Hoofdstuk 7

 

 

 

‘Niet tegenstribbelen, je gaat met mij mee!’

‘Nee, papa, néé! Je doet me pijn!’

‘Doe dan wat ik zeg, Dione!’

‘Ik wil niet met jou mee, ik wil bij mama blijven.’ Ze begon te schreeuwen.

Dione voelde sterke armen om zich heen en verzette zich uit alle macht. ‘Ga weg, ga weg!’

‘Wakker worden, Dione,’ zei een stem. ‘Wakker worden! Hoor je me? Word wakker.’

Toen ze met moeite haar ogen opendeed, zag ze niet haar vader, maar Theo. Een sterke, beschermende en bezorgde Theo. Ze besefte dat het allemaal een droom was geweest, de terugkerende nachtmerrie die haar al jaren plaagde.

De tranen biggelden langs haar wangen, terwijl ze zich door Theo liet vasthouden en troosten. Hij haalde een zakdoek tevoorschijn en droogde haar wangen.

Er gingen enkele minuten voorbij voordat ze ophield met snikken. ‘H-Het spijt me,’ stamelde ze.

‘Dat is niet nodig, agapi mou. Gaat het weer een beetje?’

Ze knikte.

‘Kan ik iets voor je doen? Wil je misschien een glas water? Of zal ik je blijven vasthouden?’

‘Ja, graag,’ fluisterde ze, terwijl ze zich tegen hem aan vlijde. Tot haar verbazing voelde ze zich veilig en geborgen in Theo’s armen. En hoewel ze wist dat het gevaarlijk was en hij alleen maar een zwarte boxer droeg, wilde ze dat hij de rest van de nacht bij haar bleef.

Hij streek haar bezwete haar uit haar gezicht en mompelde troostende woordjes. Pas toen ze gekalmeerd was, vroeg hij: ‘Wil je erover praten?’

Ze had nooit gedacht dat ze Theo zou vertellen wat haar als kind was overkomen, maar plotseling wilde ze dat hij het wist. Het zou wel vaker kunnen gebeuren dat ze hem ’s nachts wakker gilde. Hij had er recht op om de waarheid te horen.

‘Het gaat om mijn vader,’ zei ze aarzelend.

Theo snakte naar adem en hield haar nog steviger vast. ‘Ga verder,’ zei hij, en ze bespeurde een zweem van woede in zijn stem.

‘Ik was pas zes jaar oud. Hij dacht dat mijn moeder een verhouding had, al wist ik dat destijds niet. Dat bleek hij trouwens bij het verkeerde eind te hebben. In ieder geval vond hij haar daarom ongeschikt om zijn kind groot te brengen. Midden in de nacht heeft hij me uit bed gehaald. Toen zijn we naar het vliegveld gereden en heeft hij me naar Griekenland gebracht.’

Heel even haperde ze. Dit was de eerste keer dat ze iemand vertelde wat er was gebeurd, een gedenkwaardig ogenblik. ‘Hij is hier niet meer t-teruggekomen,’ zei ze haperend. ‘Sindsdien heeft hij mijn moeder nooit meer gezien.’

‘Wat een schoft! Je zult wel doodsbang zijn geweest.’

‘Dat was ik ook. Dagenlang heb ik aan één stuk door gehuild, en toen ik geen tranen meer had, ben ik gaan klieren. Ik was het stoutste kind dat je je maar kunt voorstellen. Hij zal wel vaak spijt hebben gehad dat hij me niet bij mijn moeder had achtergelaten. Maar op een dag kreeg hij een brief van haar advocaat over haar rechten, en daarna mocht ik af en toe naar haar toe, begeleid door een lijfwacht uiteraard. Hij wilde er zeker van zijn dat ik terugkwam,’ zei ze met schorre stem.

Haar hart was iedere keer gebroken als ze afscheid had moeten nemen van haar moeder. Dan had Jeannie haar huilend omhelsd en had haar beloofd dat het niet lang zou duren voordat ze elkaar weer zagen. Jaren later besefte Dione dat haar moeder niet tegen Yannis’ wensen in durfde te gaan, uit angst dat ze haar dochter helemaal niet meer zou zien.

‘Maar toch ben je bij hem gebleven, zelfs toen je oud genoeg was om je eigen gang te gaan,’ zei Theo verbaasd. ‘Dat begrijp ik niet.’

Dione slaakte een diepe zucht. ‘Ik was bang dat hij mijn moeder iets zou aandoen. Ze heeft zich altijd erg kwetsbaar gevoeld tegenover mijn vader. Hij heeft haar zoveel pijn gedaan, dat ze er nooit echt overheen is gekomen.’

Theo hield haar nog steviger tegen zich aan en kuste haar troostend op haar voorhoofd. ‘Het arme mens. Ik mag haar graag. Ze is lief en aardig, en ze vond het vreselijk dat Chris en ik ruzie kregen om jou. Daarom heb ik me ingehouden. Wat zag je eigenlijk in hem?’

Gelaten haalde Dione haar schouders op, al was ze blij dat hij over iets anders begon. Ze had haar diepste gevoelens blootgelegd, en dat was pijnlijk, hoewel Theo haar leek te begrijpen. ‘In die tijd dacht ik dat hij de ware was.’

‘En nu?’

‘Dat weet je best.’ Dione merkte dat ze zich steeds meer op haar gemak ging voelen in Theo’s armen. Misschien zelfs een beetje te veel, want er begonnen allerlei gevaarlijke gevoelens in haar op te borrelen.

‘Uiteindelijk zijn mijn ouders gescheiden,’ zei ze, terwijl ze haar opwinding probeerde te negeren. ‘Daarna is Yannis met Phrosini getrouwd. Ik ben erg op haar gesteld. En ze is ook goed voor mijn vader.’

‘Tiranniseert hij haar dan niet, zoals hij bij iedereen doet met wie hij omgaat?’ vroeg Theo bars.

‘Phrosini laat zich door niemand commanderen. Ze is een sterke vrouw.’

‘Dat moet ze ook zijn. En dat heeft jou ook sterk gemaakt, hoewel niet sterk genoeg om tegen je vader te zeggen dat hij dood kon vallen toen hij wilde dat je naar mij toe ging,’ merkte Theo op. ‘Niet dat ik er bezwaar tegen heb,’ voegde hij eraan toe. Zachtjes tikte hij met zijn vinger tegen haar neus. ‘Ik ben blij dat hij ons bij elkaar heeft gebracht.’

‘Zelfs als ik je wakker krijs als een baby?’ vroeg ze bedeesd.

‘Zelfs dan.’ Hij hield haar nog steviger tegen zich aan. ‘Je hebt dat niet verdiend, Dione.’

‘Het is allemaal zo lang geleden,’ zei ze. ‘Ik zou er ondertussen allang overheen moeten zijn.’

‘Jeugdherinneringen zijn moeilijk uit te wissen, vooral als het gaat om zulke traumatische gebeurtenissen zoals die jij hebt meegemaakt. Je zou er eens met iemand over moeten praten.’

‘Met een therapeut, bedoel je?’

‘Misschien.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Die nachtmerrie heb ik alleen als ik onder grote druk sta.’

‘Het feit dat je hier met mij bent, veroorzaakt dus stress?’

Hoewel ze een lichte verandering in zijn houding bespeurde, liet hij haar niet los. Hij genoot duidelijk van de aanraking, van haar warme lichaam tegen het zijne. Ze kon duidelijk merken dat zijn hormonen in actie waren gekomen. De hare trouwens ook, maar daar probeerde ze niet op te letten.

‘Natuurlijk veroorzaakt dat stress. Als je tot een liefdeloos huwelijk wordt gedwongen, is het logisch dat je onder druk staat.’ Alsof hij dat niet doorhad! Voor hem was het alleen maar een leuk spelletje. Voor zover ze wist, had hij op dat moment geen vriendin, dus kon hij het zich veroorloven om een jaar van zijn leven te gebruiken om een spelletje met haar te spelen.

‘Ik wil niet dat je daardoor onder druk komt te staan,’ zei hij met zwoele stem. ‘Ik wil dat je ontspant en dat je geniet van de tijd die we samen moeten doorbrengen. Als je je ertegen verzet, zullen die twaalf maanden erg lang lijken.’

‘Zolang jij je maar aan de afspraak houdt, zal ik me niet verzetten,’ hield ze hem voor. Ze probeerde geen acht te slaan op het bonzen van haar hart toen hij met zijn hand haar wang heel licht beroerde, over haar jukbeen en rond haar ogen streek en daarna zijn vinger langs haar neus omlaag liet glijden. Ten slotte omvatte hij haar kin en draaide haar gezicht naar zich toe.

Zijn ogen waren donker als de nacht, met alleen in de pupil een kleine schittering van de lamp die hij had aangeknipt. Ze wist negenennegentig procent zeker dat ze zich snel moest terugtrekken, maar met het ene resterende procent was ze helemaal in de ban van hem geraakt.

Zijn mannelijke geur drong zo diep in haar neusgaten, dat ze erdoor werd bedwelmd. Toen hij met zijn mond op de hare neerdaalde, had ze noch de kracht, noch de wil om zich van hem af te wenden.

Ook Theo leek te zijn vergeten dat elke vorm van aanraking eigenlijk verboden was. Tenzij hij haar gebrek aan verzet als toestemming opvatte… Aan die mogelijkheid wilde ze niet eens denken.

Intussen ging hij met zijn mond zo vurig in de aanval, dat hij een onstuimige reactie bij haar opwekte. Het was de meest bedwelmende kus die ze ooit had ervaren, en onwillekeurig slaakte ze een gesmoorde kreet van genot.

‘Theos!’ bracht hij uit, en alsof hij haar kreet als een overgave opvatte, verdiepte hij zijn kus door zijn tong speels in haar mond te laten glippen, zoekend, proevend, genietend.

Ze werd meegevoerd op golven van sensaties die door haar lichaam kolkten totdat ze haar intiemste plekje bereikten en samenbalden tot een bruisende spanning, waardoor ze zich opeens bewust werd van haar kwetsbaarheid.

Theo was een gevaarlijke man. Als minnaar zou hij nog gevaarlijker zijn. Als hij haar met een kus al in een roes van opwinding kon brengen, wat zou er gebeuren als hij er echt moeite voor deed?

Waarom verzette ze zich niet? Ze had geen zin om de komende twaalf maanden seks met Theo Tsardikos te hebben – want daar zou het op neerkomen – om daarna hun huwelijk te laten ontbinden. Als hij daar opuit was, kon hij het wel vergeten.

Toch liet ze zich kussen, want ze wilde niet dat er een eind aan kwam. Ze wilde dat Theo de rest van de nacht bij haar bleef voor het geval ze weer een nachtmerrie kreeg. Ze kon echter onmogelijk van hem verlangen dat hij bij haar bleef liggen zonder haar aan te raken. Eigenlijk zou ze hem nu moeten wegsturen. Dat zou het beste zijn. Maar was ze daartoe in staat, nu ze het zo heerlijk vond om door hem te worden gekust?

Ze genoot er zo van, dat ze er bang van werd. Ondanks die gegevens merkte ze dat ze hem zo wanhopig terugkuste, dat ze zich zou moeten schamen. Gek genoeg voelde ze echter geen schaamte, maar juist een eigenaardige verrukking, iets wat ze nog nooit eerder had meegemaakt.

Zou dat komen omdat ze nog nooit iemand als Theo had gekust? Hij was een man van aanzien en met geld en sexappeal, ongetwijfeld onweerstaanbaar voor elke vrouw die hij tegenkwam. Tot haar schande hoorde zij nu ook bij zijn veroveringen, met als enige verschil dat zij een gouden ring om haar vinger droeg.

Een ring die niets betekende, hield ze zichzelf voor, terwijl ze over de donkere haartjes op zijn gespierde borst streelde. Wat waren ze zacht. Ze wilde haar gezicht ertegen verbergen om zijn mannelijke geur op te snuiven, maar natuurlijk deed ze dat niet. Ze spreidde haar vingers en duwde hem weg.

Er speelde een flauw lachje om zijn fraaie lippen. Hij keek niet teleurgesteld, maar ook niet triomfantelijk.

‘Gaat het weer een beetje?’ vroeg hij.

Ze knikte, want ze vertrouwde haar stem nog niet. Haar keel zat dichtgesnoerd door alle emoties.

‘Een kus verzacht de meeste wonden,’ zei hij met een onpeilbare blik in zijn donkere ogen. ‘Dat zei mijn moeder tenminste altijd.’

‘Niet zo’n soort kus als daarnet,’ wierp ze tegen.

Hij haalde zijn schouders op. ‘Wat doet dat ertoe, als het werkt?’

Het doet er wel toe, omdat je mijn zelfbescherming hebt doorbroken, dacht ze. ‘Ik denk dat het nu wel weer gaat.’ Haar stem trilde. Dat was geen wonder, want vanbinnen zinderde ze nog na. Die kus was het meest verontrustende wat ze ooit had meegemaakt. Het was een ervaring die ze liever niet wilde herhalen.

Een stemmetje in haar hoofd verweet haar dat ze loog: dat ze Theo dolgraag weer wilde kussen, dat ze zelfs de rest van de nacht met hem wilde doorbrengen. Maar ze negeerde het.

‘Weet je het zeker?’

Weer knikte ze, omdat ze nog steeds niet wist of ze een woord kon uitbrengen.

Met tegenzin kwam Theo het bed uit. Hij sloeg zijn armen over elkaar en bleef even naar haar staan kijken. Het schijnsel van de lamp verleende zijn huid een gouden gloed. Zelfs zijn zwarte haar glansde. Hij was adembenemend knap, en ze besefte hoe gevaarlijk het was om intiem met hem te worden.

Alsof trouwen niet intiem was!

‘Ik zal de deur op een kier laten staan,’ zei hij, ‘dan kun je me roepen als je me nodig hebt.’

Dione glimlachte zwakjes. Ze was niet van plan om hem te roepen. Ze betwijfelde zelfs of ze zou kunnen slapen. Hun gezoen had al haar andere gedachten en emoties weggevaagd.

Hij boog zich over haar heen. ‘Welterusten dan maar, Dione.’

Weer kuste hij haar, maar deze keer was het een nachtkus zoals je een kind zou geven. Niettemin schrok ze ervan. Ze kneep haar ogen stijf dicht en hield haar adem in, luisterend naar zijn voetstappen toen hij zachtjes de kamer uit sloop. Pas toen hij weg was, liet ze haar adem langzaam ontsnappen.

Eerst kon ze de slaap niet vatten, en ze lag te woelen. Ze vroeg zich af wat de gevolgen zouden zijn van wat er net was gebeurd. Zou Theo nu meer van haar verwachten? Dan zou hij lelijk op zijn neus kijken. Hij had haar gezien toen ze erg kwetsbaar was, maar ze zou ervoor zorgen dat het niet nog een keer gebeurde.

Tijdens het piekeren werd ze door slaap overmand. Deze keer droomde ze niet, en toen ze wakker werd, scheen de zon haar kamer binnen.

‘Hoe voel je je? Geen nare dromen meer gehad?’

Geschrokken ging ze rechtop in bed zitten. ‘Wat doe jij hier?’

Hij fronste zijn wenkbrauwen. ‘Nou, dat is een hartelijke begroeting na vannacht.’

‘Ik ben je dankbaar dat je me hebt getroost, maar dit is niet volgens de afspraak,’ zei ze, slecht op haar gemak met Theo in de kamer.

‘Een paar uur geleden reageerde je wel anders,’ spotte hij.

‘Ik wist niet eens wat ik deed.’ Ze vermoedde dat hij haar leugentje niet zou geloven, want zelfs in haar eigen oren klonk het als een slap excuus.

‘Word je meestal op die manier getroost?’ vroeg hij cynisch.

Ze schudde verbluft haar hoofd. ‘Wat een gemene opmerking. Vannacht was ik helemaal over mijn toeren; ik wist niet wat ik deed. Maar nu wel, en ik kan je verzekeren dat het niet nog een keer zal gebeuren.’

Hij vertrok zijn lippen tot een zuinige glimlach. ‘Kan ik daarvan op aan?’

Hij zag eruit alsof hij haar niet geloofde, en dat maakte haar nog kwader. Ze gleed het bed uit en ging tegenover hem staan, zonder zich eraan te storen dat ze alleen maar een korte nachtjapon droeg, die nog korter werd toen ze haar handen in haar zij zette waardoor de stof werd opgetrokken.

‘Ik dacht dat je een man van zijn woord was, Theo Tsardikos. Blijkbaar heb ik me vergist. Je hebt misbruik van me gemaakt toen ik het moeilijk had, en daarom kan ik je niet uitstaan.’

‘Heb ik misbruik van jou gemaakt?’ reageerde hij ironisch. ‘Ik heb niet gemerkt dat je je probeerde te verweren. Ik herinner me heel duidelijk dat ik heb gezegd dat het initiatief van jou moest komen, en in mijn ogen deed je dat ook door je tegen me aan te wrijven. Als dat geen uitnodiging was… Ik ben niet van steen, Dione!’

‘Ik haat je!’ snauwde ze. ‘Hoepel nu maar op, zodat ik me kan douchen en aankleden.’

Tot haar opluchting was Theo al aangekleed, zodat zijn prachtige lichaam bedekt was. Alsof ze zou kunnen vergeten hoe hij er halfnaakt uitzag… De aanblik van zijn blote huid stond nog op haar netvlies gebrand.

 

Tijdens het ontbijt was de sfeer om te snijden en toen hij vroeg wat ze daarna wilde doen, keek ze hem nijdig aan. ‘Ik wil graag naar mijn moeder toe. In mijn eentje.’

‘Dat gaat helaas niet,’ verklaarde hij grimmig. ‘We zijn op huwelijksreis.’

‘Een huwelijksreis is voor geliefden, niet voor vijanden,’ reageerde ze bits.

‘Dan zullen we moeten zorgen dat ik van een vijand in een geliefde verander, nietwaar?’ kaatste hij terug.

Aan zijn vastberaden gezicht en de kille blik in zijn ogen zag Dione dat hij het meende. ‘Nou, dan zul je keihard je best moeten doen,’ beet ze hem toe. ‘Iedere keer als ik naar je kijk, moet ik aan mijn vader denken. Ik doe het voor hem, niet om jou een plezier te doen.’

‘Denk eens aan het plezier dat je zou kunnen hebben, terwijl je vader mijn geld telt.’

‘Mijn vader is doodziek. Hoe durf je zo over hem te praten?’

Theo haalde zijn schouders op. ‘Niet zo ziek dat hij ervoor terugschrok om jou voor zijn karretje te spannen. En aangezien ik een flink bedrag heb opgehoest, ben ik van plan om waar voor mijn geld te krijgen. Knoop dat maar goed in je oren, Dione, voordat je me weer iets gaat verwijten. We kunnen het gemakkelijk doen, of moeilijk. De keus is aan jou.’