8

Wilde dieren

Er bestaan geen wilde dieren voordat de mens hen wild maakt.

MARK TWAIN

We horen niet dikwijls over de geest van wilde dieren, waardoor je zou kunnen denken dat wilde dieren geen ziel hebben, maar dat komt gewoon omdat wij ze meestal niet zien.

Zelfs als er kuddes geesten van zebra’s over de vlaktes van Afrika zouden zwerven en hordes geesten van apen in de bomen van het regenwoud zouden klimmen – wie zou ze zien? En als iemand ze al zou zien onder die hete zon, dan zou je ook nog kunnen denken dat het een luchtspiegeling was of een nevelige zinsbegoocheling van de hete oerwouden.

Maar het is me gelukt om een paar waarnemingen te achterhalen die op zijn zachtst gezegd intrigerend zijn.

Ik kon het niet nalaten dit verhaal op te nemen. Een geest van een zebra? In Arizona? Toen ik het toegestuurd kreeg van Christen Martin, klonk het me een beetje belachelijk in de oren, maar toen ik er verder over nadacht besloot ik het op te nemen om redenen die ik na het lezen van het verhaal zal verklaren.

Image

We hadden een geweldige vakantie in Arizona. We hadden de mystieke stad Sedona bezocht en vol ontzag de majestueuze Grand Canyon bewonderd. We hadden ons nooit gerealiseerd dat Arizona zo verbazingwekkend was, zo vol wonderbaarlijke dingen die de moeite waard zijn om te bekijken, zoals de bergstad Jerome, hooggelegen in de Mingus bergen of de ontelbare kleuren van de Painted Desert. Maar het bleek dat ook de stad Phoenix iets ongewoons voor ons in petto had. Ons motel lag bijna een kilometer van de dierentuin af, maar het was overdag veel te heet om die te bezoeken. Phoenix is een reusachtige stad en terwijl wij buiten in de woestijn waren – voornamelijk boven in de bergen en in Sedona – was het droog en warm, maar het was daar ook fris. Terwijl in de betonjungle van de stad de hitte van de trottoirs stuiterde en je dreigde te verschroeien, als je alleen al naar die nevel van hitte keek. We hadden veel problemen om de weg te vinden. Die stad was gewoon te groot. We reden tijdenlang rond aan, voor ons Engelsen, de verkeerde kant van de weg, op zoek naar een winkelcentrum. Ik weet zeker dat er daar in zo’n grote stad veel van zijn, maar wij konden er niet één vinden!

Dus reden we nogal laat, langs de dierentuin, terug naar het motel. We waren blij dat we de weg terug hadden gevonden. Toen we de oprit passeerden, zag ik iets. Het was een tamelijk groot dier, zoals een pony, en ik zag alleen een glimp van zijn achterkant omdat hij net de hoek om naar boven rende, naar de dierentuin. Ik heb thuis paarden, en mijn eerste gedachte was dat iemands pony was ontsnapt en op hol geslagen. Een van mijn eigen pony’s was ook bij een verkeersongeluk omgekomen, dus ik kon deze echt niet negeren. Natuurlijk waren er naast het verkeer ook andere gevaren voor een pony, zoals de hitte, schorpioenen en paardendieven. Ofschoon ik er geen idee van had wat ik met het paard aan moest als ik het eenmaal zou hebben gevangen, voelde ik dat ik het moest proberen.

Zo kwam het dat we ons op deze warme avond in Arizona op weg naar de dierentuin in Phoenix begaven nadat die om halfelf ’s avonds dicht was gegaan. Toen we de hoek omreden zag ik het dier en toen realiseerde ik me dat het er twee waren! En dat was nog niet eens het gekste. Ze droegen pyjama’s. O nee, natuurlijk niet, het waren twee zebra’s. Dus nu werden we met een ander probleem geconfronteerd: twee ontsnapte zebra’s. Er tolden allerlei gedachten door mijn hoofd. We konden beter afhaken en een telefooncel zoeken. De dierentuin of de politie of iemand anders bellen en het hen laten oplossen.

Toen zagen we dat die twee tegenover elkaar gingen staan voor een gevecht. Hun kreten klonken afschuwelijk en we hoorden het neerploffen van hun in elkaar hakende hoeven. Wij wisten absoluut niet hoe we aan dit gevecht een einde zouden moeten maken. Het zag ernaar uit dat het fataal zou kunnen aflopen, dus reden we de parkeerplaats af op zoek naar een telefooncel. We deden er misschien twintig minuten over om naar het motel terug te rijden en een bevoegde instantie te bellen. Je kunt je voorstellen hoe idioot we ons voelden toen ze ons terugbelden met de mededeling dat er daar of elders geen zebra’s te bekennen waren, en ook de dierentuin absoluut geen vermissing had gemeld. Het was bizar, en ik heb er geen idee van wat die avond is voorgevallen of wat we hebben gezien.

Image

Dit verhaal klinkt onwaarschijnlijk, maar ik geloof hen. Het is duidelijk dat er geen zebra’s in het wild in Arizona worden geboren en voor zover ik weet is dat ook nooit gebeurd. Ik vermoed dat zich een paar dingen kunnen hebben afgespeeld. Of dit waren de geesten van twee zebra’s die ooit in de dierentuin hebben geleefd – misschien toen deze nog op een andere plaats daar in de buurt lag.

Of is het vergelijkbaar met de wallaby’s in Engeland, waarvan er door de jaren heen zo veel uit gevangenschap zijn ontsnapt dat het nu feitelijk in het wild levende dieren zijn?

De derde mogelijkheid is de volgende: zou het een bezoek uit een andere dimensie zijn geweest? Uit een ander Arizona, waar wel wilde zebra’s leven?

Per slot van rekening geloven wetenschappers nu dat er veel verschillende dimensies zijn en veel andere mogelijke universums.

Het volgende verhaal is van Crystal George en is tot nu toe het enige dierenverhaal over een geest uit Afrika.

Image

Ik ben opgegroeid op boerderijen, te midden van de natuur, en ik was eraan gewend om wilde dieren te zien. Ik was er nooit bang voor omdat ik altijd wel wist hoe ik me moest gedragen. Maar er is er ooit één geweest, waardoor ik door het lint ben gegaan. Ik bezocht het vakantiecomplex van een vriendin en was er iets eerder dan we hadden afgesproken. Dus liep ik er een beetje rond, wachtend tot ze zou terugkomen uit de stad. Ik liep naar beneden naar de waterplaats om te kijken of er iets te beleven viel. Er stonden een paar zebra’s te drinken en dat was het. Ik bleef in de struiken zitten kijken. Na een poosje zag ik een schaduw tussen de bomen sluipen. Ik tuurde opzij en probeerde te onderscheiden wat het was. De schaduw zag eruit als een leeuw. Ik dacht, dit is absoluut geweldig, want ik wist hoelang de familie van Patty (die het park bezat) al een eigen leeuw had willen hebben.

Hoe gek het ook mag klinken, hier bij ons willen mensen die een deel van de wildernis hebben omheind vaak dieren kopen om er weer in te zetten. De volledige wildstand in onze omgeving is in privéhanden. De ouders van Patty hadden zich tot nu toe nog geen eigen leeuw kunnen permitteren, dus was ik echt blij om te zien dat ze er nu één hadden.

De leeuw, nog altijd in de schaduw, leek naar de zebra’s toe te sluipen. Dat bracht me in een moeilijke positie. Het is een ongeschreven wet dat als een leeuw jaagt je je er niet in mengt en hem niet tegenhoudt. Ze moeten immers leven en het is de taak van de eigenaar om te zorgen dat er voldoende prooidieren zijn om een evenwicht te handhaven. Als je leeuwen wilt moet je daaraan af en toe een zebra willen opofferen. Maar ik vond het toch vreselijk om te zien. Leeuwen doden gewoonlijk op een nogal vriendelijke manier. Ze vallen hun prooi niet ruw aan zoals sommige andere roofdieren, maar grijpen de neus stevig vast en verstikken ze. Ik keek om me heen maar er was niemand die het zag. De leeuw sloop naar de leukste babyzebra en ik vond dat ik juist deze ene moest redden. Het was immers nog maar een baby. Ik wist dat de zebra’s zouden wegrennen als ik veel lawaai zou maken, dus begon ik op en neer te springen. Ik was er behoorlijk zeker van dat de leeuw, die aan de andere kant van de waterplaats was, er zelfs niet aan zou denken mijn kant op te komen, want ik was te dicht bij de kleedhokjes.

Het had een prima effect want de zebra’s renden naar de heuvels, maar het rare was dat de leeuw noch van hen, noch van mij enige notitie nam. Hij bleef achter zijn prooi aanjagen alsof de zebra’s daar nog waren. Ik snapte het niet. Nu zag ik dat het een prachtig exemplaar was, gezond en goed doorvoed, dus de familie van Patty had hiermee een goede koop gedaan. Toen zag ik dat de leeuw klaar stond om te springen, maar op niets! Hij sprong – en was verdwenen – er bleef niets meer dan een stofwolk over. Ik kon mijn ogen niet geloven. Ik moet geknipperd hebben of iets dergelijks waardoor ik hem heb gemist, dacht ik. Leeuwen kunnen echt hard lopen maar toch, het eerste struikgewas was nog kilometers ver weg.

Op dat moment hoorde ik Patty aankomen. Ik zei haar hoe leuk ik het vond dat ze nu toch een leeuw hadden. Ze keek verbaasd. ‘Hoezo een leeuw?’ vroeg ze. ‘Het duurt nog maanden voordat we die krijgen.’

Image

Dit is weer zo’n fascinerend verhaal. Ik vraag me toch af, was dit wel de geest van een leeuw? Heeft een leeuw ooit op dit land rondgelopen en is hij teruggekomen om er weer te jagen? Of was dit een visioen van de toekomst?

Ik heb bijzonder veel bewondering voor vogels en ik heb met name een probleem met mensen die op vogels jagen voor de sport. Ik weet zeker dat niemand zal betwisten dat een vogel in zijn vlucht een van Gods grootste wonderen is. De mens is daar altijd afgunstig op geweest en heeft geprobeerd hun macht te evenaren. Dat begon al met de mythe van Icarus. Zelfs hedendaagse vliegtuigen kunnen niet wedijveren met de pracht van een zeemeeuw die als een acrobaat op de wind over zee zweeft. Om dit wonder tot stand te brengen hoeven vogels de lucht niet te vervuilen met fossiele brandstoffen. Toch lijken sommige mensen te denken dat ze uit naam van de sport het recht hebben dit levende wonder uit de lucht te schieten en te reduceren tot een ronddwarrelende massa veren.

Ik hoop dat het volgende verhaal van Kevin sommigen nog eens aan het denken zet.

Image

Om je de waarheid te zeggen schaam ik me er een beetje voor om het volgende te vertellen. Ongeveer twintig jaar lang heb ik vogels gefokt in een volière in de tuin. Ik heb kanaries, parkieten en een paar vinken gehad. Ik werd echt een specialist en dacht dat ik alles wist wat je erover kon weten. Ze plantten zich met succes voort en waren gezond, dus moet ik het goed hebben gedaan. Ja toch? De mensen kwamen overal vandaan om mijn vogels te kopen en ik had een goedlopend zaakje. Soms voelde ik wel een kleine steek als mensen er één kochten om thuis in een kooi te zetten, maar ik voelde me niet zo slecht dat ik hun geld niet aannam. Ik dacht soms wel dat vogels die van nature sociaal zijn, waarschijnlijk minder gelukkig zijn als ze in hun eentje in een kooi gehouden worden, maar ik dacht niet dat vogels een ziel hadden of zoiets.

Hoe dan ook, al mijn vogels waren in gevangenschap gefokt dus zij wisten niet beter. Ze wisten niet wat vrijheid was, dus konden ze die ook niet missen. Ik zei altijd tegen de mensen dat ze voor de zekerheid de vogel af en toe uit de kooi moesten laten en echt moesten overwegen om een vriendje voor hem aan te schaffen. Maar de meeste mensen willen een vogel om hem te leren praten en ze praten niet zo goed als ze gezelschap hebben.

Ik had een bijzondere vogel die mijn beste fokdier was. Het was een kleine, blauwe vogel, die ik twaalf jaar heb gehad. Dat is een lang leven voor een parkiet. Ik heb haar zelf gefokt en ze heeft haar hele leven in een kooi van twee vierkante meter doorgebracht.

Ik wist dat de tijd eraan kwam dat ik haar kwijt zou raken en ze begon er erg mager en sjofel uit te zien. Toen ik op een dag thuiskwam van mijn werk lag ze op de grond van de kooi. Ik ging naar binnen en pakte haar op. Ze ademde nog en ik voelde haar kleine hartje kloppen, maar ik wist dat ze aan het vertrekken was dus wachtte ik gewoon af. Het leek alsof ze het volgehouden had tot mijn thuiskomst om afscheid te nemen, bedacht ik. Een paar minuten later hield het hartje op met kloppen.

Ik opende mijn vingers en keek bedroefd naar het kleine lijfje, maar toen bewoog er iets. Er steeg een schaduwachtige vorm op uit de dode vogel in mijn hand, die naarmate hij hoger vloog opnieuw de vorm aannam van een vogel. Hij was volledig grijs van kleur, bijna transparant maar er was geen twijfel over wat het was. Hij fladderde naar het hoogste punt van de kooi en huiverde toen hij de bedrading raakte. Ik hield mijn adem in en duizelde bij wat ik zag. De vogel draaide zich midden in zijn vlucht om en keek mij recht aan. Een ogenblik dacht ik nog dat hij ondanks zijn doorschijnende voorkomen niet door de bedrading kon komen, maar daarna vloog hij erdoor. Hij vloog steeds hoger de lucht in tot hij nog maar een kleine stip in de verte was. Ik schudde mijn hoofd en zei in mezelf dat ik gedroomd had. Toen hoorde ik haar op verre afstand hoog in de lucht zingen. Gewoonlijk zingen alleen mannetjesparkieten echt, maar dit was ontegenzeggelijk een pietje dat zong. Het leek alsof ze me wilde zeggen hoe gelukkig ze was. En toen drong het ineens tot me door. Ze had helemaal niet gewacht om afscheid van mij te nemen. Ze had gewacht om mij iets te leren. Mijn ogen vulden zich met tranen toen ik bedacht hoe vrij haar geest had gevlogen. Ik besefte hoe verkeerd ik het had gedaan. Vanaf die dag heb ik nooit meer een vogel in een kooi gehad. En dat zal ik ook nooit meer doen.

Image

Hoe intens moet deze ervaring voor Kevin zijn geweest dat hij er zijn manier van leven en werken voor heeft opgegeven. Hij moet wel heel zeker hebben geweten dat dit de werkelijkheid was, om zijn overtuigingen zo radicaal te hebben herzien. Maar wie kan de aanblik weerstaan van een kleine vogel die na jaren van gevangenschap zijn vrijheid tegemoet vliegt? Het lijkt erop dat dieren vaak jarenlange gevangenschap en ontbering verdragen om een van ons, een ‘lid van het zogenaamde superieure ras’ een lesje te leren. En als ze dat doen, doen ze het met gratie en zachtheid, wat ze op zichzelf al in veel opzichten boven de mensen plaatst.