7
Natuurlijk moest Noor het weten, daarover waren Veer en ik het eens. Maar hoe vertel je zoiets? En waar?
Ik had geen idee hoe ze zou reageren. Stel dat ze over haar toeren zou raken. Dit was vermoedelijk de eerste keer in haar leven dat haar zoiets overkwam. Zij was altijd degene die verhoudingen begon en beëindigde, en de aard ervan bepaalde. Hoe zou ze deze volstrekt nieuwe situatie hanteren? Voor Freds fysieke kwaliteiten begon ik overigens een vage bewondering te voelen. Volgens Noor was hij een verrukkelijk beest in bed. Onvermoeibaar in het haar en zichzelf bezorgen van het ene orgasme na het andere. Nooit zo lekker klaargekomen. Je moest haar werkelijk de mond snoeren, anders raakte ze er niet over uitgepraat. Alsof neuken niet de simpelste bezigheid in de wereld is. Een pannenlap breien is moeilijker.
Ondertussen zou hij thuis bij Carolien toch ook regelmatig iets van zich moeten laten merken in bed. En dan nog energie genoeg overhouden om een derde mevrouw te bedienen. Waar hij het vandaan haalde! En wat ergerniswekkend dat hij het telkens weer voor elkaar kreeg. Oké, hij was aantrekkelijk, maar dat verklaarde niet genoeg. Het gemak waarmee mannen op nagenoeg iedere leeftijd aan vrouwen komen, is domweg gebaseerd op het feit dat te veel vrouwen met een natte vinger te lijmen zijn.
∗
Uiteindelijk vertelde ik het Noor toch maar in De Maegd, omdat ze zich daar zou moeten inhouden, hoe hard de klap ook was die ik haar ging toedienen.
Veer wilde er niet bij zijn. Ze vond het te erg, zei ze, met tranen in haar ogen. Ik mocht natuurlijk wel vertellen dat zij degene was die het had ontdekt.
Noor luisterde zwijgend naar mijn korte uiteenzetting, maar haar ogen vernauwden zich en haar vingers begonnen staccato op het tafelblad te trommelen.
Onder zo’n soort muzikale begeleiding werd Marie Antoinette in een kar naar het schavot gereden. Het kostte me weinig moeite te raden wiens hoofd er in haar gedachten in de mand onder de guillotine rolde.
“De klootzak,” zei ze zacht, toen ik uitgepraat was.
Daarna duurde het een eeuwigheid voordat ze weer iets zei.
Ik had het gevoel dat ze mij vergeten was, totdat ze “Daar gaat hij spijt van krijgen,” mompelde.
Ik twijfelde er geen moment aan.
∗
Carolien was ironisch genoeg een weekje met Fred in Parijs toen Noor haar plannen aan Vera en mij voorlegde.
De laatste keer dat we elkaar in De Maegd zagen, had Carolien er uitgebreid over gepraat. Hoe verrukkelijk het is om af en toe weer eens samen op huwelijksreis te zijn. En hoe stimulerend andere bedden zijn voor je seksleven.
Veer en ik durfden elkaar niet aan te kijken, laat staan te reageren. Maar Noor ging erop in. Aan niets was te merken dat Fred die uitspraak een jaar lang met haar in de praktijk had gebracht. Ze hield een lofrede op Het Andere Bed, waar Carolien verrukt op reageerde, twee verwante zielen, terwijl wij verder onderuitzakten op onze stoel.
“Ik heb jouw huis nodig, Veer,” zei Noor op de vrolijke manier van iemand die een uitstapje voorbereidt.
“Waarom?”
“Voor de afrekening.”
Veer schoot overeind. “Je gaat hem toch niet iets aandoen, in mijn huis?” zei ze.
Een van haar schoudervullingen was afgezakt en puilde als een bizarre biceps door de mouw van haar trui heen.
“Natuurlijk niet. Maar ik ga het hem wel heel moeilijk maken. Ik pik zulke dingen niet. Er is ook nog zoiets als trouw.”
Er viel een stilte. Ik keek naar Noor, die er prachtig uitzag in een beige kasjmier coltrui, en zich duidelijk niet bewust was van de enormiteit van haar uitspraak.
Ik vroeg me af wat Fred mankeerde, waarom hij naast Carolien en Noor nog een andere vrouw aan zijn verzameling moest toevoegen. Rupsje Nooit Genoeg. Zou hij een speciaal notitieboekje bijhouden, met de namen van zijn vriendinnen erin, de data van hun ontmoetingen, het aantal keren dat hij ze had geneukt? Er zijn mannen die op zulke dingen kicken.
Noor keek van de een naar de ander.
“Ik zou het fijn vinden als jullie erbij waren.”
“Het lijkt me iets tussen Fred en jou, Noor,” zei ik.
“Jullie hoeven je er ook niet mee te bemoeien.”
“Wat moeten we dan wel doen?”
“Gewoon, er zijn! Het maakt het voor hem vernederender om af te gaan waar jullie bij zijn. Bovendien, wat moet ik in m’n eentje als Fred vervelend wordt?”
“Wanneer moet het gebeuren?” vroeg Veer.
“Hij komt dinsdag uit Parijs. Hem kennende maakt hij meteen een afspraak met me. Dat doet hij altijd als hij een tijdje met Carolien opgescheept heeft gezeten. Midden volgende week dus.”
Ze leek de Bezuidenhoutse variant volkomen over het hoofd te zien. Haar jukbeenderen hadden vurige blosjes, zoals altijd als ze te veel gedronken had, maar haar ogen stonden helder.
“Kan ik op jullie rekenen?”
Ik voelde er niets voor, en op een ander moment in mijn leven zou ik niet zo makkelijk overstag zijn gegaan, maar omdat niets mij meer echt kon schelen sinds Pé was opgestapt, haalde ik mijn schouders op en beloofde dat ik wel mee zou gaan. Dat Veer hetzelfde deed verbaasde me niet. Er moet heel wat gebeuren wil Vera dwars gaan liggen.
“Moeten we Minka inseinen?” Noor keek ons vragend aan.
“Veel te ingewikkeld met oppassen en zo,” zei ik. Ik vertelde maar niet dat Minka reuze lol zou hebben als ze van het bedrog zou horen. Ze haatte vrouwen die het met getrouwde mannen doen, zoals bijna iedere vrouw met een relatie die ik ken.
“Dat is dan geregeld. Nu de details.”
Haar plan was simpel.
Noor zou een afspraak maken met Fred in het huis van Veer.
Eenmaal daar zou ze hem confronteren met zijn ontrouw.
Vanaf dat punt was er niets zeker.
Hij zou in elk geval beginnen met ontkennen, daar kon je vergif op innemen. Daarna zou hij over kunnen gaan op een bekentenis in combinatie met een spijtbetuiging. Dat zou mooi zijn. Fred op z’n knieën en Noor als godin van de wrakende gerechtigheid die niets meer met hem te maken wilde hebben. Het was natuurlijk de optie waar wij de voorkeur aan gaven, maar die het minst waarschijnlijk leek. Het lag volgens Noor meer voor de hand dat hij vervelend zou worden, agressief misschien. De aanwezigheid van Veer en mij zou in elk geval voorkomen dat het uit de hand liep.
“Waarom zou hij niet gewoon de deur uit lopen?” vroeg Veer.
We keken haar verbluft aan. Aan die mogelijkheid hadden we geen seconde gedacht, maar ze had gelijk. Waarom zou Fred niet gewoon in z’n auto stappen, zodra het hem duidelijk werd dat hij niet was uitgenodigd voor een potje vreemdgaan? Er zijn tenslotte weinig dingen waaraan mannen zo’n pesthekel hebben als aan relatiegesprekken. Je kunt het ze niet eens kwalijk nemen want onder die noemer wordt meestal een zak verwijten over ze leeggeschud. En ik moet de eerste man nog meemaken die dat geduldig blijft uitzitten.
“Ik bind hem vast,” zei Noor. “Daar wordt hij bloedgeil van.”
“Wat heb je aan een bloedgeile man die niks kan doen omdat hij vastgebonden is?” vroeg Veer zich hardop af.
We negeerden haar.
“Dat wordt vechten, Noor, natuurlijk laat hij zich niet vastbinden op een stoel, je moet iets anders bedenken.”
Er viel een stilte. Bart hield ons nauwlettend in de gaten. Het gebeurde zelden dat we zo lang met lege glazen bleven zitten.
“Ik pik zijn autosleuteltje in. Dan zal hij wel moeten blijven totdat ik uitgepraat ben!”
Het was geniaal in z’n eenvoud.
“Ik vraag of hij donderdagmiddag komt. Als wij er dan ‘s-ochtends al zijn, hebben we alle tijd om ons voor te bereiden.”
Ik was zo moe van het nachtenlang tobberig wakker liggen en aan Pé denken dat het hele geval mij weinig kon schelen. Maar Noor zat rechtop als een standbeeld, haar donkere ogen groot en glanzend, en ik betwijfelde of ze zich er nog van bewust was dat wij bij haar aan het tafeltje zaten.
Toen ik thuiskwam van het laatste rondje lopen met Woezel, hoorde ik de telefoon terwijl ik naar mijn sleutel stond te zoeken.
Ik voelde dat het Pé was die belde, al zei dat niets, want iedere keer als de telefoon ging dacht ik dat.
In stilte vervloekte ik mijzelf.
Wanneer leerde ik nu eens mijn mobiel bij me te dragen, zoals alle beschaafde mensen doen. Nu lag hij bij de bank op de grond, ik zag het rotding voor me terwijl ik mijn tas omkeerde bij de lantarenpaal voor mijn deur om beter te kunnen zoeken. De sleutel viel in een lawine van benzinebonnetjes, lipsticks, creditcards en losse euro’s op de grond. Ik griste ‘m uit de troep en rende naar de voordeur, maar toen ik die open had, hield het bellen op.
Bijna jankend van teleurstelling slofte ik terug naar de lantarenpaal, waar Woezel braaf op mijn bezittingen zat te passen. Ik propte alles weer in mijn tas.
Natuurlijk was het Pé, wie anders zou mij om deze tijd bellen. En deze keer was het ook zo. Ik staarde naar het bekende nummer op mijn mobiel. Maar ik mocht hangen als ik hem terug ging bellen. Hij moest zonodig opstappen, dan moest hij er ook maar voor zorgen dat ik hem terug wilde. Een man bellen met wie je in een heikele situatie verkeert is het stomste wat je kunt doen, ze krijgen er meteen kapsones door.
Ik ging op de rand van de bank zitten en stak een sigaret op.
In m’n onderbuik begon het te krampen.
Ik schopte m’n schoenen uit en liep naar de plee.
Ik zat nog niet of mijn mobiel ging weer. Deze keer lag ie op de keukentafel. Terwijl ik zeker wist dat de man van mijn leven mij probeerde te bereiken, was ik met mijn slip op mijn enkels volstrekt machteloos.