30

‘Dokter Iverson, ik moest u van meneer Iverson zeggen dat hij weet dat u er bent en zo spoedig mogelijk naar u toe zal komen. Weet u zeker dat ik niets voor u kan halen?’

‘Ja. Dank u.’

Zack wist nog net te voorkomen dat hij zijn hoofd daarbij bewoog. De drummers die in zijn hoofd aan het oefenen waren geweest, hadden moeten wijken voor hoornblazers en de storm in zijn maag was redelijk gaan liggen. In lichamelijk opzicht leek hij aan de beterende hand te zijn.

Geholpen door Cheapdog was hij al ver voor negenen wakker geworden. Op de lage tafel naast hem stonden een glas water, een pak Bromo Seltzer en zijn exemplaar van Davenport, dat door zijn stethoscoop open werd gehouden, met een briefje erbij waarop alleen Wees sterk stond.

Nu hij wachtte tot zijn broer had besloten dat hij nu wel lang genoeg had gewacht, haalde Zack de monografie uit zijn aktentas en las de passage nogmaals.

Wees ijverig.

Wees nauwkeurig.

Wees eerlijk.

Houd rekening met elke variabele.

Erken dat er dingen zijn die je niet weet en maak je die          

vervolgens zo snel mogelijk eigen.

Geloof in jezelf. Dat is ons systeem.

Eer dat en dan zal het je steunen als een rots.

Eer dat en dan zal zelfs de dood van een patiënt niet betekenen dat je hebt gefaald.

 

Zack was heel dankbaar voor die woorden geweest toen hij die ochtend in het ziekenhuis was gearriveerd en van zijn vaders privé-verpleegster had gehoord dat de Rechter met uitzondering van zijn echtgenote geen bezoek wenste te ontvangen en hij in dat verband zijn zoons met name had genoemd.

Zelfs Annie Doucette, die over vierentwintig uur aan haar heup zou worden geopereerd, was niet erg vriendelijk tegen hem geweest. Nadat de verpleegster van zijn vader hem de toegang tot diens kamer had ontzegd, was hij regelrecht naar Annie toe gegaan, in de - zo bleek - naïeve hoop dat hij de eerste zou zijn die haar vertelde wat er was gebeurd.

‘Ik ben niet tevreden over je, jongeman,’ had ze gezegd. ‘Je redt een oude dame als ik die wil sterven en dan laat je zoiets gebeuren met een man als je vader. Wat voor een dokter ben jij?’

Zack had erop willen reageren, maar toen alleen zijn schouders opgehaald. Daarna was hij vertrokken. Misschien een andere keer.

Het ziekenhuispersoneel bejegende hem eveneens weinig vriendelijk. Waar hij ook liep, werden ogen afgewend. Een groet werd gemompeld of helemaal niet gegeven. Verpleegsters en andere artsen liepen snel een andere kant op wanneer ze hem zagen aankomen.

Hij had besloten terug te gaan naar Davis, maar het zou beslist moeilijk worden zijn reputatie terug te krijgen.

Wees sterk… Wees sterk… Wees…

‘Annette,’ zei Franks stem over de intercom, ‘wil je dokter Iverson alsjeblieft vragen naar me toe te komen? Geen telefoontjes doorverbinden, tenzij die betrekking hebben op de toestand van mijn vader. Dank je.’

Zack liep het kantoor van zijn broer in en wenste dat hij ergens anders was.

‘Ga zitten,’ zei Frank. ‘Ik vroeg me al af wanneer je je weer zou laten zien. Waar ben je geweest?’

‘O, her en der. Voornamelijk op de vloer of in het toilet.’

‘Dat weet ik.’

Zack keek hem nieuwsgierig aan.

‘John Burris heeft het me verteld. Hij scheen jou te hebben gebeld om je verslag te doen van de toestand van de Rechter. Hij zei dat je dronken en volkomen onsamenhangend was.’

‘Dat is nog vriendelijk gezegd.’

‘Zack, dit is niet geestig. Burris heeft er iets over gezegd tegen een verpleegster en nu weet iedereen het. Wanneer je in een ziekenhuis je reputatie verliest, is die niet makkelijk terug te krijgen. Vraag daar Guy Beaulieu maar eens naar.’ ‘Wie is er nu geestig. Frank?’

‘Je weet wat ik bedoel.’

‘Een van de redenen waarom ik hierheen ben gekomen, is je te zeggen dat het me spijt dat ik voor zoveel onrust heb gezorgd. Ik zie nu in dat ik wat gas terug moet nemen als ik het wil redden, al heb ik alleen gedaan wat ik juist achtte.’ ‘Werkelijk?’

‘Frank, je bent verdomme een uitstekend administrateur, maar dat

betekent niet dat je op de hoogte bent van alles wat hier gaande is.’ ‘Bijvoorbeeld?’

‘Die anesthesist, Pearl, en zijn makker Mainwaring. Frank, ze voeren iets in hun schild. Ze gebruiken in de operatiekamer een ander middel dan ze beweren. Dat zweer ik je.’

‘Dat is belachelijk.’

‘Ik kan het bewijzen.’

‘Werkelijk?’

‘Nou ja, niet echt. Maar ik heb wel een aantal gegevens over de tijd die patiënten nodig hebben gehad om bij te komen uit de narcose en die zijn verdomd suggestief. Verder ben ik enige dingen over het verleden van Mainwaring te weten gekomen waarvan jij waarschijnlijk niet eens op de hoogte bent. Ik zeg je dat er een verband bestaat tussen de toevallen van die arme jongen Nelms en het middel dat dat tweetal aan patiënten in de operatiekamer heeft toegediend. Frank, dit ziekenhuis stevent wellicht op grote problemen af. We moeten achterhalen wat er gaande is.’

‘Nee, dat moeten we niet, Zack-o,’ zei Frank eenvoudigweg.

‘Hoe bedoel je dat?’

‘In de eerste plaats zullen we niets achterhalen omdat er niets te achterhalen valt. Die mannen werkten hier al twee jaar voor jouw komst en niemand heeft ooit anders dan lovend over hen gesproken. Hoe verklaar je dat?’

‘Dat… dat kan ik niet verklaren. In elk geval nóg niet. Maar ik heb gelijk, Frank. Dat wéét ik gewoon. Mainwaring heeft in het verleden illegaal medicamenten getest en Pearl houdt iets verborgen. Kon je dat niet merken aan de manier waarop hij zich gisterenavond gedroeg? Hij was zo bang aan de kaak te worden gesteld dat hij bereid was dat kind in narcose te brengen met middelen die hij hem nooit eerder had toegediend. Er is iets gaande en ik zal verdomme achterhalen wat dat is.’

‘Nee, dat zul je niet, omdat je hier niet meer voor problemen zult kunnen zorgen. En je zult niet meer voor problemen kunnen zorgen omdat je ontslagen bent. Met onmiddellijke ingang.’

Zack staarde hem vol ongeloof aan. Frank keek terug en glimlachte rustig.

‘Frank, dat is krankzinnig. Ik ben hier als arts werkzaam. Jij kunt me niet ontslaan. Dat kan alleen de medisch directeur doen en dan nog pas na een grondig onderzoek.’

‘Werkelijk? Ik zal je de reglementen van het bedrijf eens laten zien.

Hier. Het staat op bladzijde zeven. Jij werkt voor Ultramed. Ultramed kan ontslaan wie men wil. Ik ben Ultramed en jij bent ontslagen.’

Hij hief zijn handen, met de handpalmen omhoog. ‘C’est tout, mon frère.’

Wees sterk… Die aanmoedigende woorden van Suzanne klonken met de seconde holler.

‘Frank, dit kun je niet doen.’

‘Ik kan het wel en ik heb het ook gedaan. De grootste vergissing die jij hebt gemaakt, is dat je niet begreep dat dit mijn ziekenhuis is en dat ik verdomme kan doen wat ik wil. Ik wilde Beaulieu weg hebben en hij is vertrokken. En nu wil ik jou weg hebben.’

‘Frankje vergeet dat je Beaulieu niet hebt ontslagen, hoe graag je hem misschien ook weg wilde hebben. Hij is systematisch en met opzet van zijn praktijk beroofd door…’

‘Door wie?’

Zack aarzelde en herinnerde zich zijn belofte aan Maureen Banas. Toen kwam hij tot de conclusie dat zij het domweg zou moeten begrijpen. Zijn situatie was te wanhopig.

‘Ultramed, Frank. Hem is alles ontnomen door Ultramed. Neem die brief van Maureen Banas nu eens. Die bewijst dat je niet van alles wat er hier gebeurt op de hoogte bent. Denk je dat ze die brief uit eigen vrije wil heeft geschreven? Nee, Frank. Daar is ze toe gedwongen door het bedrijf waar wij voor werken. Ultramed.’

‘Werkelijk?’

‘Ja, Ze heeft een kopie van die brief gekregen, samen met een briefje waarin…’

‘Waarin stond dat zowel zij als ik zouden worden ontslagen wanneer ze me iets over die kopie vertelde?’ Frank keek zo spottend dat het tegelijkertijd walgelijk en angstaanjagend was.

‘Jezus,’ mompelde Zack.

‘Aardig detail, vind je ook niet?’

‘Frank, waarom heb je hem niet gewoon ontslagen, zoals je dat nu met mij probeert te doen?’

‘Omdat hij een koppige rotzak was. Daarom. Ik wilde niet dat hij er veel herrie over zou schoppen. In die tijd, Zack-o, was ik net aan het leren hoe ver ik kon gaan. Nu weet ik dat. Ik mag je ontslaan en dat doe ik bij dezen. Heerlijk die woorden over mijn lippen te horen komen!’

‘Frank, je bent gek. Weet je dat? Je bent volkomen krankzinnig.’

‘Misschien, maar ik heb ook werk en dat is meer dan van jou kan worden gezegd.’

‘Ik zal me hier met hand en tand tegen verzetten.’

Frank haalde zijn schouders op.

‘Je doet maar wat je niet laten kunt. In de ogen van het bedrijf en het medisch personeel ben je een dronken, ontrouwe herrieschopper. Ik betwijfel zelfs of die cardiologe van je voor jou zal opkomen.’

‘Frank, Guy Beaulieu is gestorven door wat jij hem hebt aangedaan. Hij is gestorven. Betekent dat dan niets voor je?’

‘Zack, ik wens je verder een goede dag.’

‘Kan het je zelfs niets schelen dat het mogelijk is dat een paar krankzinnige mannen in de operatiekamer van dit ziekenhuis patiënten aan het vergiftigen zijn? Wat voor een mens ben jij?’

‘Ik zal de makelaardij opbellen. Ik weet zeker dat ze je graag twee of drie dagen zullen geven om het huis te ontruimen.’

‘Jezus! Frank, ik zal de vergadering van de Raad van Bestuur bijwonen. Ik zal die bijwonen en Ultramed en de Raad meedelen wat hier gaande is. De Rechter mag dan verlamd zijn, maar hij heeft gezien wat Ultramed en de door dat bedrijf gevolgde politiek Annie hebben aangedaan. Hij heeft tijd gehad om het bewijsmateriaal van Beaulieu te bestuderen en mensen ervan te overtuigen hoe ze moesten stemmen. Ik zal erbij zijn om zijn positie te versterken.’

‘Ik heb hem eerder deze ochtend gesproken en hij heeft beloofd zich er niet mee te bemoeien.’

‘Frank, dat is een verdomde leugen. Ik ben net boven geweest en de verpleegster zei dat hij ons geen van beiden wilde zien.’

Frank knipoogde.

‘Laten we dan maar zeggen dat hij dat zou hebben beloofd wanneer hij met me had kunnen praten.’

‘Frank, je bent een idiote klootzak. Een krankzinnige, knettergekke klootzak.’

‘Ik zal graag een aanbevelingsbrief voor je schrijven, mits je maar gaat solliciteren in een ziekenhuis dat hier ver genoeg vandaan is. Ik hoop dat je me nu wilt excuseren, want ik moet een ziekenhuis draaiende houden.’

‘Ik zie je later, bij de vergadering.’

‘Probeer dat maar, als je dat wilt, Zack-o. De mensen van de bewakingsdienst zullen precies weten wat ze moeten doen wanneer jij je hier laat zien. Nu moet je maar eens opstappen, broertje van me, of moet ik je nog even herinneren aan de pijn die je telkens had wanneer wij achter de schuur een robbertje aan het vechten waren geweest? Ik zou dat waarschijnlijk bijna even prettig vinden als het ontslaan van jou. Dus kijk uit.’

Verdoofd liep Zack het kantoor van zijn broer uit, de drukke ziekenhuisgangen door.

Het geboende zeil, de tegels, de verpleegsters die in gesteven witte uniformen snel van de ene naar de andere patiënt liepen, de ingelijste prenten in de kamers. Wat leek het oppervlakkig bezien allemaal keurig en perfect. Het decor van een film.

Zack glimlachte om die gedachte. Het Streekziekenhuis Davis dat werd veranderd in een glanzend filmdecor. Een Hollywood- vernislaagje, zonder ziel. Het was een nachtmerrie. Een nachtmerrie waar hij nu alleen nog vandaan kon lopen. Hij liep de intensive care op.

Suzanne was bij Toby zo druk in de weer dat er zich problemen moesten hebben voorgedaan. Owen Walsh, de kinderarts, stond bij het voeteneind van het bed met een heel bezorgd gezicht toe te kijken.

‘Hallo,’ zei ze en keek even zijn kant op. ‘Blij dat je er bent.’ Ze bestudeerde de monitor en diende Toby toen intraveneus iets toe.

‘Problemen?’ vroeg Zack.

Nu hij net was ontslagen, aarzelde hij om dichter naar het bed toe te lopen.

‘De laatste zestien uur heb ik een spoedopfriscursus in kinderfarmacologie gehad,’ zei ze zonder op te kijken. ‘Elke keer wanneer zijn temperatuur stijgt, slaat zijn hart op hol. We doen in feite niets anders dan pogen de toestand zo stabiel mogelijk te houden. Wat zou ik graag weten wat er echt met de jongen aan de hand is.’

Dat weet ik, wilde hij zeggen. In plaats daarvan dwong hij zich naar het hoofdeind van het bed te lopen, terwijl hij Toby’s pupillen en reflexen controleerde. Er was nog steeds geen definitief bewijs van onherstelbare schade, maar ook geen teken van enige verbetering.

‘Er is ons in Boston een bed voor hem beloofd,’ zei Walsh, ‘maar ze kunnen hem pas vanmiddag laat of vanavond overbrengen.’

Als je hem hier weghaalt, weg van Jack Pearl, ontneem je hem zijn enige kans.

Weer sprak Zack zijn gedachten niet hardop uit.

‘Is er in de tussentijd iets wat ik kan doen?’ vroeg hij.

‘Je kunt de steroïden die hem worden toegediend, controleren,’ zei Suzanne. ‘Temperatuur weer iets lager en het ritme is opnieuw stabiel. Wat is er toch in vredesnaam gaande?’

‘Als je hier weg kunt, zou ik je graag even willen spreken,’ zei hij. Suzanne controleerde de monitor en Toby’s borstkas. Toen keek ze even naar Walsh.

‘Blijf alsjeblieft dicht in de buurt,’ zei de kinderarts.

‘We gaan naar de wachtkamer, Owen,’ antwoordde ze. ‘Bovendien

doe jij het hier prima.’

Walsh glimlachte. ‘Zij heeft minstens vijf keer gedurende één nacht het leven van dat kind gered en dan zegt ze nog dat ik het prima doe.’

‘Onzin. Ik kom zo terug. Volhouden.’

Zodra de deur van de wachtkamer dicht was, sloeg Suzanne haar armen om Zack heen en drukte haar hoofd in het holletje bij zijn schouder.

‘Ik wist dat je terug zou komen. Ik ben zo trots op je. Op ons beiden. Luister. Zodra Toby naar Boston is vertrokken, gaan we bij mij thuis een hapje eten. Jen kan een nachtje bij Helene logeren en ik heb garnalen in de ijskast en…’ ‘Suzanne….’

‘Nee, luister. Ik heb me gisteravond abominabel gedragen en alleen garnalen met knoflookboter kunnen…’

‘Suzanne, Frank heeft me net ontslagen.’

‘Wat heeft hij gedaan?’

‘Met onmiddellijke ingang.’

‘Dat kan hij niet doen.’

‘Dat kan hij wel en dat heeft hij ook gedaan. Hij was zelfs zo aardig om me het reglement van het bedrijf te overhandigen, dat duidelijk maakt dat hij dat kan.’

Hij hield het document omhoog. Pas toen drong het tot hem door hoe volkomen uitgeput ze eruitzag. Haar gezicht was bleek en afgetrokken, haar ogen waren rood van spanning en vermoeidheid.

‘Dat is krankzinnig,’ zei ze. ‘Welke reden heeft hij ervoor opgegeven?’

‘Volgens bladzijde zeven heeft hij er niet eens een reden voor nodig, maar hij heeft me er wel een paar genoemd. Dronken zijn terwijl ik dienst had. In technische zin is dat ook zo. Het feit dat ik problemen in het ziekenhuis veroorzaak. Verdorie, ik kan me niet eens meer herinneren wat hij allemaal heeft gezegd. Suzanne. je ziet er uitgeput uit. Waarom zoek je geen leeg bed op om een paar uur te slapen? Ik zal Toby in de gaten houden. Frank zal niet eens weten dat ik in het ziekenhuis ben. En als hij dat wel te weten komt, zal hij er niets tegen ondernemen. Owen is te zeer in paniek om dat toe te staan. Later zullen we verder praten, wanneer het joch naar Boston is overgebracht.’

‘Nee, Zack, dat hoeft echt niet. Maar we kunnen hem dit niet laten doen.’

‘Je begrijpt het niet. Dit is geen ziekenhuis zoals we dat tijdens onze opleiding hebben leren kennen. Het is een bedrijf dat artsen, verpleegsters en technici in dienst neemt. En Frank is de directeur van dat bedrijf. In elk geval hier in Sterling. Hij neemt mensen in dienst en kan hen ontslaan. Met uitzondering van iemand als Guy Beaulieu. In Guy’s geval had Frank geen behoefte aan het geharrewar waarmee Beaulieu dreigde, dus heeft hij die man door geruchten en insinuaties de das om gedaan. Hij heeft toegegeven voor dat alles verantwoordelijk te zijn geweest.

‘Tegenover jou?’

‘Hij had me al ontslagen. Waar moest hij nog bang voor zijn? Hij

schepte er zelfs over op.’

Suzanne liet zich op de bank vallen.

‘O, Zack,’ was het enige dat ze kon uitbrengen.

‘Suze, luister. Dit is mijn probleem en ik zal er een oplossing voor vinden.’

‘Nee.’ zei ze opeens.

‘Wat?’

‘Nee, het is niet jouw probleem, of in elk geval niet alleen het jouwe. Het is ons aller probleem. Van de medische staf, bedoel ik. We zullen dit aanvechten.’

‘Suzanne, ik wil niet dat iemand anders nog iets overkomt doordat…’

‘Luister. De artsen van dit ziekenhuis hebben jarenlang - in elk geval sinds ik hier ben - als struisvogels hun kop in het zand gestoken. Dit is niet de eerste keer dat zich een probleem voordoet tussen Frank of Don Norman en een van de artsen. Het is ook niet de eerste keer dat een van ons met het systeem in aanvaring komt en dan vrijwel meteen op straat staat. Kun je je nog herinneren wat Wil Marshfield de eerste avond dat jij hier was heeft gezegd? En ik ben net zo’n struisvogel geweest als alle anderen. Ik was zo dankbaar dat ik uit de problemen was gehaald dat ik een aantal beslissingen van het bedrijf heb genegeerd die misschien niet in het belang van de patiënten zijn geweest. Ik vond geen van die kwesties belangrijk genoeg om aan de bel te trekken. Nu denk ik daar anders over.’

‘Suzanne, ik wil niet dat jij…’

‘Alsjeblieft. Jij hebt het lef gehad om terug te komen en de gevolgen van je daden onder ogen te zien. Nu zal ik er verdomme voor zorgen dat de medische staf zich achter jou schaart. Het is tijd dat we opkomen voor deze gemeenschap en voor onszelf.’

Ze ging staan en pakte zijn hand.

‘Volhouden alsjeblieft, Zack. Doe het voor ons allemaal. Wanneer ik kan zorgen voor een gesloten front, kunnen we beslist een vuist maken tegen Ultramed. En als die mensen niet bereid zijn te luisteren, zullen we de zaak voorleggen aan de bevolking van Sterling.’

‘Denk je dat je dat zal lukken?’ vroeg hij.

‘Ik ben harder dan ik lijk.’

Hij raakte haar wang aan.

‘Dat zegt niet veel, weet je.’

‘Wacht maar eens af. Kun je tegen een beetje hitte?’

‘Suzanne, ik wil hier niet weg. Ik wil niet van jou weg.’

‘Oké, dan is het besluit genomen. Zodra ik mijn spreekuur achter de rug heb, ga ik een paar armen omdraaien.’

‘Het zal niet makkelijk zijn.’

Ze gaf hem een lichte kus.

‘Het zal ook niet zo moeilijk zijn als jij denkt. Luister, ik moet terug naar Toby. Wat ga jij nu doen?’

‘Ik denk dat ik ga proberen of ik bij mijn vader kan komen. Hij heeft eerder deze dag geweigerd me te zien, maar ik vind het de moeite waard het nog een keer te proberen. Ik was van plan later de vergadering van de Raad van Bestuur bij te wonen, maar Frank heeft beloofd dat de mensen van de beveiligingsdienst in dat geval klaar voor me zullen zijn.’

‘De ellendeling! Zack, ik denk dat je broer en ik eens een hartig woordje met elkaar moeten wisselen.’

‘Ben je echt bereid dat te doen?’

‘Reken maar. Ik heb hier zoveel vrienden en ik verdien voor het ziekenhuis zoveel geld dat hij wel naar me zal moeten luisteren…

Mijn god, Zachary, het is zo’n heerlijk gevoel opeens te beseffen dat ik niet langer bang ben.’

‘Was je bang voor Ultramed?’

‘Nee,’ zei ze en kuste hem nogmaals. ‘Voor jou.’