5
'We spreken één ding goed af,' zei Hans. 'Alles wat wij samen hebben, is gewoon, hoe vreemd het misschien ook op anderen zou kunnen overkomen. Ik ben gewoon aan jou verslingerd, ik bedenk gewoon de meest uiteenlopende verrassingen, ik smoor je gewoon, ik beklim je gewoon, ik roep gewoon tegen iedereen dat je de mooiste van de wereld bent. De knapste, de meest onberekenbare, de liefste, die met het goddelijkste lijf, gewoon the top of the hill.'
Ik kreeg er geen genoeg van om hem dit allemaal te horen zeggen.
We kenden elkaar al bijna vier maanden toen we ontdekten dat we allebei uit Nijmegen kwamen. Ik verkeerde in de veronderstelling dat Hans in Amsterdam was geboren, omdat hij daar altijd over vertelde. We bleken hemelsbreed op nog geen kilometer afstand van elkaar geboren te zijn. Hans had weinig herinneringen aan onze geboortestad. Hij was op zijn zevende naar Amsterdam verhuisd en daar verder opgegroeid. Maar hij kende nog wel enkele grote straten uit de omgeving. En hij had vage herinneringen aan de vierde dag van de vierdaagse, als de wandelaars bedolven onder de gladiolen via de St. Annastraat de finish naderen.
Hans dacht op zijn beurt dat ik altijd in Alkmaar had gewoond.
Het overkomt me nog steeds dat ik droom dat Hans me verlaat. De droom verloopt altijd op dezelfde manier. Ik kom thuis en tref hem in de woonkamer. Hij kijkt me strak aan. Dat veroorzaakt een benauwd gevoel op mijn borst. Ik wil schreeuwen dat hij het niet moet zeggen. Dan zegt hij: 'Anneloes, ik stop ermee. Ik kan er niet langer meer tegen.'
Ik wil weten waar hij precies niet meer tegen kan. En vervolgens stort hij alle verwijten over me heen. De lawine van woorden dreigt me omver te werpen. Ik hou me vast aan een stoel. Ik probeer ergens te gaan zitten, maar mijn voeten hebben zich vastgezogen aan de vloer. Als ik goed luister, hoor ik dat het eigenlijk maar om twee dingen gaat. Hij knapt af omdat ik weiger te vertellen wie de vader van mijn onechte kind is en omdat ik hem in bed één manier van vrijen niet wil toestaan.
Het vreemde is dat hij me in werkelijkheid nog nooit enig verwijt over deze zaken heeft gemaakt.
Ik weet dat het een meisje was. De verpleegster die de bevalling begeleidde, versprak zich. 'Ze is helemaal compleet,' zei ze. Daarna rende ze weg met de baby in haar armen. Ik kneep mijn ogen dicht en liet me hechten. Ik probeerde het doordringende geschreeuw van het kind niet te horen. Maar iedere keer als ik eraan denk, herinner ik me exact hoe het klonk.
'Vergeet dit snel,' adviseerde de verloskundige me. 'Ga een goede opleiding volgen en wacht tot de tijd rijp is om een baby te krijgen die je zelf kunt opvoeden.' Mijn onderlijf voelde aan of het aan stukken was gescheurd. Ik kreeg zware pijnstillers en werd verrast door mooie dromen. Maar die pijnstillers moesten snel weer worden afgebouwd. Vier weken na de geboorte van mijn dochter kwam de moeder-overste van het klooster me vertellen dat ik over drie dagen weer naar huis mocht. Mijn moeder zou me komen halen. De volgende dag pakte ik mijn kleren in en sloop de deur uit. Ik had vijftig gulden op zak. Op het station van Heerlen kocht ik De Telegraaf en speurde de personeelsadvertenties af. Bij het ziekenhuis in Alkmaar vroegen ze jonge meisjes voor de functie van voedingsassistente. Ik nam de trein naar Alkmaar en meldde me op de afdeling Personeelszaken. Ik kon direct beginnen en kreeg een kamer in de zustersflat. Maar mijn ouders moesten toestemming geven en ik ontkwam er niet aan om mijn moeder op te bellen en haar dat voor te leggen. Binnen twee dagen kwam de schriftelijke toestemming van mijn ouders binnen. Daarna volgde er een radiostilte tussen ons die nooit meer werd opgeheven.
Ik moest hard werken in het ziekenhuis en viel kilo's af. Ik ben sindsdien nooit meer mollig geweest.
Hans weet dat ik een kind heb gekregen toen ik net zestien was. Hij weet dat het een meisje was en dat ik het heb afgestaan. Hij begreep daardoor beter dat ik er in het begin van onze relatie moeite mee had om me te hechten aan zijn dochters. Ik krijg ieder jaar bloemen van hem op de dag dat mijn dochter geboren is. Ik weet dat hij me zal helpen als ik naar haar op zoek zou willen gaan. Dat geen moeite hem te veel zal zijn om haar te vinden.
Hoe moet ik hem vertellen dat ik haar gevonden heb?