18
Om half zes klopte ik op Shana Timberlakes deur, er inmiddels al van overtuigd dat er niemand thuis was. Haar gedeukte groene Plymouth stond niet langer op het pad en aan de voorkant waren de gordijnen dichtgetrokken. Ik probeerde tevergeefs of de deur misschien open was, want ik ben er altijd wel voor te porren om in een huis rond te snuffelen zonder op de vingers gekeken te worden, een specialiteit van me. Ik liep om het huis heen en probeerde de achterdeur. Ze had nog een tweede vuilniszak buiten gezet, maar ik kon door het keukenraam zien dat de vaat zich weer opgestapeld had en dat het bed niet opgemaakt was. Het huis zag eruit als een goedkoop logement.
Ik ging terug naar het motel. Het allerliefst zou ik mijn hoofd op het kussen leggen en gaan slapen, maar dat kon ik me helaas niet permitteren. Ik had teveel werk te doen, er moesten nog teveel lastige vragen gesteld worden. Ik stapte het kantoortje binnen. Zoals gewoonlijk zat er niemand achter de receptie, maar ik kon Ori in de woonkamer horen telefoneren. Ik schuifelde gebukt onder de balie door en klopte beleefd op de deurstijl. Ze keek op, zag me staan en wenkte me naar binnen.
Ze was een reservering aan het opnemen voor een gezin van vijf personen en was nu aan het onderhandelen over een slaapbank, een kinderbedje en een veldbed en de bijbehorende kamerprijzen. Maxine, de werkster, was inmiddels vertrokken zonder dat haar aanwezigheid veel sporen had nagelaten. Voor zover ik kon zien, had ze alleen een paar oppervlakken leeggeruimd en had daarop een laagje meubelwas achtergelaten waarop het stof zich nu verzamelde. De beddensprei van Ori’s ziekenhuisbed lag bezaaid met reclamepost, krantenknipsels en oude tijdschriften, samen met die mysterieuze verzameling coupons en strooibiljetten die zich altijd op bijzettafeltjes op schijnen te hopen. Ori was gedachteloos aan het sorteren en opzijleggen terwijl ze telefoneerde. Ze beëindigde het gesprek en schoof het telefoontoestel opzij, terwijl ze zichzelf koelte toewuifde met een envelop.
‘Ach, Kinsey. Wat een dag. Ik denk dat ik iets onder de leden heb. De Heer mag weten wat. Iedereen die ik spreek heeft de vierentwintiguursgriep. Ik heb overal pijn en mijn hoofd staat op springen.’
‘Wat vervelend nou,’ zei ik. ‘Is Ann in de buurt?’
‘Ze is een paar kamers aan het inspecteren. Telkens als we een nieuw kamermeisje hebben, moeten we alles controleren om te kijken of ze haar werk goed gedaan heeft. Maar ja, zodra je er een goed opgeleid hebt, vertrekt ze weer en dan kan je weer van voren af aan beginnen. Maar wat is er met jou aan de hand? Wat heb je met je hand gedaan, ben je ermee door een ruit gevallen of zo?’
Ik keek naar mijn knokkels en probeerde een overtuigend leugentje te bedenken. Ze hadden me vast niet ingehuurd om de echtgenote van de plaatselijke huisarts een dreun te geven. Zeer ongemanierd, en ik geneerde me nu dat ik mijn zelfbeheersing had verloren. Gelukkig interesseerden mijn problemen haar maar vluchtig, en voordat ik kon antwoorden was ze weer terug bij haar eigen kwalen.
Ze krabde haar arm. ‘Ik heb hier uitslag,’ zei ze klaaglijk. ‘Zie je die kleine bultjes? En een jeuk! Ik word er nog gek van. Ik heb nog nooit van zo’n soort griep gehoord, maar ik weet niet wat het anders zou kunnen zijn, jij wel?’
Ze hield haar arm omhoog. Ik tuurde plichtsgetrouw, maar het enige dat ik kon zien waren de plekken waar ze zichzelf gekrabd had. Ze was het soort vrouw dat elk ogenblik een lange monoloog kon beginnen over haar ingewanden, misschien in de veronderstelling dat haar winderigheid voor anderen fascinerend was. Hoe Ann het uithield in deze sfeer van medisch narcisme was me een raadsel.
Ik keek op mijn horloge. ‘O jeetje, ik moest maar eens naar boven.’
‘Nee hoor, daar komt niks van in. Kom nou maar eens gezellig bij me zitten,’ zei Ori. ‘Nu Royce er niet is en ik weer zo’n last van mijn reumatiek heb, weet ik gewoon niet waar mijn manieren zijn gebleven. We hebben nog helemaal geen kans gehad om elkaar eens wat beter te leren kennen.’ Ze klopte op de rand van het bed alsof ik een puppy was die eindelijk op het meubilair mocht.
‘Ik wou dat ik daar tijd voor had, Ori, maar ik moet nu -’
‘Geen sprake van. Het is na vijven en nog geen etenstijd. Waarom zou je op dit tijdstip weer zo snel moeten verdwijnen?’
Daar had ik geen antwoord op. Ik staarde haar zwijgend aan, niet in staat om een aannemelijke smoes te verzinnen. Ik heb een vriend, genaamd Leo, die een fobie ontwikkelde tegen oude dames nadat er één een drol in vetvrij papier gewikkeld had en die met Halloween in zijn snoepzak had gestopt. Hij was toen twaalf en hij zei dat het niet alleen Halloween voor hem bedorven had, maar ook al zijn snoep verpest had. Daarna kon hij oude mensen nooit meer vertrouwen. Ik was altijd dol geweest op bejaarden, maar nu begon ik precies dezelfde afkeer te ontwikkelen.
Ann verscheen in de deuropening met een klembord in haar hand. Ze wierp me een verwarde blik toe. ‘O, hallo, Kinsey. Hoe is het met je?’
Ori stak meteen van wal, niet van plan om een ander op conversatiegebied een bruggenhoofd te laten vormen. ‘Ann, liefje, moet je hier eens naar kijken. Kinsey zegt dat ze nog nooit van haar leven zoiets gezien heeft.’
Ann keek haar moeder aan. ‘Zou je misschien heel even geduld kunnen hebben?’
Haar geprikkeldheid scheen Ori te ontgaan. ‘Je zult morgenochtend meteen naar de bank moeten. Ik heb Maxine uit de huishoudportemonnee betaald en daar zit vrijwel niets meer in.’
‘Wat is er met de vijftig dollar gebeurd die ik je gisteren gegeven heb?’
‘Dat heb ik je net verteld. Daar heb ik Maxine van betaald.’
‘Je hebt haar vijftig dollar betaald? Hoe lang is ze bezig geweest?’
‘Nou, je hoeft niet zo’n toon tegen me aan te slaan. Ze kwam om tien uur en ze is pas om vier uur weggegaan en ze heeft geen moment gezeten behalve voor de lunch.’
‘Ik durf te wedden dat ze het zich weer flink heeft laten smaken.’
Ori keek beledigd. ‘Ik hoop dat je die arme vrouw een hapje eten niet misgunt.’
‘Moeder, ze heeft zes uur gewerkt. Hoeveel betaal je haar?’
Ori, die zich op dit punt blijkbaar wat onzeker voelde, begon aan het beddengoed te plukken. ‘Je weet dat haar zoon ziek is geweest, en ze zegt dat ze niet ziet hoe ze kan blijven schoonmaken voor zes dollar per uur. Ik heb haar gezegd dat we er wel zeven van konden maken.’
‘Je hebt haar opslag gegeven?’
‘Nou, ik kon toch moeilijk nee tegen haar zeggen.’
‘Waarom niet? Dit is belachelijk. Ze is zo traag als ik weet niet wat en ze levert nog slecht werk af ook.’
‘Nou, neem me niet kwalijk, zeg! Wat is er met jou aan de hand?’
‘Met mij is er niets aan de hand! Ik heb al problemen genoeg. In de kamers boven was het een rotzooitje, en ik heb er twee opnieuw moeten doen -’
Ori viel haar in de rede. ‘Dat is geen reden om zo tegen mij tekeer te gaan. Ik heb je gezegd dat je dat meisje niet aan moest nemen. Ze zag eruit als een buitenlands type met dat zwarte haar en die vlechten.’
‘Waarom doe je dat nou toch altijd? Zodra ik de deur binnenkom, begin je gelijk tegen me te zeuren. Ik heb je al zo vaak gevraagd om me eerst even op adem te laten komen! Maar nee hoor... wat jij wilt is op dat moment het belangrijkste ter wereld.’
Ori keek mij aan. Dit was nu het soort behandeling dat een zieke oude vrouw zich moest laten welgevallen. ‘Ik probeerde alleen maar te helpen,’ zei ze met bevende stem.
‘Hè, doe me een lol!’ zei Ann. Ze beende geïrriteerd de kamer uit. Even later hoorden we haar in de keuken met laden en kastdeuren slaan. Ori veegde langs haar ogen, ervoor zorgend dat ik goed zag hoe overstuur ze was.
‘Ik moet even bellen,’ mompelde ik en verliet het vertrek voordat ze steun bij mij kon zoeken.
Terwijl ik naar boven liep, voelde ik me tamelijk beroerd. Ik had nog nooit van mijn leven voor zulke onaangename mensen gewerkt. Ik sloot mezelf op in mijn kamer en ging op bed liggen, te uitgeput om me te bewegen en te onrustig om te kunnen slapen. De spanningen van de dag hadden zich opgehoopt, en ik voelde hoe mijn hoofd begon te bonzen door gebrek aan slaap. Te laat realiseerde ik me dat ik tussen de middag helemaal niet gegeten had. Ik barstte van de honger. ‘Jezus,’ zei ik hardop.
Ik stapte uit bed, kleedde me uit en liep naar de douche. Een kwartier later had ik schone kleren aan en was op weg naar buiten. Misschien dat een fatsoenlijke maaltijd me er weer bovenop zou helpen. Het was absurd vroeg, maar ik eet meestal toch al niet op gangbare tijdstippen, en in dit stadje was dat waarschijnlijk ook niet zo’n probleem.
Floral Beach heeft een keur aan restaurants. Je hebt de pizzatent in Palm Street, en in Ocean Street vind je The Breakwater, The Galleon en het Ocean Street Cafetaria, dat alleen ontbijt serveert. Er begon zich al een rij te vormen voor The Galleon. De neonreclame vermeldde: ‘Familie Restaurant,’ hetgeen inhoudt dat er geen sterke drank geschonken wordt en dat er schreeuwende koters in kinderstoelen met lepels zitten te slaan.
Ik ging The Breakwater in, aangelokt door het vooruitzicht van een welvoorziene bar. Het interieur was een mengelmoes van scheepvaartstijl en vroeg-Amerikaans: esdoornhouten kapiteinsstoelen, blauwwit geruite tafelkleedjes, kaarsen in forse rode kruiken met het soort plastic gaas waar je tijdens een gesprek zo gezellig aan kunt pulken. Boven de bar waren visnetten gedrapeerd over de houten spaken van een scheepsroer. De gastvrouw was gekleed in een namaak pelgrimskostuum dat bestond uit een lange rok en een strak lijfje met diep uitgesneden hals. Ze droeg klaarblijkelijk een vroeg-Amerikaanse BH die haar parmantige borstjes omhoog duwde en samenperste als twee ballonnetjes in een te krappe ruimte. Als ze te ver voorover boog, zou er straks nog een naar buiten floepen. Twee mannen aan de bar hielden hun blik op haar gericht, hopend tegen beter weten in.
Afgezien van die twee was de zaak vrijwel leeg en ze scheen opgelucht dat ze klandizie kreeg. Ze gaf me een tafeltje in het niet-roken gedeelte, dat wil zeggen tussen de keuken en de telefoon in. Het menu dat ze me overhandigde was veel te groot, gebonden met een koord met een kwastje eraan, en vermeldde karbonade en biefstuk. Al het overige kwam uit de frituur. Ik worstelde met de keuze tussen “grote garnalen in een luchtig beslag, geserveerd met de geheime saus van onze chef-kok”, of “malse kamschelpen in een luchtig beslagje, licht gesauteerd en geserveerd met een pittige zoetzure saus”, toen Dwight Shales aan mijn tafeltje verscheen. Hij zag eruit alsof hij een douche had genomen en ook nog schone kleren had aangetrokken, ter voorbereiding op een avondje stappen in de stad.
‘Ik dacht al dat jij het was,’ zei hij. ‘Mag ik erbij komen zitten?’
‘Ga je gang,’ zei ik, met een gebaar naar de lege stoel. ‘Waarom is het hier eigenlijk zo rustig? Had ik in The Galleon moeten gaan eten?’
Hij ging zitten. ‘Beide zaken hebben dezelfde eigenaar.’
‘Nou, hoe komt het dan dat er daar zoveel mensen in de rij staan, en dat het hier vrijwel leeg is?’
‘Omdat het donderdag is en The Galleon heeft dan gratis gebarbecuede ribbetjes als voorgerecht. De service is altijd beroerd, dus je mist niets.’
Ik bekeek de kaart weer. ‘Wat is hier goed?’
‘Niet veel. Alle vis komt uit de diepvries en de rest komt voornamelijk uit blik. De karbonade kan ermee door. Ik bestel altijd hetzelfde als ik hier eet. Filet mignon, medium, met een gepofte aardappel, salade met Roquefort en appeltaart na. Als je vooraf twee martini’s drinkt, denk je dat het een van de beste maaltijden is die je ooit gegeten hebt.’
Ik glimlachte. Hij was aan het flirten, een tot nu toe onvermoed aspect van zijn persoonlijkheid. ‘Ik hoop dat je me gezelschap houdt.’
‘Heel graag. Ik vind het vervelend om alleen te moeten eten.’
‘Ik ook.’
De serveerster kwam en we bestelden iets te drinken. Ik geef toe dat ik mijn vermoeidheid bestreed met een martini-on-the-rocks, maar de borrel hielp snel en efficiënt en ik amuseerde me kostelijk. Terwijl we praatten, nam ik hem onopvallend op. Ik vind het interessant om te zien hoe het uiterlijk van mensen verandert als je ze leert kennen. De eerste indruk is waarschijnlijk de juiste, maar er zijn gelegenheden dat een gezicht een haast magische transformatie ondergaat. In het geval van Dwight Shales leek er een jeugdiger persoonlijkheid schuil te gaan onder een vijfenvijftig jaar oud omhulsel. Zijn verborgen zelf werd steeds zichtbaarder terwijl we praatten.
Ik luisterde met beide ogen en één oor terwijl ik erachter probeerde te komen wat er werkelijk gaande was. Ogenschijnlijk hadden we het erover hoe we onze vrije tijd besteedden. Hij gaf de voorkeur aan het maken van trektochten met een rugzak, terwijl ik meer de neiging had om me te amuseren met de verkorte uitgave van het Wetboek van Strafrecht van Californië en handboeken over autodiefstal. Terwijl zijn mond geluiden voortbracht over een tekenplaag tijdens een recente trektocht, zeiden zijn ogen iets heel anders. Ik schakelde mijn verstand uit en stemde mijn ontvanger zodanig af dat ik zijn signalen kon opvangen. Deze man was emotioneel beschikbaar, daar kwam de boodschap op neer.
Er viel een blaadje sla van mijn vork en mijn mond sloot zich om de kale tanden. Altijd even gedistingeerd. Ik probeerde te doen alsof dat de manier was waarop ik mijn sla het liefste at.
Halverwege de maaltijd gaf ik het gesprek een andere wending, benieuwd wat er zou gebeuren als we over iets persoonlijks zouden praten. ‘Wat is er met je vrouw gebeurd? Ik heb begrepen dat ze overleden is.’
‘Multiple sclerose. Heel vaak leek het beter met haar te gaan, maar telkens kwam er weer een terugval. Twintig jaar heeft die ellende geduurd. Tegen het einde kon ze helemaal niets meer. Ze was beter af dan de meeste van haar lotgenoten, zou je kunnen zeggen. Sommige patiënten kunnen al snel helemaal niets meer zelf, maar Karen zat pas de laatste zestien maanden of zo in een rolstoel.’
‘Het spijt me. Het klinkt afschuwelijk.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Dat was het ook. Soms leek het erop dat ze de ziekte de baas was. Lange perioden zonder symptomen. Het beroerde was dat er aanvankelijk een verkeerde diagnose was gesteld. Ze had voortdurend last van kleine gezondheidsprobleempjes, dus zocht ze haar heil bij een plaatselijke manueel-therapeut voor wat ze dacht dat jicht was. Zodra die haar in zijn greep had, stelde hij natuurlijk een compleet flauwekulprogramma samen dat alleen maar tot gevolg had dat het nog langer duurde voordat ze werkelijk geholpen werd. Derdegraads subluxatie, dat was het volgens hem. Ik had hem een proces moeten aandoen, maar wat schoot ik daarmee op?’
‘Ze was toevallig geen patiënte van dr. Dunne?’
Hij schudde het hoofd. ‘Ik heb haar uiteindelijk zover gekregen dat ze naar een internist hier in de stad ging en die heeft naar doorverwezen naar het academisch ziekenhuis in Los Angeles om haar weer een beetje op krachten te laten komen. Ach, in laatste instantie zal het wel niet veel uitgemaakt hebben. Het zou waarschijnlijk toch op dezelfde manier afgelopen zijn. Ze verwerkte het in elk geval heel wat beter dan ik, dat is een ding wat zeker is.’
Ik kon niets bedenken om tegen hem te zeggen. Hij praatte nog even verder over haar en ging toen over op een ander onderwerp.
‘Mag ik je iets vragen over je relatie met Shana Timberlake?’
Hij scheen even met zichzelf te overleggen. ‘Natuurlijk, waarom niet? Ze is een goede vriendin geworden. Sinds de dood van mijn vrouw zien we elkaar heel regelmatig. Ik heb geen verhouding met haar, maar ik geniet van haar gezelschap. Ik weet dat er in de stad over geroddeld wordt, maar dat zal me een zorg zijn. Ik ben te oud om me over dat soort dingen nog druk te maken.’
‘Heb je haar vandaag gezien? Ik heb geprobeerd haar te pakken te krijgen.’
‘Nee, ik geloof het niet.’
Ik keek op en zag Ann Fowler het restaurant binnenkomen. ‘Hé, daar hebben we Ann,’ zei ik.
Dwight draaide zich om en ving haar blik op, waarna hij haar enthousiast wenkte. Toen ze naar ons toe liep stond hij op, haalde een stoel weg bij een aangrenzend tafeltje en zette die bij het onze neer. Ze was nog steeds in een somber humeur. Ze straalde spanning uit en haar mond stond strak. Als Dwight zich er al van bewust was, liet hij dat op geen enkele manier blijken.
Hij schoof haar stoel voor haar aan. ‘Wil je iets drinken?’
‘Sherry graag.’ Ze wenkte de serveerster voordat hij het kon doen. Hij ging weer zitten. Het viel me op dat ze oogcontact met mij vermeed. En drinken? Dat kwam me merkwaardig voor.
‘Heb je al gegeten?’ vroeg ik.
‘Je had me wel eens kunnen vertellen dat je vanavond niet met ons mee zou eten.’
Ik voelde dat ik begon te blozen. ‘Het spijt me. Ik heb er geen moment bij stilgestaan. Ik wilde een dutje gaan doen toen ik me opeens realiseerde dat ik de hele dag nog niets gegeten had. Ik heb snel een douche genomen en ben regelrecht hierheen gegaan. Neem me alsjeblieft niet kwalijk.’
Ze nam niet de moeite om te reageren. Ik kon zien dat ze onbewust de strategie van haar moeder had overgenomen; ze speelde de martelares en probeerde die situatie zo goed mogelijk uit te melken. Ik ben niet zo wild op dat soort gedrag.
De serveerster kwam en vroeg Ann wat ze wilde bestellen. Voor ze weer verdween, trok Dwight haar aandacht. ‘Hallo, Dorothy. Is Shana Timberlake vandaag nog geweest?’
‘Nee. ik heb haar tenminste niet gezien. Meestal komt ze hier lunchen, maar misschien is ze naar San Luis gegaan. Donderdag is de dag waarop ze meestal gaat winkelen.’
‘Nou, als je haar ziet, wil je haar dan vragen of ze me belt?’
‘Doe ik.’ Dorothy liep weg en hij wendde zich weer tot ons.
‘Hoe gaat het ermee, Dwight?’ zei Ann op geforceerd vriendelijke toon. Het was duidelijk dat ze mij buitensloot. Ik was te moe om spelletjes te spelen. Ik dronk mijn koffie op, legde een biljet van twintig dollar op het tafeltje en verontschuldigde me.
‘Ga je nu al weg?’ zei Dwight, met een snelle blik op zijn horloge. ‘Het is nog niet eens half tien.’
‘Het is een lange dag geweest en ik ben doodmoe.’
We namen afscheid van elkaar. Ann was slechts een fractie beleefder dan ze tevoren was geweest. Haar sherry werd gebracht toen ik naar de deur liep. Ik had het idee dat Dwight enigszins teleurgesteld was door mijn vertrek, maar misschien hield ik mezelf alleen maar voor de gek. Martini’s brengen de sluimerende romantica in me naar boven. En verder brengen ze me hoofdpijn, als dat iemand mocht interesseren.