31
‘Yo,’ zei Scott. Hij kwam achter Marges kant van de scheidingswand vandaan, naast Nicks bureau. ‘Op zoek naar opwindend leesvoer? Het verslag voor de raad van bestuur is klaar.’
Nick keek op van zijn scherm, een korzelige e-mailwisseling met zijn juridisch adviseur, Stephanie Alstrom, over een ergerlijk en eindeloos gevecht met de milieuautoriteiten. Het ging om het vrijkomen van bepaalde vluchtige organische stoffen uit een kleefstof die was verwerkt in een stoelmodel van Stratton waarvan hij de productie toch al had stopgezet.
‘Fictie of non-fictie?’ vroeg hij.
‘Non-fictie, jammer genoeg. Sorry dat het op het laatste moment komt, maar ik moest alle cijfers opnieuw berekenen zoals jij het wilde.’
‘Sorry dat ik zo onredelijk was,’ zei Nick sarcastisch. ‘Maar ik ben degene die op de schopstoel zit.’
‘Muldaur en Eilers komen vanmiddag in het Grand Fenwick aan,’ zei Scott, ‘en ik heb tegen ze gezegd dat ik de rapporten daar voor het diner van vanavond heen breng, dan kunnen ze ze bekijken. Je kent die kerels – zodra ze jou zien, komen ze met vragen. Ik hoop dat je daarop voorbereid bent.’
Op de avond voor de kwartaalbespreking dineerde de raad van bestuur altijd in de stad. Dorothy Devries, dochter van de oprichter en het enige lid van de familie Devries in de raad, nodigde hen meestal uit in de Fenwick Country Club, die min of meer haar eigendom was. Dat was altijd een stijve, formele aangelegenheid waarop niet openlijk over zaken werd gesproken.
‘Nou, Scott, ik moet vanavond verstek laten gaan.’ Hij stond op. Hij voelde zich helemaal rauw vanbinnen en zijn hoofdpijn was inmiddels in alle hevigheid komen opzetten.
‘Je… Dat meen je niet.’
‘Vanavond voert de vierde klas het jaarlijkse toneelstuk op. Ze doen De tovenaar van Oz en Julia heeft een belangrijke rol. Ik moet daar echt bij zijn.’
‘Zeg dat je een geintje maakt, Nick. Het toneelstuk van de vierde klas?’
‘Ik heb vorig jaar haar toneelstuk gemist, en ik heb de tentoonstelling van tekeningen gemist en zo ongeveer alles wat er op school wordt georganiseerd. Ik kan deze echt keer niet wegblijven.’
‘Kun je niet iemand een videoband laten maken?’
‘Een videoband? Wat voor een vader ben jij?’
‘Een vader die er nooit is, en daar ben ik trots op. Mijn kinderen hebben des te meer respect voor me omdat ik nooit beschikbaar ben.’
‘Nu misschien. Wacht maar tot ze in therapie gaan. Hoe dan ook, je weet net zo goed als ik dat er op die diners nooit echt zaken wordt gedaan.’
‘Het heet sjmoezen. Een Jiddisch woord. Het betekent: je baan redden.’
‘Gaan ze me ontslaan omdat ik niet met ze heb gedineerd? Als ze dat doen, Scott, waren ze toch alleen maar op zoek naar een excuus.’ Scott schudde zijn hoofd. ‘Goed,’ zei hij, en hij sloeg zijn ogen neer. ‘Jij bent de baas. Maar als je het mij vraagt…’
‘Dank je, Scott. Maar ik vroeg het je niet.’