Hoofdstuk 4

 

 

 

Maandag, 14 juli, 14.00 uur

 

Regina grinnikte. ‘Nou, lieverd, zo lang geleden was het nu ook weer niet, hoor,’ zei ze met een kokette knipoog.

Met een glazige glimlach op haar gezicht ging Tara na wat ze wist over de familie Albright. Blauw bloed. Geld. Privileges. De slechtste combinatie, wat haar betrof.

Hoe was een agent Moordzaken binnen zo’n kliek verzeild geraakt?

‘Ik wist niet dat je getrouwd bent geweest,’ zei ze op geforceerd opgewekte toon. Ze wilde per se aan Regina en aan zichzelf laten zien dat het haar niets kon schelen dat Kirkland getrouwd was geweest. Wat maakte het haar uit met wie hij naar bed ging of met wie hij trouwde?

‘Regina en ik zijn al acht jaar gescheiden.’

‘Zo lang al weer?’ vroeg Regina met een pruilmondje. ‘Het lijkt nog maar gisteren dat we op huwelijksreis waren in St. Moritz. En natuurlijk hebben we een paar maanden geleden nog dat gezellige dineetje bij jou thuis gehad.’

Regina had net zo goed een stempel met de woorden ‘van mij’ op zijn voorhoofd kunnen zetten.

Opnieuw hield Tara zich voor dat het niet haar zaak was. ‘Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?’

‘We zijn samen opgegroeid,’ antwoordde Regina met een poeslief glimlachje.

Albright, St. Moritz, Kirkland.

Plotseling viel het kwartje. Tara begreep niet hoe ze zo stom had kunnen zijn om de connectie niet eerder te zien. De Kirkland-familie was van adellijke afkomst. Ze hadden meer geld dan de meeste kleine landen.

Alex Kirkland was dus niet een gewone jongen die je als meisje kon uitnodigen voor een biertje of een voetbalwedstrijd, dacht ze geschokt. ‘Kirkland, ben je echt een van dé Kirklands?’

Zijn kaak verstrakte. ‘Ja.’

Regina lachte klaterend. ‘Wist je dat niet? Lieve hemel, iederéén weet toch dat Alex erfgenaam is van het familiefortuin?’

‘Mijn broer leidt het familiebedrijf,’ zei Kirkland. ‘Ik ben een agent.’

Tara voelde zich ineens dom en onzeker omdat ze er nu pas achter kwam dat Alex Kirkland behoorde tot een van de oudste en rijkste families van het land. Ze was nota bene journalist. Het was haar werk om alles van mensen af te weten, maar bij Kirkland had ze niet verder gekeken dan zijn politiepenning en zijn indrukwekkende reputatie als rechercheur. ‘Ik zou hier best de hele dag willen blijven staan kletsen,’ zei ze, met weer zo’n vrolijke gemaakte glimlach, ‘maar ik moet helaas gaan. Nog een prettige dag!’ Met grote stappen begon ze naar haar auto te lopen.

‘Mackey,’ zei Kirkland.

Ze deed net alsof ze hem niet hoorde. Het sloeg nergens op dat ze kwaad op hem was, maar ze was het wel. Ze had zo graag gewild dat hij een gewone vent was.

Vlak voordat ze bij de auto was, haalde Kirkland haar in. Hij pakte haar arm zachtjes beet, maar zijn greep was stevig genoeg om haar tot stilstand te brengen. ‘Wat is er aan de hand?’

‘Niets.’

‘Ben je boos omdat ik een paar maanden geleden met mijn ex heb geslapen?’

‘Alsjeblieft, zeg, alsof mij dat iets zou kunnen schelen.’

‘Dan heb je iets tegen rijke mensen,’ zei hij, haar met samengeknepen ogen aankijkend.

Ze boog haar hoofd en begon in haar tas naar haar autosleutels te zoeken. ‘Ik heb niets tegen rijke mensen.’

‘Kijk me eens aan.’

‘Nee,’ gromde ze.

‘Lafaard,’ zei hij, opnieuw zijn hand op haar arm leggend.

Met een woest gebaar schudde ze zijn hand van zich af. Verbeten zocht ze verder naar haar sleutels. Waar konden ze verdorie zijn gebleven? ‘Ga weg.’

‘Niet voordat ik het je heb uitgelegd.’

Rood van ergernis keek ze naar hem op. ‘Wat valt er uit te leggen? Je bent rijk. Je hebt contacten. Waarom je dat verborgen hebt gehouden, is jouw zaak. Het is niet belangrijk, echt niet.’

Aandachtig bekeek hij haar gezicht. ‘Voor jou is het wél belangrijk. Waarom?’

‘Op dit moment zijn mijn sleutels belangrijker,’ beet ze hem toe. ‘Als ik ze niet vind, kan ik niet naar mijn werk.’

‘Moet je nu nog naar de krant?’

‘Nee, ik moet naar de bar van Roxie. Daar werk ik een paar avonden per week als serveerster,’ zei ze, intussen doorgravend naar haar sleutels. Ze zuchtte opgelucht toen ze eindelijk beet had. Snel stak ze de sleutel in het slot van het portier.

Kirkland stak zijn handen in zijn zakken. ‘Ik heb het nooit over mijn achtergrond omdat ik niet wil dat het mijn politiewerk beïnvloedt.’

‘Je hoeft me niets uit te leggen,’ zei ze, in de auto stappend.

‘Ben je soms een keer aan de kant gezet door een of ander rijk joch?’

Het laatste waar ze zin in had, was een diepgaand onderzoek naar haar eigen vooroordelen, complexen en mislukte relaties. ‘Kunnen we erover ophouden?’

Hij leek in te zien dat ze alles had gezegd wat ze wilde zeggen. Zoals het een goede ondervrager betaamt, veranderde hij van techniek. ‘Ik heb met Regina over Kit gesproken.’

Haar belangstelling was meteen gewekt. ‘En?’

‘Anderhalf jaar geleden waren Kit en Regina samen aan het winkelen in Saks in New York. Er kwam een winkelmeisje op Kit af. Die noemde haar Brenda.’

‘Kende Regina dat winkelmeisje?’ vroeg ze nieuwsgierig.

‘Nee.’ Hij verplaatste zijn gewicht op zijn andere voet, omdat hij last had van zijn been. ‘Kit vertelde het meisje dat ze zich vergiste en wilde daarna meteen weg uit die winkel.’

Geïntrigeerd keek ze hem aan.

‘Volgens mij heb je gelijk dat er meer met deze zaak aan de hand is dan we tot nu dachten. Ik wil dat dit weer de volle aandacht krijgt, Mackey.’

Het lukte haar maar net om haar glimlach te verbergen. Ze had geweten dat hij de onopgeloste zaak niet zou kunnen laten rusten. ‘Als je de zaak eerder oplost dan ik, geef je mij dan de primeur?’

‘Waarom zou ik dat doen?’ vroeg hij met een scheve grijns.

Hij was niet knap op een klassieke manier, maar het was juist dat ruwe randje aan hem, dat ze zo aantrekkelijk vond. ‘Omdat ik deze zaak weer onder je aandacht heb gebracht en omdat ik heb beloofd dat ik alles wat ik te weten kom, aan jou zal doorgeven.’

‘Voor wat, hoort wat?’ vroeg hij geamuseerd.

‘Dat lijkt me wel zo eerlijk,’ antwoordde ze met een blik op haar horloge. ‘Verdomme, is het al zo laat? Ik moet er nu echt vandoor.’ Ze startte de motor en trok de handrem eraf.

Hij deed een stap achteruit zodat ze de deur kon sluiten. ‘Wees wel voorzichtig, Mackey. Er zijn vast mensen die het niet leuk vinden dat je de zaak weer oprakelt,’ zei hij.

‘Ik doe wel vaker dingen die mensen niet leuk vinden,’ zei ze, de auto in zijn achteruit zettend. ‘Dat weet jij ook, Kirkland.’ Ze gaf een dot gas en reed met een noodgang achteruit de oprijlaan af.

Verbouwereerd keek hij haar na.

 

Voordat ze naar Roxie’s ging, moest ze eerst nog even langs de krant. Het was er erg druk toen ze aankwam. Ze zwaaide naar de beveiligingsman bij de receptie en drukte vervolgens op de liftknop.

Het volgende moment gleden de liftdeuren al open, en stapte Bill Heckam naar buiten. Hij was degene die de proefopmaak voor het artikel over Kit op de stadsnieuwspagina voor haar had gemaakt. ‘Hé, Tara,’ zei hij met een grijns van oor tot oor. ‘Hoe is het?’

Ze waren samen opgegroeid en hadden op dezelfde school gezeten. Nu werkten ze allebei voor dezelfde krant. Ze waren ook een paar keer uitgegaan.

Bill had wel meer gewild, maar Tara had ervoor gezorgd dat de relatie niet verderging dan een vriendschap en af en toe een wedstrijd van de Red Sox. ‘Het gaat wel oké. En nog bedankt voor die proefopmaak, ik heb er al veel aan gehad.’

‘Graag gedaan.’

‘Waar ga je heen?’

‘Naar het café aan de overkant. Ze vertonen de hoogtepunten van de wedstrijden van de Sox van het afgelopen jaar. Zin om mee te gaan?’

‘Ik moet helaas werken,’ zei ze, oprecht spijtig. ‘Volgende keer?’

‘Volgende keer,’ zei hij grinnikend. ‘Doe Roxie maar de groeten.’

‘Bedankt, Bill.’ Ze kuste hem op zijn wang en stapte daarna de lift binnen. Op de derde verdieping stapte ze weer uit. Snel liep ze over de smalle doorgang langs de rijen bureaus naar haar eigen werkplek.

Iedereen om haar heen was druk aan het bellen of zat met een verhit gezicht naar zijn computerscherm te staren. Het was iedere dag weer een gevecht om de deadline voor de ochtendkrant van de volgende dag te halen.

Tara had vandaag geen tijdslimiet omdat Mirjam haar zes dagen had gegeven om aan het artikel over de Westgate-zaak te werken.

Nadat ze haar computer had aangezet, wierp ze een blik op de stapel post op haar bureau. Onder op de stapel persberichten en politieverslagen lag een witte envelop waarop T. Mackey stond geschreven.

Nieuwsgierig pakte ze de envelop, maar eerst vroeg de computer haar aandacht. Er waren diverse urgente e-mails van de afdeling Boekhouding over haar laatste onkostenvergoeding die meteen moesten worden beantwoord. Daarna werd ze nog twee keer gebeld.

Nadat ze het laatste gesprek had beëindigd, scheurde ze snel de envelop open. Binnenin vond ze een keurig in tweeën gevouwen papier. Toen ze het openvouwde ontdekte ze dat het papier het strafblad van ene Brenda Latimer was.

Waarom zou iemand haar het dossier van Brenda Latimer sturen? Ze keek of er misschien een begeleidend briefje in de envelop zat, maar ze kon niets vinden.

Haar blik viel op de foto op het strafblad. Meteen veerde ze overeind.

Het meisje op de foto was een jaar of drieëntwintig. Ze had zwart haar, en er lag een rebelse blik in haar ijsblauwe ogen, die extreem zwaar waren opgemaakt.

Het was onmogelijk om de gelijkenis niet te zien. Het ovale gezicht en de aristocratische hoge jukbeenderen waren onmiskenbaar.

Brenda Latimer was een jongere, minder beschaafde versie van Kit Westgate.