De Regenboogbrug

Nog net aan de aardse kant van de hemel staat de Regenboogbrug. Dat is de plaats waar een dier die een bijzonder hechte band heeft gehad met een van ons mensen, naartoe gaat als hij sterft. Voor al onze bijzondere vrienden zijn daar grazige weiden en heuvels, waar ze samen kunnen rennen en ravotten. Er is volop eten, water en zonneschijn en onze vrienden voelen zich warm en ontspannen. Alle dieren die ooit oud en ziek waren, zijn daar weer gezond en vol energie. Degene die gewond of verminkt waren zijn weer gezond en sterk, precies zoals we ze ons herinneren in onze dromen van de dagen die voorbij zijn. De dieren zijn gelukkig en tevreden, op één ding na: ze missen die ene bijzondere persoon die zij hebben moeten achterlaten. Ze rennen en spelen samen, maar er komt een dag dat een van hen plotseling stilstaat en in de verte staart. Zijn heldere ogen zijn aandachtig en zijn verlangende lichaam begint te trillen. Plotseling breekt hij los uit de groep, en schiet hij steeds sneller weg over de groene graslanden.

Je bent ontdekt, en wanneer jij en je speciale vriend elkaar ten slotte ontmoeten, klamp je je in blijde hereniging aan elkaar vast. Jullie zullen nooit meer uit elkaar gaan. De kussen van geluk dalen neer op je gezicht, je handen liefkozen de geliefde kop steeds weer en je kijkt opnieuw in de ogen die jou vertrouwen en die zo lang zijn weg geweest uit je leven, maar nooit uit je hart. Dan steek je samen de Regenboogbrug over.

Schrijver onbekend