18

Banks volgde Françoise, de au pair, die hem van de gigantische hal van het huis van de Boer naar de woonkamer bracht en ving de klanken op van het adagio van Beethovens Mondscheinsonate. Degene die speelde, sloeg een foute toets aan en aarzelde even, maar pakte toen de melodie weer op.

‘Het hele gezin zit televisie te kijken,’ legde Françoise in foutloos, accentloos Engels uit. ‘Juffrouw Eloïse oefent voor het piano-examen van volgende week.’ Ze deed de deur open en kondigde Banks en Winsome officieel aan. De agenten in uniform zaten buiten in hun auto te wachten op nadere instructies.

Banks had Fanthorpes vrouw nog niet eerder ontmoet. Ze was een beeldschone vrouw, veel jonger dan haar man, met een figuurtje dat door dagelijkse oefeningen was gevormd, lang, zijdeachtige bruin haar en een huid die alleen te verkrijgen was via Moeder Natuur of de juiste combinatie van chemische verzachtende middeltjes. Ze keek haar man vragend aan. Het kleine meisje met de lange paardenstaart dat naast haar zat, staarde onafgebroken naar Dancing with the Stars op het 105 centimeter grote televisiescherm.

‘Ik ben bang dat we een gezinstraditie verstoren,’ zei Banks.

Fanthorpe kwam overeind. ‘Wat wilt u nu weer van me, Banks? Ik krijg er zo langzaam maar zeker echt genoeg van. Dit wordt te gek. Ik ga mijn advocaat bellen.’

‘Misschien kunt u hem vragen om meteen naar het hoofdbureau van de westelijke divisie te komen,’ zei Banks. ‘Daar is namelijk een gevangeniscel voor u in gereedheid gebracht.’

Zijn vrouw stond nu ook met katachtige bewegingen op. ‘Wat is er aan de hand, George?’ vroeg ze met een licht Oost-Europees accent. ‘Wie zijn deze mensen? Wat doen ze in mijn huis? Wat heeft dit allemaal te betekenen?’

De Boer legde de telefoon neer, liep naar zijn vrouw en pakte haar geruststellend vast bij haar schouders. ‘Het is niets, Zenovia. Rustig maar, liefje. Laat het maar aan mij over.’ Hij beende met grote stappen naar de deur en draaide zich om naar Banks. ‘Kom mee. We gaan naar mijn kamer.’

‘Wat u wilt,’ zei Banks. Hij liep achter hem aan door de hal naar de kamer waar ze elkaar een week eerder ook hadden gesproken.

‘Dit is echt schandalig,’ zei Fanthorpe. Hij schonk een groot glas whisky voor zichzelf in, maar bood Banks deze keer niets aan. Anders was hij misschien wel op het aanbod ingegaan. ‘Dit is pure pesterij van de politie. Dit is vervolging. Het is…’

‘Ja, ja, Fanthorpe. Zo is het wel genoeg,’ zei Banks. ‘Laten we even rustig gaan zitten om met elkaar te babbelen, voordat ik mijn mannen erbij haal.’

‘Uw mannen?’

‘Het team dat uw huis komt doorzoeken.’ Banks haalde een paar documenten uit zijn zak. ‘Ik heb een huiszoekingsbevel dat is ondertekend door een lokale rechter en ons toestemming geeft om uw woning en terrein volledig te doorzoeken.’

‘Mijn woning?’ sputterde Fanthorpe tegen. ‘Dat kunnen jullie niet maken! Jullie kunnen niet zomaar…’

‘Dat kunnen we wel degelijk en dat zullen we doen ook. Dat komt zo wel. Ik wil u graag eerst vertellen hoe diep u eigenlijk in de penarie zit.’

‘Waar hebt u het in vredesnaam over?’ Fanthorpe liet zich in een leren leunstoel vallen. Hij knoeide wat whisky op de voorkant van zijn gebreide kabeltrui en depte het vocht op met een zakdoek die hij uit de zak van zijn bruine corduroybroek haalde.

Winsome ging tegenover hem zitten, en haalde haar notitieboekje en een pen tevoorschijn.

‘Als je denkt dat ik iets belastends over mezelf ga zeggen,’ zei Fanthorpe, terwijl hij dreigend met een vinger naar haar wees, ‘zit je er toch echt goed naast.’

‘Het loont om altijd op alles te zijn voorbereid, meneer,’ zei Winsome. ‘Dat is tenminste mijn ervaring.’

‘Wat kunt u ons vertellen over de schietpartij die op 5 november 2004 heeft plaatsgevonden waarbij Marlon Kincaid om het leven is gekomen?’ vroeg Banks.

‘Marlon Kincaid? Zie ik eruit alsof ik iemand met zo’n naam zou kennen?’

‘Waarom niet? Hij was student aan de hogeschool van Leeds. Nou ja, eigenlijk was hij net klaar met zijn studie, maar hij hing net als een aantal anderen nog regelmatig rond in studentenpubs in de regio om drugs te verkopen. Kennelijk viel het hem zwaar om het oude studentenleventje op te geven.’

‘Waar hebt u het in vredesnaam over?’

‘Marlon Kincaid. Hij studeerde beeldende kunst. Zijn vader was een enorme fan van Marlon Brando en zo is hij aan zijn naam gekomen. Marlon had een leuk handeltje voor zichzelf opgezet, en verkocht op feestjes, in pubs en nachtclubs coke en diverse andere illegale substanties aan de studentenpopulatie van Leeds.’

‘Nou en?’

‘Hij had zijn eigen leveranciers en daar hoorde u niet bij.’

‘Ik begrijp echt niet wat u bedoelt.’

‘Dat kon u natuurlijk niet toestaan, hè? U was hard op weg om de plaatselijke drugskoning te worden totdat er opeens een of andere magere, langharige jonge slungel opduikt die zomaar een deel van uw afzetmarkt inpikt en u daarnaast ook nog eens belachelijk maakt, wat ongetwijfeld zijn weerslag heeft op uw handel. Wat hebt u eerst gedaan? Hem gewaarschuwd? Ciaran en Darren op hem af gestuurd om hem een pak slaag te geven misschien?’

‘Wat een onzin.’

‘U had echter nog een ander wapen achter de hand, hè? Een jonge vent die Jaffar McCready heette en zich in rap tempo onmisbaar maakte. Een gevaarlijke knul. Hij wilde zich bewijzen en u eiste dat ook van hem. Die ene, grote daad waaruit buitensporige loyaliteit spreekt en die een band voor het leven schept. U gaf hem een pistool. U had het al voor hem geladen. Misschien hebt u hem zelfs laten zien hoe hij het moest gebruiken. Toen schoot Jaffar Marlon Kincaid dood. Wat hij echter niet wist was dat iemand hem had gezien. Weliswaar een heel onbetrouwbare getuige, zeker in die tijd, maar hij heeft sindsdien zijn leven gebeterd, hij treedt binnenkort zelfs toe tot de clerus en zijn geheugen is tegenwoordig veel helderder, zeker met betrekking tot bepaalde zaken die we sinds die tijd hebben ontdekt.’

‘Wat heeft dit alles met mij te maken?’

‘Wat u niet wist was dat McCready om redenen die alleen hemzelf bekend waren het pistool na afloop hield. Als trofee of aandenken, of hoe u het ook wilt noemen. U had hem ongetwijfeld opgedragen om het meteen van de hand te doen en geloofde ook dat hij dat daadwerkelijk had gedaan. Waarom zou hij tenslotte een pistool bewaren dat als belastend bewijs tegen hem kon worden gebruikt? Misschien was het puur uit sentimentele overwegingen. Zijn allereerste moord. Of misschien vond hij het gewoon prettig om iets te hebben wat tegen u kon worden gebruikt? Goed, om een of andere reden hield hij het pistool dus. Toen kreeg hij op een avond knallende ruzie met zijn vriendin. Om hem een hak te zetten en hem kwaad te maken nam zij het pistool mee en kneep ze ertussenuit om een tijdje bij haar ouders in Eastvale te gaan logeren. Daar vond haar moeder het. Misschien maakte ze alleen maar haar dochters kamer schoon, zoals moeders nu eenmaal doen, of misschien was ze gewoon nieuwsgierig en wilde ze kijken of ze iets kon vinden wat de ongebruikelijke zwijgzame buien, het vreemde gedrag en de bizarre stemming van haar dochter sinds haar thuiskomst kon verklaren. Hoe het ook zij, ze vond het pistool dus. En vanaf dat moment ging werkelijk alles verkeerd. Dat doet er nu echter allemaal niet meer toe. Wat er wel toe doet is dat we op het magazijn in het pistool een duidelijke serie vingerafdrukken hebben gevonden. Uw vingerafdrukken, om precies te zijn. Kunt u uitleggen hoe die daar zijn terechtgekomen?’

Fanthorpe fronste zijn wenkbrauwen en nam een slokje whisky. ‘Daar ben ik niet toe verplicht. Bespreekt u dat maar met mijn advocaat.’

‘Dat zal ik zeker doen. Eigenlijk kunnen ze daar natuurlijk maar op één manier zijn terechtgekomen, hè? U hebt dat magazijn in handen gehad.’

‘Dat zegt helemaal niets. U hebt mijn vingerafdrukken immers niet op de buitenkant van het pistool gevonden, hè? Of op de trekkerbeugel?’

‘Hoe weet u dat?’

‘O, heel sluw, Banks. Is het soms de bedoeling dat ik nu zeg: “Omdat ik ze eraf heb geveegd?”, mijn handen voor mijn mond sla en mezelf de haren uit het hoofd ruk omdat ik zo’n blunder heb gemaakt? Dat zit er echt niet in. Dat jullie mijn vingerafdrukken hebben aangetroffen op een magazijn binnenin een pistool bewijst alleen maar dat ik dat magazijn ooit moet hebben aangeraakt en verder niets. Het bewijst zeker niet dat ik het pistool ooit heb afgevuurd. Ik heb echt geen advocaat nodig om dat aan te tonen. U zit gewoon te vissen.’

‘Raakt u vaak met uw handen het magazijn van verboden wapens aan?’

‘Ik moet eerlijk zeggen dat ik me niet eens kan herinneren dat ik ooit zoiets heb gedaan. Het kan op verschillende manieren zijn gebeurd. Misschien heeft een dierenarts het wel gebruikt om een ziek dier af te maken.’

‘Een automatisch 9mm pistool van Smith & Wesson?’

‘Misschien heeft een politieagent het me ooit gegeven en gevraagd wat ik ervan vond?’

‘Neem een ander in de maling,’ zei Banks.

‘Hoe bent u trouwens aan mijn vingerafdrukken gekomen om ze mee te vergelijken? Ik heb nog nooit van mijn leven mijn vingerafdrukken hoeven afstaan. Ik kan onmogelijk in jullie databank staan.’

‘Dat is inderdaad vreselijk onachtzaam van ons en ik beloof u dat we dat zo snel mogelijk recht zullen zetten. Toen we hier de vorige keer waren, heeft brigadier Jackman u echter een foto van Jaff McCready gegeven die u toen heeft aangepakt. Het glanzende fotopapier heeft een geweldig plaklaagje voor vingerafdrukken.’

‘Dat is uitlokking! U hebt me erin geluisd.’

‘Doe niet zo dom. Als het een vervalst document of een moordwapen was geweest, zou het wellicht als uitlokking kunnen worden gezien, maar het was slechts een foto. Dat zegt op zich helemaal niets.’

‘Ik garandeer u dat ze u in de rechtszaal vierkant uitlachen.’

‘Denkt u dat echt? Ik namelijk niet. Ik ben overigens blij te horen dat u net als ik denkt dat het tot een rechtszaak zal komen. Het Openbaar Ministerie is tegenwoordig heel kieskeurig wat betreft de zaken die ze voor de rechter brengen. Ze houden er niet van om te verliezen en kiezen vooral zaken waar ze honderd procent zeker van zijn.’

‘Ach, met het bewijs dat jullie hebben moet eens toch de eerste keer zijn.’

‘Verder hebben we Darren Brody natuurlijk nog.’

‘Darren Brody?’

‘Ja. Och kom, u weet heus wel wie Darren is. Uw boerenknecht die ook als zware jongen fungeert. Om een of andere reden hadden Darren en Ciaran geen van beiden iets te maken met de moord op Marlon Kincaid. Misschien waren ze bezig met een andere klus of stonden ze stallen schoon te vegen of iets dergelijks. Of misschien wilde u per se dat McCready zijn handen vuil maakte, bij wijze van vuurdoop, net als een knul die voor het eerst meegaat op vossenjacht. Ciaran en Darren hebben de laatste tijd echter wel veel overuren voor u gemaakt, hè?’

‘Hoe bedoelt u?’

Banks schudde zijn hoofd. ‘Ciaran is echt een gestoord mannetje. U zou toch moeten weten dat het een enorm risico is om zo iemand in dienst te hebben.’

‘Ciaran zou mij nooit in een kwaad daglicht stellen.’

‘Daar hebt u helemaal gelijk in. Ciaran is een gewelddadige psychopaat die het leuk vindt om anderen pijn te doen, maar hij is ook heel trouw. Waarschijnlijk is hij u zelfs dankbaar voor de geboden kansen. Hij heeft Justin Peverells vriendin, Martina Varakova, gemarteld. Hij heeft haar zelfs vermoord; heel langzaam en op een heel pijnlijke wijze, terwijl Justin, die was vastgebonden, gedwongen werd om toe te kijken. Justin verkeert momenteel in een catatonische toestand. De artsen verwachten niet dat hij ooit nog volledig herstelt. Tja, dat zal ook wel niet, hè? Na zoiets? Stelt u zich eens voor dat iemand uw eigen vrouw zoiets aandoet.’

‘Waarom vertelt u mij dit allemaal? Wat heeft het in godsnaam met mij te maken?’

‘Jaffar McCready had iets wat van u was: twee kilo cocaïne, vijftigduizend pond aan bankbiljetten en een pistool waarmee een moord blijkt te zijn gepleegd, om precies te zijn. Wij hebben al die dingen nu in handen en ze liggen veilig opgeborgen in ons bewijsdepot.’

Fanthorpe keek hem laatdunkend aan. ‘Veilig? Dat zal wel.’

‘U wilde alles terughebben. Uiteraard. U hebt me dat trouwens zelf ook verteld. Brigadier Jackman was daar getuige van.’

Winsome keek op van haar notitieboekje en glimlachte naar Fanthorpe.

‘U hebt me alleen nooit verteld wat u precies terug wilde hebben,’ zei Banks.

‘En nu denkt u zeker dat u daar helemaal zelf achter bent gekomen?’

‘Zo moeilijk was dat niet.’

‘Ik ben bang dat u de verkeerde conclusies hebt getrokken. Als dat de dingen zijn die jullie hebben gevonden, had ik het blijkbaar helemaal bij het verkeerde eind en had Jaffar iets heel anders bij zich dan ik dacht. Die spullen zijn namelijk helemaal niet van mij.’

‘Darren Brody werkt nu al een paar jaar samen met Ciaran French. Hij weet hoe Ciaran in elkaar steekt, en heeft van dichtbij meegemaakt dat hij steeds gewelddadiger en wreder werd. Dat vond hij allemaal best zolang het bij dreigementen bleef en het mensen tot praten dwong, en ze er hooguit met een paar snijwonden en blauwe plekken van afkwamen. Deze keer is het echter uit de hand gelopen. Volledig uit de hand gelopen zelfs. Ik vermoed dat Ciaran zo bloeddorstig was geworden dat hij zich niet langer kon inhouden. Victor Mallory. Rose Preston. Zij waren slechts opwarmertjes. Hoe het ook is gegaan, Darren was erbij en Darren kon hem niet tegenhouden, maar hij moest niets hebben van wat hij zag.’

‘Darren probeert gewoon het eigen vege lijf te redden. Het zijn allebei psychopaten.’

‘We zullen de vraag waarom u twee psychopaten in dienst had voorlopig even laten voor wat hij is. Jaffar McCready was dat beslist niet. Hij was een hebberige, arrogante, ambitieuze, intelligente jongeman die gewelddadig kon worden wanneer hij dat nodig vond. Hij wilde bij de grote jongens horen. Hij vond moorden niet per se leuk. Hij was er ook niet echt goed in. Hij was licht ontvlambaar, net een pyromaan. Goed, het punt is dus dat Darren er eigenlijk schoon genoeg van heeft. Hij heeft al die tijd Justins gezicht moeten aanzien, terwijl Ciaran voor zijn ogen Martina Varakova in mootjes hakte. Ik denk dat het niet een prettige aanblik was. Darren kan weliswaar iets meer hebben dan Justin en is zijn geestelijke gezondheid niet verloren, maar die avond is er iets heel vreemds met hem gebeurd. Ze kregen te horen wat ze wilde weten, namelijk dat Justin vlak bij Highgate Ponds op Hampstead Heath met Jaffar en Tracy had afgesproken, maar Ciaran was al te ver gegaan en kon niet meer stoppen. Hij wílde niet meer stoppen. Opeens kreeg Darren, die hem gadesloeg, een ingeving, net als het visioen van Saul op weg naar Damascus. Hij vroeg zichzelf af: waarom? Waarom keek hij hiernaar? Waarom deed hij er aan mee? Oké, de mensen die Ciaran pijn deed waren inderdaad ellendelingen die zelf ook niets gaven om het leven van anderen. Dit ging echter veel te ver. Hoe kon Darren zich in vredesnaam onttrekken aan zijn medeplichtigheid aan Ciarans daden, die hem vervulden met afschuw en walging? Zal ik u eens wat zeggen? Hij heeft een manier gevonden. Het heet de politie volledige medewerking verlenen bij hun onderzoek. Darren heeft ons alles verteld, Fanthorpe. Hij heeft gezongen alsof hij de Drie Tenoren in één was. Alle concerten. De hele verzamelbox.’

De Boer zag lijkbleek en leek te krimpen in zijn stoel; de whisky stond al enkele minuten onaangeroerd naast hem.

‘Jullie kunnen helemaal niets bewijzen,’ zei hij desondanks stoer. ‘Het is zijn woord tegen het mijne en wie zal de rechter geloven, denkt u? Een laagopgeleide misdadiger of een gerespecteerde steunpilaar van de maatschappij?’

‘Darren is net zomin een laagopgeleide misdadiger als u een steunpilaar van de maatschappij bent,’ zei Banks. ‘Ik verwacht dat hij een goede indruk zal maken op de jury. Een zondaar die tot inkeer is gekomen. Boetedoening. Jury’s zijn gek op verhalen over bekeerde criminelen. Hij weet waar alle lijken begraven liggen, Fanthorpe. Hij heeft ons ook verteld waar we bewijzen kunnen vinden van een aantal van uw schimmige dealtjes en contactpersonen, dus hebben we naast het huiszoekingsbevel voor dit huis er ook meteen een aangevraagd voor uw zakelijke eigendommen, waaronder postbusadressen op Grand Cayman en Jersey. Winsome?’

Winsome excuseerde zich, liep naar de voordeur, zette haar vingers tegen haar lippen en floot. Banks wilde maar dat hij dat ook kon. Binnen een mum van tijd stonden er zes geüniformeerde agenten in het huis die zich meteen verspreidden. Brigadier Stefan Nowak en brigadier Jim Hatchley hadden de leiding over de huiszoeking. Banks begroette hen en bracht toen samen met Winsome de inmiddels geboeide Fanthorpe naar de auto. Eloïse oefende op de piano in de muziekkamer nog steeds het adagio van de Mondscheinsonate en Zenovia schreeuwde met wild zwaaiende armen tegen het huiszoekingsteam. Het andere meisje zette fronsend het geluid harder met de afstandsbediening en probeerde zich te midden van de chaos om haar heen te concentreren op Dancing with the Stars.

Tijdens de wandeling naar de auto keek Banks over het sintelpad met de vormbomen naar de vijver en fontein. ‘Een kleine jongen die staat te pissen,’ zei hij hoofdschuddend tegen de Boer. ‘Dat zegt natuurlijk al heel veel, hè? Een kleine jongen die staat te pissen.’

 

Aan het begin van de week daarop liep Banks door de inmiddels vertrouwde gangen van het Cook Academisch Medisch Centrum. Onderweg begroette hij een paar verpleegkundigen en andere personeelsleden die hij herkende. Hij was regelrecht van Newhope Cottage hierheen komen rijden en ofschoon hij in veel opzichten blij was om weer thuis te zijn, bleef hij in gedachten piekeren over wat daar was voorgevallen. Zodra de technische recherche het werk had afgerond, had hoofdinspecteur Gervaise een schoonmaakploeg gestuurd, dus hij had geen spoortje bloed gezien en evenmin de troep waarover Tracy hem had verteld – afgezien van een paar beschadigde cd’s en gebarsten hoesjes – maar hij wist waar Annie was neergeschoten en voelde zich in de serre niet langer op zijn gemak. Misschien kwam hij er te zijner tijd wel overheen. Zo niet, dan moest hij maar verhuizen. Zoals hij zich nu voelde kon hij daar niet blijven wonen. Newhope was altijd een blije plek geweest, maar na de brand en nu dit weer begon Banks toch zijn twijfels te krijgen.

Toen hij binnenkwam, zat Annie rechtop tegen de kussens geleund; ze had veel minder slangetjes in haar lijf dan tijdens zijn vorige bezoek, stelde hij vast, en ze zag er echt al veel beter uit. Ze bladerde door een van de katernen van de zondagskrant.

‘Wel een beetje achterhaald, hè?’ zei Banks. Hij gaf haar een zoen op haar wang en ging op de stoel naast het bed zitten.

‘Dit is het enige wat ik te pakken heb kunnen krijgen sinds ik weer helder genoeg ben om te lezen,’ zei Annie.

‘Nou, dan is vandaag je geluksdag.’ Banks maakte de weekendtas open die hij had meegebracht en overhandigde haar een plastic tasje van de WH Smith vol vrouwenbladen die hij haar in het verleden had zien lezen, plus de recentste paperback van Kate Mosse en Santa Montefiore. ‘Hier zou je een tijdje zoet mee moeten zijn.’

‘Dank je,’ zei Annie, terwijl ze in de tas keek. ‘Fantastisch. Ik was bang dat ik zou omkomen van verveling. Het valt trouwens niet mee om met één hand te lezen.’

‘Hier, voor als je arm moe wordt,’ ging Banks verder en hij stak een hand in zijn zak. ‘Pak aan.’

‘Dat is jouw eigen iPod.’

‘Ik heb in San Francisco een nieuwe gekocht. Deze is bijna vol. Er staat vast wel iets op wat jij mooi vindt: muziek, ook aardig wat klassieke, en een paar boeken, voornamelijk klassiekers – Jane Austen, de korte verhalen van Tsjechov, Trollope, Tolstoj, de Brontës – en wat non-fictie, geschiedenis en biografieën. Zo zou je de tijd toch aardig moeten kunnen doorkomen.’ Hij gluurde spiedend om zich heen, stak zijn hand weer in de tas en haalde er een fles Australische rode wijn uit. ‘Ik weet dat je liever witte hebt,’ zei hij, ‘en volgens de recensie van het boek van Santa Montefiore zou een gekoelde prosecco er ook lekker bij smaken, maar ik denk niet dat ze die hier voor je koud willen leggen. Ik heb je al eerder rode zien drinken en de schroefdop leek me een belangrijk pluspunt. Het is tegenwoordig trouwens allang geen teken meer van inferieure kwaliteit. Het is gewoon goed spul.’

‘Dat weet ik,’ zei Annie. ‘Ik heb deze weleens eerder gehad. Helemaal te gek. Wil je hem even in het kastje zetten nu er niemand in de buurt is? Ik zie al helemaal voor me dat ik midden in de nacht een slemppartij zit te houden met één oog voortdurend op de deur gericht.’

‘Precies zoals ik vroeger met een zaklamp boeken las of met een koptelefoon naar Radio Luxembourg lag te luisteren,’ zei Banks. ‘Ik heb trouwens nog iets voor je.’ Hij toverde een zakje lekkernijen tevoorschijn van Lewis & Cooper, een gourmetwinkel in Northallerton. ‘Er zitten een paar kaasjes in, vegetarische paté, ingemaakte garnalen voor het geval je echt eens uit de band wilt springen, crackertjes, vijgen en olijven. Alleen het beste van het beste.’

Annie lachte en legde een hand tegen haar gezicht. Banks zag dat ze huilde. ‘Dankjewel, Alan. Kom eens hier.’

Hij boog zich over haar heen en ze omhelsde hem met haar gezonde arm. Hij voelde de warme, vochtige huid van haar wang tegen de zijne en bedacht opeens dat hij zich die ochtend had moeten scheren. Toen rook hij haar haren, rook hij háár. ‘Dat had je niet moeten doen.’

‘Ik doe het anders graag, hoor.’ Banks ging weer zitten, maar hield haar hand stevig vast. ‘Ik vrees dat dit het is,’ zei hij. ‘Hoe is het eten hier?’

‘Zoals te verwachten was. Niet echt slecht,’ zei Annie. ‘Ook al ben je als vegetariër absoluut in het nadeel. Ik moet eerlijk zeggen dat Ray echt geweldig is geweest.’

‘Waar is hij nu?’

‘Hij moest naar Londen. Een galerie daar houdt een overzichtstentoonstelling van zijn werk. Hij wilde niet gaan en vond dat hij bij mij moest blijven, maar ik heb hem overgehaald. Hij komt morgen terug.’

‘Doe hem de groeten van me,’ zei Banks. ‘Hoe voel je je nu?’

‘Ik heb goede dagen en slechte. Het geneest allemaal goed.’

‘Je ademhaling klinkt al een stuk beter. Heb je je arts al gesproken?’

Annie wendde haar gezicht af. ‘Ja. Meneer Sandhar en ik hebben eind vorige week een lang, openhartig gesprek met elkaar gehad. Hij heeft me over de operatie verteld, alle details uitgelegd, en de fijne kneepjes en risico’s allemaal met me doorgenomen.’

‘En?’

‘Ik ben bang.’

Banks kneep even in haar hand. ‘Het komt heus wel goed. Je zult het zien. Je bent hier in heel goede handen.’

‘Dat weet ik wel. Het probleem is… nou ja, het is altijd een van mijn allergrootste angsten geweest dat ik niet meer kon lopen, me niet kon bewegen en tot een rolstoel veroordeeld zou zijn. Herinner je je Lucy Payne nog? Dat monster? Zelfs met haar had ik medelijden. Het leek me dat het misschien beter was geweest als ze meteen was gestorven.’

‘Dat overkomt jou echt niet. Jij bent binnen de kortste keren weer helemaal de oude.’

‘Hij heeft de gevaren anders bepaald niet gebagatelliseerd.’

‘Dat zou hij ook nooit doen. Hij is een realist.’

‘Een leugentje om bestwil zou anders best fijn zijn geweest.’ Annie trok een pijnlijk gezicht.

‘Wat is er?’

Ze drukte een hand tegen haar borst. ‘Soms voel ik tijdens het ademhalen nog steeds een felle pijn in mijn borst. De dokter zegt dat het de long is die geneest. Mijn schouder doet trouwens ook nog steeds verrekte veel pijn. Ik lig er ’s nachts zelfs wakker van.’

‘Het is een gemene wond.’

Annie zweeg even. ‘Zeg, Alan, is hij echt dood? Jaff McCready?’

‘Ja.’

‘Arme knul. Dat wens je niemand toe.’

‘Zelfs niet na alles wat hij jou heeft aangedaan?’

‘Ik zeg ook niet dat hij geen straf verdiende. Integendeel zelfs. Maar dit…’

‘Het is snel gegaan,’ zei Banks. ‘Hij heeft het niet zien aankomen.’

‘Nee, dat zal ook wel niet.’

‘Je moet niet al te veel medelijden met hem hebben, Annie. McCready was echt geen lieverdje.’

‘Dat weet ik heus wel. Jij was erbij, hè?’

‘Ja. Ik zag het zelf trouwens ook niet aankomen.’ Banks had een grande latte van de Starbucks meegebracht en nam daar nu een slok van voordat hij de beker op Annies nachtkastje zette. Terwijl hij dit deed, drong het tot hem door dat hij de bloemen was vergeten. Hij gaf zichzelf in gedachten een standje. Sukkel. De volgende keer dan maar. Nee, zodra hij hier wegging, zou hij direct een mooie bos laten bezorgen met een briefje erbij. ‘We hebben zijn pistool trouwens teruggevonden. Dat van McCready. Een Baikal, precies zoals we al dachten. Er zat een geluiddemper op en ik denk dat die jouw leven heeft gered. Met een geluiddemper verliest zo’n wapen kennelijk een derde van zijn kracht en is het ook veel minder nauwkeurig.’

‘Wie had dat ooit kunnen bedenken,’ zei Annie. ‘Hoe verloopt het onderzoek naar de dood van McCready?’

‘Vrij voorspelbaar. Iedereen krabbelt als een gek terug. Uiteindelijk komt het er natuurlijk op neer dat we de schade zo veel mogelijk beperken. De media hebben maar heel weinig te horen gekregen, maar er wordt wel wild gespeculeerd over mijn aanwezigheid en die van Tracy, en al helemaal over die van een solitair opererend lid van een arrestatieteam. De hoge omes zijn druk bezig om alle geruchten de kop in te drukken of op zijn minst de ergste te ontzenuwen. We hebben een paar vergaderingen gehad, deze keer zonder agent Powell. Eén keer was zelfs de hoofdcommissaris in eigen persoon aanwezig. Iedereen heeft zich in alle mogelijke bochten gewrongen, opdat de media melden dat alles volledig volgens procedure verloopt. Een betreurenswaardig incident, maar helaas noodzakelijk, omdat het leven van een politieman op het spel stond, de schutter had al eerder een politieagent neergeschoten en was een gevaarlijke, voortvluchtige crimineel die grillig gedrag vertoonde, er waren gijzelaars bij betrokken, het betrof een officiële operatie, was een noodgedwongen beslissing, we hadden geen andere keuze. Bla, bla, bla. Kies zelf maar.’

‘Ben je het er dan niet mee eens?’

‘Jawel, hoor. Met een beetje fantasie kun je het best zo beredeneren. Er zijn zelfs burgers die kunnen getuigen dat mijn leven en dat van Tracy direct gevaar liepen, en dat de scherpschutter van de politie juist handelde en de grootst mogelijke voorzichtigheid in acht nam vanwege alle andere mensen bij ons in de buurt. Dat is allemaal waar. Dat ze daar niet namens de politie was, maar op eigen initiatief handelde en dat het wapen geen dienstwapen was… tja, dat is dus allemaal in de doofpot gestopt. Er steken natuurlijk nog steeds aan alle kanten stukjes uit, maar goed… Assistent-hoofdcommissaris McLaughlin heeft de pers verteld dat we vanwege de tijdsdruk, de gevoeligheid van de situatie en het gevaar dat de gijzelaars liepen, om nog maar niet te spreken van het publiek dat er rondliep, niet in staat waren om een grootscheepse operatie van het arrestatieteam op touw te zetten. Dat was niet eens gelogen. We zullen ongetwijfeld heel wat kritiek te verduren krijgen en Chambers is ook nog steeds op oorlogspad, maar dat is niets nieuws. Hopelijk hebben degenen die het hoofd koel weten te houden deze keer de overhand.’

‘En Nerys?’

Banks nam een slokje van zijn latte en zei: ‘Ik denk dat haar carrière definitief voorbij is. Niet eens vanwege dat gedoe rond Warburtons tasergun. Dat loopt met een sisser af. Dat weet zelfs Chambers. Wel ironisch dat die hele kwestie van de voorpagina’s is verdreven doordat jij werd neergeschoten. Agenten die worden neergeschoten leveren ons altijd veel steun op van het publiek.’

‘Ik ben blij dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen.’

Banks glimlachte. ‘Er zullen heus nog wel een paar mensen op het matje worden geroepen vanwege de onjuiste inschatting van de situatie in het huis van de Doyles. Chambers en zijn team uit Manchester zetten hun onderzoek gewoon voort en zullen beslist het volle pond eisen, of op zijn minst een paar ons ter compensatie, maar ik vermoed dat de uitkomst bij voorbaat al vaststaat.’

‘Alles verdwijnt dus in de doofpot?’

‘Niet alles. Het incident met de tasergun zeker niet. Dat was echt een ongeluk, hoe triest ook, en gelukkig nemen de media die conclusie over – tot een volgende keer, natuurlijk. Maar Nerys en de dood van McCready? Dat ligt anders. Niemand schiet ook maar iets op met opruiende koppen in de kranten over solistisch opererende agenten die mensen neerknallen op het parkeerterrein van een tankstation, dus zullen we op een of andere manier een heldhaftige draai aan haar daden moeten zien te geven. Toch zal ze het niet gemakkelijk krijgen. Om te beginnen is er natuurlijk de kwestie van dat geweer. Dat had ze nooit bij zich mogen hebben. Na die stunt van haar mag ze in haar handen knijpen dat ze de cel niet in hoeft. Daarnaast zullen ze ongetwijfeld eisen dat ze in therapie gaat. Ik moet zeggen dat je ze wel weet te kiezen, Annie.’

‘Kijk naar jezelf. Ik heb haar trouwens helemaal niet uitgekozen. Zij heeft mij uitgekozen. En hoe kun je dat nou zeggen? Waarom twijfel jij zo aan haar? Ze heeft wel jouw leven gered.’

‘Dat weet ik wel. Daar ben ik haar ook dankbaar voor. Toch heeft ze naar mijn idee echt geluk gehad dat ze er zonder een aanklacht wegens een ernstig misdrijf van afkomt. Gelukkig heeft niemand op dit moment een zondebok nodig. Ik heb mijn twijfels over haar, omdat ik niet overtuigd ben van haar drijfveren.’

‘Wat bedoel je daarmee?’

‘Volgens mij deed ze het niet alleen voor mij, maar ook voor zichzelf.’

‘Hoe kom je daar nu weer bij?’

‘Ik kan het niet bewijzen, maar ik durf te wedden dat ze vooral aan jou dacht en aan wat Jaff jou had aangedaan toen ze de trekker overhaalde. Ze heeft hem doodgeschoten om wat hij jou heeft aangedaan.’

Annie werd knalrood. ‘Tja, dat zullen we waarschijnlijk wel nooit zeker weten, hè?’ Ze liet Banks’ hand even los om haar water te pakken. Banks zag dat ze tijdens het omdraaien een pijnlijk gezicht trok en gaf haar het glas aan. ‘Dank je,’ zei ze.

‘We zullen het nooit weten, tenzij zij het ons vertelt en ik denk niet dat ze dat ooit zal doen,’ zei hij. ‘Waarom zou ze? Ik zal de eerste zijn om toe te geven dat het waarschijnlijk ook niemand iets zal kunnen schelen, behalve mij dan, en types als Chambers en Trethowan, die blijkbaar een probleem willen maken van het feit dat ze lesbisch is.’

‘Doe jij dat dan niet?’

‘Het kan mij niet schelen of ze het heeft gedaan voor een man of een vrouw. Waar het mij om gaat is dat ze het niet heeft gedaan om de redenen die ze nu aanvoert. Ze deed het uit wraak. Het was iets persoonlijks.’ Banks wreef over zijn vermoeide ogen. ‘Maar ja, het was voor wel meer mensen iets persoonlijks, dus ik zal niet beweren dat ze ervoor aan de schandpaal moet worden genageld.’

‘Bovendien heeft ze jouw leven gered.’

‘Ja.’

‘Was er echt geen andere manier?’

‘Nee. Luister, ik weet dat ik onsamenhangend klink. Ik zal het te zijner tijd allemaal weleens op een rijtje zetten.’

‘Hoe gaat het nu verder met Nerys?’

‘Als ze verstandig is, verlaat ze zo snel mogelijk het korps North Yorkshire en houdt ze zich voorlopig gedeisd; misschien kan ze dan over een tijdje aan de slag bij een geheime counterterrorisme-eenheid. Daar doen ze meestal niet zo moeilijk over wie ze aannemen, afhankelijk van de grootte van de dreiging op dat moment, en ze is inderdaad een uitstekend schutter. Ze komt heus wel op haar pootjes terecht. Wie weet, misschien willen de Amerikanen haar wel hebben. Haar aanpak past precies bij hen.’

‘Oordeel je nu niet een beetje te hard?’

‘Over Nerys of over de Amerikanen?’

Annie lachte. ‘Die zit. En Fanthorpe?’

‘Wie zal het zeggen?’ zei Banks. ‘Er wordt nu een rechtszaak tegen hem aangespannen. Het OM is razend enthousiast, maar hij heeft uitstekende advocaten. De dossiers over zijn handel en wandel op Jersey en de Kaaimaneilanden bevatten echter interessante informatie. We hebben Victor Mallory trouwens ook te pakken. We hebben zijn geheime lab en een voorraadje Baikals gevonden. Die sluwe donders gebruikten een van de oude lege vennootschappen van McCready’s vader als dekmantel. Daarom duurde het zo lang om alles op te sporen.’

‘Hoe gaat het nu met Erin?’

‘Ik heb haar een goede advocaat aanbevolen. Ze is van plan om schuld te bekennen en verzachtende omstandigheden aan te voeren. Gezien haar blanco strafblad en de omstandigheden komt ze er waarschijnlijk met een voorwaardelijke straf vanaf. Dat zegt de advocaat tenminste.’

‘En Tracy? Hoe maakt zij het na haar beproevingen?’

Banks nam een slokje van zijn latte. ‘Ze is jong en veerkrachtig. Ze komt er wel weer overheen.’

‘Je klinkt niet overtuigd. Wat is er?’

‘Niets,’ zei Banks. ‘Dat wil zeggen: ze is verkracht. McCready heeft haar verkracht.’

Annie reageerde niet meteen. Banks vroeg zich af of ze terugdacht aan de keer dat zij zelf was verkracht, een paar jaar voordat ze bij het korps North Yorkshire kwam werken. ‘Lieve hemel,’ zei ze ten slotte. ‘Wat vreselijk, Alan. Als ik op een of andere manier kan helpen… als je wilt dat ik met haar praat, moet je het zeggen, hoor. Ik wilde maar dat ik me iets meer kon herinneren van vlak voor de schietpartij, hoe ze zich gedroeg en wat ze zei, maar ik weet het gewoon niet meer. Ik weet alleen nog dat ik de indruk had dat ze bang was en me zo snel mogelijk de deur uit wilde werken.’

‘Tja, dat lijkt me niet meer dan logisch als McCready in de coulissen stond te wachten. Ze wilde dat jij vertrok voordat hij je iets kon aandoen. Ze wist op dat moment al hoe labiel hij was.’

‘Daarvoor nog niet dan?’

‘Annie, ik weet niet goed hoe ik dit moet zeggen, maar volgens mij loog Tracy toen ze me haar kant van het verhaal vertelde. Neem maar van mij aan dat ik heel veel ervaring heb met mensen die tegen me liegen. Er zijn gewoon te veel dingen die niet kloppen.’

‘Heb je haar ernaar gevraagd?’

‘Natuurlijk niet. Het is ook niet echt belangrijk, maar het leek net alsof ze alles zo draaide dat zij er voortdurend als slachtoffer uit naar voren kwam.’

‘Dat was ze ook.’

‘Dat weet ik wel. Toch vermoed ik dat McCready haar helemaal niet heeft gedwongen om met hem mee te gaan. Ik denk dat ze een oogje op hem had en vrijwillig met hem is meegegaan, en dat zij degene was die heeft voorgesteld om zich schuil te houden in mijn cottage. Ik vermoed dat het in het begin één groot avontuur voor haar was, een vorm van rebellie of misschien zelfs wel wraak… nou ja, zoiets in elk geval… We hadden de laatste tijd heel weinig contact. Misschien nam ze mij dat wel kwalijk. Ze had het gevoel dat ik Brian voortrok, dat ik teleurgesteld in haar was vanwege haar matige afstudeercijfers en omdat ze geen veelbelovende carrière in het vooruitzicht had. Ik vind het heus niet prettig om achterdocht te koesteren ten opzichte van mijn eigen dochter, Annie, maar…’

‘Alan, als Tracy haar eigen aandeel een beetje heeft afgezwakt, dan heeft ze dat beslist gedaan omdat ze zich schuldig voelde en zich schaamde over haar domme gedrag; het laatste wat zij nu wil is dat jij nog slechter over haar gaat denken. Snap je dat dan niet? Ze is bang dat je hard over haar zult oordelen. Je bent niet alleen haar vader, maar ook een politieman. Je twijfelt er toch niet aan dat ze later wel echt slachtoffer en gijzelaar was?’

‘Nee. Ik denk dat de relatie op een gegeven moment is omgeslagen. Misschien wel nadat jij was neergeschoten of zelfs daarvoor al.’

‘Nou dan. Misschien is ze aanvankelijk inderdaad om een of andere misplaatste romantische reden vrijwillig met McCready meegegaan. Ze is nog jong. Ze heeft de trekker echter niet overgehaald. Ze heeft ook de coke en het geld niet gestolen. Dat heeft McCready allemaal gedaan. Gun haar wat tijd om bij te komen. Probeer te begrijpen hoe zij zich voelt. Wanneer ze eraan toe is, vertelt ze je heus de waarheid wel.’

‘Geloof je dat echt?’

‘Ja. Waar is ze nu?’

‘Ze logeert een tijdje bij haar moeder in Londen. Ik zit wat Sandra betreft zo diep in de puree dat zelfs mijn voeten niet meer naar buiten steken.’

Annie lachte. ‘Omdat je niemand had verteld wat er allemaal aan de hand was?’

‘Wat denk je zelf?’

‘Wat een ellende.’ Annie schudde langzaam haar hoofd en pakte zijn hand weer. ‘Ik was zo bang toen ik eenmaal doorhad wat er gebeurde. Daar op de vloer in jouw serre, voordat alles zwart werd en ik amper adem kon halen. Ik was ervan overtuigd dat ik doodging. Ik miste jou op dat moment ontzettend, Alan.’

Banks slikte iets weg en kneep in haar hand. ‘Ik heb jou ook gemist. Je had het daar vast geweldig gevonden. De avonden in de woestijn. De Grand Canyon. De Pacific Coast Highway. Fisherman’s Wharf. De Golden Gate Bridge. Het was echt schitterend.’

‘Ik had er dolgraag bij willen zijn, maar het klonk alsof het een reis was die je alleen moest maken.’

‘Dat was ook zo,’ zei Banks. ‘Deze keer wel. Ach, wie weet? Op een goede dag…’

‘Als ik dan nog kan lopen.’

‘Je zult heus wel weer kunnen lopen.’

‘Zal ik je eens wat zeggen?’ zei Annie. ‘Je hebt me van alles verteld over Nerys en Tracy, en over wat er allemaal is gebeurd en zo, maar hoe zit het eigenlijk met jou?’

‘Met mij?’ Banks haalde zijn schouders op. ‘Wat zou er dan met mij moeten zijn? Ik heb wat Sandra betreft al zo vaak in de puree gezeten. Het is trouwens wel veel minder erg nu ze een paar honderd kilometer verderop zit.’

‘Nee. Ik doelde eigenlijk niet op je gezin. Ik doelde op al het andere. Je werk. Je carrière. De toekomst.’

Banks dronk het laatste restje koffie op en gooide de beker in de prullenmand. ‘Och, Chambers ruikt bloed en heeft zijn vizier op mij gericht. Hij zou me het liefst voor de leeuwen gooien. Ik heb allerlei regels overtreden, waarschijnlijk zelfs meer dan die arme Nerys, en hij weet dat ik het zo weer zou doen.’

‘Maar?’

‘Tja, ik heb kennelijk nog steeds een paar invloedrijke vrienden. Ze sturen aan op een tijdje verlof totdat ik mijn “persoonlijke problemen” heb opgelost. Een door emoties overweldigde vader, begrijpelijkerwijs oververmoeid, een ontvoerde dochter, en ga zo maar door. Wat waarschijnlijk mijn redding is, is dat de meeste hoge omes in hun eigen vingers snijden als ze mij inderdaad voor de leeuwen gooien, omdat zij verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van de hele situatie. Een schrale troost, maar het is nu eenmaal niet anders. Uiteindelijk zal het er wel op neerkomen dat ze me ontslaan, me opsluiten in het gekkenhuis of me promotie geven en tot korpschef benoemen.’

Annie lachte. ‘Wat ben je van plan te gaan doen? Maak je je dan geen zorgen? Ik meen het serieus. Je klinkt helemaal niet bezorgd.’

‘Dat ben ik ook niet.’ Banks keek naar de piepende apparaten met hun kronkellijntjes en getallen, en keek toen weer naar Annie. ‘Misschien heeft mijn reis wel een aantal zaken in een ander perspectief geplaatst. Wat ik van plan ben te gaan doen? Serieus? Dat weet ik niet. De moed niet opgeven en blijven knokken, zoals ik altijd doe, denk ik. Soms denk ik weleens dat ik er genoeg van heb. Ik word eerlijk gezegd langzaam maar zeker een beetje moe van dit alles. En jij?’

‘Ik weet het ook niet. Ik zal voorlopig eerst de operatie moeten afwachten. Daarna zal ik mijn positie heroverwegen, zoals dat zo mooi heet.’ Ze lachte. ‘We zijn wel een lekker stel met ons tweetjes, hè?’

Banks wierp een blik op de deur, haalde de wijn en een paar plastic bekertjes uit Annies kastje, en glimlachte. ‘Zeg dat wel. Zullen we daar dan maar op proosten?’