COMPROMISSEN
Omdat oom Philip zo van streek was, had tante Bet de leiding van de receptie thuis na de begrafenis overgenomen. Iedereen in het hotel wilde alles doen wat tante Bet verlangde. Nussbaum en Leon kookten en bakten, en werkten in huis onder haar toezicht. Ze vroeg Buster Morris en andere tuinlieden om tafels en banken te brengen en die op het gazon aan de voorkant op te stellen. We wisten dat er drommen mensen zouden komen om de laatste eer te bewijzen en de familie te troosten. Jefferson en ik waren allesbehalve in een stemming om mensen te begroeten, zelfs mensen die oprecht hun genegenheid en sympathie wilden betuigen. Maar ik wist dat het moest en bovendien zorgde tante Bet er wel voor dat we onze rol en positie in huis kenden.
'Jij en Jefferson gaan hier zitten, lieverd,' zei ze, wijzend naar de bank in de zitkamer. 'Melanie en Richard gaan natuurlijk naast je zitten, en ik zal de mensen die je moet begroeten bij je brengen.'
'Ik wil geen mensen begroeten,' zei Jefferson klaaglijk.
'Natuurlijk niet, lieverd,' zei tante Bet glimlachend, 'maar je moet het doen voor je vader en moeder.'
'Waarom?'
'Hij maakt iedereen altijd gek met al die vragen van hem,' merkte Richard op, zijn mondhoek omhoogtrekkend. Zijn lippen waren zo dun als elastiekjes, en soms, als hij zo streng keek, dacht ik dat ze zouden knappen.
'Hij heeft alle recht om vragen te stellen, Richard,' zei ik scherp.
'Natuurlijk heeft hij dat,' zei tante Bet op een irriterend zangerig toontje. Ze stak haar hand uit om Jefferson over zijn haar te strijken, maar hij probeerde zijn hoofd buiten haar bereik te houden. 'Je kunt vragen wat je wilt, lieverd.'
Jeffersons mond verstrakte en er verscheen een boosaardige blik in zijn ogen, maar tante Bet gaf hem nog een klopje op zijn hoofd en ging toen weg. Voor we over iets anders konden ruziën, begonnen de mensen te komen. Zelfs Jefferson was overweldigd en diep onder de indruk. Het leek of iedereen kwam die ook maar enigszins in de buurt van Cutler's Cove woonde, en zelfs een paar van onze trouwste hotelgasten hadden de reis ondernomen toen ze het hadden gehoord van de tragedie.
Tante Bet fladderde rond als een kanarie; de grenzen van haar kooi waren de zitkamer en de deur waardoor de mensen binnenkwamen. Ze begroette iedereen en wees hen in onze richting. Het was een uitputtend karwei, maar ik merkte dat de mensen die Jefferson en mij omhelsden en een zoen gaven oprecht verdrietig waren. Het was nooit helemaal tot me doorgedrongen hoeveel mensen van mammie en papa hielden.
Tante Trisha zorgde zo goed mogelijk voor ons. Ze zorgde ervoor dat Jefferson en ik iets aten en dronken. Ze bleef zo lang ze kon en trok ons toen terzijde om afscheid te nemen.
'Ik moet met dit toestel naar New York,' zei ze. 'Maar ik vind het verschrikkelijk om jullie alleen te laten.'
'Ik begrijp het, tante Trisha,' zei ik, me herinnerend hoe papa haar altijd plaagde. 'Per slot leef je in de wereld van het theater,' ging ik verder, hem imiterend. Ze glimlachte flauwtjes.
Ik zal ze zo verschrikkelijk missen.' Ze keek naar Jefferson. Hij schudde verbijsterd zijn hoofd en de tranen rolden over zijn wangen. 'O, kleine kabouter van me,' zei ze, hem dicht tegen zich aandrukkend. 'Zul je een lieve jongen zijn en doen wat je oom en tante zeggen?' Jefferson knikte onwillig. 'Ik bel je gauw, Christie, en misschien kun je me over een paar weken of zo in de stad komen opzoeken en 's avonds naar de show komen. Zou je dat willen?'
'O, ja, tante Trisha.'
Ze beet op haar lip en knikte. Toen draaide ze zich met een ruk om alsof ze door spoken werd achtervolgd, en liep haastig weg. Een paar minuten later kwam Gavin me vertellen dat opa Longchamp ook weg wilde.
'Hij kan er gewoon niet tegen om hier te zitten en al die rouwende mensen langs te zien paraderen,' legde Gavin uit. 'Hij is zelfs bereid in de hal van de luchthaven te gaan zitten wachten.'
Ik begrijp het,' zei ik, al vond ik het vreselijk dat Gavin zou vertrekken.
'O, Gavin, je zou hier van de zomer komen werken. We zouden zoveel plezier samen hebben,' bracht ik hem in herinnering. Zijn ogen zeiden me dat hij dat maar al te goed wist.
'Moeder wil dat jullie teruggaan naar de bank,' zei Richard, terwijl hij tussen ons in ging staan. 'Ze zegt dat er nog een hoop belangrijke mensen begroet moeten worden.'
'Hé,' zei Gavin, zich met een ruk naar hem toewendend, 'volg het voorbeeld van de wind en blaas jezelf weg.'
'Hè?'
'Doe als een vogel en vlieg op, gesnopen?'
Richards mond vertrok even. Toen drong het tot hem door.
'Ik doe alleen maar wat moeder me heeft gezegd,' jammerde hij verwerend.
'Goed, dan doe je nu wat ik zeg.' Gavins woedende gezicht maakte dat Richard zich snel omdraaide en wegholde.
Ik lachte. Het was een goed gevoel.
'Doe me een plezier, Jefferson,' zei Gavin, 'bind elke ochtend zijn sokken aan elkaar, wil je?'
'Ja,' zei Jefferson, wiens ogen begonnen te stralen.
'Je laat het, hoor! Gavin, hij heeft echt geen nieuwe ideeën nodig,' zei ik snel.
'Als hij je lastigvalt, zeg je maar dat ik terugkom,' zei Gavin tegen Jefferson.
'Papa wil dat we gaan, lieverd,' zei Edwina zachtjes, die naast ons kwam staan. 'Het gaat hem niet zo best,' ging ze verontschuldigend verder tegen mij. 'Philip laat ons wegbrengen met de limousine.'
Ik loop met jullie mee naar buiten,' zei ik.
'Ik ook,' zei Jefferson. Hij wilde me geen seconde alleen laten.
Toen we buiten kwamen zagen we tante Fern en haar vriendje bij een van de tafels staan lachen en gekheid maken met een paar van de kelners en hulpkelners. Ze leek niet erg bedroefd. Ze had een vreemde kunnen zijn die toevallig hier verzeild was geraakt. Edwina ging naar haar toe om te zeggen dat ze weggingen, maar het interesseerde haar niet erg.
'O, goeiedag,' zei ze, en zwaaide snel naar Gavin en opa Longchamp.
'Ze gedraagt zich niet als een kind van mij,' mompelde hij, 'en zeker niet als een kind van Sally Jean. Ik denk dat ze op een paar van de zwarte schapen in mijn familie lijkt. We hadden er meer dan genoeg,' voegde hij eraan toe. Ik was nieuwsgierig en vroeg me af of Gavin op de hoogte was van zijn eigen duistere geschiedenis.
'Zorg goed voor jezelf, Christie,' zei opa Longchamp, en keek naar me met grote, droevige ogen. 'En zorg goed voor je broertje, zoals je mammie en papa dat zouden hebben gewild. En bel ons als we iets voor jullie kunnen doen, begrepen?'
'Ja, opa. Dank je,' zei ik. Hij wierp nog een laatste blik op het huis en bukte zich toen om in de auto te stappen. Edwina volgde.
Ik zal zo vaak ik kan bellen en schrijven,' zei Gavin. 'Ik vind het afschuwelijk om je zo achter te moeten laten,' ging hij verder, met een medelevende blik. Ik knikte met neergeslagen ogen. Hij streek door Jeffersons haar en toen, snel, bijna zo snel dat ik het nauwelijks kon voelen en niemand het kon hebben gezien, boog hij zich naar voren en kuste me op de wang. Toen ik mijn ogen weer opendeed stapte hij in de auto, achter zijn ouders.
Jefferson en ik bleven hand in hand staan en keken de auto na die over de oprijlaan wegreed. Plotseling kreeg ik het koud. De schemering was plotseling als een gordijn neergedaald en verdiepte de schaduwen om ons heen.
'O, zijn jullie daar,' riep tante Bet in de voordeur. 'Jullie moeten naar binnen en je post weer innemen,' verklaarde ze.
'We zijn allebei moe, tante Bet,' zei ik, nog steeds Jeffersons hand vasthoudend en langs haar heenlopend. 'We gaan naar boven.'
'O - maar, kindlief, hoe zit het dan met al die mensen die net zijn aangekomen?' riep ze wanhopig. Ze trok een gezicht of onze afwezigheid de ware tragedie van die dag zou zijn.
Ik weet zeker dat ze het zullen begrijpen,' zei ik kalm. 'Net als jij.'
'Maar...'
We liepen met gebogen hoofden weg en haastig de trap op, alsof we er eigenlijk niet thuishoorden, weeskinderen in ons eigen huis.
Ik nam Jefferson mee naar mijn kamer; ik wist dat hij niet alleen zou willen zijn. Het rumoer beneden ging nog uren door. Niet lang nadat we naar boven waren gegaan, kwam Bronson Alcott ons opzoeken. Hij klopte aan en stak zijn hoofd om de deur toen ik vroeg wie er was. Jefferson was naast me op bed in slaap gevallen, maar ik lag met open ogen naar het plafond te staren.
'O, ik wilde jullie niet wakker maken,' zei hij, en wilde weer weggaan.
'Dat heb je niet gedaan, Bronson. Kom binnen, alsjeblieft,' zei ik. Ik ging overeind zitten en streek met mijn vingers door mijn haar. Hij kwam binnen en keek naar Jefferson.
'Arm joch,' zei hij hoofdschuddend. 'Het is voor niemand gemakkelijk, maar voor hem is het extra moeilijk. Ik herinner me nog hoe erg ik het vond toen ik mijn moeder verloor, en ik was al een stuk ouder.'
'Hoe is ze gestorven?'
'Ze kreeg leukemie,' zei hij.
'En jij bleef achter om voor je invalide zusje te zorgen?' Ik herinnerde me een paar bijzonderheden die mammie me eens had verteld. Hij knikte. En nu zorgt hij voor die arme grootmoeder Laura, dacht ik somber.
'Hoe gaat het met grootmoeder?' vroeg ik.
'Goed. Ik heb haar achtergelaten bij de verpleegster,' zei hij, 'zodat ik naar boven kon om jullie even te zien.'
'Begrijpt ze wat er is gebeurd?'
Hij knikte.
'Het gaat op en neer. Ze herinnert het zich, en dan vergeet ze het weer... misschien is het zo beter. Misschien is het de manier van de geest om zich te beschermen tegen te veel verdriet.'
'Je hebt je handen vol,' zei ik.
'Dat zei je moeder ook altijd,' antwoordde hij glimlachend. 'Laura Sue is niet altijd zo geweest, weet je. Vroeger was ze een levendige, energieke, stralende vrouw, een en al levenslust en temperament. Een tantaluskwelling voor elke man die ze tegenkwam.'
'Dat heeft mammie me verteld, Bronson,' zei ik na een ogenblik. 'Je weet zoveel over deze familie. Geloof je dat er echt een vloek op ons rust?'
'Een vloek? O, nee, geen vloek, ondanks dit alles. Zo mag je niet denken. Ik weet zeker dat je aan de verwachtingen van je ouders zult beantwoorden en prachtige dingen zult bereiken,' zei hij geruststellend. Zwijgend schudde ik mijn hoofd.
'Ik wil geen prachtige dingen meer bereiken. Zonder mammie...'
'Onzin, Christie. Je moet nu meer dan ooit verdergaan met je muziek,' zei hij op besliste toon. 'Je moet het voor haar doen en voor jezelf.'
'Ik kan er niets aan doen, maar ik heb het gevoel dat ik zal mislukken, dat die donkere wolken...'
Hij fronste zijn wenkbrauwen.
'Christie, het lot kan soms wreed zijn, maar het heeft je ook je talent gegeven. Denk daaraan. Het lot stuurt ons een weg op, die soms goed en soms slecht is, maar als het ons een goede weg wijst en we negeren of weigeren die, dan brengen we zelf onze vloek over ons. Je moet alles zijn waartoe je in staat bent. Je hebt nu de plicht dat te doen,' zei hij vermanend.
Ik knikte. Hij was zo sterk, zo vastberaden. Geen wonder dat mammie van hem hield en hem bewonderde, dacht ik. En toen kwam er een nieuw en mooi idee bij me op.
Ik wil niet bij oom Philip en tante Bet wonen,' zei ik, 'en Jefferson ook niet.'
'Ik begrijp het, maar zij hebben de eerste rechten op het voogdijschap, en omdat zij in dit huis moeten gaan wonen, is het ook het meest logische. Het zal niet gemakkelijk zijn, een tijdlang niet, misschien nooit, maar je bent in ieder geval bij mensen die voor je zorgen en van je houden. Ik weet zeker dat Philip voor jou en Jefferson net zo'n vader zal zijn als voor zijn eigen kinderen,' zei hij. Hij las de teleurstelling op mijn gezicht.
'Ik wilde... ik wilde dat ik jullie bij mij in huis kon nemen, maar ik ben bang dat mijn huis op het ogenblik niet de beste omgeving is voor twee jonge mensen. Laura Sue is het merendeel van de tijd een invalide, en al houdt ze van jullie als ze helder genoeg kan denken om het te beseffen, zou ze ook alleen maar een last voor jullie betekenen.'
'Dat zouden we niet erg vinden,' zei ik snel. Hij glimlachte.
'Het komt hier best voor elkaar. Maak je maar niet ongerust,' zei hij geruststellend. 'En ik kom zo vaak ik kan om te zien hoe Jefferson en jij het maken.'
Ik boog mijn hoofd zodat hij de tranen in mijn ogen niet zou zien.
'Kom, kom, het zal heus goed gaan, Christie,' zei hij. Zijn stem klonk teder en begrijpend. Hij bukte zich en gaf me een zoen op mijn wang. Toen keek hij vol liefde naar Jefferson. 'Zodra ik denk dat het gepast is, zal ik jou en Jefferson een avond te eten vragen,' zei hij. 'Dat zal Laura Sue ook goed doen.' Hij liep naar de deur.
'Bronson?'
'Ja, lieverd?'
'Voordat dit gebeurde heeft mammie me dingen verteld over het verleden, dingen die altijd geheim zijn gebleven, maar er was nog zoveel dat ze me niet heeft verteld, dingen die ik zo graag wil weten. Wil jij me die vertellen?'
'Zoveel ik kan,' beloofde hij. 'Als alles een beetje tot rust is gekomen, zullen jij en ik samen een middag over het verleden praten en over je familie, oké?'
Ik knikte.
'Dank je, Bronson.'
Ik hield heel erg veel van je moeder, Christie. Ze had een wijsheid die boven haar jaren uitging, misschien door een paar van die moeilijkheden die je kent en waarover je nog zult horen, maar ze had een uniek inzicht, geduld en begrip. Ik weet zeker dat je dat hebt geërfd. Je zult het zien,' zei hij, en toen ging hij weg.
Daarna kwam niemand meer bij ons. Later op de avond begon er een luchthartiger sfeer te heersen op de receptie. Ik hoorde meer gelach, meer auto's die kwamen en gingen, deuren die dichtsloegen, mensen die naar elkaar riepen. Jefferson werd wakker en riep om zijn moeder. Ik troostte hem en hij viel weer in slaap. Terwijl hij sliep ging ik op de grond bij mijn kast zitten en bladerde door oude fotoalbums, glimlachend en huilend bij het zien van de foto's van mammie en papa.
Ze was zo mooi geweest, dacht ik, zo heel erg mooi.
Ik sloeg mijn armen om mijn knieën en liet mijn hoofd erop rusten. Ik probeerde het verdriet en de tranen te bedwingen die dreigden mijn lichaam kapot te maken. Ik zat nog steeds op de grond bij de kast toen de deur werd opengegooid.
'O, daar is hij,' zei Richard.
'Wat wil je? Zou je niet eens behoorlijk aankloppen?' vroeg ik. Hij keek me meesmuilend aan.
'Moeder zei dat ik hem moest gaan zoeken. Hij moet een paar dingen van hem verhuizen, anders doe ik het,' ging hij verder.
'Wat bedoel je? Hij hoeft helemaal niets te verhuizen,' zei ik, terwijl ik opstond. 'Zeker vanavond niet.'
'Moeder zegt dat het niet goed is dat Melanie en ik in dezelfde kamer slapen. Daar zijn we nu te oud voor. Ze zegt dat jongens bij jongens horen. Ze heeft een paar mannen opdracht gegeven mijn bed naar Jeffersons kamer te brengen. Ik wil dat hij ruimte maakt voor mijn spullen in de kasten en laden. Als hij het niet doet, doe ik het zelf,' dreigde hij.
Ik rilde als ik eraan dacht. Jefferson zou het vreselijk vinden als Richard dag en nacht bij hem in de buurt was, en Richard leek op geen enkele twaalfjarige jongen die ik kende. Hij was zo netjes op al zijn spulletjes. Hij zou vast verschrikkelijke ruzie krijgen met Jefferson over de slordige manier waarop Jefferson met zijn bezittingen omsprong.
'Waag het niet aan zijn spullen te komen,' riep ik uit.
'Wat... wat is er, Christie?' vroeg Jefferson, die snel overeind ging zitten en in zijn ogen wreef.
'Niets. Ga weer slapen. Ik moet naar beneden om met tante Bet te praten,' zei ik en marcheerde de kamer uit, Richard praktisch opzij duwend.
Er waren nog een hoop mensen in huis die koffiedronken en taart aten. Een paar achterblijvers deden zich te goed aan wat er nog overgebleven was op de talloze bladen met eten die Nussbaum en Leon hadden klaargemaakt. Ik keek om me heen of ik tante Bet of oom Philip zag. De mensen glimlachten naar me en sommigen bleven staan om me te condoleren, maar ik ging haastig van de ene kamer naar de andere, tot ik tante Bet vond die afscheid nam van een paar mensen op de veranda aan de voorkant. Ik wist niet waar oom Philip was. Ik had hem nergens in huis gezien.
'O, Christie, lieverd,' zei ze, toen ik verscheen. 'Je bent beneden gekomen. Wat aardig van je. Heb je honger?'
'Nee, tante Bet, ik heb geen honger,' snauwde ik. Ze bleef glimlachen. 'Ik ben van streek. Waarom moet je uitgerekend vanavond Richards spullen naar Jeffersons kamer laten verhuizen?'
'O, ik dacht, hoe eerder ze beginnen alles samen te delen, hoe beter het is. Richard zal goed gezelschap voor hem zijn en kan hem troosten. Heus, lieverd,' zei ze, naar me toelopend, 'je wilt toch zeker niet dat Richard en Melanie langer dan nodig is in dezelfde kamer blijven slapen? Melanie wordt al een hele jongedame, en alle jongedames hebben behoefte aan privacy en ruimte, nietwaar?' zei ze. 'Jij toch ook?' ging ze vastberaden verder.
Ik zeg niet nee, tante Bet, maar Jefferson komt net van de begrafenis van zijn ouders. Hij mag vanavond niet nog meer van streek worden gemaakt. We kunnen best even wachten om over de verdeling van de kamers te praten,' antwoordde ik. Ik vind trouwens dat wij er ook iets over te zeggen horen te hebben. Dit is ons huis,' zei ik trots.
Tante Bet bleef glimlachen.
'Waar is oom Philip?' vroeg ik.
'Hij loopt in en uit, lieve, maar hij is veel te veel in de war om ook maar enige hulp te kunnen bieden. Ik probeer alleen maar te doen wat het beste is voor ons allemaal,' zei ze.
'Het beste is om Richard niet vanavond naar Jeffersons kamer te laten verhuizen. Het zal al moeilijk genoeg voor hem zijn om te slapen, en hij is veel te moe om nu nog zijn kasten en laden opnieuw in te richten.'
'Heel goed, kind,' zei tante Bet. 'Ik zal tot morgenochtend wachten als dat je gelukkig maakt.' Ze glimlachte, maar iets aan die glimlach leek onecht. Het was een vreemde, schaduwachtige glimlach.
'Het zou me nog gelukkiger maken als het helemaal niet gebeurde,' zei ik.
'We moeten nu allemaal compromissen sluiten, Christie,' antwoordde ze streng. 'Jouw verlies is groot, maar wij hebben ook veel verloren. We zijn ons huis kwijt en het hotel en...'
'Dat kan allemaal vervangen worden, tante Bet,' zei ik, geschokt dat ze die dingen met elkaar kon vergelijken. Mijn gezicht begon te gloeien. 'Kun je mijn mammie en papa terugbrengen? Kun je dat?' riep ik uit, terwijl de hete tranen over mijn wangen rolden.
'Goed, lieverd,' zei ze, achteruitdeinzend. 'Het spijt me dat ik je van streek heb gemaakt.' Ze glimlachte naar een paar mensen die op het punt stonden te vertrekken. 'We zullen het er morgen over hebben. Zeg maar tegen Richard dat hij bij me komt,' zei ze. Toen ging ze snel weg om afscheid te nemen van een paar leden van het hotelpersoneel.
Ik draaide me met een ruk om en holde de trap weer op. Richard was al in Jeffersons kamer. Toen ik de deur opengooide, zag ik dat hij bezig was Jeffersons kast opnieuw in te richten.
'LAAT ZIJN SPULLEN MET RUST!' gilde ik. Richard stopte en keek me woedend aan. 'Tante Bet wil je onmiddellijk spreken. Je verhuist je bezittingen vanavond niet naar deze kamer,' zei ik ferm. 'En ga nu weg.' Ik deed een stap achteruit, bleef stokstijf staan en wees naar de deur.
'Deze kamer is niet half zo mooi als de kamer die ik had,' mompelde hij.
'Blijf er dan vandaan,' zei ik tegen zijn rug. Hij liep haastig de gang door en de trap af. Jefferson stond in de deuropening van mijn kamer. Zijn gezicht was besmeurd met tranen en zijn ogen vielen dicht van vermoeidheid en verwarring.
'Kom, Jefferson,' zei ik. 'Ik zal je uitkleden, dan kun je naar je eigen bed.'
'Waar gaat Richard naar toe?' vroeg hij.
'Naar de hel wat mij betreft,' zei ik en hielp mijn broertje zich te \ 'assen en zijn pyjama aan te trekken voor een nieuwe nacht op aarde zonder zijn ouders.
Toen ik terugkwam in mijn kamer zag ik tot mijn verbazing dat tante Fern in mijn kleren stond te zoeken.
'Tante Fern,' riep ik uit. Ik keek om me heen; ik zag haar vriendje niet. 'Wat doe je daar?'
'Hallo, prinses.' Ze keek naar me met een verdwaasde glimlach. Ik hoefde niet dichterbij te komen om de stank van whisky te kunnen ruiken. 'Ik bekeek een paar truien van je. Je hebt mooie spullen. Vooral dat horloge,' zei ze en hief haar linkerpols op. 'Mag ik dat een tijdje lenen? Het was mijn verjaardagscadeau van mammie en papa.'
'Doe af!' schreeuwde ik. 'Dat was mijn laatste cadeau van mammie en papa.'
'O.' Ze wankelde.
'Je mag alle andere dingen hebben,' zei ik. 'Alsjeblieft.'
'Hou je gedeisd,' antwoordde ze en rukte aan het horloge om het af te krijgen. Ze scheurde het bandje bijna kapot. Ze smeet het op het bed. Ik pakte het haastig op en zwoer bij mezelf dat ik het nooit meer af zou doen. 'Je kon best wat aardiger tegen me zijn,' steunde ze. 'Ik ga weg, en joost mag weten wanneer je me weer terugziet.'
'Blijf je niet slapen vannacht?'
'Er zijn een paar oudejaarsfeesten van studentenclubs waar ik naartoe wil,' zei ze. Ze slenterde naar mijn toilettafel en inspecteerde mijn parfums en eau-de-toilettes.
'Je gaat niet naar zomercursus zoals je papa had beloofd, hè?' vroeg ik.
'Nee,' zei ze. 'Ik ga van de zomer bij een paar verwende, rijke vrienden op Long Island logeren. Ik heb het Philip al verteld en hem gezegd waar hij mijn zakgeld naartoe moet sturen. Maar ik geloof niet dat het goed tot hem is doorgedrongen wat ik zei, dus zal ik Dorfman maar bellen.'
Ik dacht dat je de vakken in moest halen waarvoor je dit jaar onvoldoende had,' zei ik.
Ze draaide zich om.
'Weet je dat je net een oud wijf bent... zeur, zeur, zeur. Toen ik zestien was, was ik al geen maagd meer.' Ze moest lachen toen ze mijn gezicht zag. 'Je hebt het hoofdstuk gelezen, hè? Ja toch? Het geeft niet. Hou je geheimpjes maar voor je,' zei ze verbitterd. 'Dat doet iedereen in de familie. Zeker je moeder.'
'Waag het niet een rotopmerking te maken over mijn moeder,' viel ik uit. Ze wankelde weer en schudde haar hoofd.
'Het wordt tijd dat je eens ophoudt als Alice in Wonderland te leven. Je moeder en je vader zijn opgegroeid terwijl ze in dezelfde kamer woonden, praktisch boven op elkaar, tot ze zestien was, en daarna werd ze verliefd op Philip zonder te weten dat hij haar broer was. Wat denk je dat ze deden op hun afspraakjes, domino spelen? Natuurlijk hielden ze dat allemaal geheim, maar ik heb me door niemand ooit laten voorschrijven wat ik moest doen. Ze zijn geen haar beter dan ik.'
'Dat is niet waar. Het is niet waar van mijn moeder en oom Philip,' zei ik. Ze haalde haar schouders op.
'Vraag het hem maar eens,' zei ze. 'En vraag hem dan meteen naar al die keren dat hij bij me binnenkwam terwijl ik bezig was me aan te kleden en hij beweerde dat hij Jimmy of Dawn zocht.
'Je hoeft maar één keer naar zijn vrouw te kijken, Christie, en dan begrijp je wel waarom hij zijn pleziertjes elders zoekt.'
'Dat is afschuwelijk, tante Fern. Ik weet dat je dronken bent en daarom al die afschuwelijke dingen zegt, maar dat is geen excuus meer. Ik wil niets meer horen,' zei ik.
Ze lachte.
'O, nee?' Ze kwam naar me toe, haar gezicht vertrokken in een boosaardige imitatie van een glimlach. 'Je wilt niet horen dat Dawn en Jimmy dachten dat ze broer en zus waren, en in hun ondergoed naast elkaar sliepen op een slaapbank?'
'Hou op!' zei ik, en sloeg mijn handen voor mijn oren.
'Je wilt niet horen hoe je moeder tongzoenen gaf aan oom Philip, hoe ze zwijmelde toen de knapste jongen van high school haar in haar hals zoende?'
'STOP!' Ik holde naar de badkamer en smeet de deur dicht. Toen sloeg ik mijn armen om me heen en hurkte snikkend op de grond. Ik hoorde haar lachen en toen naar de deur van de badkamer lopen.
'Oké, prinses Christie, ik zal je in je wonderland laten. Ik heb medelijden met je. Ze hebben jou altijd verwend en voorgetrokken. Het was Christie voor en Christie na. Jij was het mooiste, liefste en talentvolste meisje ter wereld en ik was alleen maar lastig. Nou, je staat nu op je eigen benen, net als ik eigenlijk. Eens zien hoe dat je bevalt,' snauwde ze. Ik hoorde haar voetstappen toen ze mijn kamer uitliep.
Een tijdlang bleef ik liggen huilen. Wat kon ze gemeen en lelijk zijn, dacht ik. Papa wilde haar alleen maar gelukkig maken en mammie deed zo haar best van haar te houden en haar eerlijk te behandelen. Ik was blij dat ze wegging en hoopte dat ze nooit meer terug zou komen.
Langzaam stond ik op en waste mijn gezicht. Ik dacht dat het uren en uren zou duren voor ik in slaap viel, maar zodra mijn hoofd op mijn kussen lag, spoelde de emotionele uitputting als een hoge golf over me heen, en pas toen het grauwe, sombere licht van de vroege ochtend - een ochtend met donkere, dreigende wolken die als een karavaan kamelen door de lucht trokken - door mijn gordijnen naar binnen drong, deed ik mijn ogen open. Ik staarde recht voor me uit. Het zien van mijn zwarte jurk over een stoel herinnerde me er pijnlijk aan dat de gebeurtenissen van gisteren geen afschuwelijke nachtmerrie waren, maar de harde werkelijkheid.
Maar voordat mijn ogen weer konden gaan tranen hoorde ik een zachte zucht en ik draaide me snel om. Ik schrok toen ik oom Philip zag. Hij had een stoel aan de andere kant van mijn bed geschoven en zat met een weemoedig gezicht naar me te staren. Zijn haar was in de war en zijn hemd hing open. Hij droeg geen das of jasje. Ik vond dat hij er heel bleek en moe uitzag.
'Oom Philip!' riep ik uit, en klampte me vast aan mijn deken. Een paar van de boosaardige dingen die tante Fern had gezegd hingen als schimmel aan de wanden van mijn geheugen. 'Wat doe jij hier?' Ik had geen idee hoe lang hij daar al had gezeten terwijl ik sliep.
Hij zuchtte weer, luider en langer.
'Ik kon niet slapen,' zei hij, 'en ik maakte me ongerust over jou, dus ben ik even langsgekomen om te zien hoe het met je gaat. Ik denk dat ik op mijn stoel in slaap ben gevallen. Ik ben niet veel langer wakker dan jij,' besloot hij, maar ik vond dat hij eruitzag als iemand die de hele nacht wakker was geweest.
'Met mij gaat het goed, oom Philip,' zei ik, nog steeds verward door de uitdrukking op zijn gezicht en door zijn gedrag.
'Nee, nee, ik ken je veel te goed. Ik weet hoe kwetsbaar en gevoelig je bent en hoeveel verdriet je hebt,' zei hij. Hij boog zich naar voren. De blik in zijn ogen werd zachter en hij keek me strak aan. 'Je hebt extra tedere en liefdevolle zorg nodig, en ik zal je die zo goed mogelijk geven.' Hij glimlachte. Zijn ogen waren poelen van tederheid, en toen kuste hij mijn voorhoofd. 'Arme, arme Christie,' zei hij, over mijn haar strijkend.
Ik ontspande me. 'Het is goed, oom Philip. Ga zelf wat slapen. Ik voel me best.' Hij bleef glimlachen en over mijn haar strijken.
'Lieve, lieve Christie. Mooie Christie. Dawns Christie. Ik herinner me de dag dat ze met je terugkwam in het hotel. Ik zei dat ze zich geen zorgen moest maken omdat je echte vader je in de steek had gelaten. Dat ik altijd een vader voor je zou zijn. En dat zal ik, dat zal ik.'
'Goed, oom Philip. Dank je,' zei ik. Ik ging snel overeind zitten en leunde naar de andere kant, weg van hem. 'Het gaat me nu weer goed. Ik ga opstaan en douchen en me aankleden en Jefferson wakker maken. Meestal is hij om deze tijd al in mijn kamer,' voegde ik eraan toe. Oom
Philip knikte. Toen leunde hij achterover en haalde diep adem met gesloten ogen. Hij legde zijn handen op zijn knieën en stond op. Met gebogen schouders liep hij naar de deur. Daar bleef hij staan.
'Ik ga ook een douche nemen en me aankleden,' zei hij. 'Zodat we met elkaar kunnen ontbijten... als een gezin.'
Zodra hij weg was stond ik op en ging naar de badkamer. Ik bleef zo lang ik kon onder het hete water staan. Het was of ik het verdriet van mijn lichaam wilde borstelen en de vermoeidheid wegwassen. Ik kleedde me vlug aan en ging kijken of Jefferson al wakker was. Mevrouw Boston was er al en had hem geholpen bij het aankleden. Hij stond in de badkamer zijn haar te borstelen. Hij hield op en keek naar mij zodra hij me hoorde binnenkomen.
'O, goeiemorgen, mevrouw Boston,' zei ik.
'Goeiemorgen, lieverd. Ik kwam even naar je broertje kijken,' vertelde ze, 'maar hij was al klaarwakker en dacht erover om op te staan en zich aan te kleden. Hij is al een grote jongen,' ging ze verder, meer ter- wille van hem dan van mij.
'Ja, maar u hoefde dit niet te doen en ook nog voor iedereen het ontbijt klaar te maken, mevrouw Boston,' zei ik. Ze was geen familie, maar ze had zich de dood van mijn ouders niet erger aan kunnen trekken als ze dat wel was geweest.
'O, dat doet er niet toe, lieverd. Je tante Bet was vanmorgen al vroeg op en deelde de bevelen uit voor wat ze aan het ontbijt wilde hebben. Ik had alles al klaargezet en zat te wachten, dus dacht ik dat ik maar beter even naar boven kon gaan om te zien hoe het met Jefferson ging,' legde ze uit.
'Wat wilde ze hebben voor het ontbijt?'
'Zij wil gepocheerde eieren en Richard zachtgekookte, niet langer dan één minuut precies, en Melanie ook. Meneer Cutler wil alleen koffie en toast. Zij is heel precies op haar toast. Heel licht geroosterd. En de kinderen willen aardbeienjam. Gelukkig hadden we nog wat staan in de bijkeuken,' voegde ze eraan toe, 'anders had ik nog vroeger op moeten staan om het te gaan halen.'
'Mammie deed nooit zo moeilijk,' merkte ik op. Mevrouw Boston knikte.
'Ik moet naar beneden. Ze zei dat ze vanmorgen precies om acht uur aan de ontbijttafel zouden zitten,' zei ze en ging weg.
Jefferson kwam uit de badkamer en keek naar mij. We wilden geen van beiden naar beneden om de eerste ochtend zonder onze ouders te beleven, maar we konden moeilijk anders. Ik stak mijn hand naar hem uit en hij pakte hem langzaam aan, met gebogen hoofd. Toen gingen we naar beneden.
Iedereen zat al aan tafel. Oom Philip zat waar papa altijd zat en tante
Bet zat op mammies plaats. Jefferson ergerde zich onmiddellijk daaraan, maar ook aan het feit dat Richard op zijn plaats zat en Melanie op de mijne.
'Goeiemorgen, kinderen,' zei tante Bet met een honingzoete glimlach. 'Wat zien jullie er netjes en schoon uit.'
Jefferson keek haar met een nijdige blik aan en draaide zich toen om naar Richard.
'Daar zit ik,' zei Jefferson.
'O, het is niet belangrijk waar we allemaal zitten,' antwoordde tante Bet snel en bleef glimlachen. 'Zolang we maar netjes zitten en fatsoenlijk eten. We moeten er altijd aan denken,' instrueerde ze voor we zelfs nog maar zaten, 'dat er andere mensen aan tafel zitten, die het niet prettig vinden als we niet op de etiquette letten.'
Ik keek naar oom Philip. Hij glimlachte vaag, maar zijn ogen stonden glazig. Hij zag eruit als een man die nog steeds versuft is. Hij zei niets; hij wachtte alleen maar, zijn handen gevouwen onder zijn kin, zijn ellebogen op tafel. Richard leunde achterover met een zelfgenoegzame glimlach. Melanie keek verveeld en geërgerd.
'We kunnen niet beginnen voor jullie zitten, kinderen,' zei tante Bet.
'Misschien kan Christie hier zitten, naast mij,' zei oom Philip, wijzend naar de plaats waar Richard zat. 'Per slot is zij de oudste van de kinderen.'
'Ik ga naast mijn broertje zitten,' antwoordde ik haastig. Ik liep met Jefferson naar de tafel en ging naast Melanie zitten. Ik knikte naar de stoel tegenover me en Jefferson ging onwillig zitten.
'Zo, nu zijn we allemaal bij elkaar,' verklaarde tante Bet. 'Mevrouw Boston, u kunt beginnen,' beval ze.
'Ja, mevrouw,' zei mevrouw Boston in de keuken en bracht een kan met vruchtesap. Meestal zette ze die midden op tafel en schonken we zelf in. Mevrouw Boston hielp mammie met het klaarmaken van het eten en zorgde voor het huis, maar we hadden haar nooit als serveerster gebruikt. Maar tante Bet noch oom Philip pakte de kan om in te schenken. Ze leunden achterover en wachtten tot mevrouw Boston het deed. Ze knipoogde naar me en begon de glazen vol te schenken.
'Zo,' zei tante Bet, haar handen gevouwen op de tafel voor haar. 'Het lijkt me in ieders belang om meteen een paar elementaire regels vast te stellen, nietwaar?' Haar stem werd kouder, scherper. 'Philip heeft het druk met de wederopbouw van het hotel,' begon ze, 'en dat betekent dat ik deze zomer de verantwoordelijkheid draag voor de kinderen. Ik wil dat iedereen goed met elkaar zal opschieten natuurlijk. Ons leven is op dramatische wijze verstoord en veranderd. Iedereen... iedereen,' herhaalde ze, met een strakke blik op mij, 'zal compromissen moeten sluiten, maar ik zie niet in waarom,' ging ze verder, en haar glimlach werd nog opgewekter, 'we niet allemaal één gelukkig gezin zouden vormen.'
Ze keek naar oom Philip, die, dacht ik, intens op mijn reacties lette.
'Philip heeft altijd al een groter gezin gewild. Maar,' zei ze zuchtend, 'al die verantwoordelijkheid is als een lawine op me afgekomen. Richard en Melanie begrijpen hoe belangrijk het is om mee te werken.' Bij het horen van hun naam sperde de tweeling gelijktijdig hun ogen open en keek naar ons. 'We moeten elkaar willen helpen,' besloot ze.
Mevrouw Boston bracht de eieren en serveerde. Richard zette zijn lepeltje in zijn zachtgekookte ei en grijnsde zelfgenoegzaam.
'Het is te hard,' klaagde hij onmiddellijk.
Ik heb het precies één minuut gekookt,' zei mevrouw Boston.
'Laat eens zien,' beval tante Bet, en Richard overhandigde haar zijn bord. Ze prikte in het ei met haar lepel en schudde haar hoofd. 'Misschien was het vuur te warm of zo, maar dit is iets te hard voor Richard.'
Mevrouw Boston keek onthutst.
Ik geloof dat ik genoeg eieren heb gekookt in mijn leven om te weten of het vuur te warm is of niet,' zei ze.
'Het móet deze keer het geval zijn geweest,' hield tante Bet vol. 'Of misschien heb je niet goed op de klok gekeken.'
Ik dacht dat we allemaal bereid moesten zijn tot compromissen?' zei ik snel. 'Een ei een paar seconden korter of langer laten koken lijkt niet erg op een compromis.'
De ogen van tante Bet leken in glas te veranderen, maar juist toen ik dacht dat ze zouden springen en de splinters me om de oren zouden vliegen, glimlachte ze.
'Christie heeft volkomen gelijk, Richard. Dit is niet zo erg en na een tijdje zal mevrouw Boston ongetwijfeld leren de eieren te koken zoals jij ze graag wilt hebben,' zei ze. Ze gaf het bord terug aan haar zoon, die een lelijk gezicht trok.
Ik zal er zoveel van eten als ik kan,' mopperde hij.
'Dat is heel aardig van je, Richard,' zei ze. Ik moest bijna lachen om de manier waarop mevrouw Boston haar wenkbrauwen optrok en naar mij keek. Ze serveerde de rest van de eieren. Jefferson prikte alleen maar een beetje rond in het zijne. Hij had maar één slokje sinaasappelsap genomen.
'Jefferson,' zei tante Bet. 'Je gaat toch wel eten, hè? We mogen geen eten verspillen.'
Onwillig propte Jefferson een vorkvol in zijn mond.
'Christie, kindlief. Heeft Jefferson nooit geleerd zijn servet op zijn schoot te leggen?' vroeg tante Bet.
'Ja,' zei ik. 'Maar ik denk niet dat hij zich daar nu erg druk om maakt.'
'Netheid en reinheid zijn de twee zusters van een gezond, gelukkig leven,' reciteerde tante Bet. 'Over die dingen moeten we ons altijd druk maken.
'Ik weet,' ging ze verder, 'dat je ouders veel aan hun hoofd hadden met het hotel. Daarom is dit huis...' Ze schudde haar hoofd.
'Wat is er met dit huis?' vroeg ik snel.
'Waarschijnlijk was het te vee! werk voor hen om èn voor het huis, èn voor het hotel te zorgen. Maar dat zal voor mij geen probleem zijn.' Ze boog zich glimlachend naar voren.
'Ik begrijp het niet. Wat mankeert er aan ons huis?'
'Het zou heel wat netter en schoner kunnen zijn, kindlief,' antwoordde ze met een zelfgenoegzaam knikje.
'Dit huis is altijd heel schoon. Mevrouw Boston werkt heel hard en mammie heeft nooit geklaagd,' riep ik.
'Precies wat ik wilde zeggen, lieverd. Je moeder had geen tijd om te klagen of zich bezorgd te maken. Ze had zoveel verantwoordelijkheid in het hotel. Maar maak jij je daar geen zorgen over. Ik heb besloten dit huis op orde te brengen, wat nog een reden was waarom ik de slaaparrangementen snel wilde afwikkelen.
'Na het ontbijt zullen Richard en Jefferson de verdeling van hun kamer uitwerken,' verklaarde ze vastberaden.
'Het is mijn kamer!' antwoordde Jefferson. 'En ik wil hem er niet in!'
Eerst verbleekte tante Bet, toen werden haar wangen vuurrood en haar ogen verstrakten in de hoeken. Ze keek even naar oom Philip, die zijn koffie had gedronken en voor zich uitstaarde als een man onder hypnose. Hij protesteerde tegen niets wat ze zei, toonde er zelfs geen enkele belangstelling voor.
'Het is niet netjes om je stem te verheffen aan tafel, Jefferson,' zei tante Bet langzaam. 'Als je iets te zeggen hebt, zeg het dan zachtjes. In ieder geval,' ging ze verder, 'weet ik dat het jouw kamer is, maar een tijdlang, tot we een andere oplossing hebben gevonden, zul je hem met je neef moeten delen.
'Jullie zijn allebei jonge jongens,' ging ze verder. 'Je moet blij zijn dat je gezelschap krijgt van een jongen als Richard. Het is net of je plotseling een oudere broer erbij hebt gekregen. Vind je dat niet leuk?'
'Nee,' antwoordde Jefferson. Hij gooide zijn vork neer en sloeg zijn armen koppig over elkaar.
'Dat is geen behoorlijk gedrag aan tafel,' zei tante Bet op ferme toon. 'Als je je niet netjes weet te gedragen, kun je na vandaag niet meer met het gezin aan één tafel eten.'
'Kan me niet schelen,' zei Jefferson uitdagend.
'Zo is hij op school ook altijd,' jammerde Melanie. 'Hij is altijd brutaal tegen zijn onderwijzers.'
'Ik wil wedden dat je je slechte rapport hebt weggegooid, hè?' vulde Richard haar aan.
'Hou op!' schreeuwde ik en stond op. 'Hou op jullie allemaal, zit niet zo op hem te vitten. Hebben jullie dan geen greintje gevoel?' Ik liep om de tafel heen naar hem toe.
'Christie,' zei tante Bet, 'het is niet nodig je zo van streek te maken en ons eerste gezamenlijke ontbijt te bederven.'
'Dat is het wel,' zei ik. 'Er is wèl een reden om te gillen en te schreeuwen als mensen zo gemeen zijn, vooral mensen die notabene familie van je zijn en daarom meer van je zouden moeten houden. Kom, Jefferson.' Ik pakte zijn hand en we liepen weg.
'Waar ga je naartoe?' riep tante Bet. 'Je bent nog niet klaar met je ontbijt. En je moet altijd vragen of je mag opstaan van tafel.'
'Christie!' riep oom Philip, alsof hij nu pas besefte dat er iets aan de hand was.
Ik gaf geen antwoord en draaide me niet om. Ik liep met Jefferson de eetzaal uit, naar buiten. Ik wist niet waar ik heenging. Ik liep alleen maar. De tranen stroomden over mijn gezicht. Jefferson holde bijna om me bij te kunnen houden. Niemand kwam ons achterna.
Voor ons lagen de verkoolde resten van het hotel. Het zien van de zwartgeblakerde puinhopen, de gebroken ramen, de half ingestorte zijmuren van het gebouw, de blootliggende bedrading, de zwartgeblakerde meubels die bovenop elkaar lagen, maakte dat ik me nog ongelukkiger voelde.
Ik nam Jefferson mee naar de achterkant van het hotel en ging met hem in het prieel zitten, waar we keken naar de bulldozers en de mannen die de verwoeste restanten van de muren omlaaghaalden. Geen van ons beiden zei iets. Jefferson legde zijn hoofd tegen me aan en samen probeerden we ons warm te houden onder de zwaarbewolkte, grauwe lucht die door de zeewind nog kouder werd. Zouden we ooit bedroefder kunnen zijn dan op dit moment? vroeg ik me af.