Hoofdstuk 3

 

 

 

Theo schoot bijna in de lach toen hij Diones ontzetting zag.

‘Twee dagen?’ sputterde ze tegen. ‘Heb je zo’n haast om aan me te zitten?’

Wat was ze mooi als ze kwaad was. Hij voelde zijn testosterongehalte stijgen en moest zich inhouden om haar niet hartstochtelijk te zoenen. ‘Ik dacht aan het geld van je vader.’ Hij was verbaasd over zijn kalme reactie, terwijl hij vanbinnen in vuur en vlam stond.

‘Ja, dat zal wel,’ snauwde ze. ‘Ik heb gezien hoe je naar me kijkt. Maar vergeet niet dat we een papiertje hebben waarop staat dat je me niet mag aanraken. En wee je gebeente als je je daar niet aan houdt.’

Wat een pittige vrouw. Hij vond haar erg opwindend. ‘Ik zou niet durven. Het initiatief moet van jou komen.’

‘Dan kun je wachten tot je een ons weegt.’

Hij sloeg zijn armen over elkaar en nam haar aandachtig op. ‘Je bent geweldig, weet je dat?’

‘Geweldig?’ herhaalde ze honend. ‘Ik zeg alleen waar het op staat. Dit is een zakelijk contract, niet meer en niet minder. Zorg dat je dat niet vergeet.’

‘Ik zal het niet vergeten,’ beloofde hij. Wat er ook zou gebeuren tussen hem en deze intrigerende jonge vrouw – of het een gelukkig huwelijk zou worden of een grandioze mislukking – het zou hem altijd bijblijven.

‘Goed zo,’ zei ze bits, en ze stond op.

Nadat ze hem met haar mooie donkere ogen nog eens kwaad had aangekeken, zag hij haar naar de deur lopen. Eigenlijk wilde hij haar nog niet laten gaan. Hij wilde met haar blijven praten om haar beter te leren kennen. Maar zijn gezond verstand zei hem dat hij niet te snel van stapel moest lopen. In ieder geval moest ze nog een keer terugkomen om het nieuwe contract te tekenen.

Hij glimlachte bij het vooruitzicht dat hij haar binnenkort zou terugzien. Misschien bij hem thuis, waar ze langer konden praten en elkaar beter konden leren kennen. En zondag zou ze de zijne zijn!

Het was kort dag en er moest veel worden geregeld. Hij liep naar de deur om afscheid te nemen. ‘Tot gauw, Dione. Ik bel je zodra het contract klaar is. Waar kan ik je bereiken?’

Woest keek ze hem aan. ‘Geen idee.’

‘Geef me je mobiele nummer maar.’ Tot zijn verrassing schreef ze het zonder tegenwerpingen op. Hij stopte het notitieblaadje in zijn zak en stak haar zijn hand toe, maar die negeerde ze. Ze draaide zich om en haastte zich zijn kantoor uit alsof de duivel haar op de hielen zat.

Theo glimlachte in zichzelf. Aan vrouwelijk gezelschap ontbrak het hem zelden, maar geen enkele vrouw sprak hem zo aan als Dione Keristari. Ze was in zijn leven verschenen nadat haar veeleisende vader haar had gedwongen om contact met hem te zoeken. Toch had hij het gevoel dat ze ondanks haar vijandige houding en overduidelijke angst in wezen slechts een mooie vrouw was die naar liefde hunkerde.

 

Dione liep ontdaan het kantoorgebouw uit. Theo verlangde precies datgene wat ze had gevreesd: dat ze in alle opzichten zijn vrouw werd! Gelukkig had ze hem dat idee uit zijn hoofd kunnen praten, hoewel ze er niet helemaal gerust op was dat hij zich aan zijn woord zou houden.

Omdat ze nog niet naar het ziekenhuis terug wilde keren, besloot ze het dorpje in te gaan. Daar ging ze op een terrasje zitten, en ze bestelde koffie.

Ze kon nauwelijks geloven dat Theo Tsardikos serieus verwachtte dat ze in alle opzichten zijn vrouw werd zodra zijn ring aan haar vinger zat. Had hij echt geen besef wat het voor haar moest betekenen om zich door een volslagen vreemde te laten beminnen? Daar kon ze zich niet eens een voorstelling van maken.

Als hij zich niet aan de afspraak hield, dan zou ze gewoon uit het huwelijk stappen. En als Tsardikos zijn geld terug wilde hebben, dan moest haar vader maar iemand anders zoeken om hem uit de nesten te helpen. Heel eenvoudig.

Althans, dat hield ze zichzelf voor. In werkelijkheid lag de zaak ingewikkelder. Ze kon haar vader niet in de steek laten. Ze snoof. Ze had zichzelf al in de steek gelaten door met dit huwelijk in te stemmen. Maar als Theo het contract liet opmaken volgens haar verzoek, dan kon er niets verkeerd gaan. Hij zou haar vast niet dwingen om iets tegen haar zin te doen.

Ze wist niet hoelang ze al koffie zat te drinken. Enkele bekenden bleven staan om een praatje met haar te maken, maar verder zat ze in haar eentje te peinzen over de grote stap die ze ging nemen.

Vanzelfsprekend moest ze haar moeder bellen. En Chris, hoewel ze daar erg tegen opzag. Misschien na de bruiloft, als alles achter de rug was. Was dat erg gemeen van haar? Maar hoe kon ze het hun vertellen nu ze zich zo kwetsbaar voelde?

Ze was in het nauw gedreven door twee manipulerende mannen. Een jaar duurde lang als je ongelukkig was. Dat kwam neer op een gevangenisstraf.

Urenlang zat ze te piekeren tot Spiros, de eigenaar, kwam vragen of alles in orde was.

‘Je zit hier al zo lang, Dione. Je ziet er bezorgd uit.’

Ze glimlachte zwakjes. ‘Mijn vader is ziek. Ik maak me zorgen om hem.’ Was het maar zo eenvoudig…

‘Wat naar voor je. Doe hem maar de groeten van me. Ik hoop dat hij gauw beter is.’

‘Dat hoop ik ook, Spiros.’

Het telefoontje kwam eerder dan ze had verwacht. Haar hart sloeg over toen ze Theo’s stem hoorde.

‘Het is zover, Dione. Ik kom je ophalen. Waar ben je?’

‘Nee! Dat is niet nodig. Ik kom wel naar je kantoor.’

‘Ik ben thuis.’

De moed zonk haar in de schoenen. ‘W-Wil je dat ik naar je huis toe kom?’ Dat zou vreselijk zijn.

‘Ik dacht dat je je daar meer op je gemak zou voelen.’

‘Dan heb je het mis. Als vrouw van een arrogante vent zoals jij, kan ik me nooit op mijn gemak voelen,’ flapte ze eruit.

Theo schoot in de lach. ‘Wat een charmante opmerking.’ Toen klonk zijn stem bars. ‘Ik vraag het nog één keer: waar ben je?’

Tot het geld veilig op haar vaders rekening stond, kon ze Theo beter niet tegen zich innemen. ‘Ik zit op het terras van Spiros’ café. Ken je dat?’

‘Nee.’

Dat verbaasde haar niet. Het was niet zijn soort café. ‘Geef me je adres maar, dan kom ik wel naar jou toe.’

Hij zuchtte misnoegd. ‘Neem maar een taxi. Tot zo.’

Zijn villa was even imposant als ze zich had voorgesteld, met traditionele witte muren, een rood dak en een lange oprijlaan. Ze liet zich bij het hek afzetten en belde pas aan toen de taxi weg was. Daarna liep ze de oprijlaan op.

Theo stond al op haar te wachten. Zijn nette pak had hij verwisseld voor een broek met een wit shirt dat strak over zijn brede borst zat. Met zijn gespierde armen zag hij eruit alsof hij niet bang was om hard te werken. Ook leek hij jonger en minder indrukwekkend, maar ze wist dat ze op haar hoede moest zijn. Dit was geen gezellig bezoekje; ze was hier voor zaken.

Het liefst wilde ze zich omdraaien en hard weglopen. Over twee dagen zou dit het huis zijn waar ze met Theo zou wonen als zijn vrouw, althans in de ogen van de wet en van al zijn kennissen. Maar niet in haar ogen! Het huwelijk zou nooit worden geconsummeerd.

De ware reden waarom ze met Theo ging trouwen, was veel te gênant om ooit aan iemand te vertellen. Een jaar lang zou ze toneelspelen om de wens van haar vader te eerbiedigen, maar na afloop hoefde ze zich nergens voor te schamen. Theo Tsardikos zou haar niet aan zijn wil onderwerpen.

De ruime villa was elegant ingericht. Verrukt keek ze om zich heen. Met tegenzin moest ze toegeven dat Theo een voortreffelijke smaak had. ‘Schitterend.’ Het was eruit voordat ze het besefte.

‘Wacht maar tot je het uitzicht ziet.’ Vergenoegd over haar enthousiasme voerde hij haar mee naar buiten.

Daar zag ze zwembaden en terrassen die trapsgewijs afliepen naar de oceaan. Sommige waren door palmen beschut, andere lagen in de volle zon. Het was hemels.

‘Je hebt een prachtig huis,’ zei ze aarzelend.

‘Binnenkort is het ook van jou.’ Hij keek haar aan. ‘Vind je nog steeds dat je er slecht van afkomt?’

‘Wat mijn gevoelens betreft wel,’ antwoordde ze eerlijk. ‘Maar afgezien daarvan is dit een paradijs.’ Het huis van haar vader was ook mooi, maar dat haalde het niet bij Theo’s villa. Haar vader zou vreselijk jaloers zijn als hij het wist.

‘Ik ben blij dat het naar je zin is. Dat maakt het een stuk gemakkelijker. Zullen we ter zake komen?’

Binnen liepen ze meteen door naar zijn studeerkamer, een koel vertrek met alleen een bureau en een paar stoelen. Hij gaf haar een document.

Dione ging zitten om het te lezen en knikte tevreden. Het enige wat hij van haar verlangde, was tijd. Het contract zou vanaf hun trouwdag twaalf maanden lopen, en daarna was ze vrij om te vertrekken. Hij zou zonder meer van haar scheiden en het bedrag dat hij aan Yannis had geschonken om zijn bedrijf weer op poten te zetten, zou hij niet terugeisen.

Gezien de omstandigheden was het een zeer royale overeenkomst, vooral omdat Theo er zelf niet beter van werd. Er schuilde vast een addertje onder het gras. Maar nadat ze alles drie keer had doorgelezen, pakte ze de pen die hij haar toestak en zette haar handtekening.

Toen ook Theo had getekend, was de zaak beklonken. Zondag zou ze zijn vrouw worden. Ze hoopte dat haar vader zou waarderen wat ze allemaal voor hem overhad.

 

De dag brak aan en de hemel kleurde stralend blauw. Dione had haar moeder nog steeds niet gebeld. Ze wilde niet dat ze zich zorgen maakte dat Yannis nog altijd invloed op haar uitoefende. Jeannie sprak zelden over hem, maar Dione wist dat ze bang was dat haar verleden haar zou achtervolgen.

Ook Theo had ze niet meer gezien. Er werd een schitterende trouwjurk bezorgd, compleet met accessoires. Vermoedelijk had hij met Phrosini overlegd, want hoe had hij anders haar maat kunnen weten?

Ze besloot om haar stiefmoeder er niet over aan de tand te voelen. Dat zou toch geen zin hebben. Het stond immers vast dat ze Theo’s vrouw zou worden. Als het aan haar had gelegen, dan had ze haar favoriete oesterwitte mantelpak aangetrokken. Nu moest ze zich echter uitdossen alsof het een echte bruiloft was en net doen alsof ze smoorverliefd op Theo was.

Dione had geruchten gehoord dat er veel gasten waren uitgenodigd. Ze zouden trouwen in de ziekenhuiskapel, zodat Yannis erbij kon zijn. Op die manier wilde hij er waarschijnlijk voor zorgen dat ze er niet op het laatste moment vandoor ging, dacht ze. Dat leek haar opeens een aanlokkelijk idee.

Het was een emotionele plechtigheid en toen ze ten slotte Theo’s vrouw was geworden, barstte ze in tranen uit. Er werd gejuicht en geklapt, en niemand behalve Phrosini en Yannis wist dat het geen echte bruiloft was.

‘Je bent beeldschoon, Mrs. Tsardikos,’ zei Theo zachtjes, toen ze het met bloemen versierde kapelletje uit liepen.

‘Zo voel ik me niet. Ik voel me een bedriegster.’

‘Ik wil niet dat je dat zegt.’ Hij pakte haar hand vast en gaf er een kneepje in. ‘Voor de buitenwereld ben je de mooie vrouw aan wie Theo Tsardikos zijn hart heeft verloren. Je zult beroemd worden, agapi mou.’

Inwendig kreunde Dione. Ze had niet beseft dat Theo’s huwelijk zoveel opzien zou baren. Eigenlijk had ze op een bescheiden bruiloft gehoopt, maar de gasten waren in groten getale het ziekenhuis binnen gestroomd en het bruidspaar werd uitbundig gefeliciteerd.

De receptie vond plaats in Theo’s villa. De terrassen waren met bloemen versierd, er speelde een orkestje en er werden heerlijke hapjes geserveerd.

Theo hield een toespraak waarin hij verklaarde dat hij een gelukkig man was, en Dione zat er charmant blozend bij te luisteren. Theo’s ouders staken hun blijdschap over hun gelukkig uitziende zoon niet onder stoelen of banken en zijn zuster Alexandra kon het nauwelijks geloven.

‘Ik had nooit gedacht dat Theo nog eens in het huwelijksbootje zou stappen na wat er is gebeurd,’ zei ze tegen Dione. ‘Hij had gezworen dat hij nooit zou trouwen. Je moet wel een heel bijzondere vrouw zijn dat je hem op andere gedachten hebt kunnen brengen.’