over geklaagd. Jefferson, word eens wakker.' Hij schudde hem door elkaar, en deze keer bleven Jeffersons ogen open.

'Hoe ben je hieraan gekomen?' vroeg ik weer, wijzend naar de wond.

'Ik ben aan een spijker blijven hangen,' zei hij.

'Wanneer? Waar?' vroeg ik snel.

'Toen we pas hier waren en ik de kamer schilderde met tante Charlotte,' antwoordde hij.

'Ik heb het niet gezien,' zei Gavin.

'Waarom heb je me dat niet verteld, Jefferson?' vroeg ik. Hij haalde zijn schouders op. 'Heeft tante Charlotte de wond uitgewassen en gedesinfecteerd? Heb jij hem uitgewassen?'

'Hm,' zei hij en deed zijn ogen dicht. Ik wist niet of ik hem moest geloven of niet.

'Ik ga naar tante Charlotte om iets te halen om erop te doen,' zei ik en liep naar haar deur. Ik klopte aan en toen ze geen antwoord gaf, keek ik naar binnen en zag dat ze op haar knieën naast het bed als een klein meisje zat te bidden.

'Onze Vader...'

Ze zag mij en zweeg.

'Het spijt me dat ik je moet storen, tante Charlotte, maar Jefferson heeft een lelijke wond op zijn been. Hij zei dat hij die heeft gekregen toen hij een paar dagen geleden bezig was de kamer te schilderen met jou. Herinner jij je er iets van?' Ze schudde haar hoofd. 'Heb je iets desinfecterends voor een wond?'

'O, ja,' zei ze. Ze stond op en liep haastig naar de badkamer. Ze kwam terug met verbandgaas, pleisters en een ontsmettend middel.

'Goed,' zei ik. 'Herinner je je niet of je Jeffersons wond die dag hebt uitgewassen?' vroeg ik. Ze hield haar hoofd schuin en dacht na.

'Misschien wel,' zei ze. 'Ik raak in de war met alle keren dat Luther een wond had. Hij sneed zich altijd aan het een of ander.'

Ik knikte.

'Dank je, tante Charlotte.'

Toen ik terugkwam had Gavin Jefferson al in bed gestopt. Ik haalde een washandje, maakte de wond schoon en behandelde hem met het ontsmettingsmiddel. Toen legde ik het verbandgaas erop en bevestigde het met een pleister. Hij deed geen moment zijn ogen open.

'We moeten er goed op letten,' zei ik tegen Gavin, 'en ervoor zorgen dat die infectie geneest. Ik denk niet dat Charlotte de wond heeft uitgewassen toen het gebeurd is, en hij was zo opgewonden over het schilderen van de kamer dat hij het ons niet verteld heeft.'

Gavin knikte.

'Wat doen we nu?' vroeg hij.

'Laten we maar naar beneden gaan om te zien wat voor stom spelletje ze wil spelen,' antwoordde ik, terwijl ik opstond. 'Als we dat niet doen komt ze natuurlijk gillend boven en maakt ze Jefferson en Charlotte wakker.'

Hij knikte.

Toen we terugkwamen in de zitkamer zaten Fern en Morton op de grond bij de tafel in het midden. Op de tafel zag ik een spel speelkaarten en hun glazen gin-tonic. Op haar aandringen had Morton twee glazen voor ons ingeschonken.

'Kom,' zei tante Fern, en wenkte ons om ook op de grond te komen zitten. Haar oogleden waren half gesloten en wat ik van haar ogen kon zien leek bloeddoorlopen. 'Je houdt ons op. Hier zijn jullie drankjes.'

'Ik heb je gezegd dat we die niet willen,' zei Gavin.

'Wat voor tiener ben jij?' vroeg ze kwaad. 'Je gedraagt je meer als een ouwe kerel.' Toen glimlachte ze. 'Je lijkt niet op je ouwe heer, da's een feit. Papa Longchamp,' zei ze tegen Morton, 'was een beruchte zatladder.' Ze nam een slok.

'Dat was hij niet!' tierde Gavin.

'Ik weet wat hij was, schat.' Ze zette haar glas neer en keek hem strak aan. 'Het heeft geen enkele zin om net te doen of hij niet dronk en niet in de gevangenis heeft gezeten.'

'Nou ja... hij... hij drinkt nu niet meer,' stotterde Gavin. Ze had hem aan de rand van tranen gebracht.

'Niet waar jij bij bent misschien, maar ik durf erom te wedden dat hij stiekem drinkt.' Ze genoot van Gavins onbehagen. 'Eens een zuiplap, altijd een zuiplap.'

'Zo drinkt hij niet meer,' hield Gavin vol.

'Goed, dan niet. Hij is zo zuiver als pasgevallen sneeuw, perfect, een hervormde dronkaard en ontvoerder.'

'Je weet niet wat je zegt,' zei Gavin. 'Je mag zulke dingen niet zeggen over papa.'

'Goed, goed,' zei ze, tevreden dat ze hem had weten te raken. 'Laten we voor de verandering eens een beetje plezier maken. Ga zitten.'

'Ik drink niet,' hield Gavin vol.

'Drink dan niet. Voor mijn part word je dominee,' zei ze geërgerd.

We gingen zitten. 'Maar je moet het spelen volgens de regels,' ging Fern verder. Ik keek naar Morton, die weer begon te glimlachen.

'Wat voor regels? Wat voor spelletje is dit?' vroeg ik.

'We spelen strip-poker,' zei ze. 'Deel de kaarten, Morton.'

'Wat?' zei Gavin.

'Vertel me niet dat jullie nog nooit strip-poker hebben gespeeld. Kun je dat geloven, Morty?' vroeg ze. Hij haalde zijn schouders op en deelde de kaarten.

'Dat spelen we niet,' zei Gavin. Hij keek naar de kaarten alsof we besmet zouden worden als we die aanraakten.

'O, jullie spelen zeker alleen met elkaar, hè?' vroeg Fern uitdagend.

'We hebben dit nooit gespeeld,' zei hij.

'O? Nou ja, eens moet de eerste keer zijn. Goed, prinses?' zei ze, naar mij kijkend. 'Jij kunt meepraten over de eerste keer, hè?'

'Hou op, tante Fern.'

Tak je kaarten dan,' beval ze. 'Je kunt toch pokeren?'

'Niet doen, Christie,' zei Gavin. Fern pakte haar kaarten op en glimlachte.

'Ik bied drie kledingstukken,' zei ze. 'Morty?'

'Ik ga mee en verhoog met drie,' antwoordde hij.

'Gavin?'

'Ik speel dat idiote spel van je niet mee, Fern,' zei hij vastberaden. Ze liet haar kaarten zakken.

'Ik hou er niet van dat mijn pret wordt bedorven,' zei ze met een stalen blik in haar ogen. 'Dan krijg ik zin om mensen op te bellen, mensen als Philip.'

'Hou op met ons te bedreigen,' snauwde Gavin.

'En mensen als papa.' Ze keek naar mij. 'En mensen die macht hebben en oude dames komen halen die nog met poppen spelen.'

'Lelijk kreng dat je bent...'

'Laat maar, Gavin,' zei ik snel. 'We spelen dat stomme spelletje van haar wel, als ze dat zo graag wil.'

'Mooi. Morty heeft zes kledingstukken geboden. Christie?'

Ik keek naar mijn kaarten. Ze waren verschrikkelijk. Nog niet eens een paar.

'Ik pas,' zei ik.

'Als je dat doet, moet je zes kledingstukken uittrekken,' zei Fern.

'Zo wordt poker niet gespeeld,' protesteerde ik.

'Dat zijn onze speciale regels,' zei ze. 'Nietwaar, Morty?'

'Absoluut,' zei hij.

'Dit is stom,' zei Gavin.

'Alles wat leuk is vind jij stom,' zei Fern. 'Nou?' vroeg ze.

'Als dat je regel is, kan ik net zo goed in het spel blijven,' antwoorddeik. 'Al heeft het geen enkele zin.'

'Goed. Gavin?'

Hij negeerde haar.

'Twee kaarten alsjeblieft,' zei ze tegen Morton. Hij gaf ze en keek toen naar mij.

'Vier,' zei ik.

'Waarom doe je dit?' vroeg Gavin.

'Ze wil zich een beetje amuseren. Doe eens wat vlotter, stijve hark,' zei Fern. Met tegenzin nam hij zijn kaarten op en keek ernaar.

'Twee kaarten,' mompelde hij tegen Morton.

Ik kreeg geen betere kaarten dan waarmee ik was begonnen.

'Eén voor mij,' zei Morton, die zichzelf een kaart gaf. Hij glimlachte voldaan.

'Ik verhoog met twee,' zei Fern.

'Ik ga mee, en verhoog met één,' antwoordde hij.

'Dat betekent negen als je meegaat, zes als je past,' legde Fern uit.

Gavin gooide zijn kaarten neer. Ik deed hetzelfde.

'Twee paar, drieën en vijven,' zei Fern, en liet haar kaarten zien.

'Een straat, van twee tot zes,' zei Morton en toonde zijn kaarten. Hij leunde achterover.

'Bofkont,' zei Fern glimlachend. 'Jullie kunnen zes willekeurige kledingstukken uittrekken. Ik moet er negen uittrekken. O,' ging ze lachend verder terwijl ze haar schoenen uitschopte, 'dan ben ik spiernaakt.' Ze trok haar blouse over haar hoofd en stopte toen.

'Waar blijven jouw zes kledingstukken, prinses?'

Ik trok mijn schoenen en sokken uit.

'Dat zijn er twee,' zei ze.

'Twee? Ik heb twee schoenen en twee sokken uitgetrokken,' protesteerde ik.

'Paren tellen voor één,' zei ze. 'Onze regels, nietwaar, Morty?'

'Precies,' herhaalde hij

'Ga door,' beval ze.

'Niet doen,' zei Gavin.

'Je mag je niet onttrekken aan een spel,' snauwde Fern. 'Dat is of je een belofte breekt om een geheim te bewaren,' ging ze verder, en glimlachte naar mij.

Ik knoopte mijn blouse los. Mortons glimlach werd breder en hij likte langs zijn lippen. Fern maakte haar beha los en liet hem zonder enige aarzeling langs haar armen glijden, alsof ze alleen in de slaapkamer was. Haar borsten schudden toen ze aan haar rok begon.

'Fern! Je bent dronken en je bent weerzinwekkend!' schreeuwde Gavin, terwijl hij opstond.'Ik kan niet geloven dat jij werkelijk mijn zuster bent.'

Fern gooide het hoofd in de nek en lachte. Met een vuurrood gezicht holde Gavin de kamer uit. Ze lachte nog harder.

'GAVIN!' riep ik, terwijl ik opstond. Ik hoorde hem door de gang hollen en door de voordeur naar buiten gaan, dus ik liep ik hem achterna.

'Wacht even,' zei Fern, die ophield met lachen. 'Je hebt je zes kledingstukken nog niet uitgetrokken.'

Ik keek naar haar en toen naar Morton, die met een wellustige grijns achteroverleunde en me hongerig aanstaarde.

'Het spel is uit, tante Fern,' zei ik.

'Je loopt niet weg zonder je schuld te betalen,' hield ze vol. 'Dat zijn de regels.'

'Alsjeblieft, tante Fern. Kunnen we niet ophouden?'

'Niet voor je je schuld betaald hebt,' hield ze vol. 'Betaal.'

Ik trok mijn blouse uit.

'Dat is drie,' zei ze. 'Ga door.'

Ik maakte mijn rok los, die op mijn enkels viel.

'Vier.'

Ik had alleen mijn beha en onderbroekje nog aan.

'Heb je hulp nodig?' vroeg ze. Ik schudde mijn hoofd. 'Tante Fern...'

'Het zou niet eerlijk zijn,' zei ze. 'Ik heb geen moment geaarzeld om mijn schuld te betalen.'

Ik keek naar Morton. Hij keek me zo intens aan dat ik het gevoel had dat hij door de rest van mijn kleren heen kon kijken. Ik reikte achter mijn rug en maakte mijn beha los. Maar ik aarzelde om hem te laten vallen.

'Kom, prinses, je hebt het voor je oom Philip gedaan, je kunt het ook voor ons doen,' zei ze overredend.

'Tante Fern! Dat is afschuwelijk! Afschuwelijk om zoiets te zeggen,' riep ik uit. 'Ik heb het niet voor oom Philip gedaan, dat hèb ik niet gedaan.'

Ik pakte mijn schoenen en sokken en rok, hield mijn beha tegen mijn borsten gedrukt en holde de zitkamer uit.

'Kreng!' schreeuwde ze me achterna. 'Je kunt niet weglopen bij een spelletje strip-poker. Je zult er spijt van hebben... JE ZULT ER SPIJT VAN HEBBEN!'

Ik holde de gang door naar een kamer waar ik me kon aankleden. Toen ging ik naar buiten om Gavin te zoeken. Hij was nergens te bekennen, dus liep ik om het huis heen naar de schuur. Halverwege hoorde ik hem fluisteren.

'Christie.'

Hij stond in de schaduw en ik liep snel naar hem toe.

'Gavin, je had gelijk. Ik had niet moeten proberen het haar naar de

zin te maken. Ze is afgrijselijk en ze zal nooit ophouden met ons te kwellen, vooral mij niet. Het kan me niet meer schelen waarmee ze dreigt. Ik doe verder niets meer voor haar.'

'Mooi. Misschien wil je dan nu naar me luisteren en weggaan.'

'Ja, Gavin. Als wij weggaan en er niet meer zijn om haar te amuseren, denk ik dat zij ook wel weggaat. Ik zal het uitleggen aan Luther en hij zal Charlotte en Homer uit hun buurt houden tot ze weg zijn,' zei ik. 'Morgenochtend gaan we weg.'

'Goed. We staan vroeg op en vragen Luther ons naar Upland Station te brengen.'

'Maar wat moeten we dan doen, Gavin?' vroeg ik. Mijn enthousiasme verdween toen ik de werkelijkheid onder ogen zag. Gavin dacht even na.

'Ik denk dat we paps zullen moeten bellen,' zei hij. 'Hij zal het niet leuk vinden dat we zo ver weg zijn, maar hij zal ons helpen, vooral als hij hoort wat er met jou gebeurd is. En hij is Jeffersons grootvader, Christie. Vergeet dat niet.'

'Ik weet het. Ik ben alleen zo bang. Maar je hebt gelijk. We moeten hem bellen,' zei ik.

'Hij zal ons helpen. Dat zul je zien. Hij is niet zoals Fern beweert.' Gavin was blijkbaar erg gevoelig voor haar schimpscheuten. 'Dat weet ik, Gavin. Ik heb opa Longchamp altijd erg aardig gevonden. Laten we naar binnen gaan en gaan slapen.'

Hij pakte mijn hand vast en we liepen terug naar huis. Zo zacht mogelijk slopen we naar binnen. We konden Fern horen giechelen in de zitkamer. Toen we langskwamen keken we stiekem even naar binnen en zagen hen beiden naakt, in een innige omhelzing op de grond liggen. Haastig liepen we de trap op en bleven op de drempel van mijn kamer staan.

'Ze maakt dat alles smerig lijkt,' zei Gavin met neergeslagen ogen.

'Dat is het niet als je echt van elkaar houdt, Gavin. Dan is het iets moois. We hoeven ons nergens voor te schamen,' zei ik. Hij glimlachte en ik gaf hem snel een zoen op zijn mond.

'Welterusten,' zei hij.

'En moge je slaap vrij zijn van zandvlooien,' voegde ik eraan toe en ging naar binnen. Nu we een besluit hadden genomen leek het of er een zware last van mijn schouders was genomen. Ik ging met een opgelucht gevoel slapen, omdat we eindelijk bevrijd zouden zijn van Fern. Het speet me dat onze tijd in ons eigen paradijsje ten einde was, maar op de een of andere manier zou alles op zijn pootjes terechtkomen, dacht ik. Heel even stond ik mezelf toe onder die vervloeking vandaan te kruipen, die als een zware steen bovenop me lag.

Maar ik had beter moeten weten.

Ik had moeten verwachten dat die een manier zou vinden om te beletten dat de zon ons leven zou verwarmen.

Gavins geschreeuw maakte me wakker uit mijn aangename droom. 'Christie, kom gauw! Het is Jefferson!' riep hij in de deuropening. 'Wat, Gavin?'

'Er is iets vreselijk mis met hem,' riep hij uit. De angst en schrik op zijn gezicht maakten dat mijn hart stilstond, en ik was in een oogwenk mijn bed uit.