Hoofdstuk 6
"Philippe, O, Philippe...” Noelles stem was niet meer dan een geschokte zucht. Teder streek haar hand over de ruwe huid van het litteken op zijn heup. De lijn was diep weggezonken met een harde rand in de lengte van zijn dij.
”Oude oorlogsverwondingen,” mompelde hij op iets lichtere toon. Hij kuste haar oorlelletje en ging naast haar liggen.
”Je... je moet geen grapjes maken. Doet het pijn?” Haar hand bleef voorzichtig op de littekens liggen. ”Nu niet meer. Het is helemaal genezen, hoewel ik soms een beetje gevoelig ben voor het weer. Ik kan meestal regen voorspellen,” grinnikte hij.
Maar Noelle was niet in de stemming voor grapjes. ”0, nee, Philippe. Het... het spijt me zo. Ik zat hier veilig, ongedeerd terwijl jij door die hel ging. Ik voel me zo schuldig. Mijn grootste zorgen waren mijn problemen met moeilijke leerlingen en lesroosters terwijl jij weer moest leren lopen.”
Hij nestelde haar tegen zijn brede borst. ’In het begin vocht ik om te overleven, ma chérie. Toen kwam het lopen.”
Ze streelde zijn been. Haar handen drukten meer uit dan woorden ooit konden. ”Je... je bent bijna doodgegaan?” Alleen al het uitspreken was te pijnlijk, te afschuwelijk. ’Ik voel me zo... beschaamd. Ik heb nooit beseft...”
’Ik wil niet te lang bij het verleden blijven stilstaan. Het is iets waar ik mee moet leren leven; meer niet. Ik ben er tenminste levend uitgekomen. Dat is allemaal voorbij, Noelle. Wat voor mij nu veel belangrijker is, is wat op het moment gebeurt. Jij en ik. Alleen wij. Je bent nog steeds mijn lieve, kleine Cajun baby. Ik heb tien jaar op deze nacht gewacht. Ik heb erover gedroomd. Je zult nooit weten hoe vaak ik aan je dacht wanneer... wanneer ik het eigenlijk niet had moeten doen.”
"Terwijl je nog steeds getrouwd was?”
”Ja. Marion en ik hadden geen goed huwelijk. We hadden er allebei verkeerde verwachtingen van. Ik wilde iemand met jouw vitaliteit en geestkracht. Zij verwachtte een gemakkelijker leven, niet zoveel problemen, meer rijkdom.”
”Maar je familie had de grote rijstplantage.”
Hij haalde zijn schouders op en Noelle voelde de spieren waarop ze lag spannen. ”Toen Marion eenmaal een lid van de familie was, merkte ze dat er weinig waarde in de plantage zat. Mijn vader was niet zo vooruitziend dat hij uitbreidde toen het nodig was en terwijl ik in Vietnam zat, viel alles als een kaartenhuis in elkaar. Ze probeerde daar met mijn vader samen te werken maar dat werd een ramp. Toen begonnen de problemen pas goed.”
”Jij kwam gewond terug uit Vietnam,” concludeerde Noelle en streek met haar hand over de ruwe littekens. Philippe huiverde onder haar sensuele vingers. ”Dat was maar een stukje ervan. Ik moet zeggen, het waren afschuwelijke jaren voor Marion. Eerst sneuvelde mijn broer aan de andere kant van de oceaan. Dat was... heel erg.” Hij zweeg en Noelle voelde dat dit verdriet heel diep zat. "Voordat onze familie bij kon komen van het verlies van Dominic in die helse oorlog, stuurden ze mij naar huis, gewond en met meer operaties in het vooruitzicht. Ze zeiden dat ik nooit meer zou kunnen lopen. Dit was allemaal te veel voor mijn vader. Hij stierf aan een hartaanval. Ik begon vanuit een ziekenhuisbed de zaken te regelen, toen vanuit een rolstoel, daarna kreeg ik krukken. Het was geen leven voor een jonge vrouw.”
”Je kunt jezelf niet de schuld geven van wat er met je familie is gebeurd, Philippe. En die verwonding was helemaal niet jouw schuld! Zag Marion niet in datje deed wat je moest doen onder de omstandigheden?” ”Ze zag wat ze wilde zien. Er was wel een ding waar ze mij de schuld van kon geven. Haar zwangerschap. En dat deed ze. Ze besloot naar haar familie in Houston terug te gaan en daar de baby te krijgen. Ik kreeg vanuit Houston de scheidingspapieren toegestuurd.” ”Wat is dat oneerlijk!”
”Nou, Marion vond dat haar leven met mij vreselijk oneerlijk was geweest. Misschien had zegelijk. In ieder geval kon ze het niet langer verdragen. Ik kan niet zeggen dat ik het haar kwalijk neem. Het was een rottijd. De rijstplantage die op dat moment niet eens winst opleverde was het enige wat ik op deze wereld over had. Het was erop of eronder.”
”Hoe heb je het in vredesnaam voor elkaar gekregen? Je moest nog operaties ondergaan aan je heup en been en daarvan herstellen!”
Hij grinnikte bitter. "Niets is zo goed voor een snel herstel als werken. En dat deed ik. Rond die tijd zocht een oude vriendin des huizes een baan als boekhoudster. Het schijnt dat haar dochter met de een of andere Arabier is vertrokken en Betty had een baan nodig om niet gek te worden. Je hebt Betty een paar weken geleden ontmoet op Tina’s feest. In ieder geval, ik had iemand nodig die ik kon vertrouwen. We konden goed samenwerken en hadden dezelfde beweegredenen. We hadden allebei in zeker opzicht onze dochter verloren. Hoewel ze ergens op deze wereld leven, waren ze nu uit onze levens. En we konden allebei weinig doen aan onze situaties.”
”Je mist je dochter wel, hè?” Noelle richtte zich op haar elleboog en keek hem aan.
Hij glimlachte en antwoordde met een zucht: ”Ach, mijn kleine Rosy! Ze is zo’n schoonheid. Ik vind het heel erg dat ik haar niet beter ken. Ze is in Houston geboren en was al een maand oud toen ik haar voor het eerst te zien kreeg. We hebben nooit de kans gekregen die eerste jaren samen te zijn. Toen ze vier jaar was, brachten we weleens samen een dag door. Het was meestal een ramp en het gaat nog steeds erg onhandig. Ik ben een vreemde in haar leven. Een vreemde die pappie heet.”
"Philippe, je moet gewoon beter je best doen om Rose te leren kennen. Ik zal je helpen.”
Zijn hand lag om haar smalle middel en trok haar dichter naar zijn warmte toe. ”Noelle, Noelle, je bent zo lief en gul. Je hoeft je over mij niet druk te maken. Jij hebt je eigen problemen.”
”Maar ik maak me druk, ik geef om je...” Ze wilde eraan toevoegen ’lk geef heel veel om je’, maar durfde dat niet goed. Dit was een kostbaar moment tusen hen en misschien was het het juiste tijdstip. Maar iets hield haar tegen. Noelle moest eerst weten of ze genoeg om deze man gaf die haar zo beschermend tegen zijn borst hield. Of was deze intense aantrekkingskracht, dit intieme lichamelijke samenzijn een resultaat van iets sterkers? Was het liefde wat ze voor Philippe voelde? Ook Noelle had te lang op deze nacht met Philippe gewacht. Hoewel ze het niet toe wilde geven had ze ook over hem gedroomd. Zich voorgesteld dat ze samen waren, met elkaar hadden gevrijd. Noelle sloeg haar armen om hem heen, perste haar volle borsten tegen de krullerige massa op zijn borst en ze vielen samen in slaap.
Maar voor Noelle duurde de slaap niet lang. Voordat de eerste zonnestralen boven de prachtige magnolia buiten haar raam uitkwamen, staarden haar donkere ogen in de duisternis. Ze lag stil in Philippes armen tot ze dacht dat ze zou gillen als ze zich nu niet omdraaide. Zo voorzichtig mogelijk bewoog ze haar ledematen en hij draaide mee. Ze hield haar adem in. Het was niet nodig dat hij leed onder haar slapeloosheid.
Philippe bewoog zich weer en draaide van haar weg, zijn brede sterke rug kwam boven het dekbed uit, een gespierde arm lag om het kussen. Noelles hart sloeg een tel over toen ze hem zo knap en mannelijk zag liggen. Onwillekeurig dacht ze aan zijn heup en ze voelde een steek van pijn.
Zijn littekens, zowel lichamelijk als geestelijk waren vanavond voor haar blootgelegd. Ze vertegenwoordigden jaren van hel voor hem. Het deed haar pijn en maakte hem nog dierbaarder voor haar. Toch was het geen medelijden dat ze voor hem voelde; het was diepe bewondering. Philippe was over alle tegenslag heengekomen en hij was een van de sterkste mannen die ze ooit had gekend.
Ze zuchtte, en herinnerde zich hoe open en onverschillig hij zich gedroeg tegenover zijn handicap. Als je hem hoorde praten, had het een simpele breuk of een blindedarmontsteking kunnen zijn geweest. Zomaar een ongelukje, iets wat iedereen weleens overkwam. Maar dat was het niet; het was een tragedie die hem voor zijn leven lamlegde, een tragedie die in een oorlog was gebeurd, waar niemand wat om gaf. Ik wel! O, ik geef erom, Philippe! Haar gevoelens kwamen boven in een golf van emoties die haar angst aanjoeg. Dit kon ze er net niet bij hebben. Niet zo’n diepe relatie, zoveel liefde! Philippe had gelijk. Eerst moest ze haar eigen leven op orde brengen voordat ze hem met het zijne kon helpen.
Zo zachtjes mogelijk glipte Noelle uit bed. Ze liep naar het raam en staarde nietsziend naar de grote magnoliabladeren. Ze dacht na over haar gevoelens voor Philippe. Het wond haar op, ja, net zoveel, nee, méér dan jaren geleden. Maar was het liefde? Haar leven was al gecompliceerd genoeg zonder liefde. Er was geen plaats in voor een man. Zelfs niet voor Philippe.
En toch, ze kon zich niet voorstellen dat hij er niet zou zijn. Ze had al zo lang naar hem verlangd, hem zo lang nodig gehad. Haar leven zonder hem zou leeg zijn. Vooral na vanavond. Hun eenwording was het hoogtepunt geweest van jaren van fantaseren en verlangen. En het was grootser geweest dan ze ooit had durven dromen.
Noelle besefte echter dat het leven niet uit dromen bestond. Nu ze haar droom over een baan werkelijkheid had zien worden, moest ze de harde feiten weer onder ogen zien. Straatschilder zijn op Jackson Square was leuk geweest. Ze had iets gedaan wat ze altijd al had gewild. Maar nu moest ze terug naar het lesgeven. Dat was haar bekend; dat kon ze het beste. Ze wilde weer lesgeven.
Een koude luchtstroom in de kamer bezorgde haar een rilling over haar rug en ze sloeg haar armen om zich heen in een poging haar naakte lichaam warm te houden.
"Noelle?” De mannenstem klonk aarzelend en een grote, warme hand rustte zacht op haar schouder.
Ze draaide zich om naar Philippes verwelkomende armen en zocht zijn kracht.
"Noelle, baby, is alles goed met je?” Zijn armen gleden beschermend om haar heen en koesterden haar dicht bij zijn mannelijke warmte.
”Ja. Nee, ik weet niet wat me mankeert, Philippe. Ik kan gewoon niet slapen.”
”Komt dat door ons? Door wat er vannacht is gebeurd? Ben je daardoor in de war, Noelle? Alsjeblieft, je moet eerlijk zijn.”
”Nee, dat is het niet.” Ze begroef haar gezicht in zijn borst, wilde haar liefde nog niet zo vroeg bekennen. ”Ik... ik heb al lange tijd last van slapeloosheid. Ik denk dat ik te veel zorgen heb. Te veel aan mijn hoofd.”
’Ik wilde dat ik je kon helpen, Noelle. Wat kan er nou zo erg zijn dat het jou uit je slaap houdt?”
Noelle hief haar hoofd op en keek hem eerlijk aan. Zijn donkere ogen stonden ernstig en liefhebbend en voordat ze het kon tegenhouden, begon Noelle haar gevoelens over hem uit te gieten. ”Nou, ten eerste heb ik geen baan! Weet je wel hoe vernederend het is om werkeloos te zijn? Hoe frustrerend? En ik heb een behoorlijke baan nodig. Ik kan niet eeuwig als straatartiest werken. Niet als ik ook wil eten. Het was leuk voor een tijdje maar het is geen permanente oplossing. Ik moet lesgeven en toch, ergens diep binnenin me wil ik het niet. Ik vind het vreselijk maar eigenlijk wil ik niet terug. Ik heb zo ellendig gefaald. Ik ben bang om weer die klas in te gaan. En dat is het ergste wat een lerares kan overkomen! Angst.”
Meelevend zei hij: ”Ga dan niet. Volg je instinct, Noelle.”
"Maar ik moet terug. Ik heb nooit iets anders gedaan dan lesgeven. Trouwens, ik ben een goede lerares. Een verdomd goede. En ik houd ervan! Ik houd van kinderen en...”
Zijn handen grepen haar bij de schouders en hij schudde haar even door elkaar. "Noelle, Noelle, baby, rustig maar. Ik hou ook van kinderen. Maar ik verbruik niet al mijn krachten om ze les te geven. Misschien heb je een rustpauze nodig. Er zijn andere baantjes...”
Ze schudde koppig haar hoofd. ”Maar bij mij is het anders, Philippe. Je begrijpt het niet. Ik hou van lesgeven. Ik ben een lerares. En ik moet terug! Ik moet!” Norms woorden klonken na in haar achterhoofd. Het is hetzelfde als van een paard vallen. Je moet er zo snel mogelijk weer opklimmen.
Philippe dacht na over haar woorden, over haar tweestrijdige gevoelens. "Noelle, het klopt niet watje zegt. Denk er eens even over na. Je wilt lesgeven maar je wilt het niet. Je moet terug naar de klas maar je bent bang. Nou, wat gaat het worden, baby?”
Opeens drongen de tranen in haar ogen. Hij had gelijk!
Ze was een warhoofd. ”Ik... ik weet niet wat ik wil, Philippe! Ik heb me nog nooit zo onzeker gevoeld. Ik kan geen beslissingen meer nemen! Ik weet niet wat -wat me mankeert!” De laatste woorden kwamen tussen snikken door toen ze eindelijk haar tranen de vrije loop gaf.
Philippe sloeg beschermend zijn armen om haar heen en bracht haar naar het bed. Terwijl ze hulpeloos tegen zijn schouder huilde, wiegde hij haar als een klein kind. Toen de tranen eindelijk minder werden, zei Philippe zacht: ’Ik kan me vergissen, Noelle, maar ik heb het gevoel dat je er niet tegenop kunt, dat je niet sterk genoeg bent. Dat gebeurt wel meer op een gebied als lesgeven waar je voortdurend iets van jezelf moet geven.”
Er niet tegenop kunnen? Noelle verzette zich met iedere vezel van haar slanke lichaam tegen deze theorie. Ze wilde hem toeschreeuwen dat dat niet kon! Dat dat niet met goede leraren gebeurde!
”Nee! Je hebt het helemaal mis! Je snapt er niets van, je begrijpt niets van mij! Je hebt het falikant mis, Philippe Merritt!” Haar woorden waren venijnig en ze had ze gezegd voordat ze het besefte.
Philippe hulde zich in stilzwijgen, en liet haar kwade woorden beschamend hangen in de stilte die volgde. Hij zette haar stevig op het bed neer en liep bij haar vandaan.
Met pijn in haar hart zag Noelle dat hij naar zijn kleren reikte en zijn broek begon aan te trekken. Opeens trof het haar wat ze had gedaan. Ze had naar Philippe geschreeuwd, hem beledigd. En het enige wat hij had gedaan was zijn bezorgdheid uiten. Wat mankeerde haar? Ze verjoeg de enige persoon die echt om haar gaf!
”0, Phillippe. Het spijt me, het spijt me zo!” Ze stond naast hem, haar hand greep zijn arm, haar donkere ogen smeekten om vergiffenis. ”Ga... ga niet weg. Ik meende het niet. Alsjeblieft, Philippe... lieveling...” Hij draaide zijn gekwelde ogen haar kant op en in dat ene onuitsprekelijke moment raakten hun zielen elkaar. Het koord van gevoelens dat hen eerder naar elkaar had getrokken was als door een wonder weer straksgespannen en ze werden onweerstaanbaar in elkaars armen gedreven, zoekend naar troost en liefde. Verbonden door een liefde die geen van beiden nog wilde bekennen.
Hun lichamen versmolten met elkaar, gespierde borst tegen gewillige welvingen; strakke, ruige huid tegen zijdezachte gladheid; mannelijkheid tegen vrouwelijkheid. Hun liefkozingen verzachtten de ruwe kanten van woede en verdriet. Boze woorden waren vergeten toen ze weer met elkaar naar bed gingen, deze keer langzaam, op hun gemak. Philippe onderzocht hartstochtelijk iedere centimeter van haar lichaam. Zijn kussen bedekten haar huid, proefden en verleidden haar tot ze zich aan hem vastklampte en schaamteloos om vervulling smeekte.
Noelle op haar beurt deed haar best hem te plezieren, liet Philippe blijken dat zijn oude verwonding haar helemaal niets kon schelen. Dat hij daardoor juist sterker en beter was.
In het adembenemende moment van totale eenwording omvatten zijn handen haar middel en tilde hij haar boven zich. Hij liet haar op hem komen en verenigde hen in absolute pracht en glans. Ze beklommen de berg op een verfijnde, ongehaaste manier. Het was fantastisch en ze juichten bijna van verwonderde verrukking. Ze lachten en praatten en moedigden elkaar aan. Samen waren ze sterk, onoverwinnelijk en vol liefde.
In elkaars armen sliepen ze tot vroeg in de middag. Deze keer sliep Noelle als een baby. Ze was veilig en warm bij Philippe.
Ze brachten samen het weekend door, lachten veel en waren verliefd. Het leek bijna een huwelijksreis. Tussen de momenten van liefde door probeerden ze alles in te halen wat er in de afgelopen tien jaar was gebeurd. Zondagavond namen ze met moeite afscheid van elkaar. Hun lichamen waren voldaan, hun geesten verfrist.
Noelle was de hele week alleen omdat Philippe op reis was voor zaken. Maar het was juist goed dat ze alleen was. Ze moest een baan zoeken en ze had veel om over na te denken. Het leek wel alsof Philippe en zij de afgelopen tien jaar hadden moeten doorstaan om dit glorieuze weekend met elkaar te hebben. Het was bijna te volmaakt geweest!
Noelle begon zich af te vragen wat haar gevoelens waren voor deze man van wie ze vanuit de verte zo lang had gehouden. Hij leek bereid te zijn zijn liefde met haar te delen. Maar wilde zij het ook? Was ze gereed voor de liefde?
Dinsdagmorgen nam Noelle een douche en waste haar haar. Ze maakte zich klaar voor de volgende jacht op een baan. Gekleed in een opzichtige lange jurk waar Philippe zo’n hekel aan had gehad en met een handdoek om haar haar gewikkeld liep ze naar de deur om open te doen toen er gebeld werd. Ze stond oog in oog met een vrouw die bijna even apart gekleed was.
Ze droeg zware veterlaarzen over een spijkerbroek, een riem met allerlei gereedschap eraan om haar heupen, en ze had roze linten in haar haar die pasten bij het roze T-shirt. Ze was een combinatie van opperste vrouwelijkheid en de loodgieter! Noelle had de grootste moeite om niet in een schaterlach uit te barsten. ”Bent u Noelle Clayton?” De vrouw las de naam van een velletje papier dat op een plankje geklemd zat. Ze sprak tussen heftig gekauw door en de zoete geur van de kauwgum was overweldigend.
”Ja.”
”Ik kom uw telefoon installeren.” Ze smakte weer en zette op de een of andere wonderbaarlijke manier het plankje aan nog een haakje aan de riem om haar middel vast.
"Wacht even,” protesteerde Noelle terwijl ze de handdoek om haar hoofd vasthield. ”Ik heb geen telefoon besteld.”
De vrouw zette haar vuist op haar deur en kauwde een paar keer voordat ze antwoordde: ”Nou iemand heeft het gedaan. Ik moet op dit adres zijn. St. Charles Street, Noelle Clayton. Mag ik binnenkomen?”
”Ik weet niet wat ik aan dit misverstand moet doen.” De vrouw haalde haar schouders op. ”Ik zou hem maar nemen als ik u was. Het is allemaal al betaald. En een mooie telefoon ook. Geloof me, liefje, als iemand zo’n telefoon voor mij bestelde, dan zou ik het zonder vragen aannemen!”
Philippe, natuurlijk, het was Philippe!
”Nou, ik...” Noelle deed een stap achteruit en liet de vrouw binnen.
Luidruchtig op haar kauwgum kauwend liep ze instinctief rechtdoor naar de slaapkamer. ”Waar wilt u hem hebben? In uw slaapkamer? Hij zal daar vast heel goed staan.”
Noelle staarde naar de PTT-vrouw en een verwilderde glimlach verscheen op haar lippen. Die verdomde, veeleisende, buitenissige, dierbare Philippe! Dit was zijn werk. Hij was degene die zich eraan stoorde dat ze geen telefoon had. Hij was woest geweest omdat hij haar niet had kunnen bellen. Natuurlijk deed hij er iets aan als hij dat nodig vond. En hoe kon zij het weigeren?
Ze wees de plek aan waar de telefoon moest komen en ging verder met het drogen van haar haar. Ze moest zich klaarmaken voor haar sollicitaties. Het geluid van een boormachine dat even later opklonk, herinnerde haar eraan dat ze weldra een buitenmodel telefoon in haar slaapkamer zou hebben, met de complimenten van mijnheer Philippe Merritt!
Haar eerste telefoontje kwam van Philippe. "Hallo, Noelle! Goh, wat is het leven zonder jou saai! Strijkje veren maar vast op want ik ben vrijdagavond weer terug en dan gaan we naar de Vieux Carré! Het wordt tijd dat we van New Orleans genieten, zoals het hoort!”
"Philippe, wat die telefoon betreft...”
"Staat hij goed?” Hij lachte zacht.
Ze hield de luxueuze hoorn dichtbij haar glimlachende lippen. "Ja,” fluisterde ze luid. "Hij past goed. Maar je had het niet moeten doen.”
Zijn stem was laag en sensueel. "Ik wilde de gelegenheid hebben met je te praten als ik er zin in heb. Ik wilde dat ik nu bij je kon zijn, baby, en je kon zien. Tot vrijdagavond.”
Toen Noelle aan het einde van de week de deur voor hem opendeed, was ze gereed om hem in de armen te vliegen en haar hart bij hem uit te storten. Het was een ellendige, eenzame week geweest. In plaats daarvan glimlachte ze echter dolgelukkig en nam hem goed op. Ze wist dat deze avond plezierig zou worden, vol plezier en blijdschap en misschien zou ze even de kans krijgen haar werkeloosheid te vergeten.
"Hallo. Heb je me gemist?” Zijn bruine ogen zochten in haar gezicht naar een weerspiegeling van de begeerte die hij voor haar voelde.
”Ja. Heel erg.”
Zijn handen pakten haar schouders en trokken haar naar zich toe. ”Je ziet er fantastisch uit.”
"Dank je.” Ze straalde onder zijn blik in het wijdvallende topje met spaghettibandjes en de soepele zijden rok.
”Ik zal vanavond de aanbidders in Bourbon Street moeten verjagen! Die bandjes maken me gek!” plaagde Philippe terwijl hij haar tegen zich aantrok. "Hoe is het met je?” ”Fijn. Nog steeds geen werk.”
”Dat vind ik niet zo belangrijk. Alleen wij tweeën zijn van belang. Oh, wat heb ik je gemist deze week!” Zijn lippen daalden zo heftig op de hare dat ze zijn tanden tegen haar lippen voelde. Hij perste haar tegen zich aan, tilde haar tegelijkertijd van de grond en voegde haar satijnen zachtheid tegen zijn harde mannenlichaam. Er was geen verzet mogelijk, niet tegen zijn kracht, en niet tegen de lichamelijke eis van zijn hand op haar billen die haar heupen strak tegen de zijne drukte.
Ten slotte hief hij met een diep gekreun zijn hoofd op en kuste haar hals. ”Ah, Noelle... ik wil met je naar bed! Nu!”
Noelle klampte zich aan hem vast. "Philippe, laat me niet los...”
Zijn kussen daalden naar haar blanke borsten en zochten meer dan de jurk wilde toelaten. Ze drong zich hunkerend naar zijn vurige mond en verlangde met toenemende heftigheid naar zijn liefkozingen. "Philippe,” mompelde ze. "Wil je mijn nieuwe telefoon zien? Hij staat naast mijn bed.”
Hij tilde haar met een zwaai in zijn armen en glimlachte. Zijn bruine ogen fonkelden van verlangen. ”Het is niet de telefoon die ik op dit moment op je bed wil zien!”
Ze lachte opgetogen en wist dat hun avondje in de Vieux Carré even zou moeten wachten.