20

Degenen die in het Boston Muni als chirurg hun klinische opleidingsperiode doorliepen, spraken over uitputting traditiegetrouw in termen van de ‘Muur’: het moment waarop een arts niet langer creatief en effectief kon functioneren. Tijdens je opleiding naderde je de Muur, klom ertegenop of kwam aan de andere kant ervan terecht indien je alleen nog kon opereren wanneer je voldoende cafeïne binnen had gekregen om de energie ervoor op te brengen. Toen Zacks wekkerradio om kwart voor zeven afging en hij de laatste strofen van een a capella-versie van ‘Au Clair de la Fontai- ne’ hoorde, kon hij zich duidelijk herinneren het drie, vier en vijf uur te hebben zien worden. De lamp op het nachtkastje brandde nog. Het boek met de kruiswoordraadsels, waarin hij misschien zo’n tiental van de honderddertig woorden had ingevuld, lag op zijn borstkas. Het potlood zat nog tussen zijn vingers geklemd.

Aan de andere kant van de kamer stond Cheapdog - helemaal klaar voor een nieuwe dag - met zijn voorpoten op de vensterbank en kwispelend met zijn staart bij het vooruitzicht van een ronde door de achtertuin.

Zo had het helemaal niet moeten gaan.

Zack dacht die morgen meteen terug aan de nacht ervoor.

Raden van Bestuur… Het terugkopen van een ziekenhuis… Regels over de opnameduur van patiënten… Regels over wie mag worden opgenomen en wie niet… Vijanden… Bondgenoten… Makelaars… Golden Circles… Alsof de stress, de druk, de crises van de dagelijkse uitoefening van de geneeskunde nog niet voldoende waren.

Misschien, mijmerde hij, was Frank, de Rechter, Norman of zelfs Ultramed niet de ware schurk. Misschien was dat zijn eigen naïviteit - zijn idealistische notie van ziekte, letsel en de mogelijkheid om daar wat aan te doen. Misschien zou hij die notie eens in de revisie moeten nemen.

Emotioneel en fysiek uitgeput sleepte hij zich naar de badkamer om zich te scheren en een douche te nemen, nadat hij eerst een muntje achter het oor van Cheapdog vandaan had getoverd. Hij wist dat hij nog vier uur van de Muur vandaan was.

Met uitzondering van de bibliothecaresse was er niemand in de dossierkamer van Ultramed-Davis. Een half uur voor zijn afspraak met Jack Pearl had Zack besloten het dossier van Toby Nelms nóg een keer door te nemen.

Hoewel hij zich nog verdoofd en leeg voelde door de krankzinnige gebeurtenissen van de avond daarvoor, was de ochtend in elk geval goed verlopen.

Hij had een weg naar het ziekenhuis gekozen die langs een breed veld vol lelies, lavendelstruiken en andere bloemen liep. Jarenlang had Annie Doucette vrijwel elke dag verse bloemen neergezet op de tafel en de schoorsteenmantel in de eetkamer van de Iversons. Nu ze in het ziekenhuis lag, had de familie haar best gedaan datzelfde voor háár te doen.

Zack had een arm vol bloemen geplukt en zich daarbij geamuseerd met het bedenken van teksten die hij graag op een kaartje bij de vaas op de intensive care zou willen zetten

Voor Annie, met mijn welgemeende excuses, Ultramed… Voor Annie, mijn tijdelijke patiënte, van Don, je tijdelijke arts. Als vergoeding voor de vernederende situatie waarin je hebt moeten verkeren, je hartaanval en je gebroken heup.

In scherp contrast met de surrealistische chaos van de vroege ochtenduren, was het op de intensive care heel rustig geweest.

Nu de Haldol grotendeels uit Annies lichaam was verdwenen, was ze weer helemaal bij haar positieven en zelfs een beetje uitbundig. Hoewel ze ietwat traag was door de analgetica die ze voor haar heup kreeg toegediend, had ze uitgebreid gesproken over haar zoon, haar kleinkinderen en Zacks familie. Van de zesendertig uur voor haar val herinnerde ze zich niets, behalve haar vaste voornemen niet naar een verpleegtehuis te gaan ‘waar de dood op de loer lag’.

Donald Normans diagnose ten aanzien van haar hart was in elk geval tot dusver juist gebleken. Haar toestand was niet kritiek. Alles bij elkaar genomen had Zack de afdeling verlaten met het idee dat als er iemand was die de beproeving die ze moest doorstaan kon overleven, het Annie Doucette was.

De bibliothecaresse, een alerte, jonge brunette die het eind van een zwangerschap naderde, leek dankbaar te zijn gezelschap te hebben.

Zack tekende voor de ontvangst van Toby’s dossier en nam het mee naar een van de studienissen. Hij had ook zijn eigen dossier meegenomen, met de aantekeningen en artikelen die hij was gaan verzamelen over de minder duidelijk te diagnostiseren complicaties van de twee anesthetica die de jongen toegediend had gekregen. Geen van die bronnen had hem ook maar de geringste aanwijzing gegeven over deze bizarre toestand.

Woord voor woord en nog aandachtiger dan de keren daarvoor nam hij het dossier door. Familie-anamnese - niets opmerkelijks.

Medische anamnese - de gebruikelijke inentingen en kinderziekten… Normaal, met uitzondering van een hernia incarcerata. Aantekeningen over de operatie en de anesthetica - routinewerk. Aantekeningen van de verpleegsters: ‘Patiënt van de operatiekamer naar de verkoeverkamer gebracht. Wakker, alert en glimlachend. Hartslag en bloeddruk normaal. Geen tekenen van ademhalingsproblemen. Pupillen van gelijke grootte en normaal reagerend. Longen schoon.’

Opmerkelijk. Absoluut opmerkelijk. Zack las de aantekeningen een keer door en toen nog eens. In de verkoeverkamer doorgebrachte tijd: in totaal vijfenveertig minuten.

Opeens begon een idee vorm te krijgen. Zack controleerde de tijd. Nog dertien minuten voor zijn afspraak met Jack Pearl.

‘Staan deze dossiers volledig in de computer?’ vroeg hij aan de bibliothecaresse.

‘De laatste vijf jaar wel,’ antwoordde ze en legde het romantische boek dat ze aan het lezen was, neer. ‘Ik geloof dat ze nog bezig zijn met de vijf jaar daarvoor.’

‘Stel dat ik een lijst zou willen hebben van alle patiënten die de laatste drie jaar aan hun galblaas zijn geopereerd?’

‘Geen probleem. Die operaties hebben een code, 3982, geloof ik.’

‘En wanneer ik alleen de operaties wil hebben waarbij dokter Pearl de anesthesist is geweest?’

De vrouw raadpleegde het handboek.

‘Dokter Jack Pearl, nummer 914. Ik kan er zo een uitdraai van maken. Maar het zal wel enige tijd kosten wanneer ik ook de dossiers voor u moet opzoeken.’ Ze wees op haar buik. ‘Zoals u kunt zien, loop ik voor twee.’

‘Laatste maand?’

‘Laatste twee weken, hoop ik.’

‘Als het niet te veel moeite voor u is?’

‘O nee. We hebben beiden wat lichaamsbeweging nodig.’

‘Ik vind het heel vervelend het nog moeilijker voor u te maken, maar zou ik de eerste paar dossiers meteen kunnen krijgen? Dan kom ik de rest later bekijken. Over ongeveer een uur.’

‘Prima. Op dit uur van de ochtend is het hier niet direct stikdruk.’ Ze was al commando’s in de computer aan het invoeren.

Om half negen had Zack negen van de eenendertig dossiers vluchtig bekeken. Hij stopte de aantekeningen die hij had gemaakt in zijn eigen dossier en beloofde terug te komen voor de andere.

Ondanks het feit dat hij nauwelijks had geslapen, voelde hij zich energiek, alert en scherp van geest.

Zijn idee had geen definitieve antwoorden op zijn vragen opgeleverd, maar nu wist hij in elk geval wel dat hij een paar verdomd goede vragen had.

Als Jack Pearl een poging had gedaan om zijn kantoor op te ruimen voor de komst van Zack, was hij daar absoluut niet in geslaagd. De kleine, raamloze kamer tussen de operatiekamers en de verkoeverkamer was bezaaid met tijdschriften en vellen papier en stonk naar koffie en oude sigarettenrook. Half gevulde asbakken, een met een nog smeulende peuk erin, stonden op de twee hoeken van het bureau en overal lagen geopende pakjes Kleenex.

Pearl zelf, die gekleed ging in een gekreukt groen poloshirt, leek een dwerg vergeleken met de stapels uitdraaien, vakliteratuur en aantekenboeken op zijn bureau. De hand die hij uitstak, was broodmager.

Pearl mocht dan een bekwame anesthesist zijn, toch kostte het Zack moeite zich voor te stellen dat zijn veeleisende broer zo’n man in dienst had genomen.

‘Ik zie dat jij ook een ochtendmens bent,’ zei Pearl met een stem die op een ergerlijke manier het midden hield tussen die van Peter Lorre en - misschien - Carol Channing.

‘Ik ben eigenlijk meer een midden-op-de-dag-mens,’ antwoordde Zack. ‘Bedankt dat je tijd voor me hebt vrijgemaakt.’

‘Graag gedaan. Wil je koffie? Iets verderop in de gang staat een automaat.’

‘Nee, maar bedankt voor het aanbod.’

‘Iverson, wat wilde je bespreken?’

Pearl, die om de twintig of dertig seconden snoof, doofde de smeulende peuk terwijl hij een nieuwe sigaret pakte. Hij was een man die zich voortdurend bewoog, zijn neus afveegde, rookte en rommelde met de papieren op zijn bureau. Hij had ook, meende Zack, iets verwijfds.

Hoewel ze samen één operatie hadden verricht en elkaar even hadden gesproken nadat Suzanne was geopereerd, was dit hun eerste échte contact.

Ondanks de wanorde was het kantoor op de een of andere manier kaal en steriel. Aan de muur hingen geen diploma’s of certificaten, op de planken stonden geen foto’s of souveniertjes. Zack werd opeens vreselijk nieuwsgierig ten aanzien van deze kleine man, maar hij had het idee van een gesprek over koetjes en kalfjes al laten varen… ook geen niet-bedreigende vragen over zijn achtergrond. Niets in Pearls manier van doen moedigde zo’n benadering aan.

‘Ik wil een casus met je bespreken,’ zei Zack.

‘Oké. Begin maar.’

‘Het gaat om een achtjarige jongen die Toby Nelms heet. Jason Mainwaring heeft hem bijna een jaar geleden geopereerd aan een hernia en jij bent daarbij de anesthesist geweest.’

‘Doet geen belletje rinkelen,’ zei Pearl.

‘Hier is een kopie van een groot deel van zijn dossier.’

Zack wachtte tot Pearl het dossier had doorgebladerd.

‘Lijkt me een stereotiepe operatie.’

‘Pentothal en isofluraan. Ook stereotiep voor een casus als die van Toby?’

‘Ja. Hoezo?’

‘Tja…’ Zack masseerde zijn kin en telde inwendig tot vijf. ‘Ik heb reden om aan te nemen dat de jongen tijdens de operatie niet in narcose was.’

Pearls lusteloze ogen leken opeens tot leven te komen.

‘Dat is belachelijk!’ reageerde hij kortaf.

‘Misschien, maar toch denk ik dat het waar is. Hij herinnert zich details van de operatie die hij zich eigenlijk helemaal niet moet kunnen herinneren. En wat het nog interessanter maakt, is dat hij de afgelopen zes maanden alles herhaalde keren opnieuw heeft beleefd.’

Pearl werd lijkbleek.

‘Wat zeg je?’

‘Hij heeft flashbacks waarin hij die operatie opnieuw beleeft, maar wel op een doodsangst aanjagende, verwrongen manier. Het is alsof de angst die hij vóór de operatie moet hebben gehad, versmolten is met de daadwerkelijke procedure. In plaats van dat er iets aan zijn hernia wordt gedaan, heeft hij telkens weer het gevoel dat zijn penis en testikels worden afgesneden. En elke keer voelt hij pijn Jack. Vreselijke pijn.’

‘Dat is… dat is krankzinnig.’

‘Is het dat?’

‘Natuurlijk.’ Pearl nam zenuwachtig een trek van zijn sigaret en blies de rook door zijn neusgaten uit. ‘Hij liegt of… of hij heeft te veel naar de televisie gekeken.’

‘Dat denk ik niet en de ouders van de jongen denken dat al evenmin. Ze staan vrijwel op het punt juridische stappen te ondernemen tegen het ziekenhuis en, neem ik aan, ook tegen jou en Mainwaring.’

‘En jij moedigt hen daartoe aan?’

‘O nee. Het tegenovergestelde is eerder het geval.’

‘God zij dank daarvoor,’ mompelde Pearl.

‘Wel ben ik vastbesloten dit tot op de bodem uit te zoeken. Daarom ben ik hier. Het joch is heel ziek geworden door dit alles. Hij is stervende.’

Pearl floot zacht tussen zijn tanden.

‘Veel kan ik je niet helpen,’ zei hij. ‘Ik kan je echter wel zeggen dat het niets met de anesthesie te maken kan hebben. Ik heb duizenden operaties verricht met de middelen die die jongen heeft gekregen en… en iets als dit heeft zich nog nooit voorgedaan. Nog nooit.’

‘Voor zover jij weet,’ corrigeerde Zack hem.

Pearls gezichtsuitdrukking was vreemd.

Zack probeerde de reactie te taxeren op grond van wat hij had verwacht. Woede? Arrogantie? Verwarring? Bezorgdheid? Hij wist het niet. Van één ding was hij echter wel vrijwel zeker, en dat was dat er iets gaande was.

De man was… wat?

‘Iverson, luister.’ Pearl doofde zijn sigaret en vouwde zijn handen op het bureau. Toen leek hij opeens wat rustiger te worden en keek Zack aan. ‘Ik wil je helpen. Echt waar. Ik wil die jongen helpen. Maar ik kan er verder niets over zeggen. Hij heeft de gebruikelijke anesthesie gekregen voor een routine-operatie. Zo simpel is het. Indien je dit geval tot op de bodem uit wilt zoeken, zul je een andere richting op moeten gaan. In orde?’

Op dat moment begreep Zack het.

Zijn spieren spanden zich. Het gevoel was zo bekend. Het was alsof hij op de rand van een steile afgrond stond, zocht naar de plaatsen waar hij genoeg houvast had om om de rots heen te komen en opeens de perfecte route zag.

De poging van Jack Pearl om bezorgd en welwillend over te komen, was volledig mislukt. Hij was bang. Doodsbang.

Hoe rustiger en zelfverzekerder de man werd, hoe zekerder Zack ervan was dat hij in feite vreselijk in verlegenheid was gebracht. Er was iets gaande. Hij had een gevoelige snaar geraakt en moest erop doorgaan.

‘Jack, er is nog iets anders wat me interesseert,’ zei hij. ‘Suzanne Cole was klaarwakker toen ze de verkoeverkamer had bereikt. Volgens de aantekeningen van het verplegend personeel was Toby Nelms dat ook. Hoe lukt je dat?’

Pearl haalde zijn schouders op.

‘Ik ben gewoon alert. Ik let beter op hart en bloeddruk dan de meeste anesthesisten, zodat ik de anesthesie tot een minimum beperkt kan houden. Wanneer hartslag of bloeddruk iets omhoog gaan, dien ik wat meer isofluraan toe. Het is een kwestie van ervaring en techniek.’

‘Waarom lijk je van die techniek en ervaring dan alleen gebruik te maken wanneer Mainwaring opereert?’

De anesthesist stak een hand uit naar het pakje sigaretten, maar trok die weer terug. Enige minuten daarvoor was hij voortdurend in beweging geweest, nu zat hij doodstil.

‘Dat is onzin,’ zei hij.

‘De verpleegsters in de verkoeverkamer denken daar anders over. Ze zeggen dat zijn patiënten altijd beter bij hun positieven zijn dan die van de rest van ons.’

‘Iverson, wat wil je in vredesnaam beweren?’

Rustig nu, hield Zack zichzelf waarschuwend voor. Eén stap tegelijk. Maak geen fouten.

‘Jack, ik wil echt geen problemen veroorzaken,’ zei hij. ‘Ik wil alleen dat kind helpen.’

‘Pijlen op mij afschieten zal niemand helpen. Je… je vaart tegen de verkeerde uit. En eerlijk gezegd beginnen je insinuaties me te ergeren.’

Zack zuchtte. ‘Luister. Geef me nog een paar minuten en dan zal ik je verder niet meer lastigvallen. Het enige wat ik wil, is dat je dit bekijkt en me zegt wat jij ervan denkt.’

Met naar hij hoopte voldoende dramatische flair haalde Zack de aantekeningen die hij net had gemaakt uit zijn dossier en schoof die Pearl toe.

Pearl bekeek de bladzijde een paar seconden en pakte toen snel zijn sigaretten. Zijn handen trilden en zijn zware ademhaling blies de lucifer uit voordat hij de sigaret had kunnen aansteken.

‘Wat wordt dit verdomme geacht te zijn?’ vroeg hij.

‘Jack, dat weet je best. Het is een samenvatting van negen operaties aan een galblaas die jij in de afgelopen twee jaar hebt uitgevoerd. Zo ongeveer twintig andere dossiers worden op dit moment voor mij opgezocht en ik vermoed dat die zullen bevestigen wat deze lijst al suggereert.’

Pearl leek misselijk. ‘Wat is dat dan wel?’

‘Dat is, Jack, dat Jason Mainwarings patiënten - ondanks het feit dat dezelfde procedure is gevolgd en de patiënten in elk geval volgens jouw aantekeningen dezelfde anesthesie kregen - de operatiekamer af kwamen alsof ze nooit in narcose waren geweest, terwijl die van Greg Ormesby het normale patroon volgden. Kijk maar eens naar de tijden die in de verkoeverkamer zijn doorgebracht. Mainwarings patiënten konden die één tot zes uur sneller verlaten dan die van Ormesby… Ze hebben niet dezelfde anesthesie gekregen, nietwaar, Jack?’

Het was de constatering van een feit, geen vraag.

‘Je bent gek,’ zei Pearl en schoof het dossier naar Zack terug. ‘Die patiënten hebben gekregen wat ik heb genoteerd. Waarom pak je die… die troep niet op en vertrek je?’

‘Oké, Jack. Maar je zult wel beseffen dat ik dit niet kan laten rusten.’

Pearls handen lagen weer gevouwen op het bureau.

‘Iverson, je doet maar wat je niet laten kunt. Ik hoef me nergens zorgen over te maken, omdat ik niets verkeerds heb gedaan.’

Voor het eerst sinds het begin van hun gesprek begon Zack enigszins te twijfelen. Een jongen was stervende. Dat gegeven had hij op tafel gelegd. Toch had Jack Pearl geweigerd iets toe te geven - zo hij al iets wist. Kon hij het ten aanzien van de anesthesie volledig mis hebben? Ten aanzien van de hele situatie? Of was de bleke, kleine anesthesist een soort monster?

Nog maar een paar minuten geleden hadden de antwoorden op zijn vragen zo dichtbij geleken. Nu…

‘Jack, jij krijgt je zin.’ Hij ging staan. ‘Je weet hoe je me kunt bereiken wanneer je nog iets te binnen schiet.’

‘Dat zal niet gebeuren,’ zei Pearl. ‘Ga dus ergens anders op heksenjacht.’

‘Hij is acht jaar oud, Jack.’

‘Maak dat je wegkomt.’