Uit het dagboek van Audrey Wyler:


 

12 juni 1995

Het is me weer overkomen, dat dagdroom-gedoe. Als dat het is. De 3e of 4e keer, maar voor het eerst (denk ik) sinds ik dit dagboek bij ben gaan houden & ook veruit de meest levendige. Het lijkt altijd te gebeuren als de zaken hier in huis niet op rolletjes lopen & o boy, zijn me die op dit moment niet helemaal uit de rails gelopen!

Herb stond vanmorgen gelijk op met Seth & ging met hem onder de douche (scheelt enorm veel tijd) en toen ze naar beneden kwamen was Seth aan het mokken & had Herb het begin van een blauw oog. Ik hoefde hem er niet naar te vragen. Natuurlijk heeft Seth hem zichzelf laten slaan, net zoals hij hem aan zijn lip liet trekken toen we terugkwamen uit de ijssalon en Seth erachter kwam dat zijn verdomde Power Wagon foetsie was. Ik keek Herb aan.

Hij bewoog zijn hoofd even om me te waarschuwen mijn mond te houden. Wat ik dan ook deed. Ik ben erachter gekomen dat er altijd wel iets is waarvoor je in je handen mag knijpen. In dit geval was het dat Seth Herb niet méér liet doen dan zichzelf te slaan (hoewel het niet echt Seth is die dat kwaad doet, maar die ander, dat Stramme Jongetje). Seth vindt het leuk om bij de wastafel in de badkamer te staan en te kijken hoe Herb zich scheert. Het SJ had er wel uit kunnen komen & hem met zijn eigen wegwerp-Bic zijn keel door laten snijden, neem ik aan. Ik schrik ervan, dit te moeten opschrijven, maar soms is het beter het op papier te zetten. Net zoiets ais een puist uitknijpen.

Nog voor ik het ontbijt op tafel had, was het Stramme Jongetje al begonnen - ik kan altijd zien dat hij het is, omdat zijn ogen dan niet donkerbruin maar bijna zwart zijn. 'Waar is mijn Dweem Fwoatah?' vroeg hij.

'We hebben Dream Floater nog niet gevonden,' zei ik. 'maar dat komt vast wel.'

Ik Wil Mijn Dweem Fwoatah!' gilde hij uit volle macht.

Herb kromp in elkaar, maar ik niet. Zolang hij schreeuwt, is hij niet met dingen aan het gooien. 'Ik wil mijn DWEEM FWOATAH Godverdomme!'

'Let op je woorden waar je tante Audrey bij is' zei Herb, en ik was bang voor de blik die het SJ hem toewierp.

Héél erg bang. Maar Herb keek strak terug. Hij is zo dapper. Zo domweg, geen-gezeur dapper. En het was het SJ dat uiteindelijk de ogen neersloeg.

'Ik wil mijn Dweem Fwoatah,' mokte hij op die verongelijkte toon waaraan ik ng de meeste hekel heb. 'Ik wil mijn Dweem Fwoatah. Je moet hem zoeken.'

Ik maaket een croque-monsieur voor hem, waar hij gewoonlijk dol op is, maar hij wilde niet eten. Hij liep gewoon van tafel (op stijve poten) en naar de zijkamer. Algauw daarna hoorde ik dat de video werd aangezet en daarna het begin van een aflevering van MotoKops. Hij heeft er een stuk of vijf banden van, elk met twaalf afleveringen. Ik heb zo langzamerhand een godsgruwelijke hekel aan die achterlijke tekenfilmstemmetjes gekregen, speciaal aan dat van Cassie. Af en toe wou ik dat No-Face haar kop van haar romp sloeg en haar lijk ergens in een greppel dumpte. Het is zonde dat ik het zeg, maar ik meen het serieus.

Terwijl ze daarbinnen zaten te kakelen (hij zet het geluid altijd keihard aan, wat soms een voordeel is) vroeg ik Herb hoe hij van plan was zijn blauwe oog te verklaren op zijn werk. Hij knipperde met zijn wimpers, zette een geaffecteerd stemmetje op en zei: 'Ik zal de jongens moeten zeggen dat ik tegen een keukenkastje aan ben gelopen, schat.' Hij probeerde er een geintje van te maken. Het lukte niet.

Het ergste wat er vandaag gebeurde was niet dat Seth met dingen begon te smijten, zoals hij deed toen Herb zei dat we altijd nog een nieuwe Dream Floater voor hem konden kopen. Dat heeft hij vandaag niet gedaan. Ik zou bijna wensen dat hij dat wel deed. Hij loopt alleen maar op stijve benen van kamer naar kamer, met een woedende blik en pruilende onderlip. Nog steeds zoekend naar zijn PW. Af en toe gaat hij de zijkamer in, maar zelfs Bonanza kon hem vandaag niet lang boeien. Ik probeerde hem aan de praat te krijgen maar dat lukte niet Het punt is...

O, ik wou dat ik beter kon schrijven, het beter aan iemand die dit leest (als iemand dat ooit zal doen. wat ik betwijfel) kon uitleggen, zodat hij het zou begrijpen. Het is net alsof hij - het SJ - een soort giftige elektriciteit genereert als hij de pest inheeft. Het lijkt uit zijn eigen lichaam te komen, als een spin die elektrische draden spint, of onweerswolken waaruit bliksemschichten flitsen. Het wordt steeds heviger totdat je lust hebt om keihard schreeuwend van kamer naar kamer te rennen en met je hoofd tegen de muren te slaan. Het is echt. Het is geen gevoel, maar echt tastbaar. Het doet je zweten (& ook nog eens stinkend zweet, net zoals wanneer je hoge koorts hebt) & je spieren gaan ervan trillen & je krijgt een droge mond. Ik zal hier iets opschrijven wat ik nog nooit tegen Herb heb verteld. Soms, als dat gebeurt, ga ik de badkamer in, doe de deur op slot en masturbeer uit alle macht. Het is het enige dat de druk iets schijnt te kunnen verminderen. En de orgasmen die erop volgen zijn zo hevig dat het angstaanjagend is. Alsof er bommen ontploffen!

Ik had dit allemaal al eens eerder gevoeld, wanneer het Stramme Jongetje dat in Seth zitergens de pest over inheeft, maar het is nog nooit zo lang doorgegaan of zo hevig geweest. Halverwege de middag leek het hele huis vol gas te zitten alsof er maar een lucifer voor nodig was om de hele boel de lucht in te laten vliegen. Ik was in de keuken, waar ik maar zo'n beetje rondliep, met zo'n vreselijke hoofdpijn dat ik mijn ogen voelde uitpuilen & ik wilde de hele tijd maar grijnzen. Waarom weet ik niet, er is niets grappigs aan de hele situatie, maar hoe meer mijn hoofd bonkte en hoe meer mijn ogen leken uit te puilen en hoe meer ik het hele huis op me neer voelde drukken, des te meer wilde ik grijnzen. Jezus!

Ik liep naar de gootsteen & keek door het raam de tuin in, Seth was in de zandbak, waar hij met zijn andere Power Wagons zat te spelen. Alleen, als iemand dan ik had gezien hóe hij speelde zou hij ongetwijfeld voor het eind van de dag in een speciale inrichting zijn opgenomen. Een of ander rijksinstituut waar ze buitengewone kinderen onderzoeken.

De PW'S hebben vleugels die je uit kunt klappen, maar uiteraard kunnen ze niet echt vliegen. Behalve dan dat die van Seth dat soms wel doen. Hij zat in het zand met zijn handen in zijn schoot en ze vlogen de hele tijd om zijn hoofd, Tracker Arrow, Rooty-Toot, de Meatwagon en de andere. Ze buitelden over elkaar heen en vlogen op en neer en maakten loopings. Ze vlogen aan om te landen op een landingsbaan die Seth voor ze had gemaakt in het zand, om dan meteen weer op te stijgen en joegen in formatie de hele tuin door tot aan zijn schommel, vlogen eronder door als stuntpiloten in een of andere film, om dan weer om te draaien en terug te komen. Felgekleurde stukken kinderspeelgoed die patrouille vlogen in mijn achtertuin. Ik weet ook wel dat ik waarschijnlijk klink alsof ik ze niet meer allemaal op een rijtje heb, maar ik zweer bij God dat het waar is. Soms laat hij duikvluchten uitvoeren op Hannibal, de hond van de buren, & dan rent H. weg met de staart tussen de poten. Herb heeft het ook gezien.

Elk ander kind dat de Power Wagons van de MotoKops zulke trucs zou zien doen, zou erom lachen en in zijn handen klappen en ze aanmoedigen, maar niet het Stramme Jongetje. Dat zit daar maar in het zand met zijn pruillip & kwade blik.

Seth die naar de wagens kijkt en ik die naar hem kijk en voel hoe wat het ook is dat in hem zit er in golven uitkomt en de lucht vult met een gezoem dat voornamelijk in je hoofd zit. Ik voelde me in staat om uit mijn eigen vel te springen, om pal achter de gootsteen uit mijn bol te gaan & toen opeens kwam de dagdroom. Het is een prachtig iets en hoewel ik het een dagdroom noem is dat niet hoe het aanvoelt. Het voelt écht aan. In die dagdroom beleef ik opnieuw een middag van een weekend dat ik met mijn vriendin Jan heb doorgebracht in Mohonk Mountain House. Dat was in 1982, voor een van ons getrouwd was.

We hebben daar ik weet niet hoe lang gezeten en gekletst - zij voor het merendeel over een of andere idiote, onverzorgde gozer waar ze helemaal lijp van was in die tijd en ik over hoe heerlijk het me zou lijken om na mijn afstuderen drie maanden vrij te nemen om een beetje rond te reizen.

Het is daar zo mooi, in Mohonk, zo vredig. We hebben een picknicklunch bij ons. De lucht is warm. Jan ziet er net zo fantastisch uit als ik me voel. Ik weet dat het geenwerkelijkheid is & dat ik weer terug moet naar deze puinhoop, maar gedurende de tijd die ik daar doorbreng doet dat er allemaal niet toe. Jan en ik praten. Ik voel de zon op mijn gezicht. Ik kan de bloemen ruiken. Het is zalig. Ik weet niet wat het is of hoe het gebeurt, maar als balsem voor de woedeuitbarstingen van het SJ is het te prefereren boven je zelf onder de douche afraggen. Ik vraag me af of Seth er iets mee te maken heeft.

Ik wou dat Herbie ook een plek had waar hij naartoe kon gaan, maar volgens mij heeft hij die niet. Zijn malle grapjes zijn z'n enige verdediging, arme kerel. Ik wou dat ik hem over mijn plek kon vertellen en hem er misschien zelfs mee naartoe kon nemen, maar dat zou niet verstandig zijn. Ik heb het vermoeden dat het SJ van Herb dingen te weten kan komen die het mij niet kan ontfutselen. & Herb ziet er zo afgepeigerd uit. Het is voor geen van beiden van ons eerlijk dat dit gebeurt, maar voor Herbie is het verschrikkelijk oneerlijk.


 

13 juni 1995

'Dweem Fwoatah' is terug. Zojuist. Ik weet niet of ik bang moet zijn of opgelucht.

Ik bedoel, natuurlijk ben ik opgelucht. Dat zou iedereen zijn. Sinds zaterdag is het hier net een concentratiekamp geweest, maar wat gaat er nu gebeuren? Hoe zal het SJ reageren? Godzijdank was het zijn middagdutje aan het doen toen de deurbel ging & godzijdank was Herb op zijn werk. want af en toe luistert het SJ Herbs gedachten af. Dat weet ik gewoon. Volgens mij kan hij het bij mij niet doen, tenzij ik hem toegang verleen of niet alert ben.

Tjonge. Ik heb wat ik net heb opgeschreven eens over gelezen en het klinkt absoluut waanzinnig. Laat me even diep ademhalen, dan zal ik bij het begin beginnen. Waarschijnlijk heb ik tijd genoeg. Sinds afgelopen vrijdagavond heeft Seth niet goed geslapen en als ik geluk heb, slaapt hij door tot halfvijf. Dat geeft me minstens een uur.

Om drie uur - ik was net aan het stofzuigen - werd er op de keukendeur geklopt. Ik deed open & zag meneer Hobart, die verderop in de straat woont, met zijn zoontje.

Een gezet, roodharig ventje met een bril met dikke glazen en een stopverf huid. Om eerlijk te zijn, ziet hij er nogal afstotend uit. Het joch hield een Dream Floater in zijn ar men. Er was geen twijfel mogelijk dat het die van Seth was. Ik hoefde het gebroken achterlicht en de kras aan de bestuurderskant niet te zien om dat te weten, hoewel ik ze allebei wel zag. Ik was verbluft. Ik probeerde iets te zeggen, maar kon geen woord uit mijn keel krijgen. Mijn keel zat helemaal dicht. Ik weet niet wat eruit gekomen zou zijn als ik wel in staat was geweest om te praten!

Het is warm vandaag, tegen de dertig graden, maar Wm Hobart was gekleed als een ouderling (wat hij volgens mij ook beslist is), in een zwart pak & zwarte schoenen. Zijn zoon droeg de junior-uitgave van dezelfde uitrusting en was aan het snuffen. Ook had hij een prachtige rode plek op een wang. Ik durf er iets onder te verwedden dat zijn ouweheer daar verantwoordelijk, voor was.

Het maakte niet uit dat ik niet kon praten, want Hobart had alles al voorbereid. 'Mijn zoon heeft u iets te zeggen, mevrouw Wyler,' zei hij, waarop hij neerkeek op de jongen alsof hij wilde zeggen: nu is het jouw beurt, waag het niet het te verkloten. 'Hugh?'

Nog harder snuffend dan daarvoor, zei Hugh dat hij toegegeven had aan de Verleidelijke Stem van Satan (ik neem aan dat dat de VSS is, net zoals het Stramme Jongetje het SJ is) & Seths speelgoed had weggenomen. Hij praatte heel erg snel en begon steeds harder te huilen.

Het kind eindigde met te zeggen: 'ü mag naar de politie gaan, en ik zal een volledige bekentenis afleggen. U mag me een pak voor mijn broek geven, of anders zal mijn vader dat doen.' Dat te horen was net zoiets als het nummer van het weerbericht bellen en het bandje horen zeggen:

Voor de huidige weersomstandigheden, kies een. Voor de huidige weersvoorspelling, kies twee. Voor de toestand van de wegen, kies drie.' Ik denk dat het een zegen was dat ik zo stomverbaasd was. Als dat niet het geval was geweest, had ik wel eens kunnen lachen, terwijl er niets grappigs was aan de twee die daar zo vroom & beschaamd voor me stonden. Ik was banger van hen - vooral van de vader - dan ik gewoonlijk ben van Seth.

En ook bang vóór hen.

'Het spijt me heel erg,' zei het jongetje. Hij ratelde het nog steeds af, alsof er achter me spiekbriefjes wer den opgehouden. 'Ik heb mijn vader om vergiffenis ge vraagd. Ik heb Onze Lieve Heer Jezus om vergiffenis ge vraagd en nu vraag ik u om vergiffenis.'

Tegen die tijd had ik me voldoende hersteld om de wagen van hem aan te nemen - ik was zo overstuur dat ik hem bijna op mijn tenen liet vallen - en hem te zeggen dat een pak voor zijn broek niet nodig zou zijn.

'De jongen zal zich ook moeten verontschuldigen tegen uw zoon,' zei meneer Hobart. Hij ziet eruit als Mozes die naar de kapper is geweest, als je je Mozes tenminste kunt voorstellen in een driedelig pak uit een postordercatalogus. Na alles wat hier de laatste paar maanden is voorgevallen, heb ik er niet zoveel moeite meer mee me iets voor te stellen. Dat is nu juist een deel van het probleem. 'Als u ons naar hem toe zou kunnen brengen, mevrouw Wvler...'

Ik mag hangen als die zelfingenomen zak zich niet langs mij heen naar binnen begon te wringen! Ik duwde hem gelijk terug, neem dat maar van mij aan (waarbij ik bijna weer Dream Floater uit mijn handen liet knallen). Het laatste wat ik wilde was dat dat dikke diefje oog in oog met het Stramme Jongetje kwam te staan. Wat ik wilde was die twee uit mijn huis zien te krijgen, en snel ook. Voor hun stemmen of hun emotionele vibraties (en hoewel hij niet huilde, was Hobart minstens zo van slag als zijn zoon, misschien nog wel meer) hem wakker maakten.

'Seth is niet mijn zoon, hij is mijn neef,' zei ik. 'En op dit ogenblik doet hij een dutje.'

'Prima/ zei Hobart. Hij knikte stijfjes. 'Dan komen we later wel terug. Komt vanavond gelegen? Zo niet, dan kan ik Hugh morgenmiddag wel langs brengen. Ik kan het me slecht veroorloven om weer een middag vrij te nemen - ik werk bij de ertsmolen in Ten Mile, weet u - maar Gods aangelegenheden prevaleren altijd over die van de mens.'

Zijn stem begon steeds harder te klinken, zoals stemmen van mensen als hij dat altijd doen. Het is net alsof ze je niet kunnen zeggen dat ze moeten poepen zonder het te veranderen in een preek. Ik werd nu echt bang dat Seth wakker zou worden & ik zweer je dat al die tijd dat jongetje aan het rondkijken was of er nog iets andere van zijn gading was wat hij kon gappen. Die Hughie belandt nog eens op de sofa van de een of andere zieleknijper, ware het niet dat mensen als Hobart niet in zieleknijpers geloven, of wel?

Ik werkte hen de deur uit en het pad af. Ik bedoel, op dat moment zat de stemming er goed in bij mij. Onder tussen bleef het joch maar zaniken: Vergeeft u mij? Vergeeft u mij?' Telkens & telkens weer, als een plaat die blijft steken. Tegen de tijd dat we bij de stoep kwamen, merkte ik dat ik witheet op hen was. Niet alleen vanwege de hel die we door hen hebben moeten doorstaan, maar omdat ze zich beiden gedroegen alsof ik op de een of andere manier verantwoordelijk was voor het zieleheil van die kleine etter. En ook herinnerde ik me hoe hij alle kanten op had gekeken om te zien wat wij in ons huis hadden dat zij niet in dat van hem hadden.

Ik ben er vrij zeker van - vrijwel van overtuigd, om je de waarheid te zeggen - dat veel van Seths Vreemde krachten' een beperkt bereik hebben, net zoals de radio zenders die ze gebruikten in drive-in-bioscopen, die zendertjes waarmee je het geluid van de film rechtstreeks op je autoradio kon horen. Dus toen we eenmaal op straat waren, voelde ik me veilig genoeg (in ieder geval betrekkelijk veilig") om Hugh Hobart te vragen hoe het überhaupt gebeurd was dat hij Seths Power Wagon had gestolen.

Père en fils wisselden blikken uit. Het waren merkwaardige, onzekere blikken en ik besefte dat ze geen van beiden moeite hadden met het idee van een pak billekoek of zelfs een bezoek aan het politiebureau, maar dat het idee om over de diefstal zelf te praten ze allebei totaal niet aanstond. Geen wonder dat de fundamentalisten zon hekel hebben aan katholieken. Het idee_om te moeten biechten is genoeg om hun ballen te doen verschrompelen.

Maar goed, ik had ze klem & uiteindelijk kwam het er toch uit. William was het meest aan het woord. Tegen die tijd had het kind besloten.dat hij me niet mocht. Hij had zijn ogen samengeknepen en er kwam niet langer vocht uit.

Het meeste had ik zelf wel kunnen bedenken. De Hobarts zijn lid van de Doopsgezinde Gemeente van het Verbond van Zion en een van de dingen die zij als goede kerkleden doen is 'het Evangelie verspreiden'. Dit betekent traktaatjes achterlaten zoals dat ene dat Herb in onze melkbus had gevonden, waarop melding werd gemaakt van een miljoen jaar in de hel & geen druppel water. William en Hugh doen dit samen, iets voor vader & zoon, een godvruchtige vervanging voor football of honkbal. Gewoonlijk laten ze de traktaatjes achter in huizen waar op dat moment niemand thuis is, omdat ze, in de woorden van William Hobart: 'Het woord willen verspreiden & het zaad willen uitstrooien, niet in discussie willen gaan.' Of anders stoppen ze hun liefdesbrieven onder de ruitewissers van geparkeerde auto's.

Waarschijnlijk waren ze vlak nadat we waren vertrokken naar Milly's bij ons aan de deur geweest. Hugh was het pad opgerend en had het traktaatje in de melkbus gestopt en toen had hij natuurlijk Dream Floater zien staan, waar Seth hem ook neergezet mocht hebben. Later, nadat zijn vader hem voor de rest van de dag vrijaf had gegeven, maar voordat wij terug waren gekomen uit het Winkelcentrum, was Hugh de straat af geslenterd... en had toegegeven aan de immer populaire VSS (Verleidelijke Stem van Satan). Zijn moeder had de PW gisteren, maandag, gevonden, toen Hugh naar school was en zij zijn kamertje aan het schoonmaken was. Gisteravond was er een 'gezinsvergadering' over belegd en hadden ze hun voorganger in de kerk om advies gevraagd. Toen hadden ze met z'n allen wat gebeden over de, telefoon, en hier waren ze dan.

Nadat het verhaal eenmaal was verteld, begon het kind weer met zijn 'Vergeeft u mij?' De tweede keer dat hij dat deed, zei ik: "Hou daar nu maar mee op.'

Hij kek me aan of ik hem had geslagen en het gezicht van zijn vader verstarde. Het kon me geen zak schelen. Ik ging op mijn hurken zitten, zodat ik Hughie recht in zijn kleine varkensoogjes kon kijken. Dat viel nog niet eens mee, vanwege de roosschilfers en de vetvlekken die op zijn brilleglazen zaten.

Vergiffenis is iets tussen jou en jouw God,' zei ik. 'Wat mij betreft, ik zal hier verder geen woord meer over vuil maken en adviseer jullie dat ook niet te doen.' Dat zullen ze ook niet, daar twijfel ik geen moment aan. Ik hoefde eigenlijk alleen maar naar de plek op Hughs wang te kijken om dat te weten. Over de moeder van het engerdje durf ik niets te zeggen, maar zijn vader kon van schaamte wel door de grond zakken.

Hugh deed een stap naar achteren om uit mijn buurt te blijven en aan zijn gezicht kon ik aflezen dat dit niet de kant opging die hij had verwacht & dat hij me erom haatte. Dat maakt me niet uit. Ik haat hem ook een beetje.

Nauwelijks verbazingwekkend, toch, na alles wat we dit weekend hebben moeten doorstaan vanwege zijn grijpgrage vingertjes?

'Als u klaar bent, mevrouw Wyler, laten we u verder met rust' zei Hobart. 'Hugh heeft heel wat te overdenken. In zijn kamer. Op zijn knieën.'

'Maar ik ben nog NIET klaar.' zei ik. 'Niet helemaal.' Ik keek hem niet aan. Het was de jongen naar wie ik keek.

Wat ik deed, volgens mij. was proberen door de haat & de schaamte & de zelfingenomenheid heen te dringen om te zien of zich ergens daarbinnen nog een echt jongetje schuilhield. En heb ik dat gezien? Ik heb werkelijk geen idee.

'Hugh,' zei ik, 'je weet toch dat mensen alleen om vergiffenis hoeven te vragen als ze iets verkeerds hebben gedaan?'

Hij knikte aarzelend... alsof hij een getuigenverklaring aflegde in een rechtszaak en vermoedde dat zijn ondervrager een val voor hem had opgezet.

'Dus je weet dat het stelen van Seths speelgoed verkeerd was.'

Weer knikte hij, met nog. meen tegenzin dan daarvoor. Tegen die tijd had hij zichzelf vrijwel volledig achter zijn vader verscholen, alsof hij drie was, in plaats van acht of negen.

'Mevrouw Wyler, ik geloof niet dat het nodig is om de jongen te koeieneren,' zei zijn ouweheer. Wat een ongelooflijke zedenprediker! Hij vindt het best als ik zijn kind over de knie neem en zijn achterste ervanlangs geef alsof het een trommel is, maar als ik het kind zover wil krijgen dat hij hardop toegeeft dat wat hij heeft gedaan verkeerd was, dan is het plotseling mishandeling. Er zit hier ergens een moraal in, maar verdomd als ik hem zie.

'Ik ben hem niet aan het koeioneren, maar u moet wel weten dat de laatste paar dagen niet erg makkelijk voor ons zijn geweest,' zei ik. Het was de volwassene die ik antwoord gaf, maar het kind tot wie ik mij nog steeds richtte. 'Seth is heel erg gehecht aan zijn Power Wagons.

Dus ik wil dit met je afspreken, Hugh. Ik wil dat je me vertelt dat wat je hebt gedaan verkeerd was en slecht en dat het je spijt en dan is het wat mij betreft over.'

Hugh keek me woedend aan & als blikken konden doden zou ik dit nu niet op zitten te schrijven. Maar was ik bang? Ach kom. Als het gaat om verongelijkte kinderen, heb ik de wereldkampioen in huis.

'Denkt u nu echt dat dit nodig is, mevrouw Wyler?' vroeg Hobart.

'Jawel, meneer.' zei ik. 'Meer voor uw zoon dan voor mij.'

'Moet ik echt. pap?' zegt hij dreinend. Van achter zijn besmeurde glazen werpt hij me nog steeds een vernietigende blik toe.

'Vooruit maar. vertel haar maar wat ze wil horen,' zei Hobart. 'Bittere medicijnen kun je het beste maar in één keer doorslikken.' Vervolgens klopte hij het kind op de schouder, alsof hij zeggen wilde: Ja, ik weet het. Ze is gemeen, het is een takkewijf. maar we zullen hier toch even doorheen moeten.

'Het-was-verkeerd-en-het-was-slecht-en-het-spijt-me.' zegt de jongen, alsof hij weer terug bij de spiekbriefjes is. Terwijl hij het zei, keek hij me woedend aan. Geen traantjes meer, geen gesnuf. Ik keek op en zag dezelfde blik in zijn vaders ogen. Die twee hebben nooit meer op elkaar geleken dan op dat moment. Wat zijn mensen toch verbazingwekkend. Ze waren de straat afgelopen, angstig maar toch op een bepaalde manier geëxalteerd bij het vooruitzicht dat ze aan het kruis zouden vorden genageld, net zoals hun Baas was overkomen. In plaats daarvan dwong ik het kind om toe te geven wat hij was & dat deed pijn & nu haten ze me er allebei om.

Er zitten echter twee belangrijke kanten aan: 1) DF is terug en 2) de Hobarts zullen er niet over praten. Soms is schande de enige knevel die werkt bij mensen. Ik zal iets moeten verzinnen om aan Seth te vertellen en hetzelfde ook tegen Herb zeggen. De waarheid is gewoon niet veilig.

Voetstappen boven mijn hoofd, in de richting van de badkamer. Hij is wakker. Ik smeek God dat ik gelijk heb dat hij mijn gedachten niet kan lezen.


 

Later

Grote zucht van opluchting. En misschien ook wel een zelftoegediend klopje op de schouder. Volgens mij is de Dream Floater Crisis voorbij zonder dat er slachtoffers zijn gevallen (afgezien dan van wat gebroken borden & mijn prachtige Waterfordglazen). Seth en Herb slapen allebei. Ik ga zelf ook zo naar boven, zodra ik nog wat meer in dit boek heb geschreven (het bijhouden van een dagboek mag onder de omstandigheden dan gevaarlijk zijn, maar hemel, het kan zo vertroostend werken) en ik het weer heb te ruggelegd boven op het keukenkastje, waar ik het bewaar.

Dat Seth opstond op het moment dat ik nog niet echt de kans had gehad om wat te verzinnen, bleek eigenlijk maar goed te zijn ook. Toen hij de trap afkwam, nog steeds met zijn ogen opgezwollen van de slaap, hield ik hem gewoon de DF voor. De manier waarop zijn gezicht in verrassing en blijdschap opbloeide, als een bloem in de zon, was bijna de hele verdomde horrorshow waard. Ik kon ze beiden zien in die blik, zowel Seth als het SJ. Het SJ was gewoon blij dat hij zijn Power Wagon terug had, maar Seth was volgens mij ook om andere redenen blij. Misschien heb ik het bij het verkeerde eind en sla ik hem te hoog aan, maar ik denk het niet. Volgens mij was Seth blij omdat hij weet dat het SJ ons nu met rust zal laten. Althans, voor even.

Er was een tijd dat ik, als iemand die naar de universiteit is geweest, dacht dat het SJ niet meer was dan een onderdeel van Seths persoonlijkheid - het a-morele gedeelte dat door freudianen het es wordt genoemd - maar daar ben ik niet langer zo zeker van. Ik moet de hele tijd denken aan de trip die het gezin Garin door het land heeft gemaakt, voordat Bill en June en de twee oudere kinderen werden vermoord. En dan moet ik denken aan wat onze vader ons altijd vertelde toen we nog pubers waren en ons rijbewijs aan het halen waren, eerst Bill en toen ik. Hij vertelde ons dat er drie dingen waren die we nooit moesten doen: rijden op zachte banden, rijden onder invloed, en lifters meenemen.

Kon het zijn dat Bill zonder het te weten een lifter had opgepikt in de woestijn? En dat die lifter nog steeds in Seth aan het rondrijden is? Een waanzinnig idee, misschien, maar ik ben erachter gekomen dat dit het tijdstip is waar op de meeste waanzinnige ideeën worden geboren, laat in de avond als het stil is in huis & de anderen slapen. En waanzinnig hoeft niet per se te betekenen dat ze onjuist zijn.

Hoe dan ook, omdat ik geen ti jd had om een mooie leugen te verzinnen, verzon ik maar een simpele leugen. Ik heb hem in de kelder gevonden, zei ik, toen ik ging kijken of er nog stofzuigerzakken waren. Uiteraard hadden we daar ook gezocht, maar ik zei dat hij onder de trap lag, hele maal achterin. Seth nam het zonder meer aan en stelde geen vragen (volgens mij kon het hem ook niets schelen, hij was allang blij dat hij 'Dweem Fwoatah' weer terug had, maar het was dan ook eigenlijk het tegen wie ik het zei). Herb had maar één vraag: Hoe was de PW daar überhaupt terechtgekomen? Seth komt nooit in de kelder, hij vindt het er eng. en dat weet H. Ik zei dat ik het ook niet wist en - wonder boven wonder - leek het onderwerp daarmee gesloten te zijn.

De hele avond zat Seth in zijn favoriete stoel in de zij-kamer tv te kijken, met Dream Floater op schoot, zoals een klein meisje haar favoriete pop vasthoudt. Herb heeft een video meegenomen uit de Video Clip. Het is een oudje, een zwart-witgeval uit de koopjesbak, maar Seth is er weg van. Het is een western (uiteraard), uit eind jaren vijftig. Hij heeft hem al twee keer gezien.

Rory Calhoun speelt erin mee. Hij heet De regelaars.


 

19 juni 1995

Volgens mij zitten we in moeilijkheden.

Een woedende William Hobart kwam vanmorgen aan de deur. Herb was godzijdank een minuut of twintig eerder naar zijn werk gegaan en Seth was buiten in de achtertuin.

'Ik wilde u iets vragen, mevrouw Wyler,' zei hij. 'Hebt u of uw man iets te maken met wat er mannacht met mijn auto is gebeurd? Een simpel ja of nee is voldoende. Als dat zo is, kunt u het 't beste maar meteen zeggen.'

'Ik weet niet waar u het over hebt,' zei ik, en ik moet overtuigend geklonken hebben want hij werd iets kalmer.

Hij ging me voor het tuinpad af (ik vond het niet erg, hoe verder weg van Seth in de achtertuin, hoe beter) & wees naar zijn huis. Hij rijdt in een van die vierwiel-aangedreven dingen, een Explorer of zoiets. Iets in die geest in ieder geval. Alle vier de banden waren lek en alle ruiten ervan waren ingeslagen, inclusief de voorruit en het grote raam achterin.

'0 jee,' zei ik. 'Wat erg.' Dat vond ik ook, maar misschien niet om de reden die hij dacht.

'Ik bied mijn verontschuldigingen aan voor mijn beschuldiging,' zegt hij, zo stijf als een plank. 'Ik neem aan dat ik dacht... het speelgoed dat Hugh weg had genomen... als u nog steeds boos was...' Voertuig om voertuig, geloof ik dat hij bedoelde, net zoiets als oog om oog.

'Ik ben de hele affaire al vergeten, meneer Hobart,' zei ik. 'Bovendien ben ik niet wat je een wraakzuchtig type zou noemen, onder welke omstandigheden dan ook.'

'Mij is de wrake, verkondigt de Here, ik zal vergelden,' zegt hij.

'Precies!' zei ik. Ik weet niet of dat inderdaad zo is, maar tegen die tijd wilde ik alleen nog maar van hem af.

Hij is een engerd.

'Dan zullen het wel vandalen zijn geweest/ zei hij. 'Dronkelappen. Niemand hier in de straat zou zoiets toch zeker doen?'

Ik hoop dat het vandalen waren. Ik hoop het echt. En hoe had het Seth kunnen zijn - of het Stramme Jongetje, als je dat liever hebt - als het klopt wat ik denk en zijn krachten een beperkt bereik hebben? Tenzij zijn vermogen aan het groeien is. Zijn reikwijdte groter wordt.

Ik durf Herb hier niets van te vertellen.


 

24 juni 1995

Toen ik vanmorgen beneden kwam om het ontbijt klaar te maken, zag ik de Reeds buiten op hun tuinpad staan, nog in hun ochtendjas. Ik ging naar buiten. Het is warm de laatste tijd, maar vannacht heeft het geregend - hard - en vanmorgen was het iets koeler, en er hing die zoete geur die je altijd krijgt na een zomerbui.

Het was zaterdagochtend en vroeg, andere was waarschijnlijk de hele straat wel buiten geweest, denk ik. Er stond een politieauto voor het huis van Hobart, waar overal glas lag. Op de oprit, in de tuin, schitterend in de zon. William en zijn vrouw (Irene) stonden in hun pyjama voor hun voordeur met de politie te praten. De kleine dief stond achter hen op zijn duim te zuigen. Je zou zeggen dat hij daar een beetje te oud voor is, maar het was waarschijnlijk niet zo'n goede morgen chez Hobart. Het leek erop dat alle ramen in het huis waren gebroken, zowel boven als beneden.

Cammie vertelde dat het rond kwart voor zes was gebeurd. Ze was net wakker geworden en had het gehoord.

'Niet zo luid als je zou verwachten, met al dat glas, maar hard genoeg dat je kon horen wat het was,' zei ze. 'Gek, hè?'

'Nou,' zei ik. Mijn stem klonk vrij normaal maar ik durf de niets meer te zeggen, voor het geval hij zou over slaan.

Cammie zei dat ze vrijwel meteen nadat ze de geluiden had gehoord naar buiten had gekeken, maar degenen die de stenen hadden gegooid waren al verdwenen (als de politie die stenen ook werkelijk vindt, eet ik ze op met spaghettisaus). 'Wie het ook was, ze moeten heel snel zijn geweest.'Ze stak een elleboog uit naar Charlie. 'Dit blok hout is overal doorheen geslapen.'

'Eerst hun auto, nu dit,' zei Charlie. 'Vandalen, mijn neus. Iemand heeft een appeltje te schillen met Hobart.'

'Ja,' zei ik. 'Daar ziet het wel naar uit.'


 

Later

Ik vond Seths 'nuffige nijntjes'-pantoffels ver onder zijn bed geduwd. Puur bij toeval. Ik zocht naar een verdwenen sok. Natte pantoffels, roze bont helemaal doorweekt, grassprieten aan de zolen. Hij was 's nachts dus buiten geweest. Of anders vroeg in de ochtend. En ik weet waar hij naartoe is gegaan. Of niet soms?

Erg... maar godzijdank is zijn actieradius niet aan het toenemen, zoals ik bang was. Dat zou nog erger zijn geweest.


 

26 juni 1995

Gewacht tot Herb naar zijn werk was. Ik wilde eigenlijk niet dat hij ging, hij ziet er zo bleek en ziek uit, maar hij zei dat hij een belangrijk verslag had dat af moest en vanmiddag een belangrijke presentatie. Toen hij weg was, ben ik naar buiten gegaan om met Seth te praten.

Hij zat rustig in zijn zandbak te spelen met zijn Moto-Kops, het HK-crisiscentrum en met wat Herb voor de grap 'de Ponderosa' noemt. Het is een miniatuur ranch-en-kraal die Herb op een dag in maart of april zag liggen op een rommelmarkt toen hij op weg was van zijn werk naar huis.

Hij was er voor omgekeerd om het ding te kopen. Het is uiteraard niet echt de Ponderosa Ranch uit Bonanza, maar met zijn houten balken lijkt het hoofdgebouw er wel een beetje op. Er is ook een stal bij (waarvan het dak gedeeltelijk kapot is, maar verder is hij nog in goede staat) en voor in de kraal is er een aantal plastic paardjes (waarvan sommige met maar drie benen). Herb heeft er twee dollar voor betaald & het is een van Seths favoriete stukken speelgoed. Wat grappig is (maar ook wel een beetje typisch), is hoe snel en zonder enige moeite hij de ranch heeft ingepast in zijn MotoKopspelletjes. Ik neem aan dat alle kinderen.zo zijn. Kunstmatige afscheidingen interesseren hen niet, zeker niet wanneer ze aan het spelen zijn, maar het blijft een duizelingwekkende combinatie van genres om Cassie of No Face in een oude kraal op driebenige plastic knollen te zien rondrijden.

Niet dat ik daar vanmorgen aan dacht, dat kan ik je wel vertellen. Ik was bang, mijn hart bonsde in mijn keel, maar toen hij naar me opkeek, voelde ik me iets beter. Het was Seth, niet die ander. Telkens als ik Seths bleke, lieve gezicht zie, hou ik meer van hem. Misschien is het raar, maar het is wel zo. Dan wil ik hem nog meer beschermen en haat ik die ander nog meer.

Ik vroeg hem wat er aan de hand was bij Hobart - het had geen zin mezelf nog langer voor de gek te houden en net te doen alsof hij niet weet wat er met Dream Floater is gebeurd - & hij gaf geen antwoord. Hij keek me alleen maar aan. Ik vroeg hem of hi j zaterdagmorgen naar buiten was geslopen en daar naartoe, was gegaan om hun ramen in te gooien. Nog steeds geen reactie. Toen vroeg ik hem wat hij wilde, wat er gebeuren moest voor het op zou houden. Even dacht ik dat hij ook daar geen antwoord op zou geven. Maar toen zei hij, en voor Seth zijn doen klonk het heel duidelijk: 'Ze moeten verhuizen. En snel ook. 'Ik kan het niet veel langer meer tegenhouden.'

'Wat tegenhouden?' vroeg ik hem, maar hij wilde niets meer zeggen en ging weer terug naar waar het ook is dat hij naartoe gaat. Later, toen hij zijn lunch aan het eten was (zoals gewoonlijk spaghetti met hamburger & chocomel), ging ik naar boven, zat op bed & dacht na. Na de moord op mijn broer en zijn gezin hadden getuigen het gehad over een rood bestelbusje dat een radarantenne op het dak had, of andere communicatieapparatuur. De mysterieuze bestelbus, had de krant hem genoemd.

Tracker Arrow is rood. En heeft een schotel op het dak.

Ik hield mezelf voor dat ik volkomen gestoord was, maar moest toen denken aan de Dream Floater die Herb & ik in de achtertuin hebben zien staan. Hij was niet echt, natuurlijk, maar wel levensgroot... en Seth sliep toen we hem zagen. Misschien was hij toen niet op volle kracht aan het werk.

Wat als het SJ er genoeg van krijgt alleen maar ramen in te gooien? Wat als het Tracker Arrow (of Dream Floater, de Justice Wagon of Freedom) stuurt om het huis van Hobart een beetje onder vuur te nemen

"Ik kan het niet veel langer meer tegenhouden", had Seth gezegd.


 

27 juni 1995

Grootste deel van de dag doorgebracht met Jan Goodlin, in Mohonk. Ik weet dat ik het niet moet doen - het is het zelfde soort ontsnapping als drank of drugs - maar het is moeilijk te weerstaan. We praatten over onze familie en over allerlei pijnlijke situaties waarin we op de middelbare school verzeild zijn geraakt, niets uitzonderlijks. Onbenullig en geweldig. Tot het eind aan toe. Ik zag dat het telefoontje was verdwenen, wat betekent dat het tijd is om terug te gaan & Jan zei tegen me: 'Je weet waar hij de energie vandaan haalt om de Hobarts te terroriseren, hè

Natuurlijk weet ik dat; bij Herb. Hij steelt die zoals een vampier bloed steelt. En ik denk dat Herb het ook weet


 

28 juni 1995

Aan het eind van de ochtend zat ik aan de keukentafel een boodschappenlijstje te maken, toen ik de ti-ta-ti-ta van een ambulancesirene hoorde. Ik was op tijd buiten om hem voor het huis van Hobart tot stilstand te zien komen. De ziekenbroeders stapten uit en renden het huis in. Ik ging mijn eigen huis weer in - in looppas - en keek vanuit de keuken de achtertuin in. Seth was verdwenen.

De Power Wagons stonden schuin naast elkaar geparkeerd in de zandbak, zoals hij ze altijd neerzet als hij er voor een poosje mee klaar is. De Ponderosa was keurig opgeruimd, met de plastic paarden in hun kraal. Bij de schommel stond het HK-crisicentrum... maar van Seth geen spoor. Als ik zei dat ik verbaasd was, zou ik liegen.

Tegen de tijd dat ik weer bij de voorkant van het huis kwam, stonden er in de hele straat mensen op straat te kijken naar het huis van Hobart. Dave en Jim Reed stonden op de oprit naast hun huis en ik vroeg of ze Seth hadden gezien.

'Hij is daar, mevrouw Wyler,' zegt Dave, en wijst naar de winkel. Seth stond bij het fietsenrek en keek net als iedereen naar de overkant van de straat. 'Hij is vast een reep gaan kopen.'

'Ja' zeg ik , wel wetend dat a) Seth geen geld heeft; b) Seth nauwelijks tegen mij of Herb kan praten, laat staan tegen winkelbediendes die hij niet kent; c) Seth nooit uit de achtertuin weggaat.

Seth niet. Maar het Stramme Jongetje blijkbaar wel, zo af en toe. Om binnen reikwijdte te komen, vermoed ik.

Ongeveer vijf minuten later hielpen de ziekenbroeders Irene Hobart de deur uit. Haar zoon, Hugh, hield haar hand vast en huilde. Ik haatte dat kind, echt waar, maar nu niet meer. Nu voel ik alleen nog maar medelijden met hem & ben ik bang voor hem. Over de hele voorkant van haar jurk zat bloed. Ze hield een kompres tegen haar neus & een van de ziekenbroeders kneep haar hoog achter in de nek.

Ze hielpen haar de ambulance in - Hugh klom achter haar naar binnen - & reden weg.

Minder dan twee uur later waren ze weer terug (tegen die tijd was Seth veilig weggestopt in de zijkamer, waar hij naar oude western op tv zat te kijken). Kim Geller kwam op de koffie & vertelde me dat ze er naar toe was gegaan om te zien of ze iets voor Irene kon doen. Zij is de enige in de straat van wie je kunt zeggen dat ze op vriendschappelijke voet staat met de Hobarts. Ze zei dat alles weer onder controle was, maar dat Irene de schrik van haar leven had gehad. Ze heeft last van te hoge bloeddruk. Paar heeft ze medicijnen voor, maar desondanks is die moeilijk te bedwingen. Ze heeft weleens eerder een bloedneus gehad, maar nog nooit zo erg als nu. Ze vertelde Kim dat het zomaar gebeurde, dat het bloed uit haar neus begon te stromen en dat niet wilde ophouden, zelfs niet toen ze er ijs tegenaan hield. Hugh werd bang & belde het alarmnummer. De ziekenbroeders stonden erop dat ze meeging naar het ziekenhuis om te zien of het nodig was dat de binnenkant van haar neus werd gecauteriseerd. hoewel tegen de tijd dat de ambulance arriveerde het bloeden al vrijwel was gestopt.

Ik haalde Seth naar binnen en schudde hem door elkaar. Ik zei hem dat het afgelopen moest zijn. Het enige dat hij deed was me met trillende mond aankijken. Zijn ogen vulden zich. me.t tranen. Ik was degene die ophield. Ik was kwaad op mezelf & schaamde me. Ik schudde de verkeerde door elkaar.

Maar ik kon die andere wel zien. Ik zweer dat dat zo was. Hij verborg zich achter Seths ogen en lachte me uit.

Het ergst is denk ik nog, dat het SJ Hugh Hobart zelf met rust laat. Die laat hij toekijken.


 

29 juni 1995

Werd vanmorgen rond drie uur wakker en zag dat de andere helft van het bed leeg was. De badkamer was ook leeg.

Angstig ging ik naar beneden. Niet in de woonkamer, niet in de zijkamer, noch in de keuken. Ik ging naar de garage waar ik Herb vond, die aan zijn werkbank zat. Hij was naakt, op de jockeys waarin hij slaapt na & huilde. Twee jaar geleden heeft hij hi-intensity verlichting aangebracht in de garage - lampen met metalen kappen zoals je ook wel in zwembaden ziet - & in hun gloed kon ik zien hoeveel gewicht hij heeft verloren. Hij ziet er afschuwelijk uit alsof hij anorexia nervosa heeft. Ik nam hem in mijn armen en hij huilde als een baby. Hij bleef maar zeggen dat hij zo moe was, de hele tijd zo moe. Ik zei zoiets van we moeten morgenochtend meteen naar dokter Evers gaan. Hij lachte alleen maar en zei dat ik wel wist wat er met hem aan de hand was.

Natuurlijk weet ik dat.......


 

1 juli 1995

Aan het eind van de middag stopte er een ambulance voor het huis van Hobart. Zo gauw ik het zag stormde ik de trap op om te zien wat Seth aan het doen was, die geacht werd te slapen. Geen Seth. Het raam stond open - het raam op de eerste verdieping - & geen Seth te bekennen. Toen ik naar buiten gin& zag ik hem aan de overkant. Hij hield Tom Billingsley's hand vast. Ik rende naar hem toe en greep hem vast.

'Wees maar niet bang. er is niets met hem aan de hand. Aud.' zei Tom. 'Hij is alleen maar een wandelingetje gaan maken, nietwaar Seth-m'n-jongen?'

'Je mag nooit alleen de straat oversteken!' zei ik. 'Doe dat nooit weer.' Ondanks mezelf schudde ik hem toch weer door elkaar. Stom, ik kon net zo goed een zak zout door elkaar schudden.

Dit keer kwamen de ziekenbroeders naar buiten met een brancard waarop William Hobart lag. 'Het enige geluk dat de Hobarts de laatste tijd hebben gehad is òngeluk,' zei Tom.

Eigenlijk had meneer Hobart deze week vakantie, maar het ziet er naar uit dat hij in ieder geval een deel ervan in het County General door zal brengen. Hij is van de trap gevallen en heeft zijn been & heup gebroken. Later vertelde Kim me dat hij drinkt, ouderling van het Verbond van Zion of niet. Misschien drinkt hij inderdaad, maar ik denk niet dat het daardoor komt dat hij van de trap is gevallen.


 

3 juli 1995

Er is geen Stram Jongetje, nooit geweest ook. Er zit een ding in Seth - geen es, geen manifestatie van zijn persoonlijkheid. geen lifter, maar zoiets als een lintworm. Het kan denken. Het kan praten. Vandaag heeft het tegen me gesproken. Het noemt zichzelf Tak.


 

6 juli 1995

Iemand heeft vannacht de angorakat van de Hobarts doodgeschoten. Naar verluidt is er niets meer van over dan wat bloed & vacht. Volgens Kim is Irene H. hysterisch en denkt ze dat iedereen in de straat het op hen voorzien heeft omdat zij naar de hemel gaan & de rest van ons naar de hel. 'Dus maken ze de aarde een heLvoor ons,' heeft ze tegen Kim gezegd. Ze smeekte Kim haar te vertellen wie erachter zat.Zezeidat Hugh helemaal van slag was en niet meer uit zijn kamer wilde komen. Dat hij almaar op bed lag te huilen en te zeggen dat het allemaal zijn schuld was omdat hij een zondaar was. Teon Kim zei dat ze het neit wist en niet dacht dat er iemand in Poplar Street was die de kat van Hobart wilde doodschieten, zei mevrouw Hobart dat Kim net zo erg was als de rest & dat ze geen vrienden meer waren. Kim was erg overstuur, maar lang niet zo overstuur als ik.

Wat moet ik hier in godsnaam aan doen? Het heeft nog niemand pijn gedaan, maar...


 

8 juli 1995

O God, dank u wel. Even na negen uur vanmorgen reed een verhuiswagen de straat in en stopte voor de deur van Hobart.

Ze gaan verhuizen.


 

16 juli 1995

O godverdomde kankerteringlijer klotehufter. Hoe kon je. O teringlijer als ik je ooit te pakken krijg. Als je Seth maar liet gaan en ik je te grazen kon nemen. 0, God, God, God.

Mijn schuld? Ja. De vraag is voor HOEVEEL het mijn schuld is. O lieve Jezus, hoe kan ik zonder hem verder leven. Hoe moet ik nu verder? Ik wist niet dat er in de hele wijde wereld zoveel pijn bestond en voor hoeveel is het mijn schuld? HOEVEEL? Jij, teringlijer Tak teringlijer. Ik schrijf nooit meer iets in dit boek. Wat voor goeds dacht ik ooit dat het op zou leveren?

O, Herb, het spijt me zo. Ik hou van je, het spijt me.


 

19 oktober 1995

Vandaag heb ik antwoord gekregen op mijn brief. Ik had de hoop allang opgegeven dat ik er ooit nog iets op zou horen.

De man die me terugschreef is een mijningenieur die Allen Symes heet. Hij werkt op een plek die de China-groeve heet, in de stad Desperation, in Nevada. Hij schrijft dat hij Bill en zijn gezin heeft gezien maar dat er verder niets is gebeurd Hij heeft ze alleen de mijn laten zien en toen zijn ze weer verder gereden. Niets gebeurd.

Hij liegt. Ik zal wel nooit te weten komen waarom of wat daar gebeurd is, maar zoveel weet ik wel. Hij liegt.

God help me.