19
Het was een heldere avond. De maan was van wit goud, met grijze vlekken als beurse plekken op een perzik. De deur van Pearls biljartzaal stond open toen ik er langs liep, maar er waren geen biljarters en er zat slechts een handjevol mensen aan de bar. De jukebox speelde een country & westerndeuntje. Er bewoog zich één paartje op de dansvloer. De vrouw keek met een onbewogen gezicht over de schouder van de man. Die deed een heupwiegende two-step waarbij hij haar in een cirkel liet ronddraaien. Ik bleef staan, want ik herkende hen van Bailey’s voorleiding. Pearls zoon en schoondochter. In een opwelling ging ik naar binnen.
Ik klom op een barkruk en draaide me om zodat ik naar ze kon kijken. Hij scheen volkomen in zichzelf op te gaan. Zij was verveeld. Ze deden me denken aan zo’n middelbaar echtpaar dat ik wel eens in restaurants zie, dat zich allang niet meer voor elkaar interesseert. Hij droeg een strak wit T-shirt dat rond zijn middel enigszins uitpuilde. Zijn spijkerbroek hing laag op zijn heupen en daaronder droeg hij cowboylaarzen met hakken. Hij had blond krulhaar, vochtig van de gel die vermoedelijk sterk naar muskus zou ruiken. Hij had een glad, rond gezicht met een mopsneus, een pruilmondje en een gelaatsuitdrukking die te kennen gaf dat hij zeer met zichzelf was ingenomen. Deze knaap bracht gegarandeerd heel wat tijd door voor de badkamerspiegel, zijn haar kammend terwijl hij besloot in welke mondhoek hij zijn sigaret zou laten bungelen. Daisy kwam naar me toe, en haar blik volgde de mijne.
‘Zijn dat Pearls zoon en schoondochter?’
‘Ja. Rick en Cherie.’
‘Zien eruit als een gelukkig stel. Wat doet hij voor de kost?’
‘Lasser bij een bedrijf dat opslagtanks maakt. Hij is een ouwe vriend van Tap. Zij werkt bij de telefoonmaatschappij, dat deed ze althans. Ze heeft een paar weken geleden ontslag genomen en sinds die tijd zijn ze voortdurend aan het bekvechten. Wil je een biertje?’
‘Ja, waarom niet?’
Pearl was aan de andere kant van de zaal in gesprek met twee mannen in bowlingshirts. Hij knikte toen hij me zag en ik zwaaide naar hem. Daisy bracht mijn biertje.
De dansmuziek hield op. Cherie stapte van de vloer, op de voet gevolgd door Rick. Ik legde twee dollar op de bar en liep naar hun tafeltje toen ze gingen zitten. Van dichtbij gezien had ze een fijnbesneden gezicht, haar blauwe ogen kwamen goed uit tegen de donkere wimpers en wenkbrauwen. Ze had knap kunnen zijn als ze de middelen had gehad. Nu echter was ze mager op een manier die op slechte voeding duidde: knokige schouders, een vale huidskleur, doods achterover geborsteld haar dat met twee plastic kammen op zijn plaats werd gehouden. Haar vingernagels waren tot op het bot afgekloven. De kreukels in haar trui wekten de indruk dat ze het kledingstuk in het voorbijgaan opgeraapt had van een stapel op de vloer van de slaapkamer. Zowel Rick als Cherie rookten.
Ik stelde me aan hen voor. ‘Ik zou graag even met jullie praten, als jullie daar geen bezwaar tegen hebben.’
Rick hing onderuit in zijn stoel en haakte zijn arm over de rugleuning terwijl hij me op zijn gemak opnam. Zijn benen belemmerden me brutaalweg de doorgang. De houding was waarschijnlijk bedoeld als machovertoon, maar ik vermoedde dat zijn broeksband zijn maag zowat tegen zijn milt had gedrukt en dat hij nu probeerde wat ruimte te maken. ‘Ik heb over jou gehoord. Jij bent die privédetective die de ouwe Fowler heeft ingehuurd.’ Zijn toon was triomfantelijk. Hij liet zich door niemand iets wijs maken.
‘Kan ik even gaan zitten?’
Rick gebaarde naar een stoel die hij met zijn voet mijn richting uit schoof. Zijn idee van etiquette. Ik ging zitten. Cherie scheen niet echt blij met mijn gezelschap, maar nu hoefde ze in elk geval niet met hem alleen te zijn. ‘Dus wat is nou precies de bedoeling?’ zei hij.
‘De bedoeling?’
‘Ja. Wat wil je van me?’
‘Informatie over de moord. Ik heb begrepen dat jij Bailey en Jean samen hebt gezien op de avond dat ze vermoord werd.’
‘En wat dan nog?’
‘Kun je me vertellen wat er toen gebeurd is? Ik probeer een idee te krijgen van wat er zich precies heeft afgespeeld.’
Ik zag dat Pearl, aan de andere kant van de bar, naar ons tafeltje keek. Hij maakte zich los van zijn gezelschap en kwam onze richting uit. Hij was een zwaargebouwde man, en de inspanning die het hem kostte om de zaal over te steken deed hem zwaar ademen. ‘Ik zie dat je kennis hebt gemaakt met mijn zoon en zijn vrouw.’
Ik kwam half van mijn stoel overeind en gaf hem een hand. ‘Hoe gaat het ermee, Pearl? Kom je erbij zitten?’
‘Waarom niet.’ Hij trok een stoel bij en ging zitten, waarna hij Daisy wenkte dat ze hem een biertje moest brengen. ‘Willen jullie nog iets drinken?’
Cherie schudde het hoofd. Rick bestelde nog een biertje.
‘En jij?’ zei Pearl tegen mij.
‘Nee, dank je.’
Hij stak twee vingers op en Daisy begon twee glazen bier te tappen. Pearl wendde zich weer tot mij. ‘Hebben ze Bailey al te pakken?’
‘Voor zover ik weet niet.’
‘Ik heb gehoord dat Royce een hartaanval heeft gehad.’
‘Een soort attaque. Ik weet niet precies wat het was. Hij ligt nu in het ziekenhuis, maar ik heb nog niet met hem gesproken.’
‘Die maakt het niet lang meer.’
‘Daarom hoop ik deze zaak ook zo snel mogelijk af te ronden,’ zei ik. ‘Ik vroeg Rick net naar die avond dat hij Jean Timberlake zag.’
‘Sorry dat ik stoor. Ga gerust verder.’
‘Er valt niet veel te vertellen,’ zei Rick, niet erg op zijn gemak. ‘Ik reed voorbij en zag die twee uit Bailey’s bestelwagen komen. Ze leken me dronken.’
‘Liepen ze te wankelen?’
‘Nou, dat ook weer niet precies, maar ze hielden zich aan elkaar vast.’
‘En dat was om middernacht?’
Rick keek zijn vader aan, die zich net had omgekeerd omdat Daisy eraan kwam met het bier. ‘Het kan iets later zijn geweest, maar rond die tijd.’ Daisy zette de twee glazen op tafel en liep terug naar de bar.
‘Heb je nog auto’s langs zien rijden? Andere mensen op straat?’
‘Nee.’
‘Bailey zegt dat het tien uur was. Dat verschil zit me dwars.’
Pearl viel ons in de rede. ‘De lijkschouwer heeft het tijdstip van overlijden vastgesteld op rond middernacht. Natuurlijk zou Bailey wel willen dat iedereen geloofde dat hij tegen die tijd in zijn bed lag.’
Ik keek Rick aan. Hij had om die tijd zelf thuis in bed horen te liggen. ‘Hoe oud was je toen, zeventien?’
‘Wie, ik? Ik zat nog op de high school.’
‘Had je die avond een afspraakje gehad?’
‘Ik was bij mijn oma geweest en ik was op weg naar huis. Ze had een beroerte gehad en pa wilde dat ik bij haar bleef totdat de wijkverpleegster kwam.’ Rick stak weer een sigaret op.
Cherie’s gezicht vertoonde geen enkele uitdrukking, afgezien van zo nu en dan een trilling van haar mond - zou dat iets te betekenen kunnen hebben? Ze bekeek haar nagels en besloot zichzelf een manicure te geven met haar tanden.
‘En hoe laat kwam die wijkverpleegster?’
‘Tien over twaalf ongeveer.’
Pearl deed zijn mond weer open. ‘De verpleegster die ’s avonds zou komen meldde zich ziek, dus heb ik Rick bij haar laten blijven tot de nachtzuster arriveerde.’
‘Ik neem aan dat je grootmoeder in de buurt woonde.’
‘Waarom al die vragen?’ vroeg Rick.
‘Omdat jij de enige getuige bent die hem daar gezien heeft.’
‘Natuurlijk was hij daar. Dat heeft-ie zelf toegegeven. Ik heb ze samen uit zijn bestelwagen zien stappen.’
‘Het had niet iemand anders kunnen zijn?’
‘Ik ken Bailey. Ik ken hem al mijn hele leven. Hij stond niet verder van me af dan van hier tot de muur daar. Ze reden naar het strand en daar parkeerde hij en ze stapten uit en liepen de strandtrap af.’ Ricks ogen dwaalden weer naar het gezicht van zijn vader. Hij loog alsof het gedrukt stond.
‘Neem me niet kwalijk,’ zei Cherie. ‘Heeft iemand er bezwaar tegen als ik er vandoor ga? Ik heb hoofdpijn.’
‘Ga jij maar naar huis, liefje,’ zei Pearl. ‘Wij komen ook zo.’
‘Leuk je ontmoet te hebben,’ zei ze kortaf tegen mij terwijl ze opstond. Ze nam niet de moeite om iets tegen Rick te zeggen. Pearl keek haar na terwijl ze naar de deur liep. Hij mocht haar duidelijk heel graag.
Ik keek Rick weer aan. ‘Heb je iemand het motel in of uit zien gaan?’ Ik wist dat ik aan het drammen was, maar ik ging ervan uit dat dit misschien de enige kans was die ik zou krijgen om hem uit te horen. De aanwezigheid van zijn vader deed de zaak waarschijnlijk geen goed, maar daar kon ik weinig aan veranderen.
‘Nee.’
‘Niets ongewoons gezien?’
‘Dat heb ik al gezegd. Alles was gewoon. Niks bijzonders aan de hand.’
Pearl deed zijn mond weer open. ‘Je bent zeker wel zo’n beetje aan het eind van je Latijn, hè?’
‘Het ziet er wel naar uit,’ zei ik. ‘Ik blijf hopen dat ik ergens een aanwijzing vind.’
‘Dat zou puur geluk zijn, na al die tijd.’
‘Soms kan je het geluk een handje helpen,’ zei ik.
Pearl boog zich voorover en stak zijn onderkinnen mijn richting uit. ‘Ik zal je eens wat vertellen. Dit heeft allemaal geen enkele zin. Verspilde moeite. Bailey heeft bekend en reken maar dat hij voor de bijl gaat. Royce wil niet geloven dat hij schuldig is en dat begrijp ik best. Hij ziet zijn einde naderen en hij wil niet het graf in met een dergelijk idee. Ik heb te doen met die ouwe dwaas, maar dat verandert niets aan de feiten.’
‘Maar kennen we de feiten eigenlijk wel?’ zei ik. ‘Ze is zeventien jaar geleden gestorven. Bailey is het jaar daarop verdwenen.’
‘Dat is nou precies wat ik bedoel,’ zei Pearl. ‘Het is allemaal oud nieuws. Ouwe koeien. Bailey heeft schuld bekend. Hij had inmiddels al vrij kunnen zijn in plaats van weer helemaal opnieuw te beginnen. En wat doet-ie? Hij gaat er weer vandoor. Wie weet waarheen, en wie weet wat-ie allemaal van plan is. Misschien lopen we allemaal wel gevaar. We weten niet wat er in zijn hoofd rondspookt.’
‘Pearl, ik wil niet met je gaan bekvechten, maar ik geef het niet op.’
‘Dan ben je een nog grotere stommeling dan hij.’
Ik had zo onderhand meer dan genoeg van ruziënde ouwe kerels. Wie had hem trouwens iets gevraagd? ‘Ik stel je oordeel op prijs. Ik zal het in gedachten houden.’ Ik keek op mijn horloge. ‘Ik moest maar weer eens opstappen.’
Noch Rick noch Pearl scheen het jammer te vinden dat ik vertrok. Ik voelde hun ogen in mijn rug terwijl ik de zaak verliet, waarschijnlijk het soort blik waardoor je de neiging krijgt je pas te versnellen.
Ik liep terug naar het motel. Het was even over tienen, en er stonden twee politiewagens naast elkaar geparkeerd aan de overkant van de straat. Twee jonge agenten stonden tegen de wagens geleund met bekertjes koffie in de hand terwijl hun radio een doorlopend verslag gaf van wat er zich in de stad allemaal afspeelde. Ik bleef maar aan Rick denken. Ik wist dat hij loog, maar ik had geen idee waarom. Tenzij hij haar zelf vermoord had. Misschien had hij seksuele toenaderingspogingen gedaan en had ze hem uitgelachen. Of misschien had hij zich indertijd alleen maar belangrijk willen voordoen, de laatste man die Jean Timberlake nog in leven had gezien. Dat zou hem in een gemeenschap ter grootte van Floral Beach ongetwijfeld de nodige status hebben verleend.
Ik haalde mijn sleutels tevoorschijn terwijl ik via de buitentrap naar boven liep. Het was donker op de overloop, maar ik rook een vleug sigarettenrook. Ik bleef staan.
Er stond iemand in de schaduw van de frisdrankautomaat tegenover mijn kamer. Ik pakte het zaklantaarntje uit mijn handtas en knipte het aan.
Cherie.
‘Wat doe jij hier?’
Ze stapte uit de schaduw tevoorschijn terwijl het licht van de zaklantaarn haar gezicht bescheen.
‘Ik ben die leugens van Rick spuugzat.’
Ik liep naar mijn deur en maakte die open, terwijl ik haar over mijn schouder heen aankeek. ‘Zullen we binnen verder praten?’
‘Dat moest ik maar liever niet doen. Als hij thuiskomt en ik ben er niet, dan wil hij weten waar ik geweest ben.’
‘Hij heeft zitten liegen, nietwaar?’
‘Het was geen middernacht toen hij ze gezien heeft. Het was rond tien uur. Hij was op weg naar mij toe. Hij wist dat als zijn pa erachter kwam dat hij zijn oma alleen had gelaten, dat die hem dan verrot zou slaan.’
‘Dus wat is er toen gebeurd, is hij weggegaan en later weer teruggekomen?’
‘Ja. Hij was weer terug tegen de tijd dat de wijkverpleegster op kwam dagen voor de nachtdienst. Later, toen bleek dat Jean Timberlake vermoord was, zei hij dat hij haar met Bailey had gezien. Dat flapte hij er gewoon uit voordat hij zich realiseerde hoezeer hij zich daarmee in de nesten werkte. Dus toen moest hij het tijdstip veranderen om geen vreselijk pak op zijn donder te krijgen.’
‘En Pearl weet dat nog steeds niet?’
‘Dat weet ik niet zeker. Hij heeft nogal de neiging om Rick de hand boven het hoofd te houden, dus misschien vermoedt hij wel iets. Toen Bailey eenmaal schuld bekend had, leek het er niet zoveel meer toe te doen. Hij zei dat hij haar vermoord had, dus niemand was meer echt geïnteresseerd in het tijdstip.’
‘Heeft Rick jou verteld wat er echt gebeurd is?’
‘Nou, hij heeft ze inderdaad uit de bestelwagen zien komen en naar het strand zien gaan. Dat heeft hij me destijds verteld, maar Bailey zou naar zijn kamer teruggegaan kunnen zijn en daar buiten westen zijn geraakt zoals hij beweerde.’
‘Waarom vertel je dit aan mij?’
‘Het zal mij verder een zorg zijn. Ik ga toch bij hem weg zodra ik de kans krijg.’
‘Heb je het ooit aan iemand anders verteld?’
‘Aan wie zou ik het verteld moeten hebben, terwijl Bailey al die jaren spoorloos was? Rick liet me zweren dat ik mijn mond zou houden en dat heb ik ook gedaan, maar ik heb genoeg van al die leugens. Ik wil een zuiver geweten en dan ga ik er vandoor.’
‘Waar ga je heen als je uit Floral Beach weggaat?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Los Angeles. San Francisco. Ik heb honderd dollar voor de bus en ik zie wel hoever ik daarmee kom.’
‘Is het misschien mogelijk dat Rick iets met haar had?’
‘Ik geloof niet dat hij haar vermoord heeft, als je dat soms bedoelt. Als ik dacht dat hij dat gedaan had, zou ik niet bij hem gebleven zijn. Hoe dan ook, de politie weet dat hij loog over het tijdstip en die hebben er nooit een punt van gemaakt.’
‘De politie wìst het?’
‘Natuurlijk, dat neem ik tenminste aan. Ze hebben haar waarschijnlijk zelf gezien. Rond tien uur zijn ze altijd op het strand. Daar houden ze hun koffiepauze.’
‘Jezus, de mensen hier in de stad hadden er ook niet bepaald bezwaar tegen om Bailey tot zondebok te bombarderen.’
Cherie bewoog zich rusteloos. ‘Ik moet naar huis.’
‘Als je verder nog iets te binnenschiet, laat je me het dan weten?’
‘Als ik dan nog in de buurt ben wèl, maar reken daar maar niet al te vast op.’
‘Bedankt. Het beste.’
Maar ze was al weg.