71
Bugbee werkte Cheetos uit een automaatzakje naar binnen. Zijn vingers – waarvan Audrey had gezien dat ze meestal smetteloos waren, de nagels netjes bijgeknipt – waren oranje gevlekt.
‘Dat zou heel goed kunnen,’ zei hij met zijn mond vol Cheetos. ‘Rinaldi die een pistool opdeed in Grand Rapids toen hij daar woonde.’
‘Of hier. Die wapens blijven niet op één plek.’
‘Misschien. Waar zou hij het hebben weggegooid?’
‘Er zijn een miljoen mogelijkheden.’ Ze had honger en hij bood haar niets aan, de lul.
‘Ik weet niet meer welke arme stumpers de vuilcontainer hebben doorzocht, maar in elk geval hebben ze niets gevonden.’
‘Er moeten honderden van die vuilcontainers in de stad zijn,’ merkte Audrey op. ‘En dan is er de vuilstortplaats. En rioolputjes, en het meer en de vijvers en de rivieren. We vinden dat pistool nooit.’
‘Triest maar waar,’ zei Bugbee. Hij verkreukelde het lege zakje en gooide de prop naar de metalen afvalbak die tegen de muur stond, maar de prop ontvouwde zich in de lucht en viel op de vloer. ‘Shit.’
‘Heb je gelegenheid gehad om met het beveiligingsbedrijf te praten?’
Hij knikte. ‘Fenwick Alarm zit hier in de buurt. Ik weet niet wat ze doen – ze installeren, maar niet in dit geval. Ze kijken niet eens naar de beelden. Dat doet een firma die Central Michigan Monitoring heet, in de buurt van Lansing. Daar bewaren ze alle elektronische gegevens.’
‘En?’
‘Nul komma nul. Dat bevestigt wat we al weten. Op die woensdagmorgen werd ergens een alarm aan de rand van Conovers terrein geactiveerd. Het alarm duurde elf minuten. Nou en? Je hebt de harde schijf – daarop zou te zien moeten zijn wat de camera’s hebben opgenomen, nietwaar?’
Ze legde uit wat ze van Conovers digitale videosysteem wist. ‘Ik heb Lenehan gevraagd er nog eens naar te kijken. Maar hij moet van Noyce allerlei andere dingen doen, en die hebben voorrang.’
‘Waarom verrast dit me niet?’
‘Over camera’s gesproken: een van ons zou moeten kijken welke beelden van die nacht ze bij Fenwicke Estates hebben.’
Bugbee schudde zijn hoofd. ‘Heb ik al gedaan. Ze gebruiken een centrale monitorpost in de stad. Niets bijzonders – Stadler klimt over de omheining, en verder niets.’
‘Jammer.’
‘Ik stel voor ze aan de leugendetector te zetten. Allebei die klootzakken.’
‘Dat is lastig. Misschien is het daar nog te vroeg voor. Misschien kunnen we beter wachten tot we meer hebben. Dat zal Noyce zeggen.’
‘Noyce kan me wat. Dit is onze zaak, niet de zijne. Voel je zijn hete adem niet in je nek?’
‘Een beetje.’
‘Blijkbaar heeft hij het gevoel dat er iets groots op komst is.’
Ze wist niet hoeveel ze kon zeggen. ‘Ik denk eerder dat hij vooral niet wil dat wij een fout maken.’
‘Een fout maken? Alsof we groentjes zijn?’
Audrey haalde haar schouders op. ‘Het is een belangrijke zaak.’
‘Je meent het,’ zei Bugbee met een scheve grijns.
Audrey keek hem met een zuur glimlachje aan en draaide zich om. Ze wilde naar haar eigen werkplek teruggaan.
‘Dat van dat fragment van een kogel of huls of zo…’ zei Bugbee. Ze draaide zich om. ‘Wat voor huls?’
‘Die bluf.’
‘Ja?’
‘Niet slecht,’ zei Bugbee.