10

Jetty heeft het gevoel dat de wereld elke dag een stukje verder van haar weg glijdt. Dat vertelt ze aan Erica, de psychiater die haar al een tijdje onderzoekt. Erica is aardig. Ze heeft Jetty tot nu toe weinig gevraagd maar haar vooral laten praten. Volgens Jetty vindt Erica het ook opmerkelijk dat alles steeds op een dinsdag gebeurde. Ze knikt namelijk iedere keer als Jetty daarover begint. Maar Erica kan niets veranderen aan het feit dat Bernard niet op bezoek wil komen en dat ook niemand anders die ze kent tot nu toe enige blijk van belangstelling voor Jetty heeft getoond. 'Bernard keurt vreemdgaan af,' vertelt ze aan Erica. 'Hij vindt het per definitie fout. We hebben afgesproken dat we dat nooit zullen doen. En nu heb ik dus de code verbroken. Daarom komt hij niet.'

In elk gesprek vraagt Erica wat er precies is gebeurd tussen Jetty en Bas en Jetty grijpt elke gelegenheid aan om te vertellen dat Bas haar overdonderde met zijn seksuele toenadering en dat ze zich ook liet overdonderen. Vandaag voegt ze eraan toe dat ze zich alle dagen van haar verdere leven door hem wil laten bezitten. Dat ze ernaar snakt om door hem genomen te worden, het maakt niet uit waar, het dondert niet wanneer, als het maar snel gebeurt. 'Ik heb nog nooit in mijn leven zoiets voor iemand gevoeld,' verklaart ze. 'Ik ben gewoon misselijk van verlangen naar die man.'

Erica zwijgt.

'Waarom zeg je niets? Geloof je me soms niet?'

Erica schraapt haar keel. 'Jawel, ik geloof je. Maar ik denk dat het tijd wordt om eens onder ogen te zien wat er werkelijk aan de hand is geweest. Jij hebt de gesprekken die Bas met je voerde waarschijnlijk verkeerd geïnterpreteerd. Bas heeft onder ede verklaard dat hij je nooit is gevolgd naar de kopieerruimte en ook nooit samen met jou in de fietsenstalling is geweest.'

'Dat liegt hij.' Jetty hoort dat haar stem lager klinkt dan normaal. 'Of geloof je hém? Denk je soms dat ik lieg?'

'Nee. Ik denk niet dat jij liegt. Ik denk dat er veel met je aan de hand is. Dat je op zoek bent naar iets wat ontbreekt in je leven. Dat je hormonaal in disbalans bent.'

'Je denkt dat ik gek ben. Dat ik onzin uitkraam. Dat ik een misdadiger ben. Nou, je wordt bedankt. Ik dacht dat ik jou kon vertrouwen.'

'Dat kun je ook. Ik vind je geen misdadiger, ik ben van mening dat je een slachtoffer bent van je eigen fantasie en van je eigen frustraties. Het is verschrikkelijk jammer dat je met niemand uit je directe omgeving een echte vertrouwensrelatie hebt en dat je daardoor zo de weg kon kwijtraken.'

'Gooi het maar in mijn pet, dan zoek ik het wel uit. Dus volgens jou is het niet gebeurd met Bas en mij?' Jetty kijkt Erica smalend aan.

Erica schudt haar hoofd. 'Ik denk dat het een illusionaire vervalsing was. Daarmee bedoel ik dat je het wilde, ernaar verlangde, en dat je zelf een soort sprookje hebt bedacht waarin het gebeurde. Maar het is niet gebeurd. En het wordt tijd dat je dit onder ogen gaat zien.'

Jetty staat op. Ze klemt haar armen om haar borst, alsof ze iemand tegen zich aan drukt.

'Het is vandaag precies vijfendertig weken geleden dat ik hem voor de eerste keer zag,' zegt ze. 'En vanaf het moment dat hij me aankeek wist ik: hij wordt mijn man.'

Ze loopt naar het raam en zoekt met haar handen naar een knop of een klink om het te openen. Er is niets. 'Alles zit hier op slot. Ik stik hier bijna. Ik wil weg. Laat me eruit. Laat me er eindelijk eens uit. Ik heb je nu wel genoeg verteld.'

Erica staat op. 'Ik denk dat je wat extra rustgevende medicijnen moet nemen,' zegt ze bedaard.

Jetty bonkt met haar hoofd tegen het raam.