19
Árni reed Magnus naar het huis van Birna Ásgrímsdóttir in Gardabaer, een buitenwijk van Reykjavík.
Magnus’ hoofdpijn werd erger. ‘Trek Péturs alibi na, Árni,’ zei Magnus.
‘Is hij een verdachte?’ vroeg Árni verbaasd.
‘Iedereen is een verdachte,’ reageerde Magnus.
‘Ik dacht dat je er zeker van was dat Steve Jubb Agnar heeft vermoord.’
‘Doe het nou maar!’ gromde Magnus.
Ze reden door de grauwe buitenwijken. ‘Overigens, ik heb nog een berichtje ontvangen van de Australische Elfenexpert,’ zei Árni. ‘Hij heeft ontdekt wat kallisarvoinen betekent.’
‘Wat dan?’
‘Het is Fins. Blijkbaar hield Tolkien van het Fins, vond hij die taal interessant. Een heleboel Quenya-woorden komen uit het Fins, net als de grammatica. Onze vriend vroeg zich af of Jubb en Isildur misschien Finse woorden hadden gebruikt wanneer er geen bestaand Quenyawoord voor handen was. Dus zocht hij kallisarvoinen op in een Fins woordenboek.’
‘En?’
‘Het betekent “lieveling”.’
‘Lieveling? Zo noemde Gollem de ring in The Lord of the Rings.’
‘Klopt.’
Magnus herinnerde zich de sms van Steve Jubb. Terug van Haraldsson. Hij heeft kallisarvoinen. ‘Steve Jubb dacht dus dat Agnar de ring had,’ zei hij. ‘En Agnar wilde die verkopen voor vijf miljoen dollar.’
‘We zijn in Agnars spullen geen oude ring tegengekomen,’ zei Árni.
‘Misschien heeft Steve Jubb hem meegenomen,’ opperde Magnus. ‘Nadat hij Agnar had vermoord.’
‘Waar is hij er dan mee gebleven? We hebben in zijn hotelkamer geen ring gevonden.’
‘Hij heeft hem misschien verstopt.’
‘Waar?’
Magnus zuchtte. ‘God mag het weten. Of misschien heeft hij hem per post verstuurd naar Isildur in Californië. Op het postkantoor kon niemand zich Steve Jubb herinneren die een pakketje aanbood, maar het zou niet moeilijk zijn geweest om een ring in een envelop te steken en in een brievenbus te gooien.’
‘Maar Jubb stuurde het sms’je naar Isildur nadát hij terugkwam van Agnar. Dat wijst erop dat Agnar de ring nog steeds had. Althans dat dacht Jubb.’
Magnus wist dat Árni op dat punt gelijk had.
‘Denk je echt dat Agnar de ring had gevonden?’ vroeg Árni. ‘Hij hoorde er pas zondag over. De e-mail werd dinsdag verstuurd. Er zijn mensen die jarenlang naar de ring hebben gezocht en hem niet hebben gevonden. Tenzij het een vervalsing was?’
‘Dat zou in zo’n korte tijd net zo lastig te regelen zijn. Zelfs nog lastiger. Een duizend jaar oude ring vervalsen is een heidens karwei. En je kunt ervan op aan dat Isildur geen vijf miljoen dollar zou neertellen zonder de koopwaar heel nauwkeurig onder de loep te nemen.’
‘Je wilt toch niet beweren dat de ring echt is?’ bracht Árni verbaasd uit. ‘Dat de ring die Gaukur afpakte van Ísildur bewaard is gebleven?’
‘Natuurlijk niet,’ haalde Magnus geïrriteerd uit. Maar zoals hij zojuist had aangegeven, viel het lastig voor te stellen dat de ring zo snel kon zijn vervalst. Misschien ging het om een oudere vervalsing? Het werk van Ingileifs grootvader? Geduld. Alles zou na verloop van tijd duidelijk worden.
Na de berisping bleef Árni een moment zwijgen. ‘Dus wat doen we nu?’ wilde hij uiteindelijk weten.
‘We vertellen het Baldur. Zoeken overal waar je zo’n ring zou kunnen verstoppen. Kijken of we iets over het hoofd hebben gezien.’ Magnus keek Árni boos aan. ‘Waarom heb je me dit niet eerder verteld?’
‘Ik kreeg de reactie vanochtend pas.’
‘Je had het me op het bureau kunnen vertellen.’
‘Sorry.’
Magnus wendde zijn gezicht af om door het raam naar de grijze blokkendozen te kijken. Hij zat opgescheept met een idioot. En hij wenste dat zijn hoofdpijn zou verdwijnen.
Birna Ásgrímsdóttir woonde in een nieuw betonnen huis met een lichtrood dak in een nieuwbouwwijk. Elk huis had zijn eigen stuk gazon, optimistisch beplant met jonge boompjes. Op de opritten stonden her en der dure SUV’s. Welvarend. Comfortabel. Zielloos.
Birna zelf was zachter, ronder en ouder dan Ingileif. Ze had grote blauwe ogen en pruillippen. Ze had aantrekkelijk kunnen zijn, maar iets gaf haar een verlept en slonzig voorkomen. Twee lijntjes wezen omlaag vanaf haar mondhoeken. Ze droeg een strakke, opbollende spijkerbroek en een feloranje truitje.
Bij het zien van Magnus glimlachte ze. Haar ogen dwaalden over zijn lichaam voordat ze omhooggingen naar zijn gezicht.
‘Hallo,’ zei ze.
‘Hallo,’ zei Magnus, ongewild in verlegenheid gebracht. ‘Wij zijn van de Reykjavíkse politie. We zouden je wat vragen willen stellen naar aanleiding van de moord op professor Agnar Haraldsson.’
‘Wat leuk,’ reageerde Birna. ‘Kom binnen. Willen jullie iets drinken?’
‘Alleen koffie,’ zei Magnus.
Árni knikte. ‘Voor mij ook,’ zei hij met ietwat schorre stem. Deze vrouw had beslist uitstraling.
Ze gingen zitten in de woonkamer, wachtend op de koffie. De meubels waren nieuw en karakterloos, en de voornaamste plaats werd inge nomen door een werkelijk kolossale televisie. Hierop was een of ander Amerikaans huisvrouwenprogramma te zien dat Magnus vaag herkende in het Engels. Satelliet.
Overal in de woonkamer hingen foto’s. Op de meeste stond een verbluffend mooi blond meisje van rond de achttien in badpakken met diverse sjerpen. Birna. Een jongere Birna. Er stonden ook een paar foto’s van een hoffelijke, donkerharige man in het uniform van Icelandair.
Birna kwam terug met de koffie. ‘Sorry, ik denk niet dat ik jullie veel verder kan helpen, maar ik zal het proberen.’
‘Heb je Agnar ooit ontmoet?’
‘Nee, nooit. Jullie zijn op de hoogte van de familiesaga, neem ik aan?’
‘Ja, dat is ons bekend.’
‘Nou, Ingileif nam alle onderhandelingen voor haar rekening. Ze heeft mij wel gevraagd of ik het goed vond dat ze het ding verkocht, en ik zei dat het me geen moer kon schelen.’
‘Heeft ze je verteld hoe de onderhandelingen vorderden?’
‘Nee. Sterker nog, ik heb haar sindsdien niet meer gesproken.’
‘Heeft ze het gehad over een ring?’
Birna lachte hardop. ‘Je bedoelt de ring van Ísildur?’
‘Het lijkt erop dat je grootvader hem zestig jaar geleden heeft gevonden, maar toen weer heeft verstopt. Mogelijk heeft Agnar hem onlangs gevonden, of beweerde hij dat althans.’
‘Doe niet zo belachelijk,’ zei Birna. ‘Als er ooit al een ring was, is die eeuwen geleden verloren gegaan. Zal ik jullie eens wat vertellen,’ vervolgde ze, waarbij ze voorover leunde naar Magnus. Haar adem stonk naar een of ander alcoholisch drankje. In zijn huidige toestand kostte het Magnus de grootst mogelijke moeite om niet achteruit te deinzen. ‘Die ring en die saga zorgen alleen maar voor problemen. Het is een hoop lulkoek. Geloof er geen woord van. Neem van mij aan, Ingileif had dat vervloekte ding moeten verkopen, zeker als ze dat in het geheim had kunnen doen.’
‘Zijn jij en Ingileif hecht met elkaar?’
Birna leunde achterover in haar stoel. ‘Dat is een goede vraag. Vroeger wel, heel hecht. Nadat mijn vader overleed, is mijn moeder opnieuw getrouwd, en ik had wat problemen met mijn stiefvader. Ook al was Ingileif twee jaar jonger dan ik, ze hielp mij enorm. Sleepte mij erdoorheen. Maar daarna zijn we een beetje uit elkaar gedreven. We leiden nu verschillende levens. Ik ben getrouwd met een lulhannes, en Ingileif doet haar ding als ontwerpster.’
‘Problemen met je stiefvader?’
Birna keek opnieuw naar Magnus, ditmaal naar zijn ogen, als om te bepalen of ze hem kon vertrouwen. ‘Is dit relevant voor jullie onderzoek?’
Magnus haalde zijn schouders op. ‘Zou kunnen. Dat weet ik pas als je het mij vertelt.’
Birna haalde een pakje sigaretten tevoorschijn. Na Magnus en Árni een sigaret te hebben aangeboden, stak ze er zelf eentje op.
‘Ik was veertien toen mijn vader overleed. Ik was een mooi meisje.’ Ze knikte naar de foto’s. ‘Mijn moeder had het idee opgevat dat ik Miss IJsland moest worden. Ze raakte erdoor bezeten. Al net zo erg als pa met zijn saga. Misschien was het haar manier om te proberen om te gaan met zijn dood, om er niet meer aan te hoeven denken. Wat uiteraard niet werkte.’
Ze glimlachte. ‘Ik ben nooit verder gekomen dan de derde plaats, maar mamma en ik deden ons uiterste best. Te midden van dat alles trouwde ze met Sigursteinn, een of andere autohandelaar uit Selfoss. Zodra ik hem ontmoette, kon ik zien dat Sigursteinn een oogje op mij had. Nadat ze waren getrouwd duurde het nog geen maand voordat hij, nou ja…’ Ze nam een stevige trek van haar sigaret. ‘Nou ja, hij verkrachtte me in feite. Ik had dat in die tijd niet zo door, maar het wás verkrachting. Hij wilde seks met me, en ik was bang voor hem. Het gebeurde. Heel vaak.
‘Ingileif kwam erachter, betrapte ons en ging door het lint. Ze viel hem aan met een gebroken fles, maar uiteindelijk raakte ze zelf verwond. Is het je opgevallen dat ze een klein litteken heeft bij haar wenkbrauw? En op haar wang?’
Magnus knikte.
‘Dat komt door Sigursteinn. Ingileif vertelde het mamma, maar die geloofde haar niet. Ze kregen slaande ruzie. Ingileif werd het huis uit gegooid, en ik was te bang om iets te zeggen. Drie maanden later was Sigursteinn op zakenreis naar Reykjavík, toen hij in de haven viel. Ik was zo opgelucht.’
‘Hoe reageerde je moeder?’
‘Ze was totaal van streek. Ze ging zelfs zover dat ze Ingileif ervan beschuldigde hem te hebben vermoord, wat volstrekt idioot was. Toen vertelde ik haar precies wat hij mij had aangedaan, en uiteindelijk geloofde ze het.’ Birna staarde voor zich uit, zonder met haar grote blauwe ogen te knipperen. ‘Dat heeft onze familie behoorlijk beschadigd.’
‘Dat kan ik me voorstellen,’ zei Magnus.
‘Ingileif vertrok naar Reykjavík. De afgelopen jaren begon ze weer te praten met mamma. Ze heeft veel tijd met haar doorgebracht, net voordat ze overleed.’
‘En jij?’
Birna knipperde met haar ogen. ‘O, ik trouwde met Matthías en sindsdien leid ik een volmaakt gelukkig leventje.’
Magnus negeerde het sarcasme. ‘En Pétur?’
‘Hij heeft er niets van meegekregen. Hij kwam een paar jaar later terug naar Reykjavík. We zien elkaar af en toe. Maar ik krijg bij hem altijd de indruk alsof hij medelijden met mij heeft. Ik zou niet weten waarom.’
God, wat een familie, dacht Magnus. Hij vond zijn eigen familie al erg genoeg. Hij herinnerde zich de trillende stem van Ingileif toen ze hem had verteld over het van incest beschuldigde meisje dat als geest rondwaarde in het Höfdi-huis. Geen wonder dat ze medelijden met haar had gehad. Ze had gedacht aan Birna.
‘Nog een laatste vraag. Waar was je afgelopen donderdagavond? De eerste dag van de zomer?’
Birna lachte opnieuw. ‘Dat kun je niet menen. Je denkt toch niet dat ík die arme man heb vermoord?’
‘Geef nu maar gewoon antwoord op de vraag.’
Birna aarzelde. ‘Moet dat?’
Magnus wist wat er ging komen. Hij begon al gewend te raken aan het seksleven van de IJslanders. ‘Ja, ik vrees van wel. En we zullen alles wat je ons hebt verteld moeten natrekken. Maar we zullen het discreet doen, dat beloof ik. En het komt niet ter sprake bij een eventuele rechtszaak, tenzij het relevant is voor het proces.’
Birna zuchtte. ‘Matthías zat in New York. Waarschijnlijk lag hij in bed met een stewardess.’
‘En jij?’
‘Ik was bij een vriend, Dagur Tómasson. Hij is ook getrouwd. We hebben samen de nacht doorgebracht in een hotel in Kópavogur. Veel anoniemer en discreter kun je niet vinden in IJsland.’
‘Welk hotel?’
‘De Merlin.’
‘Mogen we zijn adres?’
‘Ik zal je het nummer van zijn mobiele telefoon geven,’ zei Birna. ‘Er is niets serieus tussen ons,’ ging ze verder, waarbij ze Magnus recht in de ogen keek. Haar mondhoeken gingen iets omhoog. ‘Ik beperk mezelf niet graag tot één man.’
‘Volgens mij vindt ze je leuk,’ zei Árni vijf minuten later, toen hij Magnus terugreed naar het politiebureau.
‘Kop dicht,’ bromde Magnus. ‘En doe navraag bij het hotel. Al heb ik zo’n vermoeden dat dít alibi overeind blijft.’