Uit het dagboek van Audrey Wyler:
10 juni 1995
Bang vannacht. Ontzettend bang. De laatste tijd is het rustig geweest - met Seth bedoel ik - maar dat is inmiddels allemaal veranderd.
Aanvankelijk wisten we geen van beiden wat er mis was - Herb wist net zo weinig als ik. We gingen naar Milly's ophet plein voor een ijsje, wat deel uitmaakt van ons zaterdags ritueel als Seth 'goed' is (goed betekent als Seth zichzelf is) en hij was uitstekend Maar toen we de oprit opreden, begon hij met dat snuffelende gedoe, wat hij wel vaker heeft - dan steekt hij als een hond zijn neus in de lucht en begint hij te snuffelen. ik heb er een afschuwelijkeke hekel aan als hij dat doet en Herb ook. Net zoals boeren er een hekel aan hebben als er op de radio wervelstormen worden voorspeld, zoiets. Ik heb ergens gelezen dat ouders van epileptici leren dergelijke voortekenen van een aanval te herkenne... dwangmatig hoofdkrabben, vloeken, zelfs neuspeuteren. Met Seth is het dat snufflen. Maar het zijn in geen epileptische aanvallen. Was dat maar waar.
Zo gauw Herb het hem zag doen, vroeg hij wat er aan scheelde, maar hij kreeg nul op het rekest, zelfs niet het gebruikelijke vocaliseren wat hij doet. Ook ik ving bot.
Geen woord, zelfs geen gepruttel. Alleen maar gesnuffel.
En toen hij eenmaal in huis was, begon hij dat stijfbeniqe gedoe te doen, op stijve poten van de ene kamer naar de andere lopen alsof hij zijn benen niet kan buigen. Hij ging naar buiten, naar de zandbak; naar boven, naar zijn kamer; naar beneden, naar de kelder. En alles in die onheilspellende stilte. Herb liep een tijdje achter hem aan en vroeg hem wat er aan scheelde, maar uiteindelijk gaf hij het op. Ik was net bezig de vaatwasmachine leeg te halentoen Herb naar binnen kwam met een religieus blaadje in zijn handen, dat hij in de melkbus naast het huis had gevonden en riep:
'Halleluja! Ja, Jezus!' Hij is een heel lieve man en probeert me altijd op te vrolijken, hoewel ik weet dat hij zichzelf ook niet zo geweldig voelt. Hij is erg bleek geworden en ik maak me zorgen over het vele gewicht dat hij verliest, voornamelijk sinds januari ongeveer. Het moet al minstens tien kilo zijn en misschien wel vijftien, maar als ik hem ernaar vraag, dan lacht hij alleen maar.
Hoe dan ook, het blaadje was het gebruikelijke doopsgezinde geleuter. Voorop stond een foto van een lijdende man, wiens tong uit zijn mond hing en die het zweet over het gezicht liep en waarvan alleen het wit van zijn ogen te zien was, stel u een miljoen jaar zonder één druppel water voor! ston er onder zijn gezicht gedrukt. En daaronder: WELKOM IN DE HEL! Ik checkte de achterkant en het was inderdaad van de Doopsgezinde Gemeent van het Verbond van Zion. Dat stelletje uit Elder. 'Moet je zien,' zegt Herb. Het is precies mijn vader, voor hij 's morgens zijn haar heeft gekamd.'
Ik wilde wel lachen - ik weet dat het hem blij maakt als hij me aan het lachen kan maken - maar kon het gewoon niet. Ik voelde hoe Seth overal om ons heen aanwezig was, voelde het bijna knetteren op mijn huid. Net zoals je het soms ook kunt voelen dat het gaat onweren, je weet wel.
Net op dat moment kwam hij naar binnen - met die afschuwelijke frons die hij op zijn gezicht heeft als er iets is gebeurd dat hij niet helemaal zo heeft gepland. Behalve dan dat het hem niet is, hij is het niet. Set is het liefste, aardigste, meegaandste kind dat ik me voor kan stellen. Maar hij heeft een andere persoonlijkheid die we steeds vaker te zien krijgen. Die stramme, die ene die de lucht opsnuift als een hond.
Herb vroeg hem wat er aan scheelde, of hem iets dwarszat en opeens greep hij - Herb bedoel ik - zijn eigen onderlip en begon er tot bloedens toe keihard aan te trekken en te draaien. En de hele tijd stonden de tranen van pijn in zijn ogen, die uit hun kassen puilden van angst. Seth staarde hem aan met die afschuwelijke frons, die ene alsof hij wil zeggen: 'Ik doe lekker toch wat ik wil en jij kunt met niet tegenhouden.'En misschien kunnen we dat ook wel niet, maar ik denk dat Seth het - in ieder geval soms - wel kan.
'Hou ermee op hem dat te laten doen!' riep ik hem toe.
'Hou daar onmiddellijk mee op!'
Als die andere, die niet-Seth, echt pissig wordt, lijken zijn ogen van bruin zwart te worden. Hij vestigde die blik op mij en opeens kwam mijn hand omhoog en sloeg ik me zelf in het gezicht. Zo hard dat mijn oog aan die kant begon te tranen.
'Laat hem ermee ophouden, Seth' zei ik. 'Het is niet eerlijk. Wat er ook mis is, wij zijn er niet verantwoordelijk voor. We weten niet eens wat er aan de hand is.'
Aanvankelijk gebeurde er niets, alleen maar die zwarte blik. Mijn hand ging weer omhoog en toen veranderde die verschrikkelijke blik waarmee hij me aankeek iets. Niet veel, maar genoeg. Mijn hand ging weer naar beneden en Seth draaide zich om, om naar de open kast boven het aanrecht te staren waar we de glazen bewaren. Die van mijn moeder staan op de bovenste plank, heel mooi Waterfordkristal, dat ik alleen maar op feestdagen gebruik,Daar stònden ze althans. Ze barstten uit elkaar toen Seth er naar keek, het ene na het andere, alle elf die nog over waren. Als kunsteenden in een schiettent. Toen ze. verdwenen waren, alle elf die nog over waren, keek hij me aan met een gemene, zelfvoldane grijns die hij wel eens lacht als je hem dwarszit en hij je ervoor laat boeten. De ogen in zijn kindergezicht waren pikzwart en op de een of andere manier heel erg oud.
Ik begon te huilen. Ik kon het niet helpen. Ik noemde hem een slechte jongen & zei dat hij weg moest gaan. Daardoor werd de grijns wat aarzelender. Hij vindt het sowieso niet leuk als hem gezegd wordt dat hij iets moet doen, maar dit vindt hij nog wel het ergste. Ik dacht dat hij me misschien mijzelf weer pijn zou laten doen, maar op dat moment stapte Herb tussen hem en mij in en zei hem hetzelfde, dat hij weg moest gaan en tot kalmte komen en dan pas terug mocht komen. Misschien dat we hem dan konden helpen om wat er ook maar mis was goed te laten komen.
Seth liep weg en nog voor hij de woonkamer door was gelopen en bij de trap was aangeland, wist ik al dat de andere weg, of zich aan het verwijderen was. Hij liep niet meer op die afschuwelijke stramme manier (wat Herb 'Seths Rooty-de-Robotloopje' noemt). Later konden we hem in zijn kamertje horen huilen.
Herb hielp me de scherven op te ruimen, waarbij ik de hele tijd als een idioot liep te janken. Hij probeerde me niet te troosten of me met zijn grapjes op te vrolijken.
Hij kan heel wijs zijn. Toen we daarmee klaar waren (geen van beiden liepen we een snee op, wat een wonder genoemd mag worden), merkte hij het voor de hand liggende op: dat Seth iets was kwijtgeraakt. Je meent het, Sherlock, zei ik. Wat was de eerste aanwijzing? Daar voelde ik me zo schuldig over dat ik hem omhelsde en hem zei dat het me speet, dat ik niet zo'n kreng wilde zijn. Herb zei dat hij dat wel wist en draaide toen dat stomme doopsgezinde blaadje om en schreef op de achterkant: 'Wat moeten we doen?'
Ik schudde mijn hoofd. Vaak durven we niet eens hardop tegen elkaar te praten, omdat we bang zijn dat hij meeluistert:- de niet-Seth, bedoel ik. Herbie verfrommelde het papier en gooide het in de afvalbak. Dat ging me nog niet ver genoeg. Ik haalde het er weer uit en scheurde het in snippers. Maar eerst keek ik nog eens naar het transpirerende, gemartelde gezicht op de voorkant, WELKOM IN DE HEL
Is dat Herb? Ben ik het? Ik zou graag zeggen van niet, maar soms voelt het wel zo aan. Heel vaak, om eerlijk te zijn. Waarom hou ik anders dit dagboek bij?
11 juni 1995
Seth slaapt. Uitgeput, misschien. Herbie is buiten in de tuin, overal aan het zoeken. Hoewel Seth daar volgens mij al gekeken heeft. In ieder geval weten we nu wat er weg is: zijn Dream Floater Power Wagon. Hij heeft al die MotoKops-rotzooi. actiefiguren, hk, Crisiscentrum, Cassies Feestkussen, de Power Wagon Kraal, twéé stunpistolen, zelfs 'zweefkussenlakens' voor op zijn bed. Maar van de Power Wagons houdt hij het meest. Het zijn busjes die op batterijen lopen, behoorlijk groot, heel erg futuristisch.
De meeste hebben vleugels die hij uit kan klappen door op een knopje aan de onderkant te drukken, en radarantennes die echt kunnen draaien op het dak (die op Cassie Styles' Dream Floater is in de vorm van een valentijnshart, en dat na zo'n dertig jaar praten over emancipatie en vrouwelijke rolmodellen voor meisjes. Daar ga je toch van over je nek), flitsende lichten, sirenegeluiden. ruimte-explosiegeluiden etc., etc.
Hoe dan ook, Seth kwam terug uit Californië met alle zes die momenteel in de handel zijn: de rode (Tracker Arrow), de gele (Justice Wagon), de blauwe (Freedom), de zwarte (Meatwagon, die is van de slechterik), de zilveren (de Rooty-Toot, kun je het je voorstellen dat iemand er daadwerkelijk voor betaald krijgt om deze nonsens te verzinnen) en die stomme roze, gereden door Cassie Styles, de grote liefde van ons jonge neefje. Eigenlijk is zijn verliefdheid best grappig & lief, maar er is niets grappigs aan wat er op dit moment hier aan de hand is: Seth's 'Dweem Fwoatah' is verdwenen en dit is allemaal een soort kwade luim.
Om zes uur vanmorgen werd ik wakker geschud door Herbie. Hij trok me het bed uit. Zijn hand was ijskoud. Ik vroeg hem wat er aan de hand was, wat er mis was, maar hij wilde het niet zeggen. Hij trok me alleen maar mee naar het raam & vroeg me of ik buiten iets kon zien. Ik begreep dat hij bedoelde of ik zag wat hij zag.
En dat zag ik. Het was Dream Floater, die een artdecoachtig uiterlijk heeft. Hij heeft wel iets weg van een voertuig uit de oude Batman-strips. Maar het was niet Sèths dream Floater, niet het stuk speelgoed. Dat is ongeveer zestig centimeter lang & misschien dertig centimeter hoog. Degene die we zagen was levensgroot, wel zo'n vier meter lang en twee meter hoog. Het dakluik stond gedeeltelijk open & de hartvormige radarantenne draaide in het rond, net zoeals in de serie.
'Allemachtig,' zei ik. 'Waar komt die vandaan?' Het enige dat ik kon bedenken, was dat hij op zijn stompe, inschuifbare vleugeltjes aan was komen vliegen. Het was net zoiets als opstaan en met je ogen nog halfdicht naar het raam lopen om te zien wat voor weer het is en dan een vliegende schotel in je tuin ziet staan. Ik was helemaal van de kaart. Het was net alsof ik door iemand in mijn buik was gestompt!
Toen hij me vertelde dat het er niet was, begreep ik eerst niet wat hij bedoelde, maar toen klom de zon iets hoger en besefte ik dat ik de populieren achter onze schutting er dwars doorheen kon zien. Hij was niet echt daar, maar tegelijkertijd was het er wel.
'Hij laat ons zien wat hij ons niet kon vertellen/ zei Herb.
Ik vroeg hem of Seth wakker was & Herb zei van niet, hij had al in zijn kamertje gekeken en hij was nog vast in slaap. Dat joeg onbeschrijflijke rillingen over mijn rug.
Want dat betekende dat we in onze pyjama's voor onsslaapkamerraam stonden te kijken naar de droom van ons neefje. Als een grote, roze zeepbel stond hij daar in onze achtertuin.
We stonden er misschien zo'n twintig minuten naar te kijken. Ik weet niet of we verwachtten dat Cassie Styles uit zou stappen of zo, maar er gebeurde helemaal niets. Het roze busje stond daar maar zo'n beetje te staan, met het dakluik gedeeltelijk omhoog & de radarantenne die draaide & toen begon het te vervagen tot het niet meer dan een wazige trilling was. Aan het eind kon je, als je het niet had gezien toen het duidelijker was, niet eens meer zeggen wat het was. We hoorden Seth opstaan en over de overloop lopen. Tegen de tijd dat de wc werd doorgetrokken, was het verdwenen.
Bij het ontbijt trok Herb zijn stoel naast die van Seth, zoals hij altijd doet wanneer hij echt met hem wil praten. In bepaalde opzichten denk ik dat Herb moediger is dan ik ooit kan zijn. Helemaal aangezien het Herb is die...
Nee, dat schrijf ik niet op.
Hoe dan ook, Herb brengt zijn gezicht vlak bij dat van Seth - zodat Seth wel naar hem moet kijken - & begint op zachte, innemende toon tegen hem te praten Hij zegt tegen Seth dat hij weet wat er aan de hand is waarom hij zo van streek is, maar dat hij zich geen zorgen hoeft te maken, omdat Cassies Power Wagon zonder twijfel in huis is of anders ergensin de tuin. We vinden hem wel, zegt hij.
De hele tijd was er niets aan de hand met Seth. Hij at zijn cornflakes & zijn gezicht veranderde niet van uitdrukking. Maar soms weet je gewoon dat hij het is en dat hij luistert en in ieder geval íets begrijpt. Toen zei Herb: 'En als we hem dan echt helemaal niet kunnen vinden, kopen we gewoon een nieuwe voor je,' & de pleuris brak uit.
Seths kom met cornflakes vloog door de kamer, zo dat alle melk en cornflakes op de keukenvloer terecht kwamen. Hij smakte tegen de muur en sloeg aan diggelen.
De la onder het fornuis vloog open en alles wat ik daarin bewaar - braadpannen, bakplaten, taartvormen - vloog eruit. De waterkranen gingen open. De vaatwasmachine zou niet aan kunnen gaan als de deur openstaat, maar dat deed hij wel en het water spoot over de vloer. De vaas die in de vensterbank achter de gootsteen staat vloog dwars door de keuken & sloeg tegen de muur aan scherven. Het engste was nog het broodrooster. Dat stond aan en er zaten een paar sneetjes in die ik roosterde om bij mijn jus te eten & plotseling werden de gleuven vuurrood, alsof het een fornuis was in plaats van een aanrechtapparaat. De hendel ging omhoog en de toost werd helemaal tot aan het plafond gelanceerd. Ze waren zwart en rookten en leken wel radioactief. Ze landden in de gootsteen.
Seth stond op en liep de keuken uit. Zijn stijve loopje.
Een paar seconden lang keken Herb en ik alleen maar naar elkaar & toen zei hij: 'Met een likje pindakaas is die toost waarschijnlijk nog prima te eten.' Aanvankelijk zat ik hem met open mond aan te staren, maar toen barstte ik in lachen uit. Daardoor werd hij ook aangestoken. We lachten tot we niet meer bijkwamen, met onze hoofden onder de keukentafel. Om te voorkomen dat hij ons kon horen, vermoed ik, wat nergens op slaat - Seth hoeft niet alles te kunnen horen om alles te weten. Ik ben er niet zeker van of hij gedachten kan lezen, maar het is wel iets in die geest.
Toen ik me eindelijk weer genoeg wist te beheersen om op te kijken, was Herb opgestaan en pakte hij de dweil onder de vaatwasser vandaan. Hij was nog steeds zo'n beetje aan het gniffelen en zijn ogen aan het afvegen.
Godzijdank dat hij er is. Ik stond op om de stoffer en blik te pakken om de gebroken vaas op te vegen.
'Ik neem aan dat hij nogal verknocht is aan zijn oude Dream Floater,' was het enige dat Herb zei. En wat viel er nog meer te zeggen? Daarmee was alles wel zo', beetje gezegd.
Het is nu drie uur 's middags en we hebben 'het hele gvd huis afgestruind', zoals mijn oude schoolvriendin Jan zou zeggen. Op zijn eigen merkwaardige wijze heeft Seth geprobeerd te helpen. Het brak mijn hart om te zien hoe hij de kussens op de bank omdraaide, alsof de verdwenen bus daar als een kwartje of een stuk pizza onder geschoven kon zijn. Toen Herb begon, was hij nog vol goede moed en zei dat het dig te groot &te felgekleurd was om zomaar weg te raken & ik dacht dat hij gelijk had. Om eerlijk te zijn denk ik nog steeds dat hij gelijk heeft, dus hoe komt het dat we het niet kunnen vinden? Vanwaar ik zit te schrijven, aan de keukentafel, kan ik Herb op zijn knieën met de hark onder de heg zien porren. Ik zou hem kunnen zeggen dat hij maar moet ophouden - het is al de derde keer dat hij daar kijkt - maar heb er het lef niet toe.
Geluiden boven. Seth die wakker wordt van zijn middagdutje, wat betekent dat ik hiermee moet ophouden. Het uit het zicht moet leggen. En ook moet proberen het uit mijn gedachten te bannen. Dat zou niet zo moeilijk hoeven zijn. Volgens mij heeft Seth meer succes bij het doorgronden van Herb dan van mij. Waarom weet ik niet, maar vertellen dat ik een dagboek bijhou.
Ik weet ook wel dat iedereen die dit dagboek zou lezen zou denken dat we gek zijn. Gek dat we hem bij ons houden. Er is iets mis met hem, ontzettend mis, en we weten niet wat het is. Wat we wel weten is dat het gevaarlijk is.
Dus waarom doen we het dan? Waarom gaan we ermee door? Ik weet het ook niet precies. Omdat we van hem houden? Omdat we in zijn macht zijn? Nee. Af en toe zijn er wel van dat soortdingen (zoals Herb die aan zijn eigen lip trektkt, of ik die mezelf sla), dingen die iets weghebben van een krachtige hypnose, maar niet zo vaak. Het grootste deel van de tijd is hij gewoon Seth, een kind dat in zijn eigen geest gevangen zit. En daarbij komt het dat hij het laatste stukje van mijn broer is.
Maar goed, afgezien daarvan heeft het gewoon te maken met liefde. En elke avond als Herb en ik gaan slapen, lees ik in de ogen van mijn man wat hij in mijn ogen moet kunnen lezenn - dat we weer een dag hebben doorstaan & dat als we het vandaag hebben doorstaan we het ook morgen wel zullen overleven. 's Nachts is het zo makkelijk om jezelf voor te houden en te denken dat het alleen maar een onderdeel is van Seths autisme en dat het niet zo erg is.
Voetstappen boven. Hij gaat naar de wc. Als hij klaar is, zal hij naar beneden komen en hoopt hij dat we zijn verdwenen speelgoed hebben teruggevonden. Maar wie zal het slechte neuws aanhoren? Seth, die alleen maar teleurgesteld zal kijken (en misschien een beetje zal huilen)? Of die andere, de stramme, die met dingen gaat gooien als hij zijn zin niet krijgt?
Ik heb erover gedacht om weer met hem naar de dokter te gaan. Uiteraard, natuurlijk. Ik ben ervan overtuigd dat Herb hetzelfde heeft gedacht... maar niet serieus.
Niet na de laatste keer. We waren er allebei bij & zagen allebei hoe die andere, die niet Seth, zich verborg. Hoe Seth het hem mogelijk maakt zich te verbergen; autisme is een verdomd groot schild. Maar het echte probleem is niet autisme. Het doet er niet toe wat alle dokters in de wereld zien of niet zien. als ik mijn gedachten ervoor openzet & alles waarop ik hoop & alles wat ik wens opzij zet, dan weet ik dat. Toen we met de dokter probeerden te praten, hem de ware reden van ons bezoek probeerden te vertellen, konden we het niet. Als iemand dit ooit leest, vraag ik me af of hij in staat zal zijn te begrijpen hoe afschuwlijk dat is, om iets te hebben wat aanvoelt alsof er een hand over de achterkant van je mond wordt gesloten, wat op wacht staat tussen je stembanden en je tong. WE KONDEN GODVERDOMME NIET EENS PRATEN.
Ik ben zo ontzettend bang.
Bang van die stramme, ja, maar ook bang van andere dinggen. Sommige daarvan kan ik niet eens onder woorden brengen, en sommige daarvan kan ik maar al te goed onder woorden brengen. Maar waar ik voorlopig het bangst van ben, is wat er met ons zal gebeuren als we Dream Floater niet kunnen vinden. Die roze klotebus. Waar kan dat kutding zijn? Als we hem nu maar vonden...