PROLOOG

Lieve tante Trisha,

Ik ben zo blij dat je op mijn verjaardag kunt komen, mijn Sweet Sixteen party. Mammie vertelde me dat je het zou proberen, maar ik dacht niet dat je je vrij zou kunnen maken van de repetities, vooral niet van de repetities voor een nieuwe show op Broadway!

Hoewel mammie altijd zegt dat ze niet jaloers is, weet ik dat ze dat wèl is, want ik heb haar vaak zuchtend en met een verlangende blik naar een programma zien staren van een van je Broadway-shows. Papa weet ook dat ze jaloers is, en hij heeft medelijden met haar. Nu en dan in het hotel zingen is niet genoeg, vooral niet voor iemand met mammies talent. Ik geloof dat ze het vreselijk vindt als iemand na afloop naar haar toekomt en zegt: 'U was fantastisch; u zou op Broadway moeten zingen.'

We hebben een heerlijk hotel, dat steeds meer succes heeft gekregen, en mammie wordt algemeen gewaardeerd als zakenvrouw, maar ik geloof dat het hotel voor mammie een ijzeren keten is. Ik heb al tegen mammie en papa gezegd dat ik geen hoteldirecteur wil worden. Mijn broertje Jefferson mag het van ze overnemen, ik doe het niet. Ik wil pianiste worden en naar de Bernhardt school in New York gaan, net als jij en mammie.

Ik weet dat ik heel gelukkig hoor te zijn. Mammie en papa geven voor mijn zestiende verjaardag het mooiste feest dat er ooit in het hotel is geweest. Iedereen komt, zelfs opa Longchamp en Gavin. Ik verheug me er enorm op om Gavin te zien; het is al maanden en maanden geleden sinds we elkaar hebben gezien, al schrijven we elkaar praktisch elke week.

Ik durf te wedden dat mammie wilde dat tante Fern geen vrij kon krijgen van college en niet kon komen, al zou ze dat nooit tegen papa zeggen. De laatste keer toen tante Fern thuis was, hadden zij en mammie verschrikkelijke ruzie over haar cijfers en haar gedragsbeoordeling in het rapport van de decaan.

Bronson zal grootmoeder Laura brengen, maar ik betwijfel of ze zal weten waar ze is of wiens feest het is. Soms noemt ze me Clara als ze me ziet. Gisteren noemde ze me Dawn. Mammie zegt dat ik alleen maar moet glimlachen en net doen of ik ben wie ze denkt dat ik ben.

Over een paar dagen word ik zestien en krijg ik stapels cadeaus. Ik ben een echt geluksmens. Mijn klasgenootjes plagen me en noemen me Prinses, omdat ik hoog op de heuvel woon in een mooi huis en mijn ouders een van de meest luxueuze hotels aan de Oostkust hebben. Mijn moeder is een mooie, talentvolle vrouw, en papa is fantastisch voor me, meer dan mijn geheimzinnige echte vader ooit had kunnen zijn. En zelfs al is Jefferson een flapdrol, hij is een leuk en lief negenjarig broertje. Zeg vooral niet tegen hem dat ik dat gezegd heb.

Maar soms kan ik de trieste gevoelens die me overvallen niet verjagen. Het is of er altijd een donkere wolk boven ons hoofd hangt, ook al is de rest van de lucht blauw. Ik wou dat ik meer op jou leek en altijd de positieve kant van alles zag. Mammie zegt dat je bubbels in je bloed hebt.

Misschien stel ik me alleen maar aan. Papa zegt dat het onzin is om in een vloek te geloven, maar soms vraag ik me wel eens af of er op onze familie niet een vloek rust. Het is toch verschrikkelijk wat grootvader Cutler grootmoeder Laura heeft aangedaan, en kijk eens wat grootmoeder Cutler met mammie heeft gedaan toen ze net geboren was. Geen wonder dat tante Clara Sue zo wild was en zo jong gestorven is. Ik heb medelijden met grootmoeder Laura, omdat ze in zo'n verwarde wereld leeft door dat alles.

De mensen zeggen dat alle grote families hun tragedies hebben en dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat die van ons iets bijzonders zijn. En toch heb ik het gevoel dat ook mij iets verschrikkelijks wacht, een donkere schaduw die zich naar me uitstrekt. Geen muziek, geen lichten, geen lach en glimlach kunnen die verdrijven. Hij ligt te wachten, als een afstotend, gebocheld monster dat is uitgebroed in een nachtmerrie.

Ik ben al bijna zestien, en ik slaap nog steeds met een klein lampje aan. Ik weet dat het belachelijk is, maar ik kan er niets aan doen. Alleen Gavin lacht me nooit uit. Hij schijnt precies te weten wat ik bedoel. Ik zie het in zijn donkere ogen.

En jij lacht me ook niet uit, al geef je me steeds op mijn kop omdat ik niet vaak genoeg lach.

Ik beloof je dat ik het zal proberen. Ik kan bijna niet wachten tot je hier bent. Ik popel van ongeduld om iedereen weer te zien. Het wordt het geweldigste weekend van mijn leven!

Zie je, ik val van de ene stemming in de andere. Geen wonder dat papa me een pingpongbal noemt.

Tante Trish, als je een programma hebt van je nieuwe show, neem dat dan alsjeblieft mee. Ik ben zo trots op je en ik hoop innig dat jij op een goeie dag even trots zult zijn op mij.

Veel liefs, Christie