10

‘… een wonder dat ze nog leeft,’ hoorde ze een stem zeggen. ‘Als ik een gokker was, zou ik haar kans om in leven te blijven op nog geen tien procent hebben ingeschat.’

‘Ze is een knokker, dat zeker,’ zei een tweede stem.

Casey sloeg de aanval van paniek af die altijd kwam opzetten wanneer ze wakker werd in complete duisternis. Zou ze er ooit aan wennen? Zou ze er ooit aan wennen wakker te worden terwijl er vreemde stemmen in haar buurt waren die commentaar leverden op hoe ze eruitzag en op haar toestand, alsof ze een onbezield voorwerp was? Alsof ze niets meer was dan een soort stilleven, dacht ze. Roerloos, decoratief, weinig eisend, op een gepaste plek geparkeerd, om naar te kijken en af en toe af te stoffen.

Alleen had iemand met opzet haar leven compleet stil willen leggen.

‘Toen ze me de eerste keer vroegen naar haar te kijken, dacht ik meteen toen ik haar zag dat het geen zin had. Wat ik dacht was: die arme vrouw gaat het niet redden,’ vervolgde de eerste stem. ‘Ze had zulke verschrikkelijke verwondingen.’

‘Ja, niemand dacht toen dat ze de nacht door zou komen,’ zei de tweede stem. Warren, besefte Casey, zijn stem drong tot haar onder bewustzijn door.

‘Maar ze heeft iedereen verrast,’ zei de eerste man. In zijn stem klonk grote bewondering door. ‘En nu ademt ze zelfstandig…’

‘Maar…’ onderbrak Warren hem. Hij had duidelijk moeite zijn gedachten onder woorden te brengen. ‘De kwaliteit van haar leven…’ Hij schraapte zijn keel. ‘Ik weet dat ze de rest van haar leven niet op deze manier wil doorbrengen, beslist niet.’

‘Ik weet dat het voor u heel erg moeilijk is, meneer Marshall…’

‘Het gaat niet om mij,’ reageerde Warren heftig. ‘Ik denk aan Casey. We hebben een keer over dit soort dingen gepraat. Weet u nog die vrouw…ik ben haar naam vergeten… die vrouw die jarenlang in coma heeft gelegen. Haar man wilde de sonde voor haar voeding laten weghalen om haar uit haar lijden te verlossen, maar haar ouders wilden haar koste wat kost in leven houden en gingen naar de rechter. Het werd een verschrikkelijke toestand, een compleet mediacircus, en ik weet nog dat Casey zei dat als – god verhoede – haar zoiets zou overkomen, ik dan een einde aan haar lijden moest maken, dat ik dat moest beloven…’

Ja, ik weet dat ik dat gezegd heb.

‘Bedoelt u dat u wilt dat de sondevoeding gestaakt wordt?’

Nee, nee, dat moet je niet doen. Nu nog niet. Niet voordat ontdekt is wie verantwoordelijk is voor wat er met me is gebeurd.

‘Nee, natuurlijk bedoel ik dat niet.’

Ik moet weten wie de schuldige is.

‘Eerlijk gezegd weet ik niet meer precies wat ik bedoel, dokter Keith. Ik weet dat Casey de rest van haar leven niet op deze manier zou willen doorbrengen, en ik wil alleen maar doen wat het beste is. Ik wil niet dat ze nog lijdt. Ik voel me een ontzettende verrader, want ik weet dat ik een egoïst ben, dat ik er nog niet aan toe ben om haar te laten gaan.’

Wat zou zij doen als de situatie omgekeerd was, vroeg Casey zich ineens af. Stel dat het Warren was die in comateuze toestand in dit ziekenhuisbed lag, zonder te kunnen zien en zonder zich te kunnen bewegen, en dat zij degene was die over hem waakte? Zou ze niet precies hetzelfde zeggen als hij? Zou ze er niet minstens over nadenken?

‘Deze situatie is heel anders,’ verklaarde dokter Keith rustig. ‘De vrouw op wie u doelt bevond zich in een diep-vegetatieve toestand. Ze zou nooit meer bij bewustzijn zijn gekomen. We weten nog niet of dat bij uw vrouw ook het geval is.’

‘Wanneer weten jullie dat dan wel? Over een jaar? Vijf jaar? Vijftien?’

Vijftien jaar? Lieve god, hij heeft gelijk. Ik wil niet op deze manier nog vijftien jaar doorleven, beslist niet. Ook geen vijf jaar. Vijf maanden is al meer dan waaraan ik durf te denken. Ik zou gek worden. Warren heeft gelijk, dokter Keith. Ik wil liever dood dan op deze manier door te moeten leven.

Maar nu nog niet. Pas als ik weet wie me dit heeft aangedaan.

Het was dit mysterie, besefte ze, dat haar in leven hield, samen met alle buisjes en slangen waarmee ze verbonden was. Het hield haar meer bezig dan alles waarnaar ze op de televisie had geluisterd, en het was stimulerender dan de gesprekken van haar vrienden, spannender dan alle verslagen van de artsen over haar toestand. Het feit dat iemand haar had willen vermoorden spookte voortdurend door haar hoofd en hield haar brein bezet, als een koppige kraker. Wat een bittere ironie, dacht Casey, dat haar belangrijkste reden om te willen blijven leven was uit te vinden wie haar dood had willen hebben.

‘Ik weet hoe moeilijk dit is,’ zei dokter Keith. ‘Maar er is alle reden om optimistisch te zijn. Uw vrouw heeft al een onwaarschijn lijke overwinning behaald. Ze heeft een ongeluk overleefd dat voor de meeste mensen de dood zou hebben betekend. Haar beenderen genezen heel voorspoedig. Ze heeft een sterk hart. Haar conditie verbetert met de dag. Ze is van de beademing af en haar ademhaling is normaal. Haar hersenen functioneren, zij het dat er sprake is van een verlaagde activiteit.’

‘Kan er geen EEG worden gemaakt om vast te stellen op welk niveau haar hersenen functioneren?’

‘We maken alleen een EEG als we denken dat de hersenen zijn afgestorven. Aangezien het lichaam van uw vrouw functioneert, weten we dat dat niet het geval is. We moeten gewoon afwachten, meneer Marshall. We weten niets met zekerheid…’

‘En dat is het oordeel van de beste neuroloog van de stad,’ zei Warren met bittere berusting in zijn stem.

‘De hersenen zijn zo'n gecompliceerd orgaan. Wacht, ik zal even een tekeningetje voor u maken.’

Casey hoorde het begeleidende geritsel van papier en het geklik van een ballpoint.

‘Dit zijn de hersenen,’ begon dokter Keith. Casey stelde zich voor dat hij een grote cirkel tekende op de achterkant van haar status, ‘en het gebied hier beneden is het cerebellum.’

Ze deed verwoede pogingen zich dit soort dingen te herinneren van de biologielessen op de middelbare school en nam het zichzelf kwalijk dat ze niet beter had opgelet. Ze stelde zich een kleinere cirkel voor die doorgetrokken werd tot in de rechterhelft aan de onderkant van de eerste cirkel.

‘De hersenen zijn met het ruggemerg verbonden door middel van de hersenstam, waarin verschillende zenuwen zitten, twaalf om precies te zijn, die de zintuigen aansturen, evenals…’

‘Is er een kans dat mijn vrouw zich van meer bewust is dan wij denken?’ onderbrak Warren hem. ‘Dat ze kan zien of horen?’

Casey merkte dat ze haar adem inhield. Zouden ze dat opmerken?

‘Dat is uiterst onwaarschijnlijk,’ antwoordde de dokter. ‘Maar het is relatief gemakkelijk vast te stellen. We kunnen een optokinetische nystagmus proberen, een OKN-test zoals wij dat in de wandelgangen noemen…’

‘Wat is dat?’

‘Het is een test waarbij we een kegelvormig instrument met lichte en donkere vierkantjes langzaam voor de ogen van de patiënt ronddraaien. Een gezond iemand knippert bij de overgang van licht naar donker met de ogen.’

‘De behandelend artsen hebben die test ongetwijfeld al gedaan.’

‘Dat klopt, verscheidene keren al,’ zei de dokter. ‘Een keer toen uw vrouw werd opgenomen, en later opnieuw, na alle ingrepen. Maar we kunnen de test nog een keer laten doen, als u dat wilt, hoewel…’

‘Hoewel wat?’

‘Nou, ik zou zeggen dat uw vrouw, als ze kon zien, al het mogelijke zou doen om dat te laten merken.’ Casey hoorde dat er even diep werd ingeademd. ‘Denkt u misschien dat uw vrouw haar toestand veinst?’

‘Wat? Nee, natuurlijk niet,’ zei Warren snel. ‘Waarom? Is zoiets mogelijk dan?’

‘Er bestaat zoiets als een neurotische reactie op stress, conversiehysterie waarbij angst lichamelijk wordt. Dat gebeurt onwillekeurig, dus er is geen sprake van dat de patiënt zijn aandoening opzettelijk simuleert. Ik zou zeggen dat dit hier niet aan de orde is. Maar we zouden de gevoeligheid van het hoornvlies kunnen testen,’ voegde hij er na een kort stilzwijgen aan toe.

‘Wat houdt dat in?’

‘Daarbij leggen we een wattenplukje op het hoornvlies. Dat wekt een krachtige knipperreactie op en daaraan kunnen we zien of het oog gevoelig is. Het is bijna onmogelijk om knipperen te onderdrukken.’

‘Maar ze knippert wel met haar ogen.’

‘Dat is puur reflexmatig. Ik heb het over knipperen in reactie op een directe stimulus.’ Casey merkte dat de dokter zich over haar heen boog. Ze hoorde een klik. ‘Ziet u,’ vervolgde dokter Keith, ‘ik schijn recht in de ogen van uw vrouw. Een gezond persoon zou knipperen. Iemand in coma niet.’

‘Hetgeen betekent dat ze niets kan zien,’ constateerde Warren.

‘Maar dat wil niet zeggen dat het morgen niet anders kan zijn.’

‘En als u wilt vaststellen of ze kan horen? Ik las iets over “ice water calorics”.’

‘Aha, u bent op internet aan het surfen geweest,’ merkte de dokter met een toegeeflijk lachje op.

‘Dokter Keith, de gedachte dat mijn vrouw misschien wel bij bewustzijn is, maar niet in staat is te communiceren, dat ze misschien gevangenzit in haar eigen lichaam, in haar eigen hoofd, en wanhopig probeert ons dat te laten merken…’

‘Ik begrijp dat het enorm frustrerend voor u moet zijn, meneer Marshall, maar de test die u bedoelt is behoorlijk ingrijpend. Hierbij wordt ijswater met een spuit direct op het trommelvlies gespoten om het vestibulaire systeem te stimuleren. De patiënt reageert hierop met overgeven, mogelijk zelfs met convulsies…’

Dat kan me niet schelen. Doe het. Doe het alsjeblieft.

‘Maar als dat zou betekenen dat we dan zeker weten of ze kan horen of niet…’

‘Geloof me, met die test kun je doden tot leven wekken.’

‘Dan moeten we het misschien maar doen.’

Niet misschien. Gewoon doen.

‘Ik zou liever beginnen met iets wat minder drastisch is.’

Zoals? In mijn oor schreeuwen soms?

‘Ik zal om een BSAEP vragen,’ zei de arts. ‘De afkorting staat voor “brain stem auditory evoked potential” en hiermee testen we de reactie van de hersenen op gehoorprikkels.’

‘Hoe gaat dat in zijn werk?’

‘De patiënt krijgt een koptelefoon op,’ legde dokter Keith uit, ‘en dan laten we een reeks tonen horen – voornamelijk klikjes – verschillend in duur, frequentie en intensiteit. De hersenreacties worden via elektroden geregistreerd en de gegevens gaan de computer in. We kunnen hierdoor de golfpatronen waarnemen in reactie op de geluidprikkels. Het lastige hierbij is dat we het microvoltage dat de hersenen produceren moeten onderscheiden van hetgeen hart, longen en andere organen voortbrengen. De computer moet al deze externe geluiden uitschakelen en alleen die van de hersenen registreren. Als het beeld dat we op het scherm krijgen een rechte lijn is, betekent dit dat de gehoorzenuw niet functioneert. Als we golfpatronen zien, betekent het dat ze kan horen.’

‘Oké. Doen.’

Doen.

‘Maar, meneer Marshall, ik moet u er wel op wijzen dat we ook deze test al hebben gedaan en…’

‘Maar dat is alweer een tijd geleden,’ zei Warren.

‘Dat klopt, ja. Maar zegt u eens, is er soms iets gebeurd waardoor u denkt dat de toestand van uw vrouw is veranderd?’

‘Nee, eigenlijk niet. Maar iets wat de zus van mijn vrouw vorige week zei laat me maar niet los. Ze zei dat Casey af en toe een uitdrukking op haar gezicht krijgt waardoor je zou kunnen denken dat ze dingen hoort, dat ze dingen begrijpt die…’

Casey merkte dat de arts opnieuw dichter bij haar kwam. ‘Ik zie eerlijk gezegd niets aan haar gezicht waaruit je dat zou kunnen afleiden. Maar ik ben geen familie. U kent haar veel beter dan ik. En alles is mogelijk. Dus ik zal een afspraak regelen voor die test en dan zien we weer verder.’

‘Hoe snel kan het?’ vroeg Warren.

‘Ik neem aan dat het vrij snel gedaan kan worden. Morgen, of anders overmorgen.’

Hoe eerder hoe beter.

‘U moet er wel op bedacht zijn dat zelfs wanneer uit de test mocht blijken dat uw vrouw kan horen, dit nog niet wil zeggen dat ze ook begrijpt wat ze hoort.’

‘Dat begrijp ik. Maar ik moet het gewoon weten.’

‘U moet zich niet al te ongerust maken, meneer Marshall. Als uw vrouw kan horen, wat ze een maand geleden zeker nog niet kon, dan betekent dit dat ze vooruitgaat. Het zou zelfs kunnen betekenen dat ze op weg is naar volledig herstel.’

Volledig herstel, herhaalde Casey. Was dat mogelijk?

‘Hebt u er al over gedacht waar ze naartoe gaat om te revalideren?’

‘Ik neem Casey mee naar huis,’ zei Warren beslist.

‘Misschien moet u daar nog eens over nadenken,’ raadde dokter Keith hem aan. ‘Casey zal nog zeker twee tot drie maanden vierentwintig uur per dag zorg moeten krijgen. Ze blijft aan het infuus liggen en de sondevoeding gaat ook door, ze moet om de paar uur gedraaid worden om doorliggen te voorkomen. Het is echt een fulltimebaan, en u kunt dat denk ik niet aan. Als u wilt, kan mijn secretaresse u een lijst geven met…’

‘Ik heb al een verpleegkundige en een fysiotherapeut geregeld,’ onderbrak Warren hem. ‘En ik heb ook zo'n speciaal bed besteld waarin ze elektronisch gedraaid kan worden.’

‘U hebt al aan alles gedacht.’

‘Ja, ik denk dat mijn vrouw het liefst thuis wil zijn, dokter.’

‘Daarin hebt u vast gelijk, meneer Marshall. Ik wens u het allerbeste.’

‘Heb je het gehoord, Casey?’ Warren trok een stoel tot vlak bij het hoofdeinde en ging zitten. ‘We gaan onderzoeken of Drew gelijk had, of je misschien kunt horen. Zou dat niet geweldig zijn?’

Het zou in elk geval een begin zijn.

‘Als je me kúnt horen,’ vervolgde hij en aarzelde toen een ogenblik voor hij weer verderging, ‘als je nú luistert, dan wil ik dat je weet hoeveel deze laatste twee jaar met jou voor mij hebben betekend. Je bent een geweldige vrouw voor me geweest, Casey, de allerbeste geliefde en vriendin die een man zich kan wensen. Onze tijd samen was de gelukkigste van mijn leven. Het is voor mij heel belangrijk dat je dat weet.’

Ik weet het. Voor mij is het net zo belangrijk.

‘Meneer Marshall,’ klonk een storende stem vanuit de deuropening.

O, godverdorie, Patsy. Rot op.

‘Sorry dat ik u stoor. Ik zag dokter Keith op de gang. Is alles in orde?’

‘Ja.’

Je maakt geen schijn van kans. Ga weg.

‘Weet u het zeker? U ziet er zo treurig uit.’

‘Het gaat goed. En noem me alsjeblieft Warren.’

‘Warren,’ herhaalde Patsy zachtjes. Casey kon haar bijna horen spinnen van genoegen. ‘Hoe gaat het vandaag met mevrouw Marshall?’

‘Geen verandering.’

Casey bespeurde het verplaatsen van lucht toen Patsy naderbij kwam. Plotseling wervelde de geur van lavendel om haar hoofd heen, danste bij haar neusgaten, nestelde zich in haar poriën. Casey probeerde zich vast te grijpen aan de geur, alsof het de lucht zelf was. Was hij echt? En als dat zo was, wat betekende dit dan? Dat nog een zintuig aan het herstellen was? Als haar reukvermogen terug kwam, hoe lang zou het dan duren voordat hetzelfde met haar andere zintuigen gebeurde? Hoe lang zou het dan nog duren voordat ze kon zien, zich kon bewegen, kon spreken, voordat ze weer een echt mens was, haar man vol begerige liefde in haar armen kon sluiten, hem sussende woorden van liefde in het oor kon fluisteren, zoals hij zojuist had gedaan voordat Patsy kwam storen, alsof ze het getimed had? Hoe lang zou het nog duren voordat ze het genoegen zou hebben Patsy op niet mis te verstane wijze duidelijk te maken wat ze met haar zogenaamde medeleven kon doen en idem dito met haar goede wensen?

‘Ik zie dat haar haar alweer helemaal aangroeit op de plekken waar ze haar moesten scheren,’ zei Patsy, terwijl ze de kussens onder Caseys hoofd opschudde. En toen zei ze: ‘Is er iets niet goed met je nek?’

Het duurde een ogenblik voordat Casey doorhad dat ze het tegen Warren had.

‘O, hij is alleen een beetje stijf,’ antwoordde Warren. ‘Ik denk dat ik vannacht een beetje raar heb gelegen.’

‘Zal ik even kijken? Ik heb vorig jaar een massagecursus gevolgd.’

Natuurlijk, meid, dacht Casey.

‘Je bent een vrouw van veel talenten.’

‘Ik hoop van wel, ja. Waar doet het pijn?’

‘Hier. Ja, daar zit het.’

‘Je voelt erg gespannen,’ zei Patsy. ‘Deze schouder ook.’

‘Ik had het niet in de gaten.’

‘Echt niet? Het kan ook niet anders, toch? Je bent hier dag in dag uit, zit steeds op zo'n ongemakkelijke stoel, en je maakt je doodongerust over je vrouw. Ik durf te wedden dat je nauwelijks aan slapen toe komt. Je hele rug is zo stijf als wat.’

Warren kreunde even.

‘Ontspan je maar. Voel mijn vingers. Zo ja. Haal nu eens even diep adem.’

Warren ademde flink in.

‘Nu moet je weer langzaam uitademen. Goed zo, ja. En nog een keer.’

Er volgde weer een diepe inademing, gevolgd door een trage uitademing.

‘Wat jij nodig hebt, is een goeie massage om al die verkrampte spieren weer los te maken.’

‘Er is maar één ding dat ik nodig heb,’ zei Warren, ‘en dat is dat mijn vrouw weer beter wordt.’

‘Maar zij wordt er niet beter van als jij ziek wordt. Je moet goed voor jezelf zorgen, meneer Mar… Warren. Hoe moet je je anders redden als je vrouw thuiskomt?’

‘Wat dat betreft reken ik op jouw hulp. Tenminste, als je aanbod nog steeds geldt.’

O, nee…. Dit is helemaal geen goed idee.

Casey had geen ogen nodig om zich de brede glimlach voor te stellen die zich over Patsy's gezicht verspreidde. ‘Natuurlijk geldt dat nog. Ik heb mijn spullen al klaarstaan. Laat het me maar meteen weten als mevrouw Marshall wordt ontslagen, dan kom ik direct.’

‘Het huis is heel groot. Je krijgt een heel mooie kamer, pal naast die van Casey.’

Wat bedoel je? Waar slaap jij dan?

‘Denk je dat het wel veilig is?’ vroeg Patsy onnozel.

‘Veilig?’

‘Denk je niet dat degene die Casey wilde vermoorden het nog een keer probeert?’

Warrens diepe zucht deed de lucht in zijn omgeving trillen. ‘Ik denk dat het ongeluk dat Casey heeft gehad niet meer was dan dat, een ongeluk,’ zei hij treurig. ‘De rest is alleen maar toeval. Het zijn niet meer dan vage vermoedens.’

Had Warren daar gelijk in, vroeg Casey zich af. Kon het gewoon toeval zijn dat de persoon die haar had aangereden direct na haar de parkeergarage was binnen gereden? Dat de theorie van rechercheur Spinetti op niets meer dan vage vermoedens berustte?

‘God, wat een heerlijk gevoel,’ zei Warren. ‘Heeft iemand je al eens gezegd dat je magische handen hebt?’

‘Wat is hier gaande?’ klonk een stem. ‘Ik dacht eigenlijk dat degene die in bed lag de patiënt was.’

‘Janine,’ zei Warren. Zijn stem vulde de hele kamer. ‘Ik had een stijve nek, en Patsy was alleen maar even…’

‘Patsy kan wel gaan,’ zei Janine zeer gedecideerd.

Snelle bewegingen. De geur van lavendel die terugweek.

‘Weet je wel zeker dat alleen je nek stijf is?’ vroeg Janine droogjes.

‘Ik ben toe aan een bak koffie,’ zei Warren kortaf. ‘Kan ik voor jou iets meenemen?’

‘Nee, dank je.’ Janine ging op de stoel zitten waaruit Warren was opgestaan en streek even troostend met haar lange nagels over Caseys voorhoofd. ‘Wat gebeurt hier toch?’ vroeg ze.