Hoofdstuk 7
Dinsdag, 15 juni, 01.20 uur
In het uur dat volgde, onderwierp Roxie haar nichtje aan een kruisverhoor over het ongeluk. Hoe meer Tara vertelde, hoe bezorgder ze ging kijken. ‘Ik zweer op het graf van je moeder dat ik je in je kamer ga opsluiten als je niet iets voorzichtiger wordt, Tara.’
‘Het komt heus wel goed met me,’ zei Tara grinnikend. ‘Maak je maar geen zorgen.’
Roxie keek haar recht aan. ‘Hoe kan ik me geen zorgen maken als jij met opzet van de weg wordt gereden?’
‘Het kan ook gewoon een ongelukje zijn geweest,’ mompelde Tara.
‘Lieve schat, als jij hier in Boston navraag hebt gedaan over Kit Westgate, weet ik bijna zeker dat het geen ongelukje was. Ik weet uit persoonlijke ervaring dat Pierce Landover niet altijd volgens de regels speelt.’
Verbaasd keek Tara haar tante aan. ‘Hoe ken jij Pierce Landover?’
‘Ik ken zoveel mensen,’ antwoordde Roxie, haar lange rode nagels bestuderend.
Tara wist dat haar tante een interessant en tamelijk ruig leven had geleefd voordat ze haar had geadopteerd. Inmiddels had ze echter al weer twaalf jaar dezelfde vriend, Tommy Sloan, een voorman in de haven.
‘We zijn elkaar vroeger wel eens tegengekomen,’ vervolgde Roxie, met een blonde lok spelend.
‘Hadden Pierce en jij…’ Ze zocht naar het juiste woord. ‘…een intieme relatie?’
‘Ja, als je het zo wilt noemen,’ antwoordde Roxie schouderophalend. ‘We hadden kort iets voordat hij met zijn eerste vrouw, Gracie, trouwde. Na hun scheiding hebben we elkaar ook nog een paar keer gezien. Pierce trouwde vanwege zijn afkomst met een vrouw uit de hoogste kringen van Boston, maar hij hield eigenlijk meer van vrouwen die iets wilder waren.’
Verbluft leunde Tara achteruit. ‘Roxie, ik sta versteld.’
‘Wat wil je weten over Pierce?’
‘Denk je dat hij het type man is dat zijn vrouw zou kunnen vermoorden?’
‘Dat is moeilijk te zeggen. Hij is nogal opvliegend en hij verwacht dat zijn vrouw zich gedraagt zoals het hoort.’ Ze grinnikte. ‘Daarom werd het niets tussen ons. Ik hou er niet van om gecommandeerd te worden.’
‘Wauw,’ fluisterde Tara perplex.
‘Ik kan je wel vertellen dat Pierce het heel belangrijk vindt dat zijn privéleven ook echt privé blijft,’ zei Roxie ernstig. ‘Zijn reputatie betekent alles voor hem. Wees dus voorzichtig.’
‘Dat zei Kirkland ook.’
‘Slimme vent,’ zei Roxie grijnzend. ‘Ik zal proberen om iets subtieler te zijn, de volgende keer dat je hem meebrengt.’
Plotseling voelde Tara zich ongemakkelijk. ‘Waarom denk je dat ik hem nog een keer zal meebrengen?’
‘O, liefje, als ik ergens iets vanaf weet, dan is het wel van seksuele aantrekkingskracht. Bij jullie knetterde de lucht ervan!’
De volgende morgen werd Tara wakker met een knallende hoofdpijn en een beurse schouder. Ook haar ribben deden pijn. Voorzichtig zwaaide ze haar benen over de rand van het bed. Daarna zette ze heel langzaam haar voeten op het blauwe kleed bij haar bed.
Als een oud vrouwtje strompelde ze vervolgens naar de woonkamer.
Haar appartement was niet groot maar zeer efficiënt ingericht. Op de planken aan de muren stonden honderden boeken en prulletjes. Opbergkisten fungeerden tevens als tafeltjes en de weinige echte meubelstukken die ze bezat, stonden op wieltjes, zodat ze ze gemakkelijk kon verschuiven
Het leek haar beter om vanochtend haar dagelijkse rondje rennen maar een keer over te slaan. Ze maakte een kop koffie voor zichzelf en ging daarna onder de douche. Nadat ze zich had aangekleed in een slobberbroek en een T-shirt, belde ze haar verzekeringsmaatschappij. Ze gaf de schade door en regelde een huurauto die zij voor haar zouden betalen.
Vervolgens pakte ze het dossier dat ze gebruikte voor het artikel over de Westgate-zaak. Het lukte haar echter niet om zich erop te concentreren omdat haar gedachten steeds afdwaalden naar Kirkland.
Ze had al een oogje op hem gehad sinds ze een jaar geleden bij de Globe was begonnen. De eerste keer dat ze hem had gezien, was bij een schietincident tussen verschillende bendes. Ze had geprobeerd hem te interviewen, maar hij had haar nauwelijks een blik waardig gekeurd. Zijn arrogante houding had haar mateloos geïrriteerd.
Het toppunt was geweest dat hij zijn mannen opdracht had gegeven haar van de plaats delict te verwijderen.
Vanachter de gele lijnen had ze hem in niet mis te verstane bewoordingen toegeroepen wat ze van hem vond. Daarna had ze hem boos gadegeslagen.
Ze had gezien dat hij de plaats delict met de grootst mogelijke zorgvuldigheid had geanalyseerd. Hij had zaken ontdekt die de technische recherche was ontgaan en hij had zich bekommerd om de huilende moeder van het slachtoffer.
Uit wat ze had gezien had ze opgemaakt dat hij dan een harde mocht zijn, maar dat hij wel klasse had.
‘Dat kan wel zijn, maar hij is toch helemaal de verkeerde vent voor jou,’ zei ze nors tegen zichzelf. Ze nam nog een slokje koffie en dwong zich om zich weer op haar aantekeningen te concentreren. Uiteindelijk was haar carrière toch het allerbelangrijkste in haar leven.
Een voor een zette ze de feiten nog eens op een rijtje.
Het was erg warm geweest op de avond dat Kit was verdwenen. Ze had een witsatijnen bruidsjapon van een bekend ontwerper gedragen waar met de hand duizend cultivéparels op waren genaaid, ter waarde van honderdduizend dollar.
Volgens het persbericht dat tussen Tara’s paperassen zat, waren de diamanten hanger, de armband en de oorbellen erfstukken en al zes generaties lang in de Landover-familie. Hun waarde bedroeg volgens de plaatselijke juwelier, Frederick Robinson, ten minste vijftien miljoen dollar.
De plantenkas op het landgoed had onder Kits bloed gezeten, maar haar lichaam was nooit gevonden. Een week later was haar jurk aangetroffen op de oever van de rivier. Alle parels waren eraf gehaald. Ook de diamanten waren niet meer boven water gekomen.
Aandachtig bekeek Tara de foto van Brenda. Ze pakte de telefoon en belde met een collega bij de krant, die haar de naam gaf van iemand bij de politie van New York die haar misschien kon helpen. Een paar telefoontjes later had ze een vrouw te pakken die op het archief werkte.
De vrouw beloofde haar het een en ander na te trekken.
Vervolgens belde Tara een vriend van haar die als verpleegkundige bij het Boston General ziekenhuis werkte. ‘Hallo, David, met Tara.’ Ze kende hem al sinds haar studietijd.
David was een zeer getalenteerd OK-verpleegkundige en hij gaf les aan de universiteit. Bovendien zag hij overal complottheorieën in. Dat maakte hem tot de uitgelezen persoon om mee van gedachten te wisselen over Kits verdwijning.
‘Hoe gaat het ermee?’ vroeg Tara.
‘Goed,’ antwoordde David. ‘Ik heb je al maanden niet meer gesproken.’
‘Ik weet het en het spijt me. Het is waanzinnig druk op het werk.’
‘Wanneer gaan we weer eens samen naar een concert?’
Ze hoopte maar dat hij had begrepen dat ze hem niet meer had te bieden dan vriendschap. ‘Noem maar een datum en dan zal ik er zijn.’
‘Nou, ik heb twee kaartjes voor een jazzfestival over twee weken.’
‘Te gek, ik ga mee,’ zei ze, iets enthousiaster dan ze zich voelde.
‘Ik hou je eraan, hoor! Maar goed, wat kan ik voor je doen?’
‘Ik werk aan een stuk over een onopgeloste zaak.’ Ze vertelde hem snel de details van de Westgate-zaak. ‘Is er een kans dat iemand het overleeft als hij tweeënhalve liter bloed verliest?’
‘Nee, dat is echt onmogelijk. Het is meer dan de helft van het bloed dat een mens heeft. Dan stopt de hersenfunctie.’
Ze liet haar schouders hangen. ‘Weet je het zeker?’
‘Heel zeker.’
‘Dat is dan het einde van mijn theorie,’ zei ze met een verslagen zucht. ‘Ik had het halfbakken idee dat Kit dat bloedverlies misschien op de een of andere manier had overleefd.’
‘Aha! Een complottheorie,’ zei hij opgetogen. ‘Dat vraagt natuurlijk een andere manier van denken. Laat me even denken.’
Gespannen wachtte Tara af.
‘Op zich zou het niet zo moeilijk zijn om die hele bloederige toestand in scène te zetten.’
Tara ging iets meer rechtop zitten. ‘De DNA-test wees uit dat het voor honderd procent zeker was dat het bloed van Kit was.’
‘Daar twijfel ik ook niet aan. Maar wie zegt dat ze niet al maanden daarvoor is begonnen om een voorraadje van haar bloed op te bouwen?’
‘Zou het zo lang goed blijven?’
‘Ja, hoor, als ze het maar in de diepvries bewaarde.’
‘Wauw, daar was ik nooit opgekomen. Wat bizar.’
‘Maar heel goed mogelijk.’ Hij klonk alsof hij erg tevreden was met zichzelf.
‘Enorm bedankt, David. Jij hebt wel een etentje verdiend.’
‘Trakteer me maar op een biefstuk voordat we naar het concert gaan.’
‘Afgesproken.’
Vijf minuten later rinkelde de telefoon.
De vrouw die op het archief bij de politie van New York werkte, had alle basisgegeven van Brenda Latimer gevonden. De informatie die ze aan Tara gaf, bevatte onder andere haar geboortejaar, haar geboorteplaats en een lijst met de ten laste gelegde feiten.
Tara was helemaal opgetogen toen bleek dat Brenda en Kit in hetzelfde jaar waren geboren en dat fraude een van de tenlasteleggingen tegen Brenda was geweest.
Stel nu eens dat Brenda de persoon Kit had gecreëerd en dat ze uit eigen vrije wil op haar huwelijksdag met alle blingbling was verdwenen… Dan zou ze van tevoren een koper voor de sieraden moeten hebben gevonden.
Tara’s hersens draaiden op volle toeren. Het lag voor de hand om eerst maar eens een telefoontje te plegen met de Frederick Robinson, de juwelier die de sieraden destijds had getaxeerd.
Hij zou haar een precieze beschrijving kunnen geven van de sieraden die waren verdwenen, zodat ze wist waarnaar ze moest zoeken. Bovendien kon hij meedenken over de vraag hoe en aan wie Kit/Brenda zulke uitzonderlijke stenen verkocht kon hebben.
Nadat ze telefonisch een afspraak had gemaakt met Robinson’s Jewelers, nam ze een taxi naar het autoverhuurbedrijf. Vandaar reed ze in een huurauto naar Beacon Hill, waar de deftige juwelierszaak zich bevond.
Ze had zich voor de gelegenheid gekleed in een keurig zwart broekpak, waaronder ze platte zwarte schoentjes droeg. Zoals gewoonlijk droeg ze haar haren in een strakke lage staart. Om het geheel af te maken had ze een broche met neppareltjes opgespeld, die ze een paar jaar geleden op een rommelmarkt had gekocht.
Robinson’s Jewelers was gevestigd in een statig pand, zonder vitrines met sieraden of uithangborden. De enige aanwijzing dat zich hier een juwelier bevond, was te vinden op een discreet naambordje, vlak onder het huisnummer op de gevel.
De deur was op slot, en Tara zag dat er camera’s waren gericht op de plek waar zij stond. Nadat ze had aangebeld, klikte de deur vrijwel geluidloos open.
De juwelierswinkels die Tara kende, hadden grote vitrines vol sieraden, waren behangen met uitverkoopborden en wemelden van de overijverige verkopers die probeerden hun maandquotum te halen. Het interieur van Robinson’s Jewelers deed haar meer aan een bank of een advocatenkantoor denken.
Er was geen enkele vitrine, de muren waren van ongepleisterde baksteen en er lag een dik oosters tapijt op de vloer. Grote spiegels met vergulde lijsten hingen aan iedere muur.
Achter een groot eiken bureau zat een kleine man met grijs haar en een keurig getrimd sikje. Glimlachend kwam hij overeind. ‘Mrs. Freedman?’
‘Ja,’ antwoordde ze snel. Hij leek haar niet het soort man dat bereid was om met een verslaggever te praten.
‘Welkom bij Robinson’s,’ zei hij. Met afgemeten pasjes liep hij naar haar toe. ‘Ik ben Frederick Robinson. Ik vroeg me al af of u nog zou komen.’
‘Het spijt me. Het verkeer was een drama.’ Ze had geen idee wie Mrs. Freedman was, maar ze besloot om van deze onverwachte meevaller te profiteren.
Mr. Robinson gebaarde naar de met pluche beklede stoel tegenover zijn bureau. ‘Wilt u gaan zitten?’
‘Graag,’ zei ze, biddend dat Mrs. Freedman heel, heel erg te laat zou komen.
‘Mag ik u een kopje koffie aanbieden? Ik heb uw favoriete merk in huis. St. Helena, is het niet?’
‘Inderdaad, Mr. Robinson. Wat attent van u.’
Met een voldaan glimlachje verliet hij de kamer. Een paar minuten later kwam hij terug met een zilveren dienblaadje waarop een schattig antiek kopje met bijpassend schoteltje en een schaaltje met koekjes.
Voorzichtig nam ze een slokje van de dampend hete koffie. ‘Heerlijk,’ zei ze met een vriendelijk knikje.
‘Ik begreep dat u geïnteresseerd bent in een halsketting?’
‘Ja.’
Hij draaide zich om naar de met panelen beklede wand achter hem en duwde ertegen.
Het paneel sprong open. Erachter stond een enorme kluis.
Mr. Robinson blokkeerde haar uitzicht met zijn lichaam terwijl hij aan de grote bronzen knop draaide. Nadat de massieve deur open was gezwaaid, haalde hij er een langwerpig, met fluweel bekleed doosje uit. Hij zette het op zijn bureau en tilde voorzichtig het deksel op.
Twaalf van de grootste diamanten die ze ooit had gezien, fonkelden haar tegemoet.
Het kopje begon te rammelen op het schoteltje in haar hand, en ze zette het snel op de tafel. Ze had nog nooit zulke prachtige juwelen gezien. ‘Ze zijn schitterend,’ prevelde ze.
‘U zei over de telefoon dat u op zoek was naar grote unieke stukken. Het liefst met gele diamanten.’
‘Ja,’ zei ze, voorover leunend om de stenen goed te bekijken. ‘Ik overweeg om een halsketting te laten maken.’
‘Daar kunnen we u zeker bij van dienst zijn.’
Tara haalde zich de ketting die Kit had gedragen voor de geest. De steen in het midden was een roze diamant van tien karaat geweest. ‘Deze zijn prachtig, maar ik ben van gedachten veranderd over de kleur.’
‘Wat zou u graag willen?’
‘Niet lachen, hoor.’
Hij trok zijn mond in een dunne streep. ‘Dat doen wij nooit,’ zei hij ernstig.
‘Ik ben altijd een beetje jaloers geweest op de prachtige halsketting die Kit Westgate droeg op haar trouwdag. Ze droeg hem ook op de verlovingsfoto die na haar verdwijning steeds door de media werd gebruikt.’
‘Dat was een tragische geschiedenis,’ zei hij.
‘Tragisch,’ beaamde ze. Voor een groter effect, liet ze even een pauze vallen. ‘En zo’n lieftallige vrouw,’ voegde ze eraan toe.
Zijn schouders verstrakten. ‘Ja, ze was een schoonheid. En ze wilde altijd het allerbeste.’
Tara leunde nog iets verder voorover. ‘Ik sprak gisteren op de Founders’ Yacht Club nog met Regina Albright. Toen ik haar vertelde dat ik vandaag naar u zou gaan, gaf ze hoog op over uw werk.’
‘Uitstekend,’ zei hij, stralend van genoegen.
‘We hadden het er nog over hoe vreselijk zonde het is dat al die prachtige diamanten zijn verdwenen. Zijn ze ooit nog boven water gekomen, naar u weet?’
‘Nee.’ Hij schraapte zijn keel en vervolgde op gedempte toon: ‘Maar ik kan u wel vertellen dat Mr. Landover erop stond dat de stenen, die overigens al heel lang in zijn familie waren, met een laser van een merkteken zijn voorzien. Natuurlijk is het met het blote oog niet ze zien, maar als de drie grootste stenen onder een krachtige microscoop worden gelegd komt de letter L tevoorschijn.
‘Dus als iemand die diamanten zou proberen te verkopen…’
‘Dan moeten ze gecontroleerd worden voor een echtheidsverklaring, en dan zou het merkteken worden ontdekt. De politie heeft alle juweliers bericht gestuurd dat de diamanten iets met een moordzaak te maken hebben.’
‘Maar wat zou er gebeuren als ze werden verkocht aan een privéverzamelaar?’
‘Er zijn maar weinig juweliers die als tussenpersoon optreden bij de verkoop van zulke kostbare stenen. Het is een klein wereldje, dus dat nieuwtje zou heel snel rondgaan.’
‘Kent u wel zulke juweliers?’
‘Natuurlijk,’ zei hij op afgemeten toon.
De deurbel zoemde.
Dat moest haast wel de echte Mrs. Freedman zijn, dacht Tara, alvast haar handtas pakkend.
Met gefronste wenkbrauwen keek Mr. Robinson op de monitor achter zijn bureau. ‘Dat is ongebruikelijk,’ zei hij. ‘Het spijt me van deze onderbreking, Mrs. Freedman,’ zei hij, de deur openend met een druk op de knop.
Verdomme. ‘Dat geeft niets.’
Met kaarsrechte rug stond Mr. Robinson op van zijn stoel. ‘Rechercheur Kirkland,’ zei hij op respectvolle toon.
‘Mr. Robinson.’ Kirklands diepe stem joeg een rilling over Tara’s rug.
‘Ik ben momenteel bezig met een klant, rechercheur.’
‘O, maar dit kost maar heel weinig tijd,’ zei Kirkland.
Ze kon geen kant op, dus draaide ze zich met een stralende glimlach naar hem om.
Even keek hij haar stomverbaasd aan, maar het volgende moment beantwoordde hij haar glimlach met een lichte buiging. ‘Volgens mij hebben wij elkaar al eens eerder ontmoet?’
‘Werkelijk?’ vroeg ze, met hoog opgeheven kin.
Mr. Robinson schraapte zijn keel. ‘Rechercheur Kirkland, dit is Mrs. Freedman.’
Kirkland schudde zijn hoofd. ‘Nee, hoor, Mr. Robinson, dit is Tara Mackey. Ze is verslaggever voor de Globe.’
Laat het maar aan Kirkland over om de padvinder uit de hangen, dacht ze geërgerd.
Vol afkeer keek Mr. Robinson haar aan. ‘U heeft tegen me gelogen.’
‘U ging er zelf van uit dat ik Mrs. Freedman was,’ zei ze schouderophalend.
‘Ik moet u verzoeken om mijn winkel onmiddellijk te verlaten, Ms. Mackey,’ zei hij kil.
‘Ik wil u alleen nog iets vragen over de Landover-diamanten.’
Hij liep naar de deur en zwaaide hem open. ‘Wij praten niet met de pers, Ms. Mackey. Robinson’s clientèle behoort tot de elite, en de meesten hebben geen enkele behoefte aan publiciteit.’
‘U had er anders geen moeite mee om over de Landovers te roddelen.’
Zijn gezicht kleurde dieprood. ‘Dat was toen ik nog dacht dat u een van ons was.’
Een van ons. Weer stond ze vanaf de buitenkant naar binnen te kijken. Ze keek naar Kirkland. ‘Wil jij tegen Mr. Robinson zeggen dat ik te vertrouwen ben? Als iemand me vertelt dat bepaalde informatie vertrouwelijk is, dan geef ik daar altijd gehoor aan.’
‘Dat is waar,’ zei Kirkland. ‘Daar sta ik voor in, Mr. Robinson.’
‘Ms. Mackey, ik praat niet met de pers. Punt uit,’ zei Mr. Robinson stijfjes. ‘En nu moet u vertrekken, anders vraag ik de rechercheur om de politie te laten komen.’
Smekend keek ze Kirkland aan.
Hij haalde zijn schouders op. ‘Dit is een zaak voor de politie, niet voor de pers.’
Alex moest Tara nageven dat ze wel lef had. Hij had geen idee hoe ze zich bij Robinson binnen had gewurmd, maar ze had het toch maar voor elkaar gekregen.
‘Het spijt me van die toestand,’ zei Mr. Robinson, zijn das rechttrekkend. ‘Ik nam aan dat ze Mrs. Freedman was omdat ik daar rond deze tijd een afspraak mee had.’
‘U hoeft zich er niet vervelend over te voelen. Ze is een heel slimme journalist, en u bent beslist niet de eerste die ze voor de gek heeft gehouden.’ Hij sloeg een leeg blaadje op. ‘Ik heb enkele vragen over Kit Landover.’
Er ontsnapte Mr. Robinson een diepe zucht, alsof hij nu al doodmoe was van het onderwerp. ‘Ik kan u alleen vertellen wat ik ook al aan die vrouw heb verteld. De diamanten zijn nooit boven water gekomen.’
‘En u heeft niets vernomen van uw bronnen? Ook niet van de minder goed bekendstaande, zal ik maar zeggen?’
‘Niets.’
Kirkland keek de juwelier recht aan. ‘U houdt toch niets voor me achter? Ik zou het heel vervelend vinden als bekend zou worden dat u een veroordeling voor heling heeft gehad.’
‘Dat was jaren geleden, en dat weet u best. Ik ben al tien jaar brandschoon.’
‘Kom op, Lenny,’ zei Kirkland, Mr. Robinsons echte naam gebruikend. ‘Je hebt deze zaak opgebouwd met het geld dat je hebt verdiend met je vroegere misdrijven. Die Landover-diamanten zouden je in één klap stinkend rijk maken.’
Plotseling liet Mr. Robinson zijn masker van beschaafde juwelier vallen. ‘Ik heb die verdomde stenen niet gezien,’ zei hij schel. ‘Bovendien zijn ze gemerkt en dus gemakkelijk te achterhalen. Dat is zelfs mij te gevaarlijk.’
‘Wie weet er nog meer dat de stenen zijn gemerkt?’
‘Daar hebben we het een jaar geleden ook al over gehad,’ antwoordde Mr. Robinson geërgerd. Hij pakte een pakje sigaretten uit zijn zak en stak er een op. ‘Alleen Landover wist ervan.’
‘En jij.’
‘Ja, want ik heb het merkteken aangebracht.’
‘Wist Kit ervan?’
‘Nee, tenzij Mr. Landover het haar heeft verteld. Ik heb mijn kaken in elk geval stijf op elkaar gehouden.’
‘Wanneer was de laatste keer dat je de stenen hebt gezien?’
‘Toen ik ze naar het landgoed van Landover bracht voor het huwelijk. Ik had ze schoongemaakt, zoals Mr. Landover me de dag ervoor had gevraagd. Er was de hele tijd een beveiligingsman bij me. Ik heb ze direct naar Kit gebracht.’
‘Oké,’ zei Kirkland langzaam. ‘Hou me op de hoogte als er zich iets voordoet, hoe klein het ook lijkt.’
Robinson nam nog een trekje en inhaleerde diep. ‘Dat zal ik doen.’
Buiten stond Mackey met haar armen over elkaar gevouwen tegen zijn auto geleund.
‘Dat was gemeen,’ zei ze.
‘Dat ik je leugen doorprikte?’ vroeg hij, om de auto heen lopend naar zijn kant.
‘Als de situatie omgekeerd was geweest, had ik het spelletje meegespeeld.’
‘Dat heb ik gisterenavond al gedaan.’
Ze bloosde. ‘We hebben het hier over werk.’
Even werd hij van zijn stuk gebracht doordat de wind een vleugje van haar zwoele parfum naar hem toe blies. ‘Oké. Laat die zaak vallen, Mackey,’ zei hij.
‘Het feit dat jij er ook weer bent ingedoken, maakt me alleen maar nóg nieuwsgieriger,’ zei ze uitdagend. ‘Je zou nooit tijd aan een zaak verspillen waarvan je echt dacht dat hij onoplosbaar was.’
‘Toch bestaat er een grote kans dat deze zaak onopgelost de la in gaat, tenzij iemand die bij de moord op Kit was betrokken een fout maakt.’
Ze trok een wenkbrauw op. ‘We gaan er steeds maar van uit dat ze is vermoord. Maar stel nu dat ze wílde verdwijnen?’
‘Je vergeet dat er tweeënhalve liter van haar bloed is aangetroffen in de kas. Bloed dat volgens DNA-onderzoek zeker van haar was.’
Aan haar ketting frunnikend, keek ze hem aan.
Hij kon de radertjes in haar hoofd bijna horen draaien. Aan haar ogen zag hij dat ze iets had ontdekt en dat ze twijfelde of ze het hem wél of niet zou vertellen.
Ze pakte een verfrommeld stukje papier uit haar tas. ‘Dit heb ik gisteren gekregen.’
‘Wat is het?’
‘Het dossier van Brenda Latimer, oplichtster en prostituee. Iemand heeft het gisteren persoonlijk op mijn bureau bij de krant laten bezorgen.’
‘Brenda, zei je?’
‘Kijk maar eens naar haar foto.’
Hij vouwde het papier open en bekeek de foto. Meteen maakte zijn lichte onverschilligheid plaats voor bovengemiddelde interesse.
‘Ze lijkt wel erg op Kit, hè?’ vroeg Tara.
‘Een beetje, ja.’
‘Een beetje? Als je het haar blond verft en er een paar jaar bij optelt, heb je Kit. Ik durf er gif op in te nemen dat Brenda zichzelf heeft omgetoverd tot Kit.’
‘Dat lijkt me een beetje vergezocht. Je weet toch dat Landover haar heeft laten natrekken?’
‘Misschien vond hij haar zo mooi, dat hij bereid was om over haar verleden heen te stappen,’ merkte ze op.
‘Misschien,’ zei hij aarzelend.
‘Stel nu eens dat Kit inderdaad Brenda was, die een nieuwe identiteit had aangenomen. Zou het dan kunnen dat ze die avond niet is gestorven, maar dat ze wéér iemand anders is worden?’
‘Het is een mogelijkheid,’ zei hij langzaam.
‘Kit zou natuurlijk dezelfde technieken gebruiken om haar nieuwe identiteit op te bouwen als Brenda. Hoe meer ik over Brenda te weten kan komen, hoe groter de kans is dat ik erachter kom waar Kit nu is.’
‘Als ze nog leeft,’ zei hij. ‘Ga verder.’
‘Voor een nieuwe identiteit heb je in elk geval een geboortecertificaat nodig, het liefst van iemand die ongeveer even oud is als jij. Zo iemand kun je vinden door de overlijdensberichten bij te houden. Als je een geschikt persoon hebt gevonden, is het een koud kunstje om een geboortecertificaat van haar op te vragen bij de gemeente. Als de overledene geen fiscaalnummer had, vraag je dat meteen ook aan.’
‘Ga je naar New York om in Brenda’s verleden te graven?’
‘Nee, ik ga naar het stadje waar ze is opgegroeid. Cadence, in Massachusetts.’
‘Dat stadje ken ik wel,’ zei hij. ‘Het ligt aan de oceaan.’ Hij knikte nadenkend. ‘Als ze er is opgegroeid, kent ze het er natuurlijk goed. Dan is het daar voor haar gemakkelijker om een geschikte nieuwe identiteit te stelen.’
‘Precies. Daarom ga ik morgenochtend meteen op pad,’ zei ze opgetogen.
Het stond hem niet aan dat ze alleen ging. ‘Voordat je vertrekt, heb ik ook nog een idee.’
‘Wat dan?’ vroeg ze, op haar hoede.
‘Vanavond wordt op de club het Founders’ Ball gehouden.’
Ze kromp ineen. ‘O, ja, Regina’s grote moment.’
‘Ik ben uitgenodigd. En de verwachting is dat Pierce Landover ook komt.’
‘Is er iets mis met je geheugen?’ vroeg ze, naar hem toe lopend. ‘Gisteren ben ik voor je ogen die club uitgesmeten, weet je nog?’
‘Ik zeg ook niet dat je weer via de zijingang moet proberen binnen te komen,’ merkte hij droogjes op. ‘Ik stel voor dat je deze keer de hoofdingang neemt.’
‘En hoe zou ik dat, volgens jou, voor elkaar moeten krijgen?’ vroeg ze, haar armen over elkaar vouwend.
‘Ga samen met mij.’
‘Pardon?’
Enigszins in verlegenheid gebracht keek hij haar aan. ‘Mijn grootmoeder probeert me al jaren zo ver te krijgen dat ik ook een keertje naar dat bal ga. Als jij met me meegaat, zal dat misschien wat opzien baren. Misschien komt Pierce ook een beetje los.’
‘Reken maar dat we opzien baren. In zo’n omgeving valt mijn soort net zoveel op als een gorilla in een porseleinwinkel. En ik kan niet garanderen dat ik me de hele tijd keurig zal gedragen.’
‘Zelfs niet als je in ruil daarvoor de kans krijgt om persoonlijk met Pierce Landover te praten?’
‘Dat is me wel iets waard,’ gaf ze toe. ‘Ik ben alleen niet zo goed in de omgang met rijke lui.’
‘Ben je bang?’
Meteen stonden haar stekels overeind. ‘Nee.’
‘Mooi zo. Ga dan maar iets leuks uitzoeken om vanavond aan te doen en zorg dat je om zes uur klaar bent. Ik pik je wel op bij Roxie’s.’ Hij zag de twijfel in haar ogen en lachte haar bemoedigend toe.
Haar kin ging nog iets verder omhoog. ‘Goed dan.’