14
'Hoe staan de zaken?' De vraag werd gesteld door Mac Taylor, die tegen zijn bureau leunde. Stella en Hawkes zaten voor hem. Flack leunde tegen de muur. Ze waren allemaal meer dan moe. 'We laten zijn flat in de gaten houden,' zei Flack. 'Daar komt hij niet terug,' zei Mac. 'Nee,' beaamde Flack. Hij ging met zijn hand over zijn gezicht. Hij moest zich nodig scheren. En hij had behoefte aan een douche, warm water op zijn pijnlijke rug. Hij moest slapen. 'Bewijzen?' vroeg Mac. 'Het mes in Parks zak is gebruikt om Paul Sunderland te vermoorden,' zei Hawkes. 'De man heeft een heleboel messen,' zei Flack. 'Hij heeft een fout gemaakt,' zei Hawkes. 'Er zaten interessante sporen op het heft en in Parks zak. Verf. Groen. Vers.' 'Hoe vers?' vroeg Mac. 'Sommige fragmenten zijn nog buigzaam,' zei Hawkes. 'Hij heeft geen muren geschilderd, maar hij heeft wel tegen een muur gestaan die nog niet helemaal droog was. De verf is een mengsel. Goede kwaliteit. Duur. Een samenstelling van drie kleuren. De eindkleur is groen. Ik heb met de fabrikant gesproken. De verf wordt niet veel in huizen gebruikt. Hij wordt op de markt gezet als verf voor dure kantoorgebouwen, dokterspraktijken, juristenfirmas en dat soort plekken.' Hawkes was met de fragmentjes verf naar een verfwinkel gegaan waar ze computersoftware hadden om kleuren te determineren. Ze hadden een fragmentje voor een identificatieschermpje op de computer gelegd en die had vervolgens de juiste formule gegeven om die kleur te maken. Het was in een paar seconden gebeurd. De formule verscheen op het beeldscherm van de computer.
Met één druk op de knop had de bediende aan de computer vervolgens een blik verf kunnen produceren die precies overeenkwam met het fragment dat Hawkes hem had voorgelegd. 'De verf is aangeschaft door Norah Opidian & Associates, kantoorinrichters,' zei Hawkes. 'Ik heb ze gebeld, maar volgens het antwoordapparaat zijn ze gesloten vanwege een grote beurs voor kantoorinrichters in Philadelphia.' 'Blijf het proberen,' zei Mac. 'Bel het hotel waar de beursgangers verblijven. Kijk of je iemand kunt vinden die je kan vertellen waar die verf vandaan komt.' Mac zette zich af tegen het bureau, draaide zijn hoofd en keek naar buiten. Het werd even stil in de kamer. 'Alles staat met elkaar in verband,' zei Mac eindelijk. 'We moeten erachter zien te komen wat die verbanden zijn. Hij heeft het mes op station Gun Hill Road in Parks zak gedaan. Wat deed hij daar? Hij woont daar niet en ook geen van de mensen die hij heeft vermoord.' 'Hij is nog niet klaar,' zei Stella, en ze wreef in haar ogen. 'Hij is nog niet klaar,' beaamde Mac. Het was enorm moeilijk om Custus uit haar gedachten te bannen en Stella wist nu waarom. Het was haar een paar minuten eerder ingevallen, toen Mac uit het raam keek. Custus deed haar denken aan Tom O'Brien, die de administratie deed van het weeshuis toen Stella tien was. O'Brien en Custus hadden hetzelfde Ierse accent en dezelfde gevatheid, ook al had Stella die op haar tiende niet echt kunnen begrijpen. Op een dag was Tom O'Brien gewoon weg geweest en niemand had willen zeggen waarom. Het gerucht ging dat hij was betrapt op het betasten van een van de meisjes. Hij had Stella nooit aangeraakt. Of wel? Ze zag een glimlachende Connor Custus voor zich. Custus stak zijn hand uit om haar aan te raken. 'Stella?' zei Mac. 'Ben je er nog bij?' 'Ja, sorry. Misschien is Yunkin nog niet klaar met spellen,' zei ze. 'De dag is om,' zei Hawkes. 'Hij wilde de naam van zijn broer in vier pedofielen snijden.' 'We hebben geluk dat zijn broer geen Anthony heette,' zei Flack.
Niemand lachte. 'Maar zijn broer had wel een achternaam,' zei Stella. 'En er zat nog iemand in de praatgroep van Paul Sunderland.' 'Ellen Janecek,' zei Flack. 'Hij kan ook de voornaam van zijn broer herhalen,' zei Stella. 'Er zijn nog veel meer pedofielen op vrije voeten.' 'De sterfdag van zijn broer is voor dit jaar voorbij,' zei Hawkes. 'Misschien zijn er nog meer bijzondere data waarop hij een naam voor zichzelf wil uitsnijden,' zei Flack. 'De verjaardag van zijn broer, bijvoorbeeld.' 'Verjaardag? Wanneer was Adam Yunkin jarig?' vroeg Mac. Flack haalde zijn notitieboekje voor de dag, bladerde het door en stopte bij een bepaalde pagina. Hij keek op en zei: 'Morgen.' 'Ironisch,' zei Hawkes. 'Dat joch heeft de dag voor zijn verjaardag zelfmoord gepleegd.' 'Ironisch, maar misschien niet toevallig. Adam Yunkin wilde geen zestien worden,' zei Stella. 'Het hoeft niets te betekenen,' zei Mac. 'Het kan alles betekenen,' zei Stella. 'De omgeving van Gun Hill,' zei Mac. 'Terwijl Hawkes die kantoorinrichters te pakken probeert te krijgen, zou jij eens kunnen nakijken of iemand op het politiebureau van Gun Hill weet of ergens een kantoor wordt geschilderd in Vineland Green.' 'Ik ga erachteraan,' zei Flack. 'Ik ken wel een paar mensen op dat bureau.' Mac hoorde iets achter zich. Hij keek over zijn schouder naar het raam. Het was weer gaan regenen. Anne Havel belde en vroeg naar degene die de leiding had over het onderzoek naar de moord op haar man. Ze werd doorverbonden met Danny Messer. Terwijl ze wachtte, keek ze door het raam van de woonkamer naar buiten. Ze negeerde haar schoonvader, Waclaw, die versuft op de bank zat.
De regendagen hadden vele stemmingen bij haar opgeroepen. Vroeger, voordat Alvin was vermoord, was ze blij geweest met de beschermende muur van regen die haar isoleerde van de wereld. Als kind had ze al genoten van zware regenval. Na drie dagen was het knusse gevoel van isolatie verdwenen en kreeg ze het gevoel dat ze gevangenzat. Het huis was niet groot; drie kleine slaapkamers, een woonkamer, een eetkamer en een keuken. De regen hield de kinderen thuis en Waclaw had van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat tv zitten kijken, hoewel hij er het meeste niet van begreep. Het huis was een gevangenis geworden. En nu de regen op wrede wijze was teruggekomen, had ze plotseling bedacht dat het een goede plek was om haar leven te beëindigen. 'Rechercheur Messer,' zei Danny. 'U spreekt met Anne Havel.' 'Wat kan ik voor u doen, mevrouw Havel?' Zoveel, dacht ze. Haal die zombie van een man weg. Blijf minstens een week dag en nacht bij de kinderen. Laat de regen ophouden. Laat het ophouden. 'Mijn man heeft een dagboek nagelaten,' zei ze. 'Het is in het Pools. Hij had een verhouding met iemand van school.' 'Wie?' 'Hij heeft de naam niet opgeschreven, maar hij noemde de persoon "Nogi", "Benen" in het Pools.' 'We moeten dat dagboek hebben.' 'U kunt het krijgen,' zei ze. Ze hing op en zei tegen haar schoonvader: 'Hebt u honger?' Als Waclaw haar begreep, liet hij er niets van merken. Anne liep naar de keuken. Ze zou het maar heel eenvoudig houden. Boterhammen met pindakaas en jam. De meisjes zouden het prima vinden. Waclaw kon het niet schelen. Ze deed de koelkast open. Geen pindakaas. Keith Yunkin zat in de comfortabele nieuwe kantoorstoel. Hij had hem de dag tevoren uitgepakt en in elkaar gezet. Het was het enige meubel in het kantoor. De vloer was van gewreven hout en de wanden waren pas geschilderd in wat een rustgevende groene tint heette te zijn.
Er zouden andere meubels arriveren, waarschijnlijk vandaag. Het kantoor en de rest van het gebouw zouden tot leven komen nu ze bijna klaar waren. Keith luisterde of hij verhuizers en nieuwsgierige huurders hoorde. Hij zou ze door de gang horen komen als ze binnenkwamen. Maar ze zouden vandaag wel niet komen, want het was weer gaan regenen. Tijd genoeg om zijn plunjezak te pakken, het raam open te schuiven en de regen in te stappen. Op zijn schoot lag een papieren handdoekje dat hij uit het toilet bij een eetzaal had gehaald. Op het handdoekje lag een half opgegeten boterham met pindakaas en jam. Hij had honger. Er zat nog een broodje in zijn tas, roggebrood met eiersalade. Dat zou hij waarschijnlijk ook opeten. Hij moest steeds aan Ellen Janecek denken. De cirkel moest gesloten worden. Iedereen in de groep moest boeten voor de dood van Adam. Sunderlands praatgroep was een willekeurige keuze. Het was een plek om te beginnen, een symbolische plek, een verklaring. Nadat hij haar had vermoord, zou hij de Times, de Post en het plaatselijke nieuws bellen. Hij zou vertellen wat hij had gedaan. Hij zou alle details geven. Alle pedofielen zouden horen over de moorden en voortdurend bang zijn dat zij de volgende zouden zijn. Zelfs al werd hij gepakt, dan nog zouden ze met de deur op slot angstig zitten wachten op iemand die deed wat hij had gedaan. De jongen die de mooie Ellen Janecek met haar afwezige ogen had verleid, was bijna twee jaar jonger dan Adam toen die gestorven was. Je kon beter verleid worden door een knappe jonge vrouw dan verkracht worden door een bullebak van middelbare leeftijd, als je dat tenminste een keuze kon noemen. Het was beter geweest als hij het ritueel had kunnen voltooien binnen de vierentwintig uur van de sterfdag van zijn broer. Maar hij kon het vandaag afmaken. Tijd zat vandaag. Maar hij kon niet te lang wachten. Hij kon niet doden op de verjaardag van zijn broer. Dat was geen dag voor wraak. Dat was een dag om een kort leven te eren. Hij moest Ellen Janecek vermoorden. De politie zou haar in de gaten houden, maar hij moest het doen.
Zijn taak was nog niet af. Hij kon het hier niet bij laten zitten. De herinnering aan Adam stond dat niet toe. Hij wist niet wat hij in haar zachte, witte huid zou snijden. Hij wist dat het wel bij hem zou opkomen op het moment dat hij het moest weten. Hij werd geïnspireerd door de herinnering aan zijn broer, door het verdriet van zijn ouders en door zijn eigen woede. Het viel hem wel te binnen, maar eerst moest hij een manier vinden om bij Ellen Janecek te komen. Groene klei wordt door alternatieve genezers gebruikt voor uitwendige cosmetische behandelingen en behoort tot een subcategorie van kleimineralen die illiet heet. Groene klei werd alleen gewonnen in het zuiden van Frankrijk, tot er kleilagen werden ontdekt in China, Montana en Wyoming. De klei is groen door een combinatie van ijzeroxide en verteerd plantaardig materiaal, voor het grootste deel zeewier en andere algen. Anderen componenten zijn: montmorilloniet, dolomiet, magnesium, calcium, kalium, mangaan, fosfor, zink, aluminium, silicium, koper, selenium en kobalt. Het water is eruit gehaald en de klei is in de zon gedroogd. Groene klei stimuleert de huid en verwijdert onzuiverheden uit de opperhuid. Klei absorbeert onzuiverheden uit de huidcellen, verwijdert dode cellen en stimuleert de bloedtoevoer naar de opperhuid. Als de klei droogt op de huid, trekt ze de poriën samen. En die klei was wat Lindsay aantrof in een van de huidmonsters die ze had genomen van de mensen van de Wallen School. Groene klei is niet duur, is gemakkelijk verkrijgbaar bij de meeste reformwinkels en heeft bij inwendig gebruik een geneeskrachtige werking. Het is gewoon een soort bewerkte modder, maar Lindsay wist dat mensen over de hele wereld modder aten omdat ze dachten dat het goed voor hun gezondheid was. Het werd al in de middeleeuwen gedaan. Groene klei kan niet alleen gegeten worden, maar ook op de huid worden aangebracht om onzuiverheden te verwijderen. Het zou ook glasfragmentjes naar boven kunnen halen. Lindsay had een vrijwilliger nodig die glasfragmentjes op zijn huid wilde spuiten en er dan groene klei op wilde smeren om te zien of de fragmentjes er dan weer uit kwamen.
Er was maar één beschikbare vrijwilliger: Lindsay Monroe. Als het werkte, hadden zij en Danny een verdachte. Stella kreeg het telefoontje net voor de middag. Ze herkende de stem. 'Ik heb net met de inspecteur van de brandweer gesproken,' zei Devlin. 'Hij heeft je bevindingen bevestigd. Professioneel geplaatste explosieven.' 'Mooi,' zei Stella. Ze droeg een laborantenjas en handschoenen en zat voor een microscoop een minuscuul fragmentje puin van de plaats van de explosie te bekijken. Hawkes was naar het DNA-lab gegaan, maar stond nu in de deuropening naar Stella te gebaren. Ze stak haar hand op om duidelijk te maken dat hij moest wachten tot ze klaar was met haar gesprek. 'Er is nog meer,' zei Devlin. 'Onze rechercheur is ook achter de verzekering aan gegaan. Doohan had een polis van tweehonderdduizend dollar op Doohan's. Hij had de bar voor zes keer zoveel kunnen verkopen.' 'Misschien had hij snel geld nodig,' zei ze. 'Snel, van een verzekeringsmaatschappij? Hij had de bar vandaag nog voor vierhonderdduizend in contanten kunnen verkopen.' 'Er klopt niets van,' zei ze. 'Nee,' zei Devlin. 'Inderdaad niet. Tenzij die spraakzame man met de gebroken enkel tegen je liegt.' Hawkes stond met zijn armen over elkaar in de deuropening naar haar te kijken. 'Eigenlijk had jullie inspecteur me zelf moeten bellen,' zei Stella. 'Ik heb gevraagd of ik het mocht doen,' zei Devlin. 'Uiteraard met bijbedoelingen. Eten en een film. Jij kiest de film. Ik zeg waar we gaan eten.' 'Wanneer?' vroeg ze. 'Dinsdag of zondag,' zei hij. 'Dat zijn mijn vrije dagen.'
'Twee vragen,' zei ze. 'Ga je gang.' 'Ben je getrouwd?' 'Nee. Zelfs nooit sprake van geweest. Wat verder nog? Mijn vader was brandweerman. Mijn broer is ook brandweerman. Ik heb een zus die in Teaneck woont en drie kinderen heeft. Ik ben praktiserend katholiek en blijf dat tot ik het onder de knie heb. Ik ben al zeven jaar bij de brandweer, ben er gaan werken op de dag dat ik klaar was met mijn studie, NYU, voorbereidend rechten. Ik ben fan van de Yankees en de Knicks. Dat is het. Mijn levensverhaal.' 'Dat had wel kunnen wachten,' zei ze met een blik op Hawkes, die gaapte. 'Spaart tijd,' zei hij. 'Ik wil niet zeggen dat ik tijd wil besparen zodat we...' 'Ik begrijp het al,' zei Stella. 'Devlin, ik ben minstens vier jaar ouder dan jij.' 'Hoe weet je dat?' vroeg hij. 'Ik ben goed in het schatten van leeftijden. Hoort bij mijn werk, hoewel ik het meestal bij dode mensen doe.' 'Dat is juist interessant,' zei hij, en hij lachte aanstekelijk. 'Ik bedoel het leeftijdsverschil, niet dat je met dode mensen werkt. Ik heb ook vaak met dode mensen te maken. Dat hebben we alvast gemeen.' 'Een etentje onder het genot van een morbide gesprek?' vroeg ze. 'En wat is jouw levensverhaal?' 'Dat komt dinsdagavond wel,' zei ze. 'Ik zoek wel een komische film, iets met Will Ferrell of Owen Wilson.' 'Klinkt goed. Je houdt van Grieks eten, hé?' 'Ik hou van eten,' zei ze. 'Geef me een adres, dan pik ik je om zeven uur op.' 'Ik kies wel een plek en dan zie ik je daar,' zei ze. 'Ook goed,' zei Devlin. Ze hing op en liep naar Hawkes. 'Houston,' zei hij, 'we hebben een probleem.' Meer zei hij niet terwijl ze door de gang naar het DNA-lab liepen, waar Jane Parsons op hen zat te wachten.
'Twee van de slachtoffers van de explosie zijn verwanten van elkaar,' zei Jane. 'Zoals je weet, zijn eeneiige tweelingen de enige mensen die precies hetzelfde DNA hebben, maar nauwe verwanten, broers en zusters, ouders en zelfs neven en nichten in de eerste graad, hebben genoeg overeenkomsten om de familierelatie te bevestigen.' 'Genoeg voor de rechter?' vroeg Stella. 'Jawel,' zei Jane. 'Maar een goede advocaat kan altijd twijfel zaaien. Dus dit is alleen voor jou.' 'De kok, Malcom Cheswith,' zei Hawkes. 'Hij is familie van Connor Custus.' Jane knikte bevestigend. Stella was te moe om verbaasd te zijn, maar niet te moe om enorm nieuwsgierig te worden. 'Alles is relatief,' zei Stella. 'Wat?' 'Dat zei Custus tegen me in het ziekenhuis. Drie keer nog wel. Hij speelt met me.' 'We gaan met Custus praten,' zei Hawkes. 'Ja,' zei Stella. Toen ze naar de deur liepen, klonk er buiten een zware donderslag, ergens niet ver weg flitste de bliksem en het begon te stortregenen. Stella wist dat ze de juiste vragen zou hebben voor Custus. Maar ze wist niet wat ze dinsdagavond aan moest voor haar afspraakje met Devlin. Dat zou ervan afhangen of het inmiddels was gestopt met regenen. Zoals zoveel anderen in de vijf wijken begon ze te denken dat de stortvloed nog heel lang zou aanhouden. Om te zeggen dat hij enorme pijn had, zou oneerlijk zijn tegenover een pijn die monumentaal was, episch, ontzagwekkend zelfs. Hij had al vele malen pijn gehad en was een paar keer dicht bij de pijn gekomen die hij voelde nu hij uit het ziekenhuisbed stapte. De truc was om al het gewicht van zijn rechterenkel te houden. Dat was niet gemakkelijk, maar hij was gewend aan trucs. Het zou een grotere truc worden om iets te vinden wat hij aan kon trekken. Hij kon natuurlijk niet hinkend uit het ziekenhuis ontsnappen in een wit met blauw gestreept hemd dat op de rug met lintjes was vastgeknoopt en dat zijn achterste bloot liet.
Hij had een heel verhaal verzonnen, maar het hing als los zand aan elkaar en zou ongetwijfeld worden weerlegd door de dokter die Hawkes heette en de rechercheur die Stella heette. Als hij 'zijn enkel niet had gebroken en niet in die duistere muil van rottende aarde was gevallen, had hij Connor Custus helemaal niet hoeven te bedenken. Hij, Charles Roland Cheswith, had eenvoudig kunnen weglopen nadat hij met een druk op de knop van zijn telefoon zijn broer en Doohan uit de weg had geruimd. Maar Doohan had hem gezien. Doohan was de regen in gerend om hem tegen te houden. Het was Doohan niet gelukt om voor een alibi te zorgen. Doohans tandarts had alle afspraken afgezegd. Bovendien had Doohan grote twijfels gekregen over de hele zaak. De man met het Ierse accent die zich Sean Hanlon noemde had hem verteld dat hij voor Doohan een verzekeringspolis had afgesloten bij een Nederlands bedrijf. Uitkering: een miljoen tweehonderdduizend dollar. Doohan had hem geloofd en zijn handtekening onder de polis gezet, die Charles Roland Cheswith de politie in handen zou spelen. Die zou tot de conclusie komen dat de arme Doohan de polis had afgesloten, zijn bar had opgeblazen en daarbij was omgekomen, zeker nadat Cheswith de politie had gebeld om te bekennen dat hij door Doohan was ingehuurd om de bar op te blazen. Er zou geen verband zijn gelegd tussen Charles en zijn broer Malcom, de kok die nooit meer zou koken, de broer die met zijn salaris, een kleine erfenis van een collega zonder familie en enorm veel geluk en handigheid bij het gokken op sportevenementen bijna twee miljoen dollar had vergaard. Die twee miljoen, had Malcom trots aan zijn broer geschreven, moest de aanbetaling worden op een klein restaurant in Soho. Cheswith, goed voorzien van pijnstillers, wist overeind te komen. Charles had voor zijn twintigste in Dublin geleerd hoe hij bommen moest maken. Hij was er niet bijzonder goed in geweest. Zijn littekens bewezen dat. Op zijn vijfentwintigste was hij aan het toneel gegaan. Dinervoorstellingen in Texas, Alabama, Louisiana.
Af en toe een kleine rol in een aflevering van een televisieserie, twee keer als lijk. De mensen herkenden hem op straat, maar hadden geen idee waar ze hem eerder hadden gezien. Het hoogtepunt van zijn lange en onsuccesvolle carriëre was zijn optreden in een spelletjesshow, waarbij hij zesentwintigduizend dollar had gewonnen. Connor Custus was een vrij goede improvisatie geweest, zeker gezien de pijn waarin hij verkeerde en de grote kans dat hij zijn noodlot tegemoet zou gaan in zulk smerig water dat hij er liever niet aan terugdacht. Zijn optreden was een succes geweest, maar de plot niet. Nu zou Charles Cheswith moeten improviseren zoals hij nog nooit geïmproviseerd had als hij weg wilde komen. Hij had nog steeds hoop. Als hij weer in Australië wist te komen en daar kon wachten tot de notaris van zijn broer contact met hem opnam, kwam alles goed. Er stond geen agent voor zijn kamer. Er was geen gevaar dat hij zelfmoord zou plegen en hij kon zijn bed niet uit met een gebroken enkel, vol pijnstillers en met verpleegsters die continu bij hem kwamen kijken. Maar het zou hem lukken. De grote teleurstelling zou zijn dat het optreden dat hij nu moest geven door weinigen gezien zou worden en door niemand zou worden gewaardeerd. Hij viel bijna bij zijn eerste hupje naar de deur. Hij greep zich vast aan het tafeltje. De plastic waterkan viel om. De tafel kraakte. Charles bleef op de been. 'Dit is nog moeilijker dan Stanley Kowalski spelen,' zei hij, en hij beet op zijn onderlip. Charles had nooit Kowalski gespeeld. Hij had de rol als doublure ingestudeerd toen het stuk een week lang op het programma had gestaan van een dinertheater in San Antonio. Charles had achtduizend dollar aan contant geld in het hotel waar hij verbleef. Hij had een paspoort met zijn echte naam erop, een Iers paspoort. Genoeg om het land uit te komen. Tijd voor de volgende hup. Met zijn hand tegen de muur hupte Charles naar de deur.