6
Telepathische huisdieren
Net nadat ik van school kwam heb ik een poosje een baan gehad in een dierenpension. Sommige van de honden daar bleven maar doorblaffen, maar wie kon ze dat verwijten? Ze waren plotseling gescheiden van hun groep en zonder enige vrijheid tussen een hoop vreemde honden gezet. Natuurlijk konden ze niet weten of hun baasje ooit nog terug zou komen om ze op te halen, maar ik begon al snel te merken dat ze op de dag waarop ze zouden worden gehaald plotseling uit hun depressie waren en vrolijk in het rond sprongen. De agressievere dieren werden droefgeestig en raakten een beetje van streek, alsof ze verwachtten een uitbrander van hun baasje te zullen krijgen omdat ze zich misdragen hadden. De blaffers gingen rustig, verwachtingsvol zitten met hun oren rechtop. Hierbij ging het niet om één uitzonderlijke hond, maar om alle honden!
Ik houd van dit verhaal dat mij is toegestuurd door Lisa Avery.
Hier volgt het verhaal van het paard dat Freckles Kate (Sproeterige Kate) heette. Mijn man en ik waren voor Kate gaan zorgen toen ze als fokmerrie in het kader van ons fokprogramma voor stamboekpaarden bij ons kwam. We hadden haar stamboom en hoogste prestatieniveau opgevraagd en we wisten dat zij de mooiste fokmerrie van ons programma zou zijn, en van het beste ras. We werden ter plekke verliefd op haar. Ze was een grote vosmerrie met een grote witte ster, schitterende grote bruine ogen, sterke botten en spieren. Kate kwam bij ons wonen. Ze was achttien jaar en was ongeveer een jaar zonder veulen geweest. We dachten dat het nog wel even zou duren voordat ze zwanger zou worden, dus begonnen we in april met fokken. In mei was ze weer tochtig maar toen we de dekhengst naar haar toe brachten, wilde ze niet voor hem gaan staan. Een echo bevestigde ons vermoeden, ze was al zwanger. We deden nog een aantal echo-onderzoeken om er zeker van te zijn dat alles zich goed ontwikkelde en onze dierenarts deed zelfs een foetaal geslachtsonderzoek om te kijken of het een merrieveulen was, ofschoon dit onderzoek niet echt gemakkelijk ging. We waren allemaal opgewonden.
De volgende lente beviel Kate in maart van twee merrieveulens die de geboorte niet overleefden. We waren er allemaal kapot van. Omdat we al eerder veulens hadden verloren wisten we dat je het beste direct weer kon beginnen. We gunden Kate eerst wat rust en lieten haar later in de lente opnieuw dekken. Ze werd zwanger en alles ging goed, totdat ze laat in de herfst het veulen verloor. Dus lieten we haar het volgende jaar weer dekken. Ze was heel gezond en raakte gemakkelijk zwanger, net als daarvoor. In de herfst zag ze er echt zwanger uit en waren we opgetogen, maar opnieuw verloor ze haar veulen.
We belden Val Hart, onze dierbare vriendin, leraar, dierentolk en -genezer, om over Kate te praten. Ik zei haar dat ik het echt niet begreep, omdat Kate er ogenschijnlijk zo gezond en gelukkig uitzag. Dus legden we contact met Kate om met haar te praten en we ontdekten dat haar hart nog lag bij de tweeling, die de bevalling niet hadden overleefd. Ik leefde enorm met haar mee. Wanneer we een paard verliezen, verliezen we een lid van de familie en hebben we allemaal verdriet. Val en ik bespraken de situatie en mogelijke oplossingen om haar te genezen, en samen kwamen we op een idee.
De volgende dag brachten mijn man en ik Kate naar een bijzonder rustig grazig gebied waar hoge pijnbomen stonden. We hielden een ceremonie om de veulens van Kate te helpen overgaan. We hebben haar rustig uitgelegd dat als ze deze veulens zo dicht bij zich hield, ze geen ruimte over had voor nieuw leven. Het was goed voor haar om te laten gaan, we waren hier bij haar en de veulens waren bereid om weg te gaan. Daarna hebben we haar buik met grote strijkende bewegingen zacht gemasseerd (net als bij een bevalling), vanaf haar buik naar haar flanken tot aan haar staart. We spraken met haar over de geboorte van de veulens en zeiden haar dat ze ze los kon laten. Ik kon ze zelfs zien spelen aan haar voeten voordat zij samen de hemel insprongen. Zij kon ze ook zien en keek daarna naar ons, haalde een keer diep adem en begon vredig te grazen.
Het was verbazingwekkend dat we de veulens echt hebben kunnen zien en ook zagen dat ze weggingen, en dat de buik van Kate fysiek en energetisch veranderde! Ze werd lichamelijk en geestelijk lichter en haar hart was gelukkiger en weer vol liefde.
De volgende lente raakte Kate gemakkelijk zwanger en beviel ze voor ons van een prachtig veulen. Ze is nu klaar om opnieuw te fokken en leeft gelukkig in onze wei met haar andere fokmerrievriendinnen. We zijn Val dankbaar, ook Kate en alle engelen die ons onderweg hebben geholpen.
Dit verhaal heeft me diep geraakt en ik kon me de arme merrie zo goed voorstellen en het verdriet omdat ze haar baby’s steeds weer verloor. Ik zag het tafereel waarin ze werden bevrijd werkelijk voor me. Wat een prachtig verhaal!
Toen ik de volgende brief van Mimi Lawrence over haar schildpad ontving, was ik verbaasd. Het wijst er vooral op dat wanneer dieren niet donzig en snoezig zijn, dit niet betekent dat ze niet ergens vanbinnen een ziel hebben.
Ik, die zo veel dieren heb gehad, had nooit gedacht dat de nauwste band die ik met een dier zou hebben, met een schildpad zou zijn.
Ik had honden en katten en hield natuurlijk heel veel van ze, maar we hadden slechts een oppervlakkige band. Nu ik weet wat ik weet, zal ik met mijn volgende huisdier misschien anders omgaan. Nadat we Joey, de schildpad, kregen, leerde ik een heel nieuwe gehechtheid aan een dier kennen. Ik praatte met dat kleine reptiel alsof het een mens was. En vertelde hem al mijn moeilijkheden. Zijn trage energie was om de een of andere reden erg kalmerend.
Het duurde niet lang of ik merkte dat, altijd wanneer ik hem eten ging geven, hij naast zijn bakje stond.
En het is nou bepaald niet zo dat schildpadden bekendstaan om hun snelheid!
Ik vertelde dit aan mijn man Jay en natuurlijk moest hij erom lachen. Hij zei dat Joey ofwel hoorde dat ik met het eten aankwam, of wist wanneer ik zou komen omdat ik hem elke dag om dezelfde tijd liet eten. Maar ik wist dat hij me niet hoorde aankomen, omdat hij nooit eerder dan ik bij de bak kon zijn als hij aan de andere kant van de tuin was en daar dan vertrok. Ook gaf ik hem niet altijd om dezelfde tijd voedsel. Jay had ongelijk, en ik begon met een aantal experimenten om dat te bewijzen. Niet alleen was Joey altijd eerder bij de bak dan ik, op welk tijdstip van de dag het ook was, maar daarnaast was hij daar niet als Jay hem zijn eten gaf. Dus leek het erop dat Joey alleen met mij een band had en ik had inderdaad echt het gevoel dat hij mijn gedachten kon lezen.
Dat is zeker een interessante gedachte. Schildpadden kunnen erg oud worden en ik denk dat ze daarom spiritueel ver ontwikkeld kunnen zijn. Ze moeten veel meemaken in een leven. Door de wijze waarop Mimi Joey beschrijft, stel ik me hem voor als een kleine wijze boeddha met een kalme, rustige energie, die nooit haast heeft om ergens te komen.
Ik vond het heel leuk om het volgende verhaal van James Ford te ontvangen. Wanneer je het hebt gelezen, denk ik dat je het met me eens bent. Dit is werkelijk een interessante kwestie.
Mijn hond Moxy is een klein, grappig ding om te zien. Ze lijkt op een vos, maar heeft een vacht vol gekleurde vlekken. Ze is een kleine schooier, maar heel lief. Altijd als ik uit school kwam, zei mijn moeder dat Moxy dat wist omdat ze dan jankend tegen het raam aansprong.
Ik heb altijd gedacht dat dit betekende dat Moxy telepathisch was, maar iemand zei tegen me dat ze waarschijnlijk alleen het geluid van mijn fiets hoorde als ik de laatste hoek om kwam om thuis te komen, iets wat ik een beetje teleurstellend vond.
Toen ik achttien was ging ik uit huis naar de universiteit en liet Moxy voor het eerst alleen. Ik liet mama ook alleen en zij beweerde dat ze daarvan meer van streek was dan Moxy. Ik miste hen allebei en was slechts ongeveer tachtig km van huis, maar het is waar dat ik er zelden heen ging vanwege de hoge benzineprijs. Mijn moeder maakte zich dus veel zorgen.
Ze zei dat het lastig voor haar was dat ik nu op de universiteit zat omdat ze het gevoel had dat zij niets meer voor mij betekende. Ook wist ze nooit of ik voor mezelf zorgde, of waar ik was en of ik veilig thuis was of niet.
In het begin miste Moxy me heel erg, zei mam. Tegen de tijd dat ik gewoonlijk thuiskwam liep ze maar door het huis, sprong tegen het raam op, bleef urenlang mokken en kon zich nooit echt installeren voor de nacht. Maar op een middag waarin ze een lange tijd rustig, als in contemplatie, had stilgezeten, veranderde Moxy’s gedrag. Op een bepaald moment van de dag of de avond reageerde ze nog steeds alsof ik thuis zou komen, maar na de normale druktemakerij liep ze weg bij het raam en ging met een zucht van tevredenheid, heel ontspannen liggen. Eerst dacht mama dat Moxy in de war was en misschien iemand op straat hoorde waarvan ze dacht dat ik het was. Maar daarna zijn we het een en ander eens gaan combineren.
We merkten dat, als mama mij belde om te vragen wat ik aan het doen was en ik zei dat ik net thuis was, Moxy dan haar nieuwe gedrag had vertoond. We besloten een experiment te doen, en inderdaad, wanneer ik mama belde ten teken dat ik thuis was (de bel een paar keer liet overgaan om geld uit te sparen), was Moxy vijf minuten daarvoor erg druk geweest. Nadat ze een poosje had rondgerend, was ze tegen de tijd dat ik zou bellen altijd weer rustig en kalm gaan liggen.
We ontdekten dat Moxy gelukkig was zolang ze maar wist dat ik veilig thuis was, zelfs als dat in een ander huis was. Moxy maakte mama duidelijk dat ik veilig thuis was en dat ze zich geen zorgen meer hoefde te maken. Dat bleek zó precies te kloppen, dat mama vanaf dat ogenblik alleen maar op Moxy hoefde te letten om te weten of ik veilig thuis was … maar elk plan om eens een hele nacht stiekem weg te blijven werd op die manier wel lastig!
Ik was echt enthousiast over dit verhaal, want ik heb vaak gehoord dat verhalen van mensen die vertellen dat hun huisdier lijkt te weten wanneer zij thuiskomen, door anderen worden weerlegd of in twijfel getrokken met opmerkingen als: ‘honden hebben een buitengewoon gevoelig gehoor en kunnen het geluid van de auto van hun baasje kilometers ver horen en herkennen’. In dit geval was dat helemaal niet aan de orde.
Jodie Wallis vertelt een verhaal van een andere telepathische relatie, maar zij had deze met haar kat. In dit geval had ze soms misschien liever gewild dat Moyles niet zo verschrikkelijk stipt was.
Ik kreeg mijn kat Moyles toen hij nog een jonkie was en ik vijf jaar. Hij werd heel groot, maar hij was zo zacht als boter. Hij was een opvallende verschijning, voor een deel Perzisch, gemberkleurig met wit, en heel donzig. Het arme beest werd door mij overal mee naartoe gesleept. Ik dirkte hem vaak op met mijn poppenkleren en reed met hem rond in een poppenwagen. Gelukkig was hij nogal laconiek, dus denk ik niet dat hij dat heel erg heeft gevonden. Maar ik geloof dat hij wel een hekel had aan de wijze waarop ik zijn jachtinstinct torpedeerde.
Hij had nooit veel geluk met het opsporen van een vogel of muizen omdat ik altijd bij hem in de buurt was. Ik nam hem ook altijd mee naar bed en knuffelde hem als een teddybeer. Als ik erover nadenk, heb ik hem echt behandeld alsof hij speelgoed was en dat was niet helemaal eerlijk van me.
Nu ik echter onlangs ben begonnen met afspraakjes maken, kan Moyles zelf zijn gram halen. Hij heeft besloten ‘keurmeester van mijn vriendjes’ te worden. Mijn moeder zegt dat hij misschien aura’s kan lezen of zoiets, maar misschien weet hij gewoon wat háár gedachten zijn.
Dat is volgens mij waarschijnlijker, omdat mama iedere keer wanneer ik een jongen mee naar huis neem, iets te zeggen heeft over zijn uiterlijk; dat hij een gothic is of te veel piercings heeft, of zelfs dat hij iets te oud voor mij is, en vervolgens moet de kat er ook niets van hebben. Hij verstopt zich achter de stoelen, wat niet eenvoudig is voor een gember-metwitkleurige pluisbal, hij springt tevoorschijn als ze langslopen en windt zich om hun benen en zet daar vaak zijn tanden of nagels in, zodat ze doodsbang worden. Het is vreemd, omdat hij gewoonlijk zo’n aardige kat is. Natuurlijk zie ik die jongens daarna niet meer staan en heeft mijn moeder alleen die zelfvoldane glimlach op haar gezicht. Wie weet neem ik nog eens iemand mee naar huis bij wie Moyles op schoot zal kruipen, wie weet zal ik er op die manier achterkomen wie mijn man zal worden en mijn moeder weet het dan ook.
Nu ik erover nadenk, zo’n soort kat kan heel positief zijn. Iedereen die een reeks dramatische relaties achter de rug heeft, zou hem heel nuttig vinden. Hetzelfde geldt ook voor het zakendoen. Stel je voor dat je kat als het ware de schapen van de bokken kon scheiden, dat zou je een hoop geld kunnen besparen.
De gave van de hond van Jackie Knowles om in een droom contact met haar te zoeken, heeft hem letterlijk gered. Dit is de eerste keer dat ik zoiets heb gelezen. Het is een opmerkelijk verhaal. We weten allemaal dat honden kunnen dromen en ons wordt verteld dat onze dromen er slechts toe dienen onze ervaringen gedurende de dag te verwerken, maar ik heb nooit eerder gehoord van een hond die in contact stond met de droom van zijn baasje.
Ik ben nooit ook maar in de verste verte paranormaal begaafd geweest en ik was echt een beetje sceptisch over dat soort dingen. Ik heb zelfs nog nooit een horoscoop laten trekken, dus is het ook nooit bij me opgekomen dat een mens en een hond via hun gedachten met elkaar zouden kunnen communiceren – ik vond het allemaal een beetje eigenaardig klinken.
Het is begonnen op een dag in 2001 toen ik mijn nieuw puppy ging halen. Het was een mooie Weimarse staande hond met een schitterende grijze kleur. Het was liefde op het eerste gezicht. Pal, zoals ik hem noemde, was mijn eerste hond en ik was heel trots en vastbesloten om alles goed te doen. Ik las massa’s boeken en overtuigde me ervan dat hij het volmaakte eten kreeg, de volmaakte opvoeding, het volmaakte speelgoed en de volmaakte slaapplaats – echt alles volmaakt en hij was helemaal de volmaakte hond. Ik wist uit alle boeken dat het soms moeilijk was een Weimarhond te trainen, dus zorgde ik ervoor dat ik intekende bij de beste school, zodat we een briljant team zouden worden. Omdat ik nooit eerder een hond had bezeten, had ik me niet voldoende gerealiseerd wat een geweldig gezelschap het was. Toen Pal opgroeide en we aan elkaar gehecht raakten, begon ik steeds langere wandelingen met hem te maken en werd ik zelf ook steeds gezonder. We maakten tochten door Exmoor en uiteindelijk door Dartmoor, en daar liep het op een keer helemaal in het honderd. De meren daar zijn reusachtige, grotendeels wilde, open ruimtes, vooral in Dartmoor, en het weer kan daar heel snel omslaan.
Het enige wat ik op Pal aan te merken had, was dat hij niet altijd of niet onmiddellijk kwam als ik hem riep. Het was gewoon zijn uitgelatenheid, maar ik was gewaarschuwd dat dat hem op een dag in de problemen zou brengen, en dat gebeurde nu. We waren buiten in Dartmoor en we hadden urenlang gelopen. We waren gestopt voor een lunch in de luwte van een steile rots. Ik begon me net te bedenken hoe heerlijk het zou zijn om terug te zijn in mijn hotel en aan te schuiven voor een lekker warme maaltijd. Ik weet zeker dat Pal ook droomde van een warme plaats bij de haard. Het was echt een heerlijke dag, koud maar helder, en natuurlijk hadden we het warm van al dat lopen. We waren waarschijnlijk nog maar een paar kilometer verwijderd van die veilige warme plek toen het plotseling begon te sneeuwen. Eerst was het mooi, maar daarna werd het echt zwaar en stak de wind op. Voordat ik het wist kon ik het spoor niet meer zien en was ik alleen veilig door mijn betrouwbare kompas, maar Pal wist dat niet. Hij begon op de sneeuw te jagen en raakte steeds verder van mij verwijderd. Zijn prachtige kleur hielp niet mee omdat hij nu opging in het landschap. Ik probeerde hem dicht bij me te houden, maar toen gebeurde het ergste. Een konijn, dat kennelijk probeerde moed te verzamelen om naar huis terug te gaan, schoot vlak voor Pals neus uit zijn schuilplaats. Hij jaagde erachteraan en ondanks mijn gegil terug te komen verdwenen ze allebei de witte vlakte in. Je kunt je de rest voorstellen, ik gilde en schreeuwde me schor, Pal kwam niet meer terug, het begon nog erger te sneeuwen, de kou werd snijdend en ik had geen andere keuze dan te proberen naar het hotel terug te gaan zonder mijn Pal.
Het is me gelukt om de weg terug te vinden, maar ik was radeloos. Ik wilde dat een opsporingsdienst mijn hond ging zoeken, maar dat was hopeloos in het donker, zeiden ze, hij kon nu wel kilometers weg zijn. Na een slapeloze nacht brak er een heldere dag aan en sneeuwde het niet meer. Ik probeerde de weg terug te vinden naar de plaats waar ik Pal was kwijtgeraakt, maar de sneeuw had alle sporen uitgewist. Ik ben in totaal nog twee weken in het hotel blijven logeren en heb elke dag naar Pal gezocht, maar ik kon geen spoor meer van hem vinden.
Ik verfoeide de vriendin die me had geadviseerd hem niet van een microchip te laten voorzien, omdat sommige honden daar volgens haar ziek van werden. Iedereen zei dat ik hem moest opgeven, omdat hij op geen enkele manier vanuit die plaats ooit de weg naar huis zou kunnen vinden. Ik ging met tegenzin naar huis, maar Pal was nooit lang uit mijn gedachten. Het ergste was dat ik niet wist wat er met hem was gebeurd en bovendien gaf ik mezelf de schuld. Als ik maar een betere opvoeder was geweest. Als we die dag daar maar niet naartoe waren gegaan. Als ik hem maar een microchip had gegeven, hoewel dat alleen maar iets zou hebben opgeleverd als hij bij een dierarts terecht was gekomen en zij zijn chip zouden hebben gevonden en gecontroleerd. Ik was een enigszins eenzelvig mens geweest voordat ik mijn hond kreeg en nu was ik weer alleen. Ik werd echt depressief. Elke avond als ik thuiskwam verwachtte ik dat Pal bij de deur op mij zat te wachten, maar hij zat er nooit.
Net toen ik de hoop begon op te geven, had ik een droom. Ik droomde van Pal. Hij was in een grote gezellige keuken met een gasfornuis. Hij zat niet erg ontspannen, jankend rechtop. Er verscheen een vrouw en toen Pal opstond om haar te begroeten, zag ik dat een van zijn poten dik omwikkeld was, misschien zat hij in het gips. Ik werd wakker van schrik. Zou het werkelijk mogelijk zijn dat Pal in een droom bij mij kwam? Ik begreep het niet maar ik wilde het geloven, meer dan ik ooit iets in mijn leven heb willen geloven. Ik besloot om het opnieuw via de dierenartsen in die omgeving te proberen. Het waren er heel veel omdat ik er geen idee van had waar Pal overal had rondgezworven. Ik heb alle dierenartsen in de streek waar we waren geweest gebeld, maar zonder succes. Toen besloot ik om iets nieuws te proberen. Ik ging heel rustig zitten en probeerde mijn geest stil te krijgen. Het was niet gemakkelijk, maar onverwacht verscheen er toen een uithangbord in mijn hoofd met ‘Tor Cottage’ erop.
Ik was iets op het spoor. Ik wist het zeker!
Heb je er enig idee van hoeveel Tor Cottages er in Devon zijn? Heel veel. Het heeft me een aantal weken gekost om elk postkantoor in elk dorp te bellen, maar uiteindelijk heb ik hem gevonden. Een geweldige vrouw, Jean Nightingale genaamd, had mijn arme Pal gevonden de dag nadat ik hem was kwijtgeraakt. Hij was van een rots af in de sneeuw gevallen en had zijn poot gebroken.
Ik dank God elke dag dat ze hem heeft gevonden, anders zou hij vast en zeker zijn gestorven. Jean wilde graag de rekeningen van de dierenarts betalen en ze was zelfs blij dat ze hem kon teruggeven, omdat hij, dacht ze, nooit gelukkig was geweest bij haar. Ik weet nooit helemaal zeker wat er tussen Pal en mij heeft plaatsgevonden, maar ik weet wel dat hij me soms eigenaardig aankijkt en dan lijkt het alsof hij bijna knipoogt.
Dit verbazingwekkende verhaal van een huisdier dat erin slaagt om zich weer met zijn baasje te herenigen, deed me denken aan iets wat onze mooie kat Felix overkwam. Hij was een prachtige, zwarte donsharige kat met heel grote, heldergroene ogen. Hij miauwde op een bepaalde manier waardoor dat klonk als ‘hallo’. We hadden hem al een paar jaar voordat we verhuisden naar het platteland. Natuurlijk waren we gewaarschuwd dat we de kat de eerste dagen niet alleen naar buiten moesten laten gaan, omdat we hem voorgoed kwijt zouden kunnen raken. Tijdens de verhuizing hadden we hem in een kattenmand gestopt, maar uiteindelijk moesten we hem natuurlijk in huis loslaten.
In die tijd was onze zoon Phillip ongeveer zeven jaar en hoewel we hem duidelijk hadden bevolen Felix niet naar buiten te laten, was hij zelf ook op een leeftijd dat hij rond wilde zwerven om zijn nieuwe omgeving te ontdekken, zodat hij het vergat. Toen we er nog maar vijf minuten waren, deed hij de deur open, zonder te kijken waar de kat was en oeps … weg was Felix, met zijn staart omhoog rende hij alsof zijn leven ervan afhing. Hij liep direct de tuin uit, recht op de dichtstbijzijnde weg af en was uit ons zicht verdwenen. Phillip was terneergeslagen dus maakten we het niet te zwaar, maar Tony en ik dachten dat we de kat nooit terug zouden zien.
Tussen het nieuwe huis en het oude huis lag ongeveer acht kilometer open weiland, maar er waren onderweg ook een aantal snelwegen die hij zou moeten oversteken. We besloten dat we hem een paar uur zouden geven en dan terug zouden rijden om te kijken of we hem konden vinden. Ik bracht een paar minuten rustig door in ons omheinde grasland, ging zitten en dacht aan Felix. Hij was toen ongeveer een uur weg. Ik had de neiging om in de auto te stappen en hem te gaan zoeken. Toen kreeg ik een levendig, mentaal beeld van Felix, die langs de rand van een akker liep met voor zich de eerste grote snelweg. Ik besloot van dit contact te profiteren, als het dat tenminste was, dus begon ik gedachten naar Felix te zenden. Ik stuurde beelden van onszelf, van een lekker warme, open haard en van zijn etensbak. Voor mijn geestesoog veranderde het beeld, hield Felix op met lopen en stond hij stil.
Daarna probeerde ik hem alle muizen en woelmuizen te tonen waarop hij, als hij zou terugkomen naar ons nieuwe huis, op het land zou kunnen jagen, in tegenstelling tot zijn leven in onze vorige, nu kale stadstuin. Ik probeerde alle fantastische avonturen die hij in zijn nieuwe omgeving zou hebben aan hem door te sturen en in mijn visioen draaide Felix zich om en liep de weg terug waarlangs hij gekomen was. Ik was dolblij, omdat ik echt voelde dat dit allemaal realiteit was, en dus ging ik terug naar binnen en wachtte.
Een uur later kwam Felix over hetzelfde pad aantrippelen als waarover hij twee uur daarvoor was weggeschoten en hij is nooit meer gaan rondzwerven.
Rachael Doonar stuurde me dit aardige verslag uit Australië. Het is niet meer dan een teken van een alledaagse verbinding tussen een hond en zijn baasje. Een lief, klein verhaaltje.
Ik zat met mijn kleine foxterriër Peanut (Pinda) en voelde me schuldig omdat ik te weinig met haar uit wandelen ging. Toen bedacht ik terwijl ik haar aankeek: ‘Wat zou je vandaag graag willen doen, Peanut?’
Ik zag in mijn geest direct een tennisbal door de lucht vliegen, Peanut kwispelde met haar staart terwijl ze me aankeek. Ik moest hard lachen omdat ik wist hoe graag ze de bal wilde terugbrengen. Ik voelde dat ze me wilde vertellen dat ze wilde apporteren.
Wanneer we ons verdrietig voelen kan een huisdier, alleen al door er te zijn, veel troost brengen. In het verhaal van Wendy Storer kon de hond van haar ouders veel meer doen dan dat alleen.
Toen mijn moeder stierf regelden wij haar begrafenis zelf omdat we geen van allen godsdienstig waren of naar de kerk gingen. Mijn grootste bijdrage was het schrijven van een grafrede. Ik was niet bij haar toen ze stierf en dit was mijn manier om haar alles te zeggen wat ik moest en wilde zeggen. Ik sloot mezelf af van de rest van de familie om te schrijven, maar Paddy (de geliefde labrador van mijn vader en moeder) kwam de kamer binnen. Ik was gaan zitten en stortte mijn hart wel twee of drie uur achter elkaar uit. Natuurlijk zat ik terwijl ik schreef verschrikkelijk te huilen en voelde me daardoor veel beter. Ik heb het nooit vreemd gevonden dat, terwijl ik zat te schrijven, Paddy aan mijn voeten ook zat te huilen. Gewoonlijk jankte of jammerde hij niet, maar vandaag deed hij niets anders. Ik geloof eerlijk dat hij zich op de een of andere manier met mijn emoties had verbonden.
Of hij huilde omdat ik huilde, vanwege zijn eigen verlies, of omdat hij begreep dat het over mama ging, kan ik onmogelijk weten, maar ik twijfel er geen ogenblik aan dat Paddy het diep heeft gevoeld en dat hij zich bewust was van de emotionele pijn in de kamer.
Niet lang daarna liet ik Paddy uit met mijn twee jongste kinderen, destijds twee en drie jaar oud. Ze waren met Paddy opgegroeid en helemaal niet bang voor honden, maar net op die dag kwam er een grote, nogal agressief uitziende hond op ons afrennen. Ik voelde de angst van de kinderen onmiddellijk maar voordat ik kon reageren ging Paddy grommend tussen de hond en mijn kinderen in staan en verroerde zich niet totdat de ander wegliep. Ik twijfel er niet aan dat Paddy mijn kinderen en mij tegen het gevaar wilde beschermen. Ik herinner me dat ik erg trots op hem was en me heel dankbaar voelde, omdat ik doodmoe was en emotioneel zwak en hij in mijn plaats reageerde en nadacht.
Enkele maanden later ging mijn vader een paar weken naar de Filippijnen om een oude vriend te bezoeken. Hij bracht Paddy bij mij en hij was gezellig, speels en gelukkig zoals altijd. Hij had op geen enkele manier last van heimwee of verlangen naar mijn vader.
Maar op de dag waarop mijn vader naar huis zou terugvliegen, veranderde Paddy. Hij zat maar bij de deur te janken alsof hij iemand verwachtte. Toen we erover na gingen denken bleek dat deze verandering in Paddy’s gedrag bijna precies samenviel met het ogenblik dat mijn vader in zijn vliegtuig naar Manilla was gestapt. Op de een of andere manier wist Paddy dat zijn beste vriend nu bij hem zou terugkomen.
Men zegt dat energie reist en dat wanneer wij verdriet hebben ons energieniveau laag en zwak is. Dieren zijn net zo gemakkelijk als goede helderzienden in staat om de energie van onze emoties te voelen. Zelfs als we voor onze liefste en naaste verwanten onze gevoelens kunnen verbergen, is dat voor dieren een ander verhaal. Paddy wist bijvoorbeeld dat Wendy zich normalerwijze onmiddellijk tussen de hond en haar kinderen zou hebben opgesteld, maar hij wist ook dat haar energieniveau die dag laag was en dat zij zijn hulp nodig had.
Haar tweede verhaal hieronder is heel anders en toont ons een hond die zijn verstandelijke vermogens gebruikt.
Mijn huidige hond, een labrador, heet Bodger. De reis van mijn huis naar het park waar we gewoonlijk wandelen, loopt langs een oude stenen muur. Bodger houdt ervan tussen mij en de muur te lopen, terwijl hij de hele weg door aan de muur blijft snuffelen. Slechts bij één stuk van de muur dat naar buiten overhangt doet hij dat niet. Wanneer we bij dit stuk aankomen loopt Bodger altijd van mijn rechterzijde naar mijn linkerzijde. Hij loopt zo dicht mogelijk bij de weg (hoewel hij gewoonlijk nogal bang is voor het verkeerslawaai), maar zodra we het overhellende stuk in de muur voorbij zijn, komt Bodger weer aan mijn rechterzijde lopen en trippelt hij weer blij snuffelend langs de muur. Hij herhaalt dit ritueel op de weg terug naar huis in omgekeerde vorm. Om de een of andere reden houdt hij kennelijk niet van dit stuk muur en weigert hij er, nogal dwangmatig, vlak langs te lopen. Ik vraag me af of hij gevaar voelt omdat het een dragende muur is met nogal wat gewicht erachter.
Door deze verhalen van Wendy zien we honden die zo zijn afgestemd op hun baas dat het lijkt alsof zij hun gedachten kunnen lezen, of zo zelfbewust zijn dat ze voor zichzelf het gevaar herkennen van een overhangende stenen muur. In ieder geval zijn dit niet de acties van ongevoelige dieren.
In het eerste voorbeeld heeft Paddy ofwel zelf verdriet, iets waarvan wetenschappers wel zeggen dat een hond daartoe niet in staat is, ofwel voelt hij sympathie en empathie met Wendy’s verdriet.
In het tweede voorval voelt Paddy, leest en herkent hij de zwakke energie in zijn gewoonlijk sterke leider en neemt hij het van haar over wanneer er gevaar dreigt. In het derde voorval lijkt hij zich telepathisch te kunnen verbinden met zijn eigenaar, hoewel die zich nog op duizenden kilometers afstand bevond.
In het voorval van de overhellende muur laat Bodger verstandelijke capaciteiten zien die ongewoon zijn voor een hond – die muur hangt voorover en kan instorten, dus ik moet daar niet in de buurt lopen.
Hier volgt nog een prachtig verhaal van Alice Jean, mijn bijzondere vriendin uit Texas die Nubische geiten houdt.
Ik begrijp niet hoe iemand kan zeggen, ‘ik ben geen kattenmens’ of ‘ik ben geen mens voor een hond’. Het slaat voor mij nergens op. Je houdt van dieren of je houdt er niet van! Nu ik dit heb gezegd, moet ik toegeven dat ik vaak heb gezegd: ‘Ik ben geen mens voor vogels.’ Dit zeg ik gewoonlijk als een vriendin probeert mij een vogel in een kooi aan te praten. In een kooi! Nee. Alles wat vleugels heeft durf ik niet aan te raken. Ze zijn absoluut prachtig als ze vrij rondvliegen. Er hebben zich met mij in relatie tot vogels interessante dingen voorgedaan. Een kolibrie, groter dan ik ooit had gezien, hield een paar meter voor mij stil en keek mij aan zolang hij kon. Het leek alsof ik een boodschap doorkreeg over spirituele krijgers. Ik heb er geen idee van of het de vogel was, of een engel, of God zelf die me raad gaf, of gewoon mijn eigen verbeelding. Kolibries zijn heel mooi van zo dichtbij.
Nu buizerds. Wie kan zeggen dat een buizerd mooi is? Na een paar heftige ontmoetingen begin ik hun schoonheid echter te zien. Toen mijn melkgeiten een paar jaar geleden op een keer naar buiten gingen, ging ik in een tuinstoel zitten met koffie en een boek. Het was een mooie dag. Ik schrok op toen er plotseling een buizerd laag boven mijn hoofd vloog. Daarna steeg hij achter mij op uit het weiland, de lucht in, vloog rond de geiten en kwam toen weer over mijn hoofd terugvliegen. Wat is er mis met deze vogel, dacht ik. Iedere keer als hij mijn kant op kwam, vloog hij lager. Ten slotte legde ik mijn boek neer en stond op om te kijken of hij de geiten misschien bedreigde. Ze leken hem zelfs niet op te merken. Toen hoorde ik in mijn hoofd de woorden: ‘Ga naar Isabel kijken.’ Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat mijn geit Isabel in het weiland aan het bevallen was. Daar zijn geitenhokken voor. Hoe heeft ze mij zo voor de gek kunnen houden? Ik pakte een keukenrol en liep weer naar buiten. Als het baren eenmaal is begonnen dan duurt dat wel even, dus bleef ik bij haar tot alle de kleintjes geboren waren. Natuurlijk liep ik uiteindelijk met de vier kleintjes in mijn grote shirt naar binnen, twee tegelijk, en dan het hok in, met Isabel op sleeptouw. Gek misschien, maar ik zwaaide naar de buizerd toen we terugliepen en hij vloog weg. En dit was nog niet alles. Het jaar daarop, vorig jaar, liet ik de geiten op het grasland voor het huis lopen. Het was weer een prachtige dag, dus ging ik opnieuw in de tuinstoel zitten met een boek en een kop koffie. Nu heb ik een verwachte einddatum voor de bevallingen, omdat mijn geiten geregistreerde Nubische geiten zijn. We weten altijd welk wijfje door welke bok gedekt is en de verwachte einddatum schommelt tussen vijf dagen eerder of vijf dagen later. Die dag had ik geit Noreen niet naar buiten laten gaan omdat ze uitgerekend was en het zag ernaar uit dat ze zover was.
Bij het geitenhok is een omheind stuk grond, waar ze op kan rondlopen en hooi kan eten zodat ze zich niet opgesloten voelt. Ik zette mijn stoel bij haar in de buurt in de verwachting dat ik weldra jonge geitjes zou hebben. Toen vloog er heel plotseling een buizerd over het erf die een paar meter van mij af op een tak ging zitten. ‘Wat wil je van me?’ vroeg ik luid. Ik geloof dat ik niet wilde dat dit lelijke beest zo dicht in de buurt van Noreen kwam. Raad eens welke woorden ik in mijn hoofd hoorde? ‘Je kunt beter even bij Isabel gaan kijken.’
‘Wat?’ Ik moest langs de zijkant om de schuur heen lopen om zicht te krijgen op de kudde geiten. En inderdaad was Isabel aan het bevallen. Weer had ze me voor de gek gehouden! Dus weg was ik weer met de keukenrol en moest ik op de bekende wijze de vier jongen naar het hok terugbrengen. Onze Isabel heeft één keer in haar leven een drieling gekregen en alle andere keren een vierling. Nu mag ze uitrusten van mij als grootmoeder van de stal. Ze verdient het.
Het interessante is dat ik mijn man en oudste zoon het verhaal van de buizerd vertelde – dit soort verhalen vertel ik niet in het openbaar. Manlief en zoon herinnerden mij toen aan een voorval dat vele jaren eerder had plaatsgevonden, toen we nog in een ander huis woonden, hier ongeveer een kilometer vandaan. Ik was ’s avonds met mijn vier zoons in het donker thuisgekomen. Mijn man was de stad uit. Toen ik de oprit opreed zagen we iets achter in de garage op de werkbank. Een reusachtige vogel! Ik dacht, laten we naar binnen gaan: ik regel het verder zelf. Ik wilde niet dat mijn kinderen zich zouden bezeren door die grote vogel die zich misschien gevangen voelde. We zagen dat hij zich daar niet bewoog en het leek alsof hij een gewonde vleugel had omdat die neerhing. Ik heb hem een kom hondenvoer gebracht (wat geef je zo’n buizerd te eten?) en een bak water. De volgende ochtend waren zowel de kom als de bak leeg, dus heb ik die bijgevuld. Dit is zo een paar dagen doorgegaan totdat hij of zij op een dag verdwenen was. Mijn zoon is ervan overtuigd dat het dezelfde buizerdfamilie is die nesten heeft gebouwd in het verlaten oude huis aan de andere kant van ons landgoed.
Hij heeft gezien dat ze op de zolder van het oude huis nesten hebben en daar hun jongen grootbrengen. Ik zie ze soms op de rand van de doorgang naar de zolder staan en het gekke is dat als ik even wuif, zij met hun kop knikken. Geweldig, hè? Soms vraag ik me af of er in het collectieve onbewuste van buizerds herinneringen zijn aan vriendelijkheid, hondenvoer en water. Of zouden ze allemaal dezelfde buizerd in nieuwe lichamen zijn?
Ik sprak vandaag telefonisch met mijn vriend The Barefoot Doctor (blotevoetendokter), en hij vertelde me het volgende geweldige verhaal, waarvan ik direct wist dat ik het in dit deel moest opnemen.
Walter was een hond met een geweldig charisma en hij maakte een intelligente indruk. Eén blik in die ogen was genoeg om te begrijpen dat dieren een ziel hebben die op velerlei wijze verder spiritueel ontwikkeld kan zijn dan die van ons. Het was een schitterende champagnekleurige hond, half wolf, half poolhond, en als hij optrad in mijn tv-show werd hij aangekondigd als Walter, de ‘bijna-menselijke, taoïstische hond’. Ondanks zijn onmiskenbare fysieke kracht was hij heel zachtmoedig en aanhalig en hield hij die grote kracht onder controle, tenzij hij zichzelf moest verdedigen.
Walter deelde zijn hondenwijsheid met mijn kijkers en hij was een belangrijk onderdeel van mijn leven. Hij droeg nooit een riem en dat was ook niet nodig. Hij verkende zijn territorium in West Hampton met de doortastendheid en het zelfvertrouwen van een koning.
De enige keer dat hij niet bij me was, was toen ik in Spanje verbleef. Ik kan me voorstellen dat Walter, achtergebleven in Engeland, geërgerd was over mijn afwezigheid en dacht dat hij me eens een lesje zou leren door te gaan zwerven. Mijn arme medewerkster, die toen voor hem zou zorgen, was doodsbang dat ze mij zou moeten vertellen dat ze de hond was kwijtgeraakt, maar na 24 uur ging ze naar het politiebureau op tien kilometer afstand van ons huis om Walter als vermist op te geven, en belde mij vanaf het bureau. Ik was helemaal in de war, maar ik besloot te proberen me met hem te verbinden om te zien of ik erachter kon komen waar hij was. Ik ging in meditatie en riep een beeld op van mijn hond. Ik vroeg hem: ‘Waar ben je? Vooruit, laat jezelf zien en laat ons weten waar je bent.’ Het beeld van zijn gezicht in mijn geest glimlachte, zoals alleen een hond kan glimlachen. Tien minuten later ging de telefoon. Het was mijn assistente. Ze was bijna sprakeloos van verbijstering. Ze vertelde me dat ze daar in dat politiebureau had gezeten en dat Walter zomaar binnen was komen wandelen. Hij was smerig, vol vuil en er kleefde kauwgum en andere onduidelijke smurrie aan zijn vacht alsof hij een ruig leven had geleid, maar behalve dat hij nodig in bad moest, ging het verder prima met hem.
Je kunt jezelf afvragen: hoe heeft hij haar gevonden? Hoe kwam hij ertoe om op dat tijdstip het politiebureau binnen te lopen? Het enige antwoord waar ik op kom is dat hij, doordat hij mijn gedachten las, de plaats ‘zag’ en had besloten dat het tijd werd om zich over te geven.