1
‘Kom op de weg. Je schoenen worden helemaal vies.’
Het meisje plukte een laatste bloempje en reikte haar moeder een handvol klaver aan.
‘Klavertjevier brengt geluk’, zei het meisje.
‘We zetten ze op het graf.’
De vrouw schikte de bloemen, brak een verdord blad af.
‘Oma hield van klaver’, zei ze nadenkend, ze keek naar de kerk en vervolgens naar haar dochter, die naast haar liep. Eén dag, dacht ze. Jullie hebben één dag samen op aarde gehad.
Zes jaar en één dag geleden werd Emily geboren en de dag daarna overleed haar oma. Iedere sterfdag wandelden ze naar de kerk en legden bloemen op het graf. Ze zaten ook een tijdje op het muurtje. De vrouw dronk koffie en haar dochter limonade.
Ze liepen het in een halfuur. Ze zouden ook met de auto kunnen gaan, maar ze gingen liever lopen. Langzaam het kerkhof naderen gaf de mogelijkheid tot nadenken. Ze had haar moeder meer liefgehad dan wie ook. Het was alsof Emily haar oma had afgelost. De ene liefde ging, de andere kwam.
De net bevallen moeder was samen met haar kind door de ondergrondse tunnel van het Academisch Ziekenhuis getransporteerd naar de afdeling waar de oma lag, die zich in een toestand bevond tussen waken en slapen.
Ze hadden het kleine meisje op haar borst gelegd. Eerst leek het alsof zij dacht dat er weer een nieuwe last op haar reeds geteisterde lichaam werd gelegd.
Maar de jonge moeder meende dat de geur van het kind de oma tot leven had gewekt, want plotseling sperde ze haar neusgaten open. De magere en door naaldenprikken getergde hand betastte het kleine hummeltje en ze opende haar morfinedonkere ogen.
‘Ik wil her laatste stukje rennen’, zei het meisje en ze onderbrak de gedachten van haar moeder.
‘Nee, we lopen samen’, zei ze, en vlak voordat ze stierf begreep ze dat ze het leven van haar dochter misschien had kunnen redden door haar te laten gaan.
De auto trof hen met volle kracht. Het kind werd tientallen meters weggeslingerd en overleed bijna direct. De moeder werd omvergeworpen en het linkervoorwiel van de auto reed over haar heen. Ze leefde nog zo lang dat ze begreep wat er gebeurd was, dat ze inzag dat ze haar dochter had kunnen redden. Ze merkte ook nog hoe de wegrijdende auto slipte toen hij accelereerde en verdween in de richting van de kerk.
‘Waarom maak je ons dood?’ mompelde ze.