Hoofdstuk Vijf
Op Midwinternacht vierde Ardrin van Asturias zijn overwinning op de hertog van Hammerfell.
De winter was ongewoon mild, en de gasten kwamen van heinde en verre. De zoon van de hertog was er; heer Hammerfell had hem gestuurd om als pleegkind in het hof van Asturias te worden opgevoed - zo zei men althans. Iedereen, inclusief de jongen zelf, wist echter dat hij een gijzelaar was die de vrede tussen Hammerfell en Asturias moest waarborgen. Niettemin had koning Ardrin, die een vriendelijk man was, de jongen aan iedereen voorgesteld als zijn nieuwste pleegzoon, en het was duidelijk dat hij goed behandeld werd en van alles het beste kreeg. Of het nu om leraren en leraressen ging, om zwaardvechten of om taalonderwijs, hij kreeg zonder meer de opvoeding van een prins. Dezelfde opvoeding, bedacht Bard, terwijl hij naar het kind in zijn rijkversierde feestkledij keek, die hij zelf had gehad, naast Geremy Hastur en prins Beltran.
'Maar toch,' zei Carlina, 'heb ik medelijden met het kind, zo ver van huis. Jij was ouder, Bard. Jij was al twaalf, en zo groot als een volwassen man. Hoe oud is de jonge Garris - acht, of negen?'
'Acht, denk ik,' zei Bard, die bedacht dat zijn eigen vader had kunnen komen, of zijn jonge, wettige zoon Alaric had kunnen sturen als hij dat gewild had. Hij kon moeilijk beweren dat het weer te slecht was, en Alaric was oud genoeg om als pleegkind weggestuurd te worden.
'Wil je nog een keer dansen, Carlina?'
'Nee, nog niet, denk ik,' zei ze, terwijl ze zichzelf koelte toe wuifde met haar waaier. Ze droeg een groene japon, iets minder bewerkt dan de jurk die ze op Midzomer, tijdens haar verlovingsfeest, gedragen had; hij vond de kleur niet bij haar passen, ze zag er bleek en afgepeigerd uit.
Geremy kwam naar hen toe en vroeg: 'Carlie, je hebt nog niet met mij gedanst. Kom mee. Bard, je hebt haar nu lang genoeg voor jezelf gehouden, en Ginevra is er niet. Ze brengt de feestdagen bij haar moeder door, en ik weet zeker dat ze niet meer terug zal komen. Haar moeder heeft ruzie met koningin Ariël...'
'Schaam je, Geremy, om zo te roddelen,' zei Carlina terwijl ze hem plagend een tik met haar waaier gaf. 'Ik weet zeker dat mijn moeder en vrouwe Marguerida hun ruzie binnenkort wel weer bij zullen leggen, en dan is Ginevra zo weer terug bij ons. Bard, waarom dans je niet met een van de vrouwen van mijn moeder. Je kunt hier toch niet de hele avond naast mij blijven staan? Ik weet zeker dat er genoeg vrouwen zijn die graag zouden willen dansen met de banierdrager van de koning!'
Bard zei chagrijnig: 'De meeste vrouwen willen helemaal niet met mij dansen, ik ben veel te onhandig!'
'Maar we kunnen hier niet de hele avond blijven staan! Ga met vrouwe Dara dansen. Die is zo onhandig dat je naast haar zo gracieus zal lijken als een chieri, en als je op haar voeten stapt, merkt ze er niets van, want ze is zo dik dat ze haar voeten al twintig jaar niet gezien of gesproken heeft...'
'En dan zeg je tegen míj dat ik roddel, Carlie?' grinnikte Geremy, terwijl hij zijn pleegzuster bij de arm pakte. 'Kom, breda, dans met mij. Dus je wilt Bard nu al bevelen geven alsof hij je echtgenoot is?'
'Dat scheelt niet zo veel meer,' zei Carlina lachend. 'Ik denk dat we nu al het recht hebben om elkaar te commanderen!' Ze lachte vrolijk naar Bard en liep weg aan Geremy's arm.
Bard volgde haar advies niet op, en ging ook niet op zoek naar de onelegante vrouwe Dara om met haar te dansen. Hij ging naar het buffet en schonk zichzelf een glas wijn in. Koning Ardrin en een groep van zijn raadslieden stonden daar, en ze vroegen Bard vriendelijk om bij hen te komen staan.
'Een goed festival gewenst, pleegzoon!'
'En u, oom,' zei Bard - hij noemde de koning alleen 'pleegvader' als er geen vreemden bij waren.
'Ik heb heer Edelweiss hier verteld wat jij me vertelde over dat dorpje in de buurt van Morays Molen,' zei de koning. 'Het is een chaos en een anarchie dat zoveel mensen daar geen behoorlijke heer hebben. Als ieder klein dorpje zichzelf onafhankelijk verklaart en zijn eigen wetten gaat maken, dan zijn er straks overal grenzen en kan een man geen halve dag rijden zonder steeds weer een nieuwe regelgeving en nieuwe wetten te moeten kennen!'
'Die jongen heeft een goed stel hersens,' zei heer Edelweiss, een grijzende man gekleed als een dandy, en achter Bards rug hoorde hij de oude man zeggen: 'Het is jammer dat uw oudste zoon niet een dergelijk talent voor strategie en strijdkunst heeft. Laten we hopen dat hij wel verstand heeft van regeren, anders heeft die jongen daar straks het koninkrijk in handen voor hij vijfentwintig is!'
Koning Ardrin zei stijfjes: 'Bard is Beltrans toegewijde pleegbroer; ze zijn bredin, ik hoef niet bang te zijn dat Bard Beltran ooit iets aan zal doen!'
Bard beet bezorgd op zijn lip. Hij en Beltran hadden nauwelijks twee
woorden met elkaar gewisseld sinds de veldslag en de nacht erna; vanavond had Beltran hem geen midwinter-geschenk gegeven, hoewel hij zelf zorgvuldig een ei van zijn beste jachtvalk naar de prins had laten sturen, dat door de hen van het paleis zou worden uitgebroed. Het was een zorgvuldig gekozen, gul geschenk, een waarvoor hij normaal gesproken vreugdevol bedankt zou worden door zijn pleegbroer. Maar het leek wel of Beltran hem uit de weg ging.
Weer vervloekte Bard zichzelf voor zijn eigen domheid, die de oorzaak was van zijn ruzie met Beltran. De rauwe wond van zijn eigen frustratie, de gedwongen scheiding van Melora - want die avond had hij geweten dat zij net zo naar hem verlangde als hij naar haar - had hem zo overgevoelig gemaakt dat hij Beltran had gekwetst, gewoonweg omdat de jongen op dat moment een beschikbaar doelwit was om zijn eigen frustraties op te botvieren. Hij had in plaats van te schelden de kans aan moeten grijpen om zijn eigen band met de jonge prins nog te versterken. Verdorie, hij miste hun vriendschap! Welnu, in ieder geval had Beltran nog niet geprobeerd om Geremy tegen hem op te zetten... hoopte hij althans. Het was moeilijk te raden wat er in het hoofd van Geremy, met zijn sombere, gesloten gezicht, omging, hoewel het natuurlijk ook gewoon kon komen omdat Geremy Ginevra miste, hoewel Bard dat moeilijk te geloven vond. Ze waren niet verloofd, en Ginevra was niet edel genoeg van geboorte om een geschikte bruid te zijn voor de erfgenaam van Hastur van Carcosa.
Misschien moest hij vanavond Beltran zien te vinden, zich verontschuldigen en zijn pleegbroer uitleggen waarom hij zo scherp was geweest... Zijn eigen gekwetste trots kromp ineen bij de gedachte alleen al, maar een ernstige, niet bijgelegde ruzie met de prins kon zijn eigen loopbaan schaden, en als een aantal van de raadsmannen van de koning zich nu al openlijk afvroeg of Bard misschien gevaarlijk dicht bij de troon stond - als oudste zoon van de broer van de koning - dan moest hij ervoor zorgen dat Beltran hem niet als een bedreiging ging zien!
Maar voordat hij zijn voornemen uit kon voeren, klonk er een vrolijke stem achter hem. 'Een goed festival gewenst, Dom Bard.'
Bard draaide zich om naar de oudere laranzu. 'En u ook, meester Gareth. Dames,' zei hij met een buiging naar Mirella, die er adembenemend mooi uitzag in haar lichtblauwe gedrapeerde japon, en Melora, die een laag uitgesneden groene jurk droeg met een hoog opstaande kraag; haar jurk was geknipt alsof hij voor een zwangere vrouw bedoeld was, en ze zag er inderdaad wel zwanger uit met haar zware lichaam. Maar de kleur stak prachtig af tegen haar gave huid en maakte dat haar rode haren leken te gloeien.
'U danst niet, meester Gareth?'
De oude man schudde zijn hoofd, met een spijtige glimlach. Hij zei: 'Dat kan ik niet,' en Bard zag dat hij op een stevige stok leunde. 'Een souveniertje van het gevecht met de Dorrelanders.'
'Maar een dergelijke wond zou toch allang genezen moeten zijn?' vroeg Bard ongerust, en hij haalde zijn schouders op.
'Ik denk dat de dolk giftig was; als er niet vele anderen mee waren gestoken in het gevecht, dan was ik het been nu kwijt geweest,' zei meester Gareth. 'Het is nooit helemaal genezen, en ik begin te vrezen dat dit ook niet meer zal gebeuren. Zelfs met laran is het niet gelukt. Maar de wond weerhoudt mij er niet van om van het festival te genieten,' zei hij, waarmee hij het onderwerp beleefd ter zijde schoof.
De jonge zoon van de hertog van Hammerfell kwam naar hen toe en zei verlegen: 'Wilt u met me dansen, vrouwe Mirella?'
Ze keek naar haar voogd om hem om toestemming te vragen - Mirella was nog te jong om op openbare bals te dansen met jongens die geen familie van haar waren - maar het was duidelijk dat meester Gareth de jongen niet als een mogelijk gevaar zag; ze waren duidelijk allebei nog kinderen. Hij gebaarde dat het goed was, en ze liepen samen weg - de jongen was een stuk kleiner dan Mirella, zodat ze een nogal vreemdsoortig danspaar vormden.
Bard zei tegen Melora: 'Wil je mij de eer doen, Melora?'
Meester Gareth trok even een wenkbrauw op toen hij hoorde dat Bard haar naam zo vrij en informeel gebruikte, maar zijzelf zei: 'Graag,' en stak een hand uit. Bard bedacht dat ze waarschijnlijk een aantal jaren ouder was dan hijzelf, en was verbaasd dat ze nog niet getrouwd of verloofd was.
Nadat ze een paar maten gedanst hadden, vroeg hij het haar, en ze zei: 'Ik ben met een gelofte gebonden aan de Toren van Neskaya. Ik heb enige tijd in Dalereuth geleefd; maar zij wilden dat we klitvuur maakten, en ik ben heel sterk van mening dat wij - dat leroni neutraal dienen te zijn in oorlogen. Dus heb ik me verbonden aan Neskaya, waar de Leider heeft beloofd dat ze in alle oorlogen in de Domeinen neutraal zullen blijven.'
'Dat lijkt me een onverstandige keuze,' zei Bard. 'Als we moeten vechten, waarom zouden de leroni dan een uitzonderingspositie verdienen? Ze hoeven nu al geen wapens te dragen, ook niet in de strijd. Moet het dan zo zijn dat zij in vrede leven terwijl de rest van ons zijn leven waagt op het slagveld?'
'Iemand moet toch de eerste zijn die de strijd om de vrede begint,' zei Melora. 'Ik heb met Varzil gesproken, en ik vind hem een groot man.'
Bard haalde zijn schouders op. 'Een misleide idealist, en meer niet,' zei hij. 'Ze zullen de Toren van Neskaya boven jullie hoofden afbranden, en doorgaan met oorlogvoeren. Ik hoop alleen, vrouwe, dat u gespaard zult blijven als zij ten onder gaan.'
'Dat hoop ik ook,' zei ze, en ze dansten zwijgend verder. Ze was uitzonderlijk lichtvoetig, en bewoog als een zuchtje wind.
Hij zei: 'Je bent mooi als je danst, Melora. Wat vreemd, toen ik je voor het eerst zag, vond ik je allesbehalve mooi.'
'En nu ik je goed bekijk, zie ik een knappe man,' zei ze. 'Ik weet niet hoeveel je hebt gehoord over leroni, maar ik ben een telepaat, en ik kijk niet veel naar het uiterlijk van mensen. Ik had er geen idee van of je blond of donker was, toen ik je sprak tijdens de veldtocht. En nu ben je de banierdrager van de koning, een knappe man en alle vrouwen zijn jaloers omdat je niet vaak danst.'
Uit de mond van iedere andere vrouw, dacht Bard, zou dit ongelooflijk onecht hebben geklonken, alsof ze met hem wilde flirten. Zoals Melora het zei, klonk het eenvoudig, alsof ze een simpel feit constateerde.
Ze dansten zwijgend, en de sympathie tussen hen begon weer op te bloeien. In een afgelegen hoekje van de zaal trok hij haar tegen zich aan en kuste haar. Ze zuchtte en stond de kus toe, maar trok zich toen met enige spijt van hem terug.
'Nee, mijn lief,' zei ze zacht. 'Laten we niet zo ver gaan dat we niet als vrienden, en niet meer dan vrienden, uit elkaar kunnen gaan.'
'Maar waarom niet, Melora? Ik weet dat jij het net zo voelt als ik, en nu hebben we geen last meer van de complicaties die er net na de veldslag waren...'
Ze keek hem recht in de ogen. Ze zei: 'Wat we toen hadden kunnen doen, als we de gelegenheid hadden gehad, nog opgewonden na de strijd en het gevaar, staat los van al het andere; nu, in alle rust, weten jij en ik dat het niet kan. Jij bent hier met je verloofde; prinses Carlina is uiterst vriendelijk voor mij geweest. Ik wil haar niet beledigen, zo onder haar ogen. Bard, je weet dat ik gelijk heb.'
Hij wist het, maar in zijn gekwetste trots wilde hij dit niet toegeven. Hij gooide haar nijdig voor de voeten: 'Wat voor een man, behalve dan een sandaaldrager, zou alleen maar een vriend willen zijn voor een vrouw?'
'O, Bard,' zei ze hoofdschuddend. 'Ik denk dat jij uit twee aparte mannen bestaat! Een is harteloos en gemeen, vooral tegenover vrouwen, en geeft er niets om een ander pijn te doen! De ander is de man die ik gezien heb, de man van wie ik hou - hoewel ik vanavond niet je bed zal delen, en daarna ook niet,' voegde ze er op ferme toon aan toe. 'Maar ik hoop met heel mijn hart, voor Carlina, dat je bij haar altijd die andere man zult zijn. En die man zal ik de rest van mijn leven liefhebben.' Ze drukte even zijn hand en draaide zich om, waarna ze snel verdween in de menigte van dansers.
Bard bleef alleen achter, rood van woede. Hij probeerde haar groene vorm te volgen tussen de dansers door; maar ze was zo totaal verdwenen dat het leek alsof ze in rook was opgegaan. Hij voelde de vreemde prikkeling van laran en vroeg zich af of ze een of andere onzichtbaarheidsspreuk had gebruikt. Hij wist dat er leroni waren die dat konden. Hij was woedend, en zijn trots was enorm gekwetst.
Vette, stomme koe, ze had hem waarschijnlijk betoverd om te maken dat hij zo naar haar verlangde, want geen enkele man had ooit eerder naar haar gekeken... Wel, Varzil van Neskaya mocht haar hebben, vervloekt was hij, en hij hoopte dat de Toren boven hun hoofden zou afbranden! Hij ging terug naar het buffet en dronk nijdig een glas wijn, en nog een, hoewel hij wist dat hij dronken begon te worden en dat koning Ardrin, die zelf weinig dronk, daar niet blij mee zou zijn.
Ook Carlina vond het niet prettig; toen ze hem weer tegemoetkwam, sprak ze met een zacht verwijtende stem.
'Bard, je hebt meer gedronken dan goed voor je is.'
'Ben je van plan mij nu al onder de plak te krijgen, nog voor het huwelijk?' snauwde hij.
'O, liefste, praat niet zo,' zei ze, blozend tot aan de hals van haar groene jurk. 'Maar mijn vader zou er ook boos om worden. Je weet dat hij er een hekel aan heeft als een van zijn jonge officieren zoveel drinkt dat hij zich niet meer weet te gedragen.'
'Heb ik dan al iets onbehoorlijks gedaan?' vroeg hij.
'Nee,' gaf ze toe, met een lichte glimlach, 'maar beloof me dat je niet meer zult drinken, Bard.'
'A ves ordres, domna,' gaf hij toe, 'maar alleen als je met me danst.'
De volgende dans was er weer een voor paren, en aangezien ze een verloofd stel waren, kon hij haar stevig tegen zich aan drukken, in plaats van de normale, beleefde afstand te bewaren. Hij zag dat Geremy het speciale privilege had om met de koningin te dansen, en hij bewaarde zeker een uitermate beleefde afstand! Beltran had er (waarschijnlijk op verzoek van Carlina) voor gekozen met de onelegante vrouwe Dara te dansen. Ook zij bewoog zich gracieus, net als Melora. Konden alle dikke vrouwen dan zo goed dansen? Verdorie, hij wilde niet meer aan Melora denken! Wat hem betreft danste ze met alle duivels van Zandru's hel tegelijk! Hij trok Carlina heftig tegen zich aan en voelde haar magere, knokige lichaam. Een man zou zich kunnen bezeren aan al die botten!
'Niet zo hard, Bard, je doet me pijn...' protesteerde ze. 'En het is niet zoals het hoort...'
Schuldbewust liet hij haar los. Hij zei: 'Ik zou je nooit pijn willen doen, Carlie. Ik zou iedereen op de wereld pijn kunnen doen, behalve jou.'
De dans was voorbij. De koning en koningin, evenals de meeste oudere, waardige dames en heren van de hofhouding, trokken zich terug zodat hun aanwezigheid de jongeren er niet van zou weerhouden om door te feesten. Hij zag dat dc jonge zoon van Hammerfell meegenomen werd door zijn gouvernante, en dat ook de knappe Mirella in haar mantel werd geholpen door meester Gareth. Koning Ardrin hield een kleine redevoering en wenste de jongelui een goede voortzetting, met zijn toestemming om, als ze dat wilden, door te gaan met dansen tot de zon weer opkwam.
Carlina stond naast Bard en keek haar vertrekkende ouders glimlachend na. Ze zei: 'Vorig jaar moest ik ook om middernacht weg, samen met de kinderen. Dit jaar denken ze waarschijnlijk dat ik als verloofde vrouw geen gevaar loop, aangezien mijn verloofde me kan beschermen.' Ze glimlachte vrolijk.
Bard wist dat de midwinterfeesten soms inderdaad wat aan de ruwe kant werden. In ieder geval waren ze een stuk luidruchtiger als de ouderen en de kleine kinderen vertrokken waren; er werd meer gedronken, er werden spelletjes gespeeld waarbij heftig gezoend moest worden, en de dansen werden wilder en minder gezapig. Naarmate het later begon te worden, verdwenen meer en meer stelletjes in de galerijen en zijgangen. Op een gegeven moment zagen Bard en Carlina, toen ze al dansend langs een lange gang kwamen, een stelletje dat elkaar zo innig vasthield dat Carlina haar ogen afwendde. Bard leidde haar echter een andere gang in.
Hij mompelde: 'Carlina, we zijn verloofd. Ik denk dat de meeste stelletjes die verloofd of bijna verloofd zijn ondertussen een plekje hebben gezocht om alleen te zijn...' Hij trok haar in zijn armen en hield haar stevig vast. 'Je weet wat ik van je wil, mijn aanstaande echtgenote. Het is Midwinter, we zijn verloofd, waarom maken we het nu niet af, aangezien de wet het toestaat?' Zijn mond sloot zich rond de hare; toen ze zich loswurmde om adem te halen, mompelde hij: 'Zelfs je vader zou niet kunnen protesteren!'
Ze zei zacht: 'Bard, nee, nee!' Hij voelde dat ze in paniek raakte, maar ze sprak zachtjes en probeerde wanhopig haar kalmte te bewaren.
'Ik heb mezelf neergelegd bij dit huwelijk, Bard. Ik zal mijn vaders wil gehoorzamen, dat beloof ik je. Maar niet... niet nu.' Hij voelde dat ze haar best deed om haar afkeer en walging te onderdrukken, en dat deed hem pijn. 'Geef me de tijd. Niet nu... niet vanavond...'
Het leek wel alsof hij weer de dreigende woorden hoorde die Beltran hem voor de voeten had geworpen: er zullen rozen groeien in Zandru's negende hel voordat jij Carlina in je bed zult krijgen!
Hij snauwde: 'Heeft Beltran zijn bedreigingen uitgevoerd?'
Melora had hem ook al geweigerd, hoewel ze hem nog geen veertig dagen eerder graag gehad had. Melora was een telepaat, ze wist vast alles af van zijn ruzie met Beltran. Ze wist dat Beltran de koning tegen hem op zou zetten; het zou Melora's belangen schaden om een relatie te beginnen met een hoveling die weldra misschien niet langer de goedkeuring van de koning had... Beltran had Melora tegen hem opgezet, en Carlina ook...
Carlina zei met trillende stem: 'Ik weet niet waar je het over hebt, Bard. Heb je ruzie gehad met mijn broer?'
'En als dat zo is, zou jij dan van gedachten veranderen over mij?' vroeg hij bitter. 'Dus jij bent net zoals alle andere vrouwen, je wilt met me spelen alsof ik een pop ben in plaats van een man! Je bent mijn verloofde, dus waarom deins je steeds achteruit alsof ik je wil verkrachten?'
'Je zei zojuist,' zei ze, terwijl ze naar hem opkeek met een bitterheid die minstens zo sterk was als de zijne, 'dat je me nooit pijn zou willen doen. Geldt dat dan alleen als ik alles doe wat je wilt? Denk je dat het geen verkrachting zou zijn omdat ik je verloofde ben? Ik hou van je als een pleegbroer en vriend, en als de godin ons genadig is, zal er een dag komen dat ik van je zal houden als de echtgenoot die mijn vader voor me heeft uitgekozen. Maar die tijd is nog niet gekomen; er is mij beloofd dat ik tot midzomer de tijd heb. Bard, ik smeek je, laat me los!'
'Zodat je vader genoeg tijd heeft om van gedachten te veranderen? Zodat Beltran hem tegen mij op kan zetten, en kan zorgen dat zijn vriendje met jou trouwt?'
'Hoe durf je zo over Geremy te praten?' vroeg ze nijdig, en op de een of andere manier was de klank van die naam voldoende om Bard zijn laatste restje zelfbeheersing te doen verliezen.
'Dus je maakt je druk over zijn eer, die ombredin, dat watje...'
'Praat niet zo over mijn pleegbroer!' zei ze woest.
'Ik praat zoals ik wil, en er is geen vrouw die me kan tegenhouden,' gromde hij.
'Bard, je bent dronken. Dit ben jij niet zelf, dit is de wijn,' zei ze, en zijn eigen woede vlamde op en legde de laatste restjes van zijn zelfbeheersing in de as. Hij had Melora laten gaan uit respect voor Carlina! Hoe durfde ze hem dan nu te weigeren, alsof hij niets voor haar betekende? Hij was niet van plan om twee keer op dezelfde avond een blauwtje te lopen door de belachelijke scrupules van een vrouw! Hij trok haar mee de hal door, greep haar zo hard vast dat ze een kreet van pijn slaakte en dwong zijn lippen op de hare. Ze worstelde uit alle macht, maar hij trok zich er niets van aan. Een mengeling van woede en verlangen had zich van hem meester gemaakt; voor de tweede keer op dezelfde avond had een vrouw die hij wilde hebben, en op wie hij recht meende te hebben, hem afgewezen, en deze keer zou hij niet als een mak schaap toegeven aan haar grillen, maar haar gewoon zijn wil opleggen! Verdomme, ze was zijn vrouw, en vannacht wilde hij haar hebben - met haar goedkeuring als het kon, maar anders gewoon zonder! Ze worstelde in zijn armen, met groeiende paniek, maar dat wond hem alleen maar nog meer op.
'Bard, nee, nee,' smeekte ze, snikkend. 'Niet zo, niet op deze manier... alsjeblieft...'
Hij hield haar stevig vast, hoewel hij wist dat hij haar pijn deed. 'Kom dan mee naar mijn kamer! Dwing me niet om je met geweld mee te slepen, Carlina!' Hoe kon ze nu onverschillig blijven onder die razende golf van verlangen in hem? Op de een of andere manier moest hij zorgen dat zij ook begreep hoe hij zich voelde, dat ze hetzelfde voelde als hij! Wat hij wilde, was dat zij net zo naar hem zou verlangen als hij naar haar, dat haar eigen verlangen en hartstocht even groot werden als de zijne. In plaats daarvan worstelde ze en vocht ze alsof ze een klein kind was dat niet eens begreep wat hij van haar wilde!
Een hand kwam neer op zijn schouder en trok hen uiteen.
'Bard, ben je dronken, of ben je gek geworden?' vroeg Geremy, terwijl hij hem ontzet aankeek. Carlina verborg haar gezicht in haar handen en snikte het uit van opluchting en schaamte.
'Verdomme, hoe durf jij je ermee te bemoeien, slappeling...'
'Carlina is mijn pleegzus,' zei Geremy. 'Ik zal niet toestaan dat ze op een feest wordt verkracht, zelfs niet door haar aanstaande echtgenoot! Bard, in naam van alle goden, steek je hoofd in het koude water en verontschuldig je tegenover Carlina, dan praten we nergens meer over; en zorg dat je volgende keer ophoudt met drinken voordat je je zelfbeheersing verliest!'
'Vervloekte...' Bard kwam woedend, met gebalde vuisten, op Geremy af; Beltran greep hem van achteren beet. Hij zei: 'Nee, Bard, je laat het. Carlina, jij hebt hier niet om gevraagd, wel dan?'
Ze snikte 'Nee, natuurlijk niet,' en Bard zei nijdig: 'Ze is mijn verloofde! Ze had helemaal het recht niet om me zo af te wijzen... Je hebt haar toch niet horen gillen, of wel? Welk recht heb jij om aan te nemen dat ze mij niet wil? Ze vond het helemaal niet erg, totdat jullie je ermee kwamen bemoeien!'
'En dat is een leugen,' zei Beltran woest. 'Want iedereen in de zaal met maar het kleinste beetje laran heeft haar mentaal horen gillen! Ik zal zorgen dat mijn vader dit te weten komt! Verdomde bastaard, om te proberen met geweld te nemen wat je niet krijgen kunt...'
Bard trok zijn dolk. De groene juwelen schitterden in het licht. Hij zei zacht, tussen zijn tanden: 'Jij klein bemoeizuchtig schandknaapje, welk recht heb jij om je te bemoeien met zaken waar je geen verstand van hebt? Ga uit de weg...'
'Nee!' Geremy pakte hem bij de pols. 'Bard, je bent gek geworden! Om een wapen te trekken op Midwinter, en nog wel tegenover je prins! Beltran, hij is dronken, luister niet naar wat hij zegt! Bard, ga weg en zorg dat je ontnuchtert, dan beloof ik dat de koning hier geen woord over zal horen...'
'Dus jij bent ook al tegen mij, smerige knapenversierder, jij en die schandknaap van je,' riep Bard, terwijl hij naar voren sprong. Geremy probeerde opzij te stappen om de dolk te ontwijken, maar Bard, die nu helemaal buiten zinnen was, sprong boven op hem en ze vielen samen op de grond. Geremy draaide tot hij zijn eigen dolk kon pakken. Hij bleef doorpraten: 'Bard, nee, pleegbroer, nee...' maar Bard hoorde hem niet eens meer, en Geremy wist dat het er nu op aan kwam om hem met kracht te overmeesteren, anders zou Bard hem doden. Ze hadden vroeger, als jongens, ook wel gevochten, maar nog nooit met echte wapens, zoals nu. Bard was veel sterker dan hij. Hij ging rechtop zitten, probeerde de dolk opzij te duwen en een knie tussen zijn lichaam en Bards wapen te krijgen. Hij voelde zijn eigen mes dwars door Bards arm heen gaan, door het leer tot in het vlees; het volgende moment drong Bards dolk diep in het vlees van zijn bovenbeen, bij zijn kruis. Hij krijste van pijn en voelde het been onmiddellijk gevoelloos worden.
Op dat moment verschenen er een stuk of zes soldaten van de koning die hen uit elkaar trokken, en Bard, die abrupt ontnuchterd was door de stroom van adrenaline, alsof er een emmer koud water over hem heen gegooid was, staarde naar Geremy die in helse pijnen over de grond rolde.
'Zandru's hellen! Bredu...' smeekte hij, terwijl hij naast zijn pleegbroer op zijn knieën viel. Hij wist echter dat Geremy hem niet meer kon horen. Carlina lag snikkend in Beltrans armen.
Beltran zei tegen een van de soldaten: 'Breng mijn zuster naar haar vertrekken en zorg dat je haar bedienden naar haar toe stuurt; ga dan mijn vader wakker maken, op mijn verantwoordelijkheid.'
Hij viel op zijn knieën naast Geremy neer en duwde Bard opzij. 'Raak hem niet aan, jij! Je hebt genoeg gedaan! Geremy, mijn broer, zeg iets tegen mij, alsjeblieft...' Hij snikte, en Bard hoorde de angst in zijn stem. Maar Geremy had te veel pijn om nog iets te kunnen horen.
Een van de soldaten pakte Bard ruw vast en nam hem zijn dolk af. 'Vergif,' zei hij. 'Een Dorrelandse dolk.' En pas toen drong de afschuwelijke waarheid tot Bard door. Hij had zich tot dat moment helemaal niet gerealiseerd dat hij die dolk had gedragen. De kleinste wond van een Dorrelandse dolk, in gif gedoopt, zoals deze, had ervoor gezorgd dat meester Gareth waarschijnlijk voor de rest van zijn leven kreupel zou blijven. En hij had Geremy, in zijn woede, een diepe beenwond toegebracht. Geschokt, te ontzet om te kunnen spreken, liet hij zich meevoeren door de soldaten, die hem arresteerden en gevangenzetten.
Hij kreeg veertig dagen huisarrest, en niemand kwam hem opzoeken. Hij had ruim de tijd om spijt te krijgen van zijn onbesuisde optreden, zijn dronkemanswoede; maar er waren ook momenten dat hij Carlina overal de schuld van gaf. Soldaten brachten hem voedsel, en vertelden dat Geremy een week lang had liggen ijlen, meer dood dan levend; maar ze hadden een laranzu laten komen uit Neskaya, en die had zijn leven weten te redden, en zelfs zijn been. Maar dat been, zeiden ze, was misvormd geraakt door het gif. Het was korter en zwakker geworden, en waarschijnlijk zou hij nooit meer normaal kunnen lopen.
In een koude golf van paniek vroeg Bard zich af wat ze met hem zouden doen. Het was al erg genoeg dat hij een wapen had getrokken op het midwinterfeest. Een pleegbroer verwonden, zelfs als het in spel was, was een ernstig vergrijp. Beltran had ooit Bards neus gebroken, tijdens een van hun spelletjes, en hij had van hun leraren een flink pak slaag gekregen, prins of geen prins, was gedwongen geweest om zich tijdens het avondeten ten overstaan van het hele huishouden van de koning te verontschuldigen en had in opdracht van de koning zijn beste havik en zijn beste mantel aan Bard moeten geven, ter compensatie. Die mantel had hij nog steeds.
Hij probeerde de soldaat die hem bewaakte om te kopen om een brief naar Carlina te brengen. Als zij voor hem zou willen spreken.... Zij was zijn enige hoop. Het minste wat hij kon verwachten, was een jaar ballingschap en het verlies van zijn positie in de ogen van de koning. Ze konden zijn huwelijk met Carlina niet ongedaan maken, maar ze konden het hem wel moeilijk maken. Als Geremy gestorven was, had het hem minimaal drie jaar ballingschap en een flinke som bloedgeld voor Geremy's familie gekost. Maar Geremy was niet gestorven.
De soldaat weigerde echter botweg, met de opmerking dat de koning iedere vorm van briefwisseling met de gevangene verboden had.
Helemaal alleen, op zichzelf aangewezen, zat Bard te piekeren. Het duurde niet lang of zijn spijt was volledig weggevaagd door een gevoel van diepe verbittering. Het was allemaal de schuld van Melora; als zij hem niet geweigerd had, zou hij zijn woede en frustratie niet op Carlina afgereageerd hebben, en dan had hij Carlina dat extra halfjaar kunnen geven dat ze zo graag wilde. Melora had hem gek gemaakt en hem toen afgewezen, de sloerie!
En dan Carlina! Ze had gezegd dat ze van hem zou gaan houden als echtgenoot, om hem daarna op die manier af te wijzen! En hoe durfden Geremy en Beltran, die vervloekte ombredin-y, zich ermee te bemoeien! Beltran was jaloers, vervloekt was hij, omdat Bard hem geweigerd had, en had zijn minnaar op hem afgestuurd... Het was allemaal hun schuld, hij had niets misdaan!
De woede deed alle spijt verdwijnen, en maakte hem hard. Tot er een dag kwam, terwijl de zachte lenteregen over de kasteeldaken vloeide en het buiten begon te dooien, dat er twee soldaten zijn kamer in kwamen, die zeiden: 'U kunt zich maar beter aankleden, Dom Bard; de koning heeft u laten ontbieden.'
Bard stak zich zorgvuldig in zijn beste kleren, schoor zich en vlocht zijn haar, met het rode koord. Als de koning dat koord zag, zou hij zich misschien herinneren hoe Bard hem van dienst geweest was in het verleden, en hoe lang hij hem al diende. Als hij de zoon van de koning had verminkt of gedood, wist hij, had niets hem meer kunnen redden; dan zou hij geluk hebben als hij een snelle dood kreeg en niet werd gevierendeeld. Maar Geremy was een gijzelaar, de zoon van een van de vijanden van de koning...
Geremy was de pleegzoon en zijn eigen pleegbroer. Die redenering ging dus niet op.
Hij liep rechtop, bijna uitdagend, de troonzaal binnen, zonder zijn blikken neer te slaan voor wie dan ook van de aanwezigen. Carlina zat daar ook, tussen de hofdames van de koningin. Ze zag er mager en bleek uit, haar haren achterover gekamd tot een klein knotje en haar ogen groot en bang. Beltran keek weerspannig en woest, en wilde Bard niet aankijken. Bards blik zocht Geremy. Hij was er ook, op krukken, en Bard zag dat zijn gewonde been nog altijd in een pantoffel gehuld was, en niet in een laars, en dat Geremy die voet ook niet op de grond zette.
Hij voelde een brok in zijn keel. Hij had Geremy geen kwaad willen doen. Verdomme, waarom had Geremy zich er niet buiten gehouden, waarom hadden ze erop gestaan zich te bemoeien met iets dat alleen Bard en zijn verloofde aanging?
Koning Ardrin zei: 'Welnu, Bard mac Fianna, wat heb je voor jezelf te zeggen?' De naam van de bastaard - die van zijn onbekende moeder, niet 'di Asturiën', zoals hij beleefdheidshalve werd genoemd - betekende niet veel goeds.
Bard knielde voor zijn pleegvader neer. Hij zei: 'Alleen dit, oom, dat ik zelf dit gevecht niet gewild heb, maar dat het mij is opgedrongen. En dat ik u vijf jaar gediend heb, en ik denk zelf dat ik goed gediend heb. Met uw eigen handen heeft u mij na de slag in de Sneeuwvallei het rode koord geschonken. Ik heb klitvuur veroverd voor uw legers. Ik hou veel van mijn pleegbroer en heb hem nooit kwaad willen doen. Ik zweer dat ik niet wist dat de dolk giftig was.'
'Hij liegt,' zei Beltran emotieloos. 'We hebben er zelfs grapjes over gemaakt, dat hij nu bredin was met een Dorrelander, en hij had vrouwe Melora, de leronis, horen zeggen dat haar vaders wond door gif was aangetast.'
'Ik was vergeten dat ik mijn eigen dolk niet droeg,' protesteerde Bard nijdig. 'Oom, ik geef toe dat het verkeerd van me was om een wapen te trekken tijdens het feest. Daarin ben ik schuldig; maar Geremy daagde me uit! Heeft prins Beltran niet gezegd dat hij gewoon jaloers was?'
Koning Ardrin zei: 'Was Geremy de eerste die een dolk trok?'
'Nee, oom,' zei Bard, terwijl hij zijn hoofd liet hangen, 'maar ik zweer dat ik niet wist dat de dolk giftig was; ik was het vergeten. En ik was dronken; als ze eerlijk waren, hebben ze dat ook gezegd. Zij pakten mij ruw vast, en ik heb de dolk getrokken uit zelfverdediging. Ik wilde niet als een slaaf worden afgeranseld, en zij waren met zijn tweeën!'
'Geremy,' vroeg de koning, 'hebben jij en Beltran Bard als eerste vastgepakt? Ik wil de waarheid horen, en niets dan de waarheid.'
'Dat is zo, oom,' zei Geremy. 'Maar hij hield Carlina vast op een manier die zij niet prettig vond, en Beltran en ik wilden niet dat ze mishandeld werd, of zelfs verkracht.'
'Is dat waar, Bard?' De koning keek hem verrast en ontzet aan. Hij zei: 'Dit deel van het verhaal hebben ze mij tot nu toe bespaard! Ben je zo ver buiten je boekje gegaan dat je Carlina hebt lastiggevallen omdat je dronken was?'
'Wat dat betreft,' zei Bard, die alle voorzichtigheid liet varen nu hij terugdacht aan zijn woede, 'Carlina is mijn verloofde, en zij hebben het recht niet zich ermee te bemoeien! Beltran heeft zich er vreselijk druk over gemaakt, omdat hij jaloers is en Carlina liever ziet trouwen met zijn bredu hier, zodat ze nog dichter bij elkaar komen te staan! Hij is jaloers omdat ik beter vecht, beter oorlog kan voeren, en beter met vrouwen overweg kan... hij zou niet weten wat hij moest doen met een vrouw als hij met haar alleen was! En waar was Beltran toen ik u verdedigde in de Sneeuwvallei, oom?'
Hij wist dat dit een stoot onder de gordel was; Ardrin van Asturias kromp in elkaar en wierp een nijdige blik op zijn zoon, en keek toen van zijn ene pleegzoon naar de andere.
'Vader,' zei Beltran, 'is het niet duidelijk dat hij van plan is het koninkrijk van u af te nemen, om Carlina te nemen of ze dat nu wil of niet, om de trouw van uw leger achter uw rug voor hemzelf te winnen? Als hij nog altijd uw trouwe, gehoorzame onderdaan was, zou hij dan een dolk getrokken hebben met Midwinter?'
Koning Ardrin zei: 'Of dat nu wel of niet zo is, het is wei duidelijk dat ik een wolf heb opgevoed tot deze in mijn hand beet. Was het niet genoeg voor je, Bard, dat Carlina en jij verloofd waren en dat ze op de afgesproken tijd de jouwe zou zijn?'
'Bij alle wetten van het koninkrijk behoort Carlina mij al toe,' protesteerde Bard, maar de koning hief zijn hand om hem tot zwijgen te brengen.
'Genoeg! Je gaat te ver. Een verloving is geen huwelijk, en zelfs een pleegzoon van de koning mag de dochter van de koning niet tegen haar wil lastigvallen. Je hebt te veel wetten van dit hof gebroken, Bard. Je bent een oproerkraaier. Ik wil hier aan het hof geen mannen die zich niet aan de wet houden of hun familieleden verwonden! Verdwijn uit mijn land. Ik zal je een paard geven, een zwaard, een jachtboog en een harnas, evenals een buidel met vierhonderd zilveren soevereinen; dit is mijn beloning voor je diensten in het verleden. Maar tevens verklaar ik hierbij dat je in Asturias een ongewenste vreemdeling bent. Ik geef je drie dagen de tijd om dit rijk te verlaten; als je daarna binnen zeven jaar vanaf afgelopen Midwinter nog binnen deze grenzen wordt aangetroffen, zal er geen wet zijn die je beschermt. Iedere man zal je mogen neersabelen als een beest, zonder dat daar bloedschande aan kleeft of een bloedwraak op mag volgen, en zonder dat er bloedgeld wordt betaald aan je familie als je gewond raakt of gedood wordt.'
Bard knipperde enige tijd met zijn ogen van verbazing en ontzetting over deze strenge straf. Hij had verwacht dat hij zijn plaats aan het hof zou verliezen - minder dan dat had de koning niet kunnen doen. Hij was bereid geweest zonder protest de gebruikelijke straf van een jaar ballingschap te accepteren; hij had zich er zelfs op voorbereid dat de koning, als hij streng wilde zijn, hem drie jaar had kunnen verbannen. Hij was er ook zeker van geweest dat koning Ardrin bij zijn eerstvolgende oorlog zou zijn vergeten wat er tussen hen lag, en dat hij hem zo nodig zou hebben dat hij vergeven zou worden en zou worden teruggehaald naar het hof. Maar zeven jaar ballingschap!
'Dit is een strenge straf, vai dom,' protesteerde hij, terwijl hij voor de koning neerknielde. 'Ik heb u trouw en goed gediend, en ik ben nog niet eens volwassen. Waar heb ik deze strenge straf aan verdiend?'
Het gezicht van koning Ardrin was als uit steen gehouwen. 'Als je oud genoeg bent om je te gedragen als een man, en een kwaadaardige man bovendien, dan ben je ook oud genoeg voor de straf die ik zo'n man zou opleggen. Een aantal van mijn raadsmannen vindt mij al buitengewoon mild omdat ik je niet laat doden. Ik heb een huishond in mijn hart gesloten en ben tot de ontdekking gekomen dat het een wolf is, die naar me bijt! Jij bent een wolf en een banneling, en ik verzoek je binnen drie dagen te verdwijnen voordat ik van gedachten verander en alsnog besluit dat ik een man als jij niet in de buurt van mijn koninkrijk wil dulden! Ik hou veel van je vader, en ik zou liever niet het bloed van zijn zoon aan mijn handen hebben, maar denk niet dat je hier enig privilege aan kunt ontlenen, Bard, want als ik binnen zeven jaar jouw gezicht hier in Asturias zie, dan zal ik je zeer zeker laten afmaken als de wolf die je bent!'
'Niet in zeven jaar, niet in zeven maal zeven jaar, tiran!' riep Bard, terwijl hij opsprong en het rode koord dat de koning hem gegeven had voor diens voeten wierp. 'Moge de goden geven dat we ooit tegenover elkaar komen te staan in een oorlog als er niemand anders is dan uw zoon en zijn minnaar! U spreekt over de wet? Welke wet is sterker dan die, waarmee man en vrouw verbonden zijn? En u, heer, breekt die wet!' Hij wendde zich af van de koning en liep naar waar Carlina zat, tussen de vrouwen.
'Wat zeg jij hiervan, echtgenote? Wil jij dan misschien de wet respecteren, in alle eerlijkheid, en mij volgen in ballingschap, zoals een echtgenote dat behoort te doen?'
Ze keek naar hem op. Haar ogen waren koud, zonder een spoor van tranen.
'Nee, Bard, dat doe ik niet. Een banneling heeft geen rechten meer, en de wet geldt niet meer voor hem. Ik zou gedaan hebben wat mijn vader wilde, en met je zijn getrouwd. Maar ik heb hem ooit al gesmeekt me dit huwelijk te besparen, en ben nu verheugd dat hij van gedachten is veranderd; en jij weet waarom.'
'Er was een tijd dat je dacht dat je van me zou kunnen houden.'
'Nee,' onderbrak ze hem. 'Ik roep Avarra op als mijn getuige; ik had gedacht dat misschien, als ik ouder was, en jij wat wijzer was geworden, en de godin ons genadig zou zijn, er een dag zou kunnen komen waarop jij en ik van elkaar konden houden als man en vrouw. En het zou nog dichter bij de waarheid zijn om te zeggen dat ik het hoopte, niet dat ik geloofde dat het ooit zou gebeuren. Er was een tijd dat ik van je hield als een pleegbroer en een vriend. Maar jij hebt die liefde stukgemaakt.'
Zijn gezicht vertrok tot een masker van minachting. 'Dus jij bent net als alle vrouwen, teef! En ik dacht dat je anders was, en beter!'
Carlina zei: 'Nee, Bard, ik...' maar koning Ardrin legde haar met een gebaar het zwijgen op.
'Nee, meisje. Je hoeft niet meer met hem te praten. Hij betekent niets meer voor jou. Bard mac Fianna,' zei hij, 'ik geef je drie dagen om mijn rijk te verlaten. Na die tijd zul je een banneling zijn; geen man, vrouw of kind in dit rijk mag je onderdak of beschutting geven, noch voedsel of drinken, noch brandstof, hulp of raad. En gedurende zeven jaar zul je, zodra je in het rijk wordt aangetroffen, worden afgemaakt als een valse wolf, en je lichaam zal voor de wilde dieren worden achtergelaten zonder publieke rouw of begrafenis. Verdwijn nu!'
Het was de gewoonte dat een banneling voor de koning knielde ten teken dat hij zijn straf aanvaardde. Als koning Ardrin hem de gebruikelijke straf gegeven had, zou hij dat misschien ook wel gedaan hebben. Maar Bard was jong en trots, woedend en gefrustreerd.
'Ik ga, aangezien er niets anders opzit,' snauwde hij. 'U noemt mij een wolf; vanaf vandaag zal ik een wolf zijn! Ik laat u achter in de bescherming van die twee die u daarvoor heeft uitgekozen; ik zal terugkeren zodra u mij dat niet meer kunt verbieden. En wat jou betreft, Carlina...' Zijn blik zocht de hare, en het meisje kromp ineen. 'Ik zweer je dat ik je zal krijgen, ooit, op een dag, of je het nu wilt of niet; en dat zweer ik je, ik, Bard mac Fianna, ik, de wolf!'
Hij draaide zich om en liep de troonzaal uit, en de grote deuren sloegen achter hem dicht.