19

Ik kwam weer bij in Waylons pick-up. We reden. Ik had vaag gemerkt dat een grote kerel me uit de schuur naar buiten droeg en dat de menigte zich scheidde gelijk de Rode Zee. Pissige tronies met petten op het hoofd en ontbrekende tanden doemden voor me op en vervaagden plots in een nevel van misselijkheid en halfbewustzijn. Op een gegeven moment, ik weet niet hoe lang daarna, voelde ik asfalt onder voortdenderende wielen. Zo nu en dan dwong ik mezelf net voldoende wakker om te kokhalzen, waarbij telkens een plastic hondenbrokkenbakje onder mijn kin verscheen, vastgehouden door een berenklauw waarvan het tot me doordrong dat het Waylons hand moest zijn. ‘Sorry,’ mompelde ik. ‘Dank je. Het spijt me vreselijk.’ Om daarna weer bewusteloos achterover te zakken in mijn comfortabele kapiteinszetel.

Uiteindelijk begon de mist in mijn hoofd op te trekken. Ik krabbelde overeind, keek uit het raam, en zag dat we weer bij het benzinestation stonden, pal naast mijn eigen pick-up. Voor het eerst in uren, dat kon niet anders, raakte ik hoopvol gestemd over een terugkeer naar de beschaving en lichamelijk welzijn. Langzaam en voorzichtig opende ik het portier om uit de cabine te klimmen, waarna ik me omdraaide voor een vraag die al aan me knaagde vanaf het moment dat mijn hoofd tijdens de hanengevechten was gaan tollen. ‘Wat zit er in ’s hemelsnaam in dat spul, Waylon? Ik dacht dat Copenhagen gewoon tabak was. Maar dit kwam aan als een mokerslag.’

Waylon stak ter onderbreking even een vinger op, stapte zelf uit en liep naar mijn kant. Met zijn boomstammen van armen pakte hij me op, zette me als een kind op de grond en gebaarde me een stukje mee te slenteren over het parkeerterrein. ‘Pruim is gewoon tabak, doc, maar op de een of andere manier voeren ze ’t nicotinegehalte op. Vraag me niet hoe. Je hoort er weinig over, maar nicotine komt behoorlijk hard aan, als je er maar genoeg van binnen krijgt. Een beetje pruim staat gelijk aan tien Camels zonder filter. Ben je ’t niet gewend, dan sla je steil achterover. Shit, ik had natuurlijk beter even kunnen nadenken toen ik met dat blikje voor uw neus wapperde.’

Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik ben een grote jongen, Waylon. Ik had toch kunnen weigeren?’ Het ommetje over het parkeerterrein hielp, maar ik voelde me nog steeds licht in het hoofd. ‘Toen ik nog een kind was, rookte mijn opa pijp. Prince Albert,’ vertelde ik. ‘Sigarettenrook heb ik altijd goor gevonden, maar opa’s pijp rook geweldig, vond ik. Altijd als hij op bezoek kwam, smeekte ik om een trekje. Hij zei altijd: “Nee, daar word je ziek van.” En ik maar smeken en jammeren totdat hij er moe van werd. En ja hoor, ik werd elke keer weer misselijk. Maar lang niet zo erg als nu. Het verbaast me dat dit spul gewoon legaal is.’

‘Maakt toch geen moer uit,’ antwoordde Waylon. ‘Raak je eraan verslaafd, dan weet je toch wel een manier om aan dat spul te komen. Net als bij zelfgestookte drank of hanengevechten. Het enge is dat ik jochies van tien, twaalf jaar al een blikkie per dag zie gebruiken. Op hun veertigste benne ze hun tong en lippen kwijt.’ Hij krabde over zijn kin. ‘Ben zelf laat begonnen en laten we zeggen, een matig gebruiker. Dus ik denk dat mijn bek er pas op m’n vijfenzestigste af rot.’

Het beeld alleen al bezorgde me bijna opnieuw braakneigingen en dus concentreerde ik me zo hard ik kon op een andere vraag die me bezighield. ‘Waylon, die eerste keer dat je me naar Jim bracht, hoe kon het toch dat Leon Williams, Kitchings’ hulpsheriff, je hielp mij te ontvoeren?’

Waylon wreef nogmaals over zijn kin en ik hoorde het geluid van grof schuurpapier op steen. ‘Wil u ’t korte of ’t lange antwoord?’

‘Het lange, als je er ten minste niks op tegen hebt.’

‘Eerst het korte antwoord: praatjes zijn leuk, maar ’t draait om de centen. De hulpsheriffs in Cooke County verdienen niet al te veel. Leon beurt waarschijnlijk zo’n twintigduizend per jaar, wat vroeger wel beter was. Dus staat ie wel open voor wat extra pegels, zolang ie zelf maar niet achter de tralies belandt.’

‘Dus hoeveel verdiende hij extra door mij aan jou over te dragen?’

‘Nou, u was een meevallertje, doc. Een paar honderd, denk ik.’

‘Dat is goedkoop. Moet ik me nu beledigd voelen?’

‘Neuh, dat had niks te maken met wat u waard bent, maar met wat voor ’n amateur Leon is. Als Orbin ’t was geweest in plaats van Leon, zou ie tien keer zoveel hebben gevraagd.’

Ik wist even niet of dit me moest opluchten of niet. ‘En de rest van je antwoord?’

‘Kijk, er zijn wat dingetjes aan de hand tussen Leons familie, de sheriff z’n familie, en Big Jim. Bepaalde dingen gaan heel ver terug, kinnesinne van vijftig, zestig jaar geleden tussen de Williamsjes en de Kitchingsjes.’

‘Misschien dat ik daar wel eens over heb gehoord. Leons grootvader die tijdens een vuurgevecht of een brand in de gevangenis om het leven kwam. Bedoel je dat?’

‘Precies. Toms opa, die toen de sheriff was, had hem gearresteerd.’ Dit deel van het verhaal had Williams me niet verteld. ‘Dus zodra Leon de kans krijgt om het een Kitchings achter z’n rug betaald te zetten, zal ie het waarschijnlijk niet laten. Niks heftigs of zo, hoor; hij heeft gewoon net genoeg de pest aan Tom om zichzelf en zijn familie wat te willen opwaarderen.’

‘En waar past Big Jim in dit verhaal?’

‘Nou, ook hij heeft het een en ander met de Kitchingsjes te verhapstukken; heeft ze nooit echt vergeven toen ze hem uit de buurt van dat meissie hielden. En zij zullen hem ook nooit vergeven – vraag me niet wát, misschien wel alleen omdat ie nou eenmaal een betere vent is dan zij. Soms kan een goeie vent je gewoon op de verkeerde manier kietelen, vat u ’m?’ Ik knikte. Ik vatte hem wel degelijk. ‘Tja. Jim... Ik denk dat hij voor de Kitchingsjes dus zo’n type is.’

Inmiddels was mijn hoofd weer helder, en leken mijn maag en ik een wankel vredesakkoord te hebben gesloten. Ik keek op mijn horloge. Drie uur lang was ik bewusteloos geweest of had ik liggen slapen, en al die tijd had deze reus over me gewaakt. De middag liep op zijn eind en mijn bezoekje aan de grot zou even moeten wachten. Ik bedankte Waylon voor zijn goede zorgen, nam afscheid, voegde in op de I-40, en reed een bloedrode zonsondergang tegemoet die de beelden van de elkaar bevechtende hanen en clans helemaal tot Knoxville levendig hield.

Thuisgekomen nam ik een douche en plofte op bed. Maar voordat ik indommelde, nam ik een besluit en draaide het telefoonnummer dat ik op de dag dat Tom Kitchings me onder schot nam uit mijn Rolodex had getrokken.

Het lijkenhuis
titlepage.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_0.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_1.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_2.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_3.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_4.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_5.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_6.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_7.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_8.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_9.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_10.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_11.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_12.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_13.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_14.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_15.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_16.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_17.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_18.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_19.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_20.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_21.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_22.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_23.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_24.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_25.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_26.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_27.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_28.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_29.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_30.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_31.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_32.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_33.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_34.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_35.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_36.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_37.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_38.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_39.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_40.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_41.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_42.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_43.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_44.xhtml
awb_-_het_lijkenhuis_split_45.xhtml