2
Het drietal, de vader en de zoons, zat alleen aan de tafel. Buiten waren de donderwolken dichterbij gekomen, waardoor het vroegtijdig donker was geworden. De vrouwen waren in de keuken. Annie zat bij de eethoek, Cinnie en Lisette stonden bij het aanrecht om de vaatwasmachine voor de tweede keer vol te laden en praatten over de aanstaande verkoop van zelfgebakken taarten die door de vrouwenclub was georganiseerd. In de tussentijd hielden ze de tweeling in de gaten, die Cheapdog door de achterdeur mee naar buiten had genomen om in de wei te spelen.
De Rechter, die er heilig van overtuigd was dat de zaken en het meisje altijd gescheiden dienden te worden, had het gesprek luchtig gehouden tot Annie als laatste van de vrouwen de kamer uit was gegaan. Toen wendde hij zich na een paar slokjes koffie abrupt tot Frank.
‘Guy Beaulieu is gisteren bij me geweest,’ zei hij.
‘En?”Hij zegt dat Ultramed en die nieuwe chirurg, Mainwaring, hem in het ziekenhuis vrijwel buiten bedrijf hebben gesteld.’
‘Jason Mainwaring is niet nieuw,’ zei Frank geduldig. ‘Hij werkt hier al bijna twee jaar. En niemand probeert Beaulieu buiten bedrijf te stellen. Mainwaring noch ik, Ultramed of wie dan ook. Met uitzondering misschien van Beaulieu zelf. Als hij iets meer tot samenwerking bereid was en wat beleefder zou zijn jegens de mensen in het ziekenhuis, zou er niks aan de hand zijn.’
‘Guy is een humeurige ouwe vent,’ zei de Rechter. ‘Dat ben ik meteen bereid toe te geven. Maar hij woont en werkt hier bijna even lang als ik en hij heeft heel wat mensen geholpen.’
‘Waar gaat dit over?’ vroeg Zack. Zijn vader was nu niet direct een spontane man te noemen en Zack vroeg zich af of er een reden was waarom hij dit gespreksonderwerp vier uur lang had uitgesteld ten gunste van verhalen over golf.
Frank en de Rechter namen elkaar schattend op en leken stilzwijgend te willen bepalen wiens versie van het verhaal Zack het eerst zou horen. Binnen een paar seconden was de beslissing gevallen. ‘Korte tijd geleden,’ begon de Rechter, die duidelijk Franks ‘bijna twee jaar’ buiten beschouwing wenste te laten, ‘heeft Ultramed- Davis een nieuwe chirurg naar deze stad gehaald, een zekere Jason Mainwaring.’
‘Ik geloof dat ik hem ken,’ zei Zack. Hij wendde zich tot Frank. ‘Die lange, blonde vent met een accent uit de zuidelijke staten?’ Frank knikte. Zack herinnerde zich de man als ietwat afstandelijk, maar beleefd en kundig. Meer het type van een prof dan van een algemeen chirurg in een ziekenhuis in een stad in de bergen.
De Rechter ging verder. ‘Het begon Guy al snel moeite te kosten om zijn patiënten in het ziekenhuis opgenomen te krijgen.’
Frank zuchtte hoorbaar en beet op zijn onderlip, waarmee hij duidelijk maakte dat alleen beleefdheid hem ervan weerhield die opmerking aan te vechten.
‘Het gebeurde steeds vaker dat zijn patiënten, vooral de arme Frans-Canadese, werden doorverwezen naar het streekziekenhuis in Clarion. Toen begonnen in de stad geruchten de ronde te doen over de competentie van Guy en opeens gingen alle patiënten die moesten worden geopereerd en dat konden betalen omdat ze particulier of anderszins verzekerd waren, naar die Mainwaring. Ik heb een aantal van die geruchten zelf gehoord en ik kan je zeggen dat die afschuwelijk zijn. Te veel drank, inwendige onderzoeken bij vrouwen die niet noodzakelijk zijn, het slikken van sterke medicijnen wegens een lichte beroerte…’
‘Berust iets van die geruchten op waarheid?’ vroeg Zack.
Hij had in zijn studententijd in de zomer een keer in het toenmalige Streekziekenhuis Davis gewerkt en Beaulieu had zijn uiterste best gedaan om hem zo vaak mogelijk aanwezig te laten zijn in de operatiekamer om zijn toenemende belangstelling voor de chirurgie aan te wakkeren. Dat was iets wat hij nooit was vergeten.
De Rechter schudde zijn hoofd. ‘Volgens Guy heeft niemand een specifieke klacht ingediend en zijn het alleen geruchten. Hij zegt dat ongeveer tachtig procent van zijn werk nu bestaat uit het gratis behandelen van patiënten in het streekziekenhuis van Clarion en dat hij in Ultramed al bijna een jaar lang geen enkele niet Frans- Canadese patiënt heeft geopereerd. Hij zegt dat er sprake is van een samenzwering om het hem betaald te zetten dat hij zich van het begin af aan zo hevig heeft verzet tegen de verkoop van het ziekenhuis aan Ultramed.’
‘Dat is belachelijk,’ zei Frank. ‘Mainwaring krijgt veel operaties omdat hij goed is en keihard werkt. Ik vind het niet eerlijk dat je in deze kwestie partij kiest voor Beaulieu.’
Clayton Iverson sloeg met een hand keihard op de tafel. ‘Jongeman, waag het niet tegen mij te zeggen wat eerlijk is of niet!’ zei hij kortaf. ‘Het zal nog een maand duren voordat ons contract met Ultramed officieel wordt. Ik heb de Raad van Bestuur geadviseerd met de verkoop akkoord te gaan, en de drie weken die nog resten voordat we weer bijeenkomen om definitief onze stem uit te brengen, zijn meer dan voldoende om me in staat te stellen hen ervan te overtuigen dat we van onze optie gebruik moeten maken en het ziekenhuis terug moeten kopen!’
Hij haalde diep adem om zichzelf tot bedaren te brengen. Zack keek even naar Frank. Hoewel die onaangedaan naar zijn vader staarde, waren zijn handen tot vuisten gebald en zijn knokkels spierwit.
‘Ik wil nog iets duidelijk maken,’ ging de Rechter verder. ‘Ik heb niemands partij gekozen. In feite heb ik het hem zelfs kwalijk genomen, Frank, dat hij impliceerde dat jij op de een of andere manier iets met zijn problemen te maken had. Dat heb ik ook tegen hem gezegd. Hij heeft me toen zijn verontschuldigingen aangeboden en wat gas teruggenomen, maar hij voelt zich gekwetst en hij is boos.
Ik heb hem beloofd er met jullie beiden over te spreken en jullie te vragen je oren en ogen open te houden. Ik vind dat we hem dat verschuldigd zijn. Frank, jij bent te jong om het je te herinneren, maar die man heeft vrijwel je leven gered toen je die perforatie van je blindedarm kreeg.’
Franks vuisten ontspanden zich iets, hoewel Zack aanvoelde dat het dreigement van zijn vader zijn broer nog steeds dwars zat. Conflicten tussen twee persoonlijkheden, machtsspelletjes en politieke machinaties waren een even onmisbaar onderdeel van het ziekenhuisleven als infusen en po’s, wist hij maar al te goed. Toch voelde hij dat er iets meer aan de hand moest zijn, iets wat op gevaar duidde.
‘Annie!’
Cinnie Iversons kreet werd gevolgd door het lawaai van in scherven vallende borden. Zack vloog overeind en rende al naar de keuken toen Frank en de Rechter nog niet wisten hoe te reageren. Annie Doucette lag op de grond. Haar rug en nek waren gekromd en haar armen en benen maaiden ongecontroleerd door de lucht in een ogenschijnlijk grand mal.
Terwijl Zack naast de vrouw neerknielde, voelde hij de verandering over hem komen. Tijdens zijn studietijd had hij andere, oudere artsen over dat fenomeen horen praten. Zelf had hij het pas voor het eerst ervaren tijdens het tweedejaar van zijn co-schappen, toen hij getuige was geweest van een hartstilstand bij een patiënt. Op dat moment leek de wereld opeens in slow-motion te bewegen. Zijn stem werd lager en afgemeten. Hij had het gevoel dat zijn polsslag trager werd en zijn zintuigen werden aangescherpt. Hij had zoiets nog nooit eerder ervaren. Zijn bewegingen werden automatisch, zijn observaties en bevelen instinctief. Tientallen feiten en variabelen werden door zijn geest tegelijkertijd verwerkt. Later, toen de patiënt met succes was gereanimeerd en diens toestand stabiel kon worden genoemd, hadden de verpleegsters hem verteld dat hij snel, kalm en besluitvaardig had gereageerd. Pas toen hij dat hoorde, besefte hij volledig wat hij had gedaan.
De verandering had hij sinds die tijd vaak ervaren. ‘Mam, bel alsjeblieft om een ambulance,’ zei hij, terwijl hij Annie op haar zij draaide om te voorkomen dat ze zou kunnen stikken in haar braaksel. Hij had zijn vingertoppen al tegen de zijkant van haar hals gedrukt, op een slagader.
Toen de verandering in intensiteit toenam, zag hij de vrouw niet langer als een vriendin, een dierbare of zelfs een patiënte. Objectief moest hij nu een oordeel over de situatie vellen. Als het, in welk opzicht dan ook, nodig was om haar pijn te doen om een genezing te bewerkstelligen, zou hij haar pijn doen.
‘Frank, mijn dokterstas zit in een grote kartonnen doos in de camper. Wil je die alsjeblieft gaan halen?’ Alsjeblieft en dank je wel. Wanneer je die woorden in een crisissituatie gebruikte, bleef iedereen daar rustiger door, inclusief hijzelf, vermoedde hij. Beroerte, hartaanval met aritmie, plotselinge inwendige bloeding die een shock had veroorzaakt, hypoglykemie, bewustzijnsverlies dat op een grand mal leek. De meest waarschijnlijke diagnostische mogelijkheden kwamen in zijn gedachten op, elk vergezeld van de bijbehorende observaties en reacties.
Annies huid werd vlekkerig. Haar rug bleef gekromd en haar armen en benen bleven spasmen vertonen. Haar kaken waren te stevig op elkaar geklemd om een buffer tussen haar tanden te kunnen plaatsen. Telkens weer gleden Zacks vingers langs haar luchtpijp, zoekend naar een hartslag. Aan tafel had ze pijn in haar borst gehad. Daar was Zack nu zeker van. Hartaanval met een onregelmatige, weinig krachtige hartslag of volledige hartstilstand waren de belangrijkste mogelijkheden die hij in overweging nam.
‘Rechter, kun je me een handje helpen? Prima. Ik ga haar op haar rug draaien. Als ze gaat overgeven, moet je haar weer op haar zij draaien, wat ik ook aan het doen ben. Lisette, controleer de tijd, alsjeblieft.’
Zack draaide de vrouw voorzichtig op haar rug. De spasmen waren nu iets minder hevig. Weer probeerde hij de hartslag te voelen, eerst bij haar hals, toen in haar lendenen. Niets. Met twee vuisten sloeg hij keihard midden op haar borstkas en begon die toen ritmisch in te drukken. Op dat moment arriveerde Frank met zijn dokterstas.
‘Wil je alsjeblieft iets opvouwen en onder haar nek leggen? Daarna moet je die stoel op zijn kant leggen en haar voeten daarop plaatsen, als je dat lukt,’ zei hij tegen de Rechter. ‘Uitstekend. Frank, onder in mijn tas zitten injectiespuiten. Ik heb er twee nodig. Verder moet je het leren zakje pakken waarin buisjes met medicijnen zitten. Valium en adrenaline. “Epinefrine” kan op dat laatste buisje staan. Mam, heb je om een ambulance gebeld? Prima. Hoe lang duurt het voordat die hier is?’
‘Op zijn hoogst vijf minuten.’
‘Frank, heb je ervaring met hartmassage?’
‘Ik heb twee keer zo’n cursus gevolgd.’
‘Prima. Neem dit dan alsjeblieft van me over, terwijl ik haar medicijnen toedien om een eind aan die toeval te maken. Mond-op- mondbeademing hoef je niet te proberen tot de toeval voorbij is. Alleen pompen. Prima! Iedereen helpt fantastisch.’ Zack legde zijn vingertoppen op de slagader van het dijbeen. ‘Iets harder, Frank, alsjeblieft. Lisette, hoeveel tijd is er verstreken?’
‘Iets meer dan een minuut.’
Zonder de moeite te nemen een tourniquet aan te brengen, injecteerde Zack valium en adrenaline in een ader in de elleboogholte van Annie Doucette. Binnen een paar seconden hielden de spasmen op. Frank bleef pompen terwijl Zack zich over de vrouw heen boog en zes keer mond-op-mondbeademing toepaste. Even later haalde Annie zélf een keer adem.
‘Even wachten, Frank, alsjeblieft,’ zei Zack, terwijl hij opnieuw zocht naar een hartslag in de halsslagader. Nu voelde hij die: langzaam en vaag, maar onmiskenbaar. Hij voelde in haar lendenen. Ook daar kon hij nu een hartslag waarnemen. Opnieuw haalde de vrouw zelfstandig adem, en toen nog eens. Kom, Annie, zei hij in gedachten indringend. Nog een keer. Nog één keer. Nóg een keer. Hij pakte de bloeddrukmeter, bevestigde de band om haar arm, bracht de stethoscoop met een hand op zijn plaats en hield zijn andere hand tegen de zijkant van de hals van de vrouw.
‘Niet veel, maar ik hoor een bloeddruk en dat is op dit moment voldoende,’ zei hij.
Annie ademde nog oppervlakkig, maar wel al veel regelmatiger. Zacht kreunde ze, aanhoudend. Haar lippen leken bijna zwart, maar haar gezicht werd minder vlekkerig. Op dat moment hoorden ze de sirene van de ambulance en enige seconden later scheen het licht van de sterke koplampen door het raam van de huiskamer. Zack keek naar zijn oudere broer, die aan de andere kant naast de vrouw geknield zat. Even kreeg hij het beeld voor ogen van twee jongens die op een stoffig, leeg terrein op hun knieën op de grond zaten te knikkeren.
Tien, twintig seconden lang kwam geen van beide mannen in beweging en zeiden ze niets. Toen pakte Frank Zacks hand.
‘Welkom in Sterling,’ zei hij.