Hoofdstuk 9
Ja, ze had hem gekust toen hij op het bed lag, en wanhopig had hij zich aan haar vastgeklampt en zijn lippen op haar mond gedrukt. Met smartelijke wanhoop had hij haar tegen zich aangedrukt alsof hij stierf en zijn rechterhand had haar borst aangeraakt, geaarzeld, toen het warme vlees omvat dat onder haar kleding klopte. En de wetenschap dat hun gezamenlijke leven binnen enkele minuten afgelopen zou zijn - op zijn gunstigst binnen een uur of twee -had hem ertoe gebracht haar naar zich toe en over zich heen te trekken zodat ze samen op het bed lagen.
Hij rilde weer en wilde opstaan, dus was ze op het andere kussen gaan liggen en luisterde terwijl hij huilde en later ging slapen. Haar vader en moeder zouden al gauw de trap opkomen. Of waren ze op weg naar de begrafenisonderneming? Of zou Bernardo naar het lijkenhuis worden gebracht?
Ze voelde het bed schudden toen Tony krampachtig huiverde en zijn benen optrok alsof hij barensweeën had. Volkomen over zijn toeren hapte hij naar lucht en wilde het bed verlaten.
‘Blijf,’ zei ze tegen hem.
‘Maria?’ hoorde zij hem fluisteren, ‘ik moet gaan.’
Ze gaf hem geen gelegenheid verder te spreken, ze omarmde hem en legde haar borsten, haar buik en haar heupen tegen zijn lichaam, en hartstocht overwon angst, vreugde overwon verdriet, totdat er een sirene huilde beneden op straat.
Plotseling rukte hij zich los en zocht naar zijn schoenen. Angst greep haar bij de keel en ze drukte haar lippen tegen zijn wang om de kreet in zich te houden, zodat hij niet zou kunnen ontsnappen en de jongen in wiens armen ze had gelegen angst aan zou jagen.
‘We zijn getrouwd,’ snikte ze. ‘Vanmiddag waren we zo gelukkig. Vanavond toen ik op je wachtte, was ik zo gelukkig.’ ‘Je bent jong,’ zei hij. ‘Je zult weer gelukkig worden. Met iemand die beter is dan ik. Zo zie ik de toekomst voor je.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Word mijn man.’
‘Dat kan ik niet,’ zei hij. ‘Ik ben een moordenaar.’
‘Word dan mijn minnaar.’
‘Dat kan ik niet.’ Hij draaide zijn hoofd om om haar ogen niet te zien. ‘Bernardo wil het niet. Mijn God, Maria, ik heb hem vermoord!’
‘En hij heeft je vriend gedood. De jongen die bijna je broer was.’
‘Nee.’ Hij moest het ontkennen. ‘Dat was lang geleden. Alleen geklets, meer niet. Hij is nooit een broer voor me geweest. Ik geloof niet dat hij mijn vriend was, de laatste tijd.’
‘Om voor hem te doden, moest hij meer dan een vriend zijn,’ vervolgde ze met haar zachte, kalme stem. ‘Vertel me eens iets over hem.’
‘Wat valt er te vertellen?’ Hij trilde van verdriet. ‘Riff was een goeie jongen. Hij had lef, hij was voor niemand bang en hij zocht altijd naar vechtpartijen om het te kunnen bewijzen.’ Maria schudde haar hoofd. ‘Net als Bernardo.’
‘Ik denk van wel,’ zei Tony. ‘De Jets betekenden veel voor hem.’
‘Bernardo hield van de Sharks.’
‘Ik denk dat ze hetzelfde waren.’
Maria knikte terwijl ze op het bed zat en de vochtige omtrek van Tony’s hoofd op het kussen natekende. Ze had medelijden met Tony en Riff, die zo op Bernardo had geleken. Ze had Riffs ogen nooit gezien, maar ze wist dat ze net als die van Bernardo waren geweest, altijd onrustig en fel, zoekend naar iets om te haten alsof ze wilden bewijzen dat ze man waren en ze faalden altijd.
Wat voor toekomst zouden Riff en Bernardo gehad hebben?
Ze kon er geen bedenken. In de moeilijke jaren van hun jeugd hadden ze vreugde gezien, meegemaakt en gevonden en aan genoeg geweld deelgenomen om een dozijn mensen oud te maken voor hun tijd. Ze hielden van niets en vernielden alles, hoewel ze beweerden dat er maar een ding was dat ze haatten - elkaar. Ze had net zo veel verdriet om Riff als om Bernardo en had op dat moment graag haar leven voor een van beide gegeven.
Maar met welk resultaat? Dat ze misschien nog andere mensen zouden doden? Ze moesten toch sterven: in een bar of voor de deur van een goktent, in een dancing of op de achterbank van een auto, op een eenzame weg of op een dak. Maar niet in bed. Want jongens als Riff en Bernardo aasden op elkaar en werden op hun beurt achtervolgd door iedere man of vrouw die gebruik kon maken van hun geweld en er voordeel mee kon behalen. Als ze iets langer hadden geleefd, waren ze toch nooit wijzer geworden.
‘Daarom moesten ze allebei sterven,’ zei ze. ‘En daarom moet jij niet sterven. Omdat jij eens net als zij was. Maar je wilde veranderen - dat weet ik. En Riff en mijn arme broer wilden dat niet.’
‘Ik begrijp het niet,’ zei hij. ‘Ik heb Bernardo gedood. Betekent het niets dat hij je broer was? En dat ik het heb gedaan?’
‘Je wilde er vanavond niet heen,’ zei ze, en sprak voor alle treurende vrouwen in de wereld. ‘Ik heb je gestuurd. Ik heb je laten beloven dat je zou gaan.’
‘Dat is waar,’ zei hij vlug, om haar niet de kans te geven de helft van zijn schuld op zich te nemen. ‘Maar je wilde niet dat ik je broer zou gaan vermoorden. Hou je niet van hem? Kun je niet om hem huilen?’
‘Moet je dat vragen wanneer ik om de hele wereld zou kunnen huilen? ’Nardo was mijn broer en jij bent de man van wie ik hou.’ Ze schudde hem door elkaar. ‘Ik wil van alles in de wereld houden. Niet alleen van de dingen die ik ken, maar ook van de dingen en de mensen die ik niet ken en die ik nooit zal zien of ontmoeten.’
‘Kijk naar ons.’ Hij staarde de donkere kamer in, die benauwd en vol schaduwen was. ‘We zijn van leven en beminnen naar de dood gegaan. Het gebeurde allemaal veel te vlug.’
Hij zweeg omdat Maria plotseling een vinger over zijn lippen legde en ze hoorden het harde tikken van hoge hakken en Anita’s onbeheerste stem toen ze in de keuken riep. ‘Maria?’ Anita klopte op de slaapkamerdeur. ‘Maria, ik ben het, Anita. Waarom is je deur op slot?’
Maria beduidde Tony dat hij stil moest blijven. ‘Ik wist niet dat hij op slot was.’
‘Doe de deur open.’ Anita rammelde weer met de deurknop. ‘Ik heb je nodig.’
Tony legde zijn hand over Maria’s mond. ‘Geef me nog een seconde de tijd,’ fluisterde hij. ‘Zeg haar dat ze even moet wachten.’
‘Een moment, Anita,’ riep Maria. ‘Ik sliep en de slaap zit nog in mijn ogen.’ Ze keek Tony aan. ‘Waar ga je heen?’
‘Naar Doe,’ vervolgde hij fluisterend. ‘Als je met me meegaat, zal ik daar op je wachten. Weetje waar het is?’
‘Ik ben er vandaag langsgelopen om te kijken of ik je zag.’ ‘Hij helpt ons wel met geld,’ fluisterde Tony en stapte over de vensterbank. ‘Kom je naar me toe?’
Maria zweeg toen Anita weer aan de deur rammelde. ‘Je praat met iemand,’ riep ze door de gesloten deur. ‘Maria!’
‘Bij Doe.’ Maria deed haar vinger op Tony’s lippen. ‘Zo gauw als ik kan.’ Ze keek toe hoe Tony snel de brandtrap afklom en liep toen langzaam naar de deur. ‘Ik kom eraan, Anita!’
Anita schoof haar opzij en keek van het bed naar het raam naar Bernardo’s zusje in slip en met blote voeten.
‘Heb je Chino gezien?’ vroeg Maria. ‘Hij was hier een tijdje geleden en hij zag eruit als een krankzinnige.’ Ze stopte omdat Anita haar aan bleef staren. ‘Goed,’ zei ze uitdagend tegen Anita. ‘Nu weetje het.’
‘Slet!’ schreeuwde Anita en ze sprong naar het raam en gooide het dicht. ‘Er is geen hoer te vinden die gedaan zou hebben wat jij hebt gedaan! Hij heeft je broer vermoord en jij hebt hem beloond door met hem naar bed te gaan? Wat zou je doen als hij je vader en moeder vermoordde? De hoer voor hem gaan spelen?’
Ze was te uitgeput, te vermoeid om het uit te leggen. Ze wilde Anita’s hand pakken, maar Anita ging in een hoek van de kamer staan en staarde alsof Maria iets was wat zo onrein en walgelijk was dat ze nooit zou durven bekennen dat ze haar ooit gezien had.
‘Ik weet wat je denkt,’ zei Maria tegen het snikkende meisje. ‘En hij voelt precies hetzelfde.’
‘Hij had dood moeten gaan in plaats van zijn vriend! Bernardo had hem moeten vermoorden!’
‘Dan had Bernardo de jongen van wie ik hou vermoord.’
Anita bedekte haar oren. ‘Ik wil niet naar je luisteren. Hoer! Ik wil je niet zien!’
Maria liep langzaam naar het raam en leunde met haar voorhoofd tegen het glas. Het glas was koeler dan de lucht in de kamer en ze vroeg zich af waar Tony nu zou zijn. Zou hij in staat zijn om de politie en Bernardo’s vrienden te ontwijken?
Ze wilde Anita vertellen hoe ze zich gevoeld had; hoe ze Tony gehaat had, nadat Chino haar van de moord verteld had en hoe graag Tony dood wilde zijn.
‘Chino heeft een revolver,’ zei Anita. ‘Hij heeft de jongens weggestuurd om Tony op te zoeken.’
‘Als hij Tony pijn doet, als hij hem aanraakt, dan zweer ik je "
‘Doe je wat Tony bij Bernardo heeft gedaan?’
‘Ik hou van Tony,’ zei ze alleen.
Anita schudde haar hoofd; niets wat er op deze avond was gebeurd was te begrijpen. Ze had Zwarte Orchidee opgedaan, ongeduldig gewacht, naar de eerste ster gekeken en een grote wens gedaan. Nou zou ze een zwarte jurk moeten kopen voor de begrafenis. ‘Ik weet het,’ zei ze tegen Maria. ‘Ik hield van Bernardo.’
Maria voelde de kleur uit haar gezicht wegtrekken, ‘je moet hier blijven tot m’n vader en moeder thuiskomen. Er moet hier iemand zijn om het ze te vertellen.’
‘En kun jij dat niet?’ Anita’s lach was honend, vol koude spot. ‘Waarom niet? Het gebeurt iedere dag. Vertel ze gewoon dat je broer dood is, vermoord en dat jij er vandoor gaat met de jongen die hun zoon gedood heeft.’
‘Probeer het te begrijpen,’ smeekte Maria.
‘Ik kan het niet!’ schreeuwde Anita. ‘Ik kan het niet begrijpen en ik wil het ook niet omdat ik dan misschien zou begrijpen...’
‘Je begrijpt het wel,’ zei Maria. ‘Daarom schreeuw je. We gaan weg, Anita. Ik heb bij Doe met hem afgesproken en wanneer iemand ons probeert tegen te houden zullen ze mij ook moeten doden. Wil je dat tegen Chino zeggen?’
Er werd gebeld, toen werd de deur opengerukt en de meisjes zagen Schrank de keuken binnenstappen. Hij liep snel, zijn ogen schoten heen en weer, hij deed de badkamerdeur open, keek in het kleine kamertje, keek toen in de andere slaapkamer voor hij de keukendeur sloot en ertegenaan ging staan. ‘Ik veronderstel dat je het nieuws al gehoord hebt?’ zei hij tegen Maria. ‘Ben jij zijn zuster?’
‘Ja. Als u me kunt vertellen waar ik mijn broer kan zien...’
‘Hij kan wachten.’ Schrank glimlachte om zijn opmerking. ‘Er zijn een paar vragen -’
‘Later, alstublieft.’ Maria greep haar jurk van het bed en trok hem aan. ‘Ik moet naar hem toe. Dus vertel het me alstublieft.’
‘Het neemt maar een paar minuten in beslag,’ zei Schrank.
‘Haar broer is dood,’ zei Anita schel. ‘Zou u niet kunnen wachten tot -’
‘Nee!’ De klank van zijn stem waarschuwde Anita dat zij haar mond moest houden. ‘Wasje gisteravond bij het dansen in het jeugdcentrum?’
Ja.’ Maria knikte en vroeg Anita met een gebaar of ze de rits van haar jurk omhoog wilde doen.
Je broer kreeg ruzie omdat jij met iemand danste die hij niet mocht.’ Schrank nam de meisjes scherp op. Het zou erg moeilijk worden als hij er niet vlug een eind aan maakte. ‘Wil je Bernardo zien? Prachtig, ik zal je meenemen en onderweg kun je me gaan vertellen wat je weet.’
‘Neem me niet kwalijk, Anita, m’n hoofdpijn is erger geworden,’ zei Maria. ‘Wil je even naar de drugstore gaan voor - hoe heet het ook weer?’
‘Aspirine,’ antwoordde Anita, maar gaf geen teken dat ze zou gaan.
Schrank wees naar de badkamer en de keukenkastjes. ‘Hebben jullie hier geen aspirine?’
‘Het flesje is leeg,’ antwoordde Maria. ‘Wil je even voor me gaan, Anita? Alsjeblieft? Anders sluiten ze de winkel misschien.’
‘Waar we heen gaan hebben ze ook aspirine.’ Schrank pakte Maria bij haar arm.
‘Duurt het lang?’
Schrank haalde zijn schouders op en keek op zijn horloge. ‘Zo lang als het duurt.’
‘Het duurt niet lang,’ zei Maria en ging met haar rug naar Schrank staan zodat Schrank niet kon zien hoe zij met haar ogen smeekte. ‘Zou je op me kunnen wachten in de drugstore? Het duurt niet lang.’
‘Ik zal op je wachten. En misschien blijft Doe wel voor je open,’ antwoordde Anita. Ze keek Schrank aan. ‘Doe niets ruws met dit meisje. Ze heeft vanavond genoeg meegemaakt. En ik ben het meisje van ’Nardo.’ Ze was uitdagend.
‘Was,’ verbeterde Schrank haar.
‘U wilde mij vragen stellen,’ zei Maria om Schrank af te leiden.
‘Ik stel geen vragen.’ Schrank liep achter haar aan de trap af en trok zijn neus op voor de vreemde geuren. ‘Zoals ik zei: er was ruzie over een jongen.’
‘Iemand uit mijn land,’ zei ze zonder aarzelen.
‘Hoe heet hij?’
Ze keek omhoog naar Schrank. ‘José.’
Een blok voor de drugstore kamde Anita haar haren en ze veegde haar gezicht af met een vochtige zakdoek, die ze weggooide. Zonder spiegeltje deed ze nieuwe lippenstift op en trok haar jurk glad, want ze was in Amerika waar de Amerikanen stil rouwden, alsof ze zich ervoor schaamden verdriet te tonen en ze was er net zo goed toe in staat als wie dan ook.
Alleen nadat ze de drugstore binnen was gegaan aarzelde ze, want de deuren van de twee telefooncellen gingen open en A-Rab en Diesel staarden haar in gespannen stilte aan.
‘Ik zou Doe willen spreken,’ zei ze langzaam.
A-Rab keek naar Diesel voordat hij zijn hoofd schudde. ‘Hij is hier niet.’
‘Waar is hij?’ vroeg ze en haar ogen schoten naar de deur achter de toonbank.
‘Hij is naar de bank.’ A-Rab pulkte aan zijn tanden. ‘Er was een vergissing gemaakt in zijn voordeel.’
‘Erg grappig,’ zei ze. ‘Vooral omdat banken ’s avonds gesloten zijn. Waar is hij?’
‘Bij de bank,’ zei Diesel. ‘Je weet hoe mager Doe is. Hij glipte door het nachtkluisslot naar binnen.’
‘En is halverwege klem blijven zitten,’ viel A-Rab bij en kwam uit de telefooncel. ‘Wat betekent dat we niet kunnen zeggen wanneer hij terugkomt.’
Hij opende de voordeur en wees naar de straat. ‘Buenas noches, senorita. Misschien kun je onderweg naar huis nog een paar dollar verdienen.’ Hij sloeg de deur dicht en rende Anita achterna en pakte haar beet net toen ze bij de toonbank kwam. ‘Waar ga jij heen?’
‘Naar achteren.’ Ze worstelde om vrij te komen. ‘Ik wil Doe spreken.’
‘Als je zwanger bent dan kom je morgen maar terug,’ zei Diesel en ging achter de toonbank staan om de deur te blokkeren. ‘Ben je doof?’ vroeg hij. ‘We hebben je al verteld dat hij er niet is.’
‘Ik hoor net zo goed als jullie,’ zei ze en voelde dat haar wangen door de spanning van kleur verschoten. Deze jongens waren gevaarlijk en ze hield niet van de manier waarop ze hun ogen strak op haar borsten gevestigd hielden. Ze zou nu wel willen dat haar borsten kleiner waren en dat ze een gewone beha droeg. ‘Ik wil het zelf zien.’
‘Zeg alsjeblieft.’ Diesels suggestie was een waarschuwing.
‘Alsjeblieft. Willen jullie me er nu doorlaten, alsjeblieft?’
A-Rab ging op zijn tenen staan om beter in haar jurk te kunnen kijken. ‘Je bent te donker om er langs te mogen. Hé, dat is ook een fijne beha die je niet draagt.’
‘Je bent een viezerik,’ zei ze.
Je bent gevuld als - waar maken ze ze van in Portorico?’ A-Rab lachte.
Anita trilde en greep haar tas om hem als wapen te gebruiken. ‘Niet doen,’ waarschuwde ze met lage stem.
‘Alsjeblieft, niet doen,’ verbeterde Diesel haar en knipoogde tegen A-Rab dat hij door moest gaan met zijn getreiter, want A-Rab kon enorm grappig zijn als hij eenmaal op dreef was. ‘Alsjeblieft niet doen.’
‘Por favor,’ bespotte A-Rab haar. Jij non comprende, luis?’ Hij lachte en ging weer op zijn tenen staan. ‘Luis, jij geen Engels spreken? Heel jammer. Dan zal ik je eerst alle vieze woorden leren.’
‘Luister, ik moet een vriend van jullie een boodschap geven. Ik moet Tony vertellen...’
‘... die hier niet is.’ Diesel was scherp en maakte tegen A-Rab een gebaar om hem op te laten houden. ‘Donder nou op.’
‘Ik weet dat hij er is. Het geeft niet van wie die boodschap komt,’ zei ze dringend tegen Diesel. ‘Laat me hem aan Tony overbrengen.’
‘Waarom zeg je het niet tegen mij?’ vroeg A-Rab en drukte haar tegen een rij planken en begon tegen haar te schuren. ‘Hoe vind je dit voor een mambo-Ai!-figuur?’
‘Laat me los.’ Ze probeerde hem te slaan. ‘Vuilak!’ A-Rab rukte de tas uit haar handen en gooide hem opzij. ‘Ik wil Chino tegenhouden! Hou op, varken!’
Jij bent het varken,’ gromde A-Rab. Je bent Bernardo’s slet, met je verdomde knoflookbek, goudgetand, oordoorboord, liegend varken. Als je denkt dat je Tony in de val kunt lokken voor Chino dan zitje er vies naast.’
A-Rab draaide Anita’s arm onverwacht om en liet haar struikelen. Ze viel achter de toonbank en hij voelde hoe de spieren van haar benen zich spanden toen hij met zijn buik over de hare begon te draaien, terwijl zijn handen aan haar jurk rukten.
‘Grijp haar, A-Rab!’ moedigde Diesel aan. ‘Laat haar zien hoe een Amerikaan rijdt. En laat haar dat maar aan Chino gaan vertellen.!’
‘Ontspan je, pop.’A-Rab sloeg Anita. ‘Je wordt verkracht dus ontspan je en geniet...’
A-Rab voelde twee handen aan zijn overhemd trekken en hoorde Diesel zeggen dat hij op moest houden. ‘Het is Doe, hij komt naar boven.’
Onwillig en hijgend stond A-Rab op en stond Anita toe te gaan staan. Ze zag Doc naar haar staren, met open mond, toen brulde hij tegen de jongens dat ze tuig, nog erger dan het laagste tuig waren en dat ze zouden boeten voor wat ze gedaan hadden.
‘Gaat het met je?’ vroeg Doe.
Ze beet op haar lippen en hield haar gescheurde jurk dicht. ‘Bernardo had gelijk.’ Ze vocht tegen de opkomende tranen en keek naar A-Rab, die aan zijn tanden pulkte. ‘Als een van jullie bloedend op straat lag, zou ik voorbij lopen en op je spugen.'
‘Ga naar huis.’ Does raad was vriendelijk.
‘Laat haar niet gaan! Ze zal Chino vertellen dat Tony...’ A-Rab duwde Doe opzij en liep naar de deur. ‘Ze komt er niet uit!’
Ze sloeg in de richting van Diesel en A-Rab. ‘Ik zal jullie de boodschap voor je Amerikaanse vriendje geven! Zeg de moordenaar dat Maria nooit naar hem toe zal komen!’ Haar lach was uitbundig en triomfantelijk toen ze Diesel en A-Rab terug zag deinzen. ‘Vertel hem maar dat Chino het van hen tweeën ontdekt heeft - en haar heeft neergeschoten!’
De deur sloeg achter Anita dicht en Doc viel tegen de toonbank. ‘God help me, ik moet het hem vertellen. Eruit!’ schreeuwde hij tegen Diesel en A-Rab. ‘Donder op en probeer ergens een kerk te vinden die zijn deuren niet voor jullie sluit!’
Diesel gaf A-Rab een por. ‘Ik smeer ’em.’
‘Waarheen?’
‘Zeg het maar,’ zei Diesel bij de deur. ‘Zolang het maar noord, zuid of west van hier is.’