Hoofdstuk 8

 

 

Baby-John riep Superman, Batman en Robin, Wonder Boy en Planet King, Green Arrow en Green Hornet, Spaceman, Jack Blastoff en Orbit Oscar op om hem te hulp te komen.

Hij zat in het donkere binnenste van het vrachtautowrak, zijn knieën onder z’n kin getrokken en hij hield zijn ogen op een ster gevestigd die hij door een scheur in de metalen zijkant van de vrachtwagen kon zien. De vrachtwagen stond op zijn assen bij de vuilnisbelt vlak bij de rivier, hij wachtte op een heldere lichtstraal, zoals van een meteoor, die het pad aan zou geven dat een van zijn helden, of misschien wel allemaal, volgde.

Dit was geen gewoon hulpsignaal dat Baby-John de ruimte in zond, maar een oproep waarnaar geluisterd moest worden, want hij had net twee keiharde jongens voor de laatste maal tegen de grond zien gaan - Riff, die hij bewonderde en om wie hij huilde, en Bernardo, die hij haatte maar ook moest bewonderen omdat hij bewezen had dat hij zo hard als een bikkel was.

Het was waar, Tony Wyzek had zich geen slappeling getoond - de manier waarop hij met dat mes omging was vakwerk -maar het was zijn schuld dat Riff en Bernardo dood waren. Riff was achttien, Bernardo ook ongeveer, dacht Baby-John en hij was veertien, wat betekende dat als hij er ooit in slaagde net zo’n harde figuur als Riff of Bernardo te worden, hij nog maar vier, misschien vijf jaar te leven had. Wat maar heel weinig was, helemaal als hij misschien twee of drie van die vier of vijf jaar in het tuchthuis door zou brengen.

Een paar minuten geleden had Baby-John een van de schuttingen van het autokerkhof bekeken, hij had zich afgevraagd hoe ver hij eroverheen zou kunnen lopen en besloot het uit te proberen. Met zijn armen gespreid, z’n vingers strak, liep hij heel langzaam over de rand van de schutting zodat zijn helden van Batman tot Orbit Oscar konden zien dat het de moeite waard was hem te redden. Baby-John zond ze vurige gedachten toe, want er kon beter iemand op komen dagen voor de politie hem pakte.

Ze hadden gezien hoe hij nog net aan Schrank en Krupke ontkomen was - man, hij had Krupke wel voor gek laten staan - maar de smerissen konden hem toch nog wel te pakken krijgen en Krupke zou hem zonder genade met zijn gummiknuppel aftuigen. Een telefoonpaal stond een paar centimeter van de schutting af en Baby-John ging met zijn rechtervoet op de dwarslat staan.

Als hij nu eens hier wegging, Krupke en Schrank opzocht en ze met zijn ijsprikker probeerde te overmeesteren? Of als hij de Columbus Avenue af ging lopen en iedere Portoricaanse man of jongen boven de tien die hij zag in elkaar ramde? Wat een koppen zou hij krijgen in de krant! Maar als hij - Tony Wyzek eens tegenkwam?

Baby-John hield de paal met twee handen vast om niet te vallen, hij was erg duizelig geworden. Zou hij Tony vermoorden? Of was het zijn plicht Tony tegen de Sharks te beschermen? Hij had nu leiding nodig. Als Batman en Robin hem konden vinden zou het eenvoudig zijn, want zij hadden rönt-gen-ogen en hun gehoor was scherp genoeg om zijn gedachten op te vangen. Maar tot zijn helden zouden komen, verlangde hij naar iemand die de leiding over de Jets nam en hem zou vertellen wat hij moest doen.

Wie heeft de Portoricanen gevraagd hier te komen, snikte Baby-John toen hij langs de paal naar beneden gleed, om zich heen keek en naar de vrachtwagen sloop. Wie heeft ze gevraagd hier te komen en Riff te vermoorden, die echt een fijne jongen was?

‘Is hier iemand?’ fluisterde Baby-John de donkere vrachtwagen in. ‘Dit is de zender van Baby-John.’

‘Hou je bek en kom binnen,’ antwoordde A-Rab. ‘Over en sluiten.’

‘Het is prettig om iemand bij je te hebben,’ zuchtte Baby-John nadat hij zijn keel geschraapt had, langs zijn ogen en neus had geveegd en zijn groezelige hand had opgestoken om zijn helden te laten weten waar hij was. ‘Krupke en Schrank - ik liep een hoek om en daar stonden ze. Een seconde dacht ik dat alles voorbij was.’

‘Goed, goed.’ A-Rab was ongeduldig. ‘Heb je wat te roken? Weet je waar de andere jongens uithangen? Heb je Tony gezien?’

‘Niemand heeft hem gezien,’ beantwoordde Baby-John de laatste vraag en gooide zijn laatste sigaret naar A-Rab, die trilde alsof hij een shot nodig had. ‘Ik vermoed dat de anderejongens wel gauw zullen komen, ik hoop het. Misschien zijn ze naar huis gegaan.’

‘Ben je geschift?’ A-Rab stak de sigaret aan en gooide de lucifer naar Baby-John. ‘Daar gaan de smerissen het eerst kijken. Dus ga de eerste paar dagen niet naar huis,’ waarschuwde hij.

‘Dat zal ik niet doen. Zeg, heb jij naar ze gekeken?’

‘Naar wie gekeken?’

‘Riff en Bernardo, nadat ze de pijp uit waren. Weet je, er zitten liters bloed in een mens.’

‘Hou je kop!’ A-Rab huiverde. ‘Ik geef je een dreun als je je smoel niet houdt.’

‘Ik praat alleen maar. Jezus, ik wou dat het gisteren was.’ Baby-John zuchtte. ‘Of morgen. Het zou alleen geen vandaag moeten zijn geweest. A-Rab, wat zeg je ervan, zullen we ’em smeren?’

A-Rab ging op de vloer van de vrachtwagen zitten en rookte met gebogen hoofd. ‘Ben je bang?’

‘Als je het niet verder vertelt -ja.’

‘Hou dan je bek dicht,’ waarschuwde A-Rab hem. ‘Je maakt me bang en daar ben ik bang voor.’

Bij het geluid van een politiesirene in de donkere straat achter de vuilnisbelt liet A-Rab zich op de vloer vallen en Baby-John kroop in de donkerste hoek. Een patrouillewagen vloog door de straat en Baby-John was er zeker van dat hij een agent hoorde schreeuwen dat hij zou schieten als de vluchteling niet bleef staan.

A-Rab kroop over de vloer tot hij bij Baby-John was. ‘Wat gaan we doen?’

‘Hier wachten, denk ik,’ fluisterde Baby-John. ‘Dat wil Action. Neemt hij de leiding?’

‘Ik geloof het wel,’ antwoordde A-Rab. Hij draaide Baby-Johns arm om. ‘Wat er ook gebeurt, geen woord tegen de politie? Niets vertellen wat we van vanavond weten?’

‘Geen woord, ik zweer het.’ Baby-John stak zijn hand op. ‘Dezelfde film die ik heb gezien toen de Sharks me te grazen namen draait nog. Als ik je de inhoud vertel, hebben we een alibi.’

A-Rab woelde door het haar van de kleinere jongen. ‘Hé, jij hebt hersens.’

‘Als we naar de bioscoop zijn geweest, waar zijn we dan bang voor? Waarom verstoppen we ons dan hier?’

‘Schiet op en vertel me over die film en maak het een beetje leuk,’ zei A-Rab.

Baby-John voelde zich al beter, door de opwinding van het verstoppen voor de politie en de wetenschap dat hij niet langer voor spek en bonen meedeed, dat A-Rab op hem vertrouwde en dat Action ze zou gaan vertellen wat ze moesten doen. Action was nog nooit bang voor iemand geweest. Baby-John voelde zich minder afhankelijk van zijn helden, die ergens anders bezig waren.

Als Action nou besloot dat ze zich op een dak moesten verschansen, daar een heel arsenaal verzamelen en de smerissen zo lang mogelijk tegen moesten houden! Man, dat zou nog eens een manier zijn om heldhaftig ten onder te gaan! Als Action geen plan had om ze uit deze rotzooi te krijgen, was tegen de politie vechten beter dan naar het tuchthuis gaan. Baby-John zag het voor zich - overal politie, tv-camera’s en verslaggevers in de hele buurt en daar zouden zij dan zijn, boven op het dak met gasmaskers op zodat ze niet met gas uitgerookt konden worden.

‘We moeten gasmaskers zien te krijgen,’ zei hij tegen A-Rab.

‘Gasmaskers? Waarvoor?’

‘Om de politie van ons af te houden.’

‘Waar heb je het in godsnaam over?’

‘Je zult het wel merken.’ Baby-John deed geheimzinnig. ‘De toestand wordt nog veel rottiger, want ze gaan natuurlijk overal naar ons zoeken, wat jij al zei. Dus Action -ik geloof tenminste dat het nu Action is?’

‘Of hij of Diesel,’ zei A-Rab. ‘Nee, het moet Action zijn, want hij heeft meer hier zitten.’ Hij wees naar zijn hoofd. ‘Tenminste dat denk - hoop ik. Dus Action zal ons moeten gaan vertellen wat we gaan doen.’

‘Denk je dat hij dat kan?’ Baby-John was er niet zeker van of hem dit wel zo goed beviel. Als Action de beslissingen nam, zou hij nooit de kans krijgen zijn plan voor te leggen. ‘Misschien vraagt hij wel wat wij ervan denken.’

‘Misschien,’ zei A-Rab instemmend en vertelde Baby-John dat hij stil moest zijn omdat iemand een signaal floot. ‘Dat zijn bij elkaar al zes lui die hier zijn,’ zei hij. ‘Niet gek.’

In het binnenste van de vrachtwagen wachtten ze tot de andere leden van de Jets op zouden dagen. Ze zaten op de banken die ze uit andere auto’s hadden gehaald. Anybodys praatte aan een stuk door over de koevoet die ze had gevonden en die het einde zou zijn om ramen en deuren mee open te breken en die ook nog als wapen kon dienen. Maar niemand luisterde, want ze wachtten ongeduldig tot Action zijn sigaret op zou hebben en zou zeggen wat ze moesten gaan doen.

Action telde de koppen - er waren acht - nee, negen Jets aanwezig als hij Anybodys meetelde - en trapte zijn sigaret uit op de vloer van de vrachtwagen. ‘Ik denk dat we beter kunnen beginnen,’ zei hij, ‘want ik geloof dat er een paar van ons zijn opgepikt. Zijn er bezwaren als ik de leiding overneem?’

‘Ik vind het best,’ zei Mouthpiece.

‘Mooi,’ zei Action, nadat iedereen gemompeld had dat hij de leider was. ‘Wie heeft er een plan?’

‘Ik,’ zei Anybodys voor Baby-John zijn mond open kon doen. ‘We moeten Tony redden. Omdat er zekere figuren naar hem zoeken.’

‘Ik zou zeggen, laten ze hem maar vinden, dat bespaart ons een hoop last,’ zei Diesel. ‘Action, vind je niet dat we genoeg meegemaakt hebben? We moeten hier uit zien te komen voor we naar de stad worden gebracht voor een foto met een nummer over onze borst. Zekere figuren zoeken naar Tony -ik hoop dat ze hem vinden. Rotschoft.’ Hij spuugde. ‘Als hij er niet was geweest, zou Riff nog leven en had ik Bernardo in elkaar geslagen.’

‘Wie zoekt er naar Tony?’ Action negeerde Diesel.

Anybodys schoof naar een stuk van de bank waar de veren niet gebroken waren. ‘De Sharks,’ zei ze. ‘Nadat iedereen verdwenen was, vond ik dat ik het Portoricaanse terrein moest gaan bespieden. Om te zien wat er aan de hand was. Er is niet veel schaduw nodig om me te verbergen en ik kan me bewegen als iets dat de meeste mensen nog nooit gezien hebben.’

‘Je bént iets dat de meeste mensen nog nooit gezien hebben,’ zei Snowboy. ‘Dus hou maar op met die toevoegsels en kom terzake.’

‘Heb je ons iets te vertellen?’vroeg Action aan Anybodys. ‘We luisteren.’

‘Ik hoorde Chino met een paar Sharks praten. Ik was heel dicht bij ze en ze wisten het niet.’ Ze kon niet nalaten met enige voldoening te praten. ‘En hij vertelde ze iets over Tony en Bernardo’s zuster. Toen begon hij in hun taaltje te vloeken maar ik versta er wel een beetj e van. ’ Ze stopte weer. ‘Hij zwoer dat al was het het laatste wat hij ooit zou doen, hij Tony te pakken zou krijgen.’

‘Tony slaat zijn kop van z’n romp,’ zei Diesel. ‘Ik bedoel dat de oude Tony dat kon.’

‘Zou best kunnen,’ zei Anybodys. ‘Dat wil zeggen, wanneer Chino Tony niet eerst aan flarden schiet. Ik heb de revolver gezien die hij hun liet zien.’

‘Godverdomme, wat een tuig!’ Action sprong overeind. ‘Die gore Portoricanen geven het niet op! Ik wil geen woord meer van jullie horen. Ik voel geen pest voor Tony, maar als iemand hem iets doet, zijn wij het. Geen luizen. Heeft er iemand bezwaren?’

Hij ging voor iedere Jet staan en hij zag dat ieder van hen knikte om te bevestigen dat hij de beslissing moest nemen, en of ze ze wel of niet goedkeurden, ze waren voor iedereen van kracht.

‘We moeten hem vinden,’ zei Action. ‘We gaan ons verspreiden. Anybodys, denk je dat je Graziella en de andere meisjes kunt vinden?’

‘Ik denk het wel,’ zei ze.

‘Zeg ze dan dat ze ook moeten zoeken. En wie Tony vindt, brengt hem hierheen. Dus er moet iemand hier blijven. Iemand die niet bang is om in het donker alleen te blijven.’

‘Dat ben ik,’ zei Baby-John.

‘Dan blijf jij hier. En als er iemand komt, zegje wat ze moeten doen. Als Tony komt, blijft hij hier bij jou. Begrepen?’

‘Natuurlijk,’ Baby-John knikte. ‘Maar misschien kan Anybodys me haar koevoet lenen.’

‘Als ik hem terugkrijg.’

Action gaf een teken dat ze hem moesten volgen en toen Baby-John zich installeerde met de koevoet naast zich, begon hij weer intensief gedachten uit te zenden naar zijn helden.

Een beetje verdrietig vroeg hij zich af of zijn moeilijkheden te gering waren voor hen om zich ermee te bemoeiden. Misschien zou Riff op zijn tocht door de ruimte een goed woordje voor hem doen.