19 Een geheimpje tot slot
‘Mr. Gold,’ zei Jed Midnight met sonoor stemgeluid. ‘U bent zonder twijfel de grootste misdadiger sinds Kaïn de moord uitvond en toepaste op Abel.’ Hij pauzeerde en voegde er nadrukkelijk aan toe: ‘Het zal mij een eer zijn mij voor deze onderneming met u te verbinden.’ ‘Dank u, Mr. Midnight. En u, Mr Ring?’ Bond koesterde twijfel omtrent Mr. Billy Ring. Hij had plusjes achter alle namen gekrabbeld, behalve achter die van
Ring en Helmut Springer. Bij Mr. Ring had hij er een nul achter gezet, bij Springer een minteken. Hij was tot zijn conclusies gekomen door het observeren van ogen, monden, handen, maar de nooit aflatende grijns van Ring had niets verraden. De tic op zijn rechteroog was zo constant als een metronoom op zijn polsslag blijven knipperen en zijn handen had hij onder de tafel gehouden.
Nu bracht Billy Ring zijn handen van onder de tafel te voorschijn en legde ze gevouwen voor zich op het groene laken. Even zat hij naar zijn draaiende duimen te kijken, toen sloeg hij zijn nachtmerriegezicht naar Goldfinger omhoog. Zijn rechterooglid stond nu stil. De twee rijen tanden kwamen in beweging als de mond van een buiksprekerspop. ‘Mister..Hij ondervond moeilijkheden met zijn b’s, m’s en p’s, die hij voortbracht door zijn bovenlip over zijn tanden te trekken als een paard dat suiker uit je hand eet. ‘.. .Mijn vrienden en ik zijn allang weer netjes geworden. Weet u, de tijd dat we overal in het landschap de lijken lieten liggen was met de jaren veertig voorbij. Ik en mijn medewerkers, we doen goeie zaken met de meisjes, de hasjisj en de paardenrennen, en als we krap zitten dan hebben we onze goede vrienden van de Unions nog om bij te springen. Ziet u, Mister…’ Hij legde zijn handen open en vouwde ze opnieuw. ‘De ouwe tijd is voorbij. Big Jim Colossimo, Johnny Torrio, Dion O Bannion, Al Capone, waar vind je vandaag nog zulke mensen, hè? Misschien was u niet hier in de dagen dat we ons tussen de gevechten door verstopten in Little Bohemia achter Milwaukee? Nou, in die tijd schoten de mensen zo hard op elkaar dat je vaak een programma nodig had om te weten het hoeveelste bedrijf het was. Goed, dat zijn ze beu geworden, als ze al niet dood waren als je ‘t mij vraagt, en in de jaren vijftig toen ik de zaak overnam, hebben we eenstemmig besloten dat we niet meer zouden schieten of zo. En wat nou, Mister? Nou komt u ons voorstellen om u te helpen bij de grootste kraak in de geschiedenis! Dus wat zal ik zeggen van uw voorstel, Mr…. eh… Dinges? Nou, dat zal ik je vertellen. Iedereen heeft z’n prijs, niet? En voor een miljard dollar ga ik akkoord. We zullen de knikkers in de kast leggen en de katapult eruit halen. We doen mee.’ ‘Zeg, je hebt verdomd lang nodig om ja te zeggen,’ was Mr. Midnight’s gemelijk commentaar.
Goldfinger zei hartelijk: ‘Dank u voor uw zeer interessante uiteenzetting, Mr. Ring. Ik heet u en uw medewerkers van harte welkom. Mr. Solo?’
Mr. Solo leidde zijn antwoord in door zijn hand in zijn zak te steken en er een batterijscheerapparaat uit te halen. Hij schakelde het in. Het vertrek was vervuld van het gezoem van verstoorde bijen. Mr. Solo wierp zijn hoofd in de nek en begon het apparaat peinzend over de rechterkant van zijn gezicht te bewegen, terwijl zijn omhooggeslagen ogen aan de zoldering een antwoord zochten. Plotseling schakelde hij het apparaat uit, legde het voor zich op tafel en knikte langzaam met zijn hoofd. De zwarte geweermonden van zijn ogen wezen over de tafel dreigend op Goldfinger en gleden langzaam van de ene gelaatstrek naar de andere. De helft van Mr. Solo’s eigen gezicht scheen nu naakt. De andere helft was donker van welige Italiaanse baardgroei. Bond vermoedde dat hij zich om ae drie of vier uur moest scheren. Nu besloot Mr. Solo te spreken. Zijn stem maakte het kil in de kamer. Hij zei zacht: ‘Mister, ik heb u goed zitten bekijken. U bent erg rustig voor iemand die zulke geweldige dingen zegt.’ Mr. Solo leunde achterover. Hij legde zijn handen met tegenstribbelende overgave open op tafel. ‘Goed, ik doe mee, ja. Maar …’ Hij pauzeerde om de nadruk te versterken… ‘Óf we krijgen die miljard dollar, óf u bent er geweest. Akkoord?’ Goldfinger’s lippen plooiden zich ironisch. ‘Dank u, Mr. Solo. Uw voorwaarden zijn geheel aanvaardbaar. Ik wens tot elke prijs in leven te blijvgn. Mr. Helmut Springer?’ Mr. Springer’s ogen schenen doder dan ooit. Hij zei gewichtig: ‘Ik heb de zaak nog in ernstige overweging. Ik consulteer mijn collega’s terwijl ik beraadslaag.’
Mr. Midnight’s ongeduldige commentaar luidde: ‘Altijd hetzelfde gezanik. Hij wacht zogenaamd op inspiratie. Hij wordt geleid - krijgt berichten door van de Almachtige op de golflengte van de engeltjes. Ik denk dat hij in twintig jaar geen menselijke stem heeft gehoord.’ ‘En Mr. Strap?’
Mr. Jack Strap trok rimpeltjes in zijn ooghoeken en keek Goldfinger aan. Hij zei zacht: ‘Mister, ik neem aan dat u weet waarover u praat en u bent de man die het beste betaalt sinds een van onze automaten in Las Vegas op hol sloeg. Als wij de mankracht en de wapens leveren zal het wel lukken. U kunt op mij rekenen.’ Mr. Strap legde zijn charme weer af. Hij richtte, mét Goldfinger, die nu weer angstaanjagend was, zijn blik op Miss Pussy Galore.
Miss Galore sloeg haar oogleden neer om geen van beiden te hoeven aanzien. Ze zei onverschillig tot de vergadering in het
algemeen: ‘Het is de laatste tijd een beetje slap geweest in zaken.’ Ze tikte met länge, zilvergelakte nagels op het blok goud dat vóór haar lag… ‘Let wel, ik bedoel niet dat ik van mijn bankkrediet leef. Laten we zeggen dat ik nog maar een klein rekeningetje heb staan. Natuurlijk doe ik mee. Mijn meisjes en ik moeten eten.’
Goldfinger veroorloofde zich een flauw glimlachje van medeleven. ‘Dat is uitstekend nieuws, Miss Galore. En nu …’ Hij wendde zich weer tot Mr. Springer. ‘Mr. Springer, zouden we u mogen vragen of u tot een besluit bent gekomen?’ Mr. Springer stond langzaam op. Hij geeuwde beheerst, als een operazanger en liet er een kleine oprisping op volgen. Hij haalde een fijnlinnen zakdoek uit zijn zak en bette zijn lippen. Zijn glazige ogen dwaalden de tafel rond en bleven tenslotte op Goldfinger rusten. Hij schudde langzaam zijn hoofd alsof hij zijn ziekelijk verstijfde nekspieren moest oefenen. Hij zei ernstig, als een bankdirecteur die een krediet moet weigeren: ‘Mr. Gold, ik vrees dat uw plan geen genade zou vinden in de ogen van mijn collega’s in Detroit.’ Hij maakte een buiginkje dat voor iedereen was bedoeld. ‘Rest mij nog, u te danken voor deze uiterst interessante bijeenkomst. Goedemiddag, heren en mevrouw.’ In de kille stilte stopte Mr. Springer zijn zakdoek voorzichtig in de linkermanchet van zijn smetteloze overhemd, draaide zich om, liep zachtjes naar de deur en verdween.
De deur viel met een scherpe klik dicht. Bond merkte op dat Goldfinger achteloos zijn hand onder de tafel stak. Hij vermoedde dat Klusjesman zijn seintje kreeg. Seintje waarvoor? Mr. Midnight zei hatelijk: ‘Blij dat-ie weg is, die zenuwe-lijer. Kom,’ hij stond kwiek op en zei tegen Bond: ‘Als we eens een borrel namen.’
Allen stonden op en verzamelden zich om het buffet. Bond merkte dat hij tussen Miss Pussy Galore en Tilly Masterton in stond. Hij bood ze champagne aan. Miss Galore keek hem koel aan en zei: ‘Ga eens opzij, mooie jongen. Wij vrouwen onder elkaar willen je er niet bij hebben. Niet, kleintje?’ Miss Masterton bloosde en werd toen heel bleek. Ze fluisterde vol adoratie: ‘O ja, graag, Miss Galore.’
Bond glimlachte zuur naar Tilly Masterton en liep de kamer in. Jed Midnight was getuige geweest van deze snauwpartij. Hij ging dichtbij Bond staan en zei ernstig: ‘Mister, als die poes bij jou hoort, moest je maar oppassen. Pussy krijgt alle meisjes die ze maar wil hebben. Ze neemt ze bij bosjes.’
Mr. Midnight zuchtte droevig. ‘Vervelend soort. Je zult zien dat ze dat meisje straks voor de spiegel op drie manieren haar haar laat kammen.’
Bond zei opgewekt: ‘Ik zal erop letten. Ik kan er niet veel aan doen. 2e is nogal een onafhankelijk meisje.’ ‘O ja?’ zei Mr. Midnight met enige belangstelling. ‘Nou, misschien kan ik er een stokje voor steken.’ Hij trok zijn das recht. ‘Dat meisje interesseert me. Ze heeft wel het een en ander. Tot ziens.’ Hij grijnsde tegen Bond en verwijderde zich. Bond stond zich op zijn gemak te goed te doen aan kaviaar en champagne, en te bedenken hoe goed Goldfinger de vergadering had aangepakt, toen de deur openging en een van de Koreanen haastig op Goldfinger toeliep. Goldfinger boog zich voorover, luisterend naar de gefluisterde woorden. Hij trok een ernstig gezicht. Hij sloeg met een vork op zijn glas spuitwater.
‘Heren, mevrouw.’ Hij liet een bedroefde blik over de groep mensen dwalen. ‘Ik heb slecht nieuws ontvangen. Onze vriend Mr. Helmut Springer is een ongeluk overkomen. Hij is van de trap gevallen. Hij was meteen dood.’ ‘Ho ho!’ Mr. Ring’s lach was geen lach. Het was een gat in zijn gezicht. ‘En wat zegt die maat van hem, die Slappy Hapgood, daar wel van?’
Goldfinger zei plechtig: ‘Helaas, ook Mr. Hopgood is van de trap gevallen en aan zijn verwondingen overleden.’ Mr. Solo keek Goldfinger met hernieuwd respect aan. Hij zei zacht: ‘Mister, u moet die trap toch maar laten nakijken voordat ik en mijn vriend Giulio eraf moeten.’ Goldfinger zei ernstig: ‘Het mankement is al ontdekt. De reparatie zal dadelijk ter hand worden genomen.’ Zijn gezicht kreeg een peinzende uitdrukking. ‘Ik vrees dat deze ongevallen in Detroit verkeerd zullen worden uitgelegd.’ Jed Midnight zei opgewekt: ‘Maak u daar niet dik om, Mister. Ze zijn gek op begrafenissen. En het zal een pak van hun hart zijn. Die ouwe zou het toch niet lang meer gemaakt hebben. Ze hebben hem het laatste jaar het vuur na aan de schenen gelegd.’ Hij deed een beroep op Mr. Strap, die naast hem stond. ‘Nietwaar, Jacko?’
‘Zeker, Jed,’ zei Mr. Strap wijs. ‘Je hebt het bij het rechte eind. Mr. Helmut M. Springer móest wel een ongeluk krijgen.’
‘Ongeluk, eufemisme voor moord.’ Toen Bond die avond eindelijk naar bed ging, kon hij het woordje niet meer uit zijn
hoofd krijgen. Klusjesman had zijn seintje gekregen, twee keer
bellen, en Springer en zijn begeleider hadden een ongeluk gekregen. Bond zou er niets aan hebben kunnen doen, - al zou hij het gewild hebben, en Mr. Helmut Springer betekende niets voor hem, waarschijnlijk had hij het dubbel en dwars verdiend te worden vermoord - maar nu zouden er zo’n 59998 mensen ‘een ongeluk krijgen’, tenzij hij, en niemand anders dan hij, er iets aan zou weten te doen. Toen de vergaderde gangsteropperhoofden uiteen waren gegaan naar hun onderscheidene ambtsgebieden, had Goldfinger het meisje naar haar kamer gestuurd en Bond in de kamer gehouden. Hij gaf Bond opdracht aantekeningen te maken en ging toen meer dan twee uur lang tot in de kleinste bijzonderheden de hele operatie na. Toen ze aan de vergiftiging van de twee waterreservoirs waren toegekomen (Bond moest een exacte tijdtabel opstellen om ervoor te zorgen dat de inwoners van Fort Knox allen tijdig onder zeil waren) had Bond bijzonderheden gevraagd over het slaapmiddel en de snelheid waarmee het werkte.
‘Daar hoeft u zich geen zorgen over te maken.’ ‘Waarom niet? Alles hangt daarvan af.’ ‘Mr. Bond.’ Goldfinger’s blik was afwezig en ingekeerd. ‘Ik zal u de waarheid vertellen, omdat u toch geen gelegenheid zult krijgen het door te geven. Van nu af aan zal Klusjesman zich op niet meer dan een meter afstand van u verwijderen en hij zal strikte en precieze orders hebben. Daarom kan ik u vertellen dat de hele bevolking van Fort Knox op de bewuste dag tegen middernacht dood zal zijn of buiten gevecht gesteld. De stof die buiten de zuiveringsinstallatie in het water zal worden gedaan, zal GB zijn in hooggeconcentreerde vorm.’ ‘U bent krankzinnig! U bedoelt toch niet dat u zestigduizend mensen wilt vermoorden?’
‘Waarom niet? De Amerikaanse automobilisten vermoorden er per twee jaar net zo veel.’
Bond staarde Goldfinger gehypnotiseerd van schrik in het gezicht. Het kon niet waar zijn! Dat kon hij niet menen! Hij
zei nerveus: ‘Wat is GB?’
‘GB is de krachtigste stof van de trilone-groep der zenuwgiffen. Het werd in 1943 door de Wehrmacht geperfectioneerd, maar nooit gebruikt, uit vrees voor represailles. Eigenlijk is het een effectiever vernietigingsmiddel dan de waterstofbom. Het nadeel ervan is dat het moeilijk tegen de bevolking kan worden gebruikt. De Russen hebben de hele Duitse voorraad
in beslag genomen in Dyhernfurth aan de Poolse grens. Vrienden van mij hebben mij de benodigde hoeveelheid weten te verschaffen. Toevoeging aan het drinkwater is een ideale methode om het toe te passen op een dichtbevolkt gebied.’ Bond zei: ‘Goldfinger, je bent een verdomde smeerlap.’ ‘Doe niet zo kinderachtig. We hebben werk te doen.’ Later, toen ze toe waren aan het probleem de tonnen goud uit de stad te transporteren, had Bond het nog éénmaal geprobeerd. Hij zei: ‘Goldfinger, je krijgt die rommel niet weg. Niemand krijgt zijn honderd ton goud uit de stad, laat staan vijfhonderd. Je zult over de Dixie Highway racen met een truck, waarin je een stuk of wat met gammastralen geladen baren goud hebt liggen en met het Amerikaanse leger achter je aan. En daarvoor zul je 60 000 mensen gedood hebben? Het is een idioot plan. Zelfs al krijg je een ton of twee weg, waar denk je die dan in godsnaam te verstoppen?’ ‘Mr. Bond.’ Goldfinger’s geduld was eindeloos. ‘Heel toevallig zal op dat moment een sowjetkruiser van de Swerdlowsk-klas-se op een goodwillreis Norfolk in Virginia aandoen. Het schip vaart op die dag van Norfolk uit. Eerst per trein, en vervolgens met een transportkolonne, zal mijn goud tegen middernacht de kruiser bereiken. Ikzelf vaar op de kruiser mee naar Kroonstad. Alles is zorgvuldig voorlbereid, met elke mogelijke kink in de kabel is rekening gehouden. Ik loop al vijf jaar met het plan voor deze operatie rond. Nu is de tijd gekomen om ze uit te voeren. Mijn werkzaamheden in Engeland en op het vasteland van Europa zijn afgelopen. De luttele overblijfselen van mijn vroegere leven zijn goed voor de straatvegers die binnenkort mijn spoor zullen zoeken. Ik zal er niet meer zijn. Ik zal geëmigreerd zijn en, Mr. Bond, ik zal het gouden hart van Amerika hebben meegenomen. Natuurlijk’ - Goldfinger was toegeeflijk - ‘zal deze unieke voorstelling niet feilloos zijn. Er is niet genoeg tijd geweest om te repeteren. Ik heb die stomme gangsters met hun geweren en hun mannetjes nodig, maar ik kon ze pas op het laatste moment met het plan op de hoogte brengen. Ze zullen fouten maken. Begrijpelijkerwijs zullen ze veel moeite hebben met het wegslepen van hun eigen buit. Enkelen zullen gepakt worden, anderen gedood. Niets kan me minder schelen. Deze mensen zijn amateurs, die om zo te zeggen alleen nodig zijn voor de groepsscènes. Het zijn figuranten, Mr. Bond, die van de straat worden opgepikt. Wat er na de voorstelling van ze terechtkomt, dat interesseert me totaal
niet. En nu weer aan de slag. Ik heb tegen de avond zeven exemplaren van dit alles nodig. Waar waren we?’ Dus in feite, overwoog Bond koortsachtig, was dit niet zonder meer een Goldfinger-operatie met smersj op de achtergrond. Smersj had zelfs het Hoog Presidium weten op te stoken. Dit was Rusland contra Amerika met Goldfinger als tankspits! Was het een daad van agressie iets uit een ander land te stelen? Maar wie zou weten dat Rusland het goud had? Niemand, als het liep zoals Goldfinger’s bedoeling was. Geen van de gangsters had een flauw vermoeden. Voor hen was Goldfinger gewoon óok een gangster, wat groter dan levensgroot. En Goldfinger’s personeel, de chauffeurs van zijn goud-kolonne naar de kust? Bond zelf, en Tilly Masterton? Enkelen zouden gedood worden, hij en het meisje inbegrepen. Anderen, de Koreanen bijvoorbeeld, zouden ongetwijfeld met de kruiser afvaren. Geen spoor zou bewaard blijven, noch een getuige. Het was moderne piraterij met alle oude franje. Goldfinger zou Fort Knox plunderen zoals Bloody Morgan Panama had geplunderd. Het enige verschil was dat de wapens en de methoden gemoderniseerd waren.
En er was in de hele wereld maar éen man die het kon voorkomen. Maar hoe?
De volgende dag was een eindeloze stortbui van paperasserij. Elk half uur kwam er een briefje van Goldfinger’s bureau met het verzoek om schema’s van dit, doorslagen van dat, ramingen, tijdtabellen, voorraadlijsten. Er werd nog een schrijfmachine binnengebracht, kaarten, naslagwerken, alles waar Bond om vroeg. Maar niet éénmaal verslapte Klusjesman in de uiterste behoedzaamheid waarmee op Bond’s kloppen de deur open-fing, niet éénmaal lieten zijn waakzame ogen Bond’s ogen, anden, voeten los als hij de kamer betrad om maaltijden, briefjes of andere benodigdheden te brengen. Er was geen sprake van dat Bond en het meisje leden van het team waren. Ze waren gevaarlijke slaven, anders niet.
Tilly Masterton was nog even gereserveerd. Ze werkte als een machine, snel, gewillig, accuraat, maar niet mededeelzaam. Bonds aanvankelijke pogingen vriendschap te sluiten beantwoordde ze met koele beleefdheid. Tegen de avond was hij niet meer over haar te weten gekomen dan dat ze een succesvol amateur-schaatsenrijdster was geweest naast haar werk als secretaresse van Unilevers. Toen was ze gaan meedoen aan ijsshows. Haar hobby was pistool-en geweerschieten
geweest en ze was lid geweest van twee scherpschuttersclubs, niet. En nu weer aan de slag. Ik heb tegen de avond zeven Ze had weinig vrienden. Ze was nooit verliefd of verloofd geweest. Ze woonde alleen, op twee kamers in Earls Court. Ze was vierentwintig. Ja, ze was zich ervan bewust dat ze in een lelijk parket zaten. Maar er zou wel een oplossing komen. Dat gedoe met Fort Knox was onzin. Het zou zeker mislopen. Miss Pussy Galore vond ze ‘verrukkelijk’. Ze scheen min of meer op haar te rekenen als redster uit deze benauwenis. Vrouwen konden goed uit de weg in zaken waar handigheid bij werd vereist. Ze wisten instinctief wat ze moesten doen. Bond hoefde zich geen zorgen over haar te maken. Bond kwam tot de conclusie dat Tilly Masterton een van die meisjes was wier hormonen in de war waren. Hij kende het type en vond dat zij en hun mannelijke tegenhangers de directe consequentie waren van het vrouwenkiesrecht en de gelijkheid der seksen. Als resultaat van vijftig jaar emancipatie begonnen vrouwelijke eigenschappen uit te sterven of ze gingen over op de mannen. Overal vond je ze, nog niet helemaal homoseksueel, maar ambivalent, zonder te weten wat ze eigenlijk waren. Het resultaat was een massa seksuele mislukkingen - steriel en gefrustreerd, vrouwen die wilden heersen en mannen die onderworpen wilden worden. Het speet hem, maar hij had geen tijd voor ze. Bond glimlachte zuur toen hij terugdacht aan zijn dromerijen en over het meisje toen ze door de Loire-vallei reden. Inderdaad, Entre Deux Seins!
Aan het eind van de dag kwam er een laatste briefje van Goldfinger: ‘Vijf chefs en ik zullen morgen om 11 uur v.m. van La Guardia vertrekken met een chartervliegtuig, gevlogen door mijn piloten, voor luchtverkenning i.v.m. Groot Slem. U gaat mee. Masterton blijft hier. G.’ Bond ging op de rand van zijn bed zitten en keek naar de muur. Toen stond hij op en liep naar de schrijfmachine. Hij werkte een uur, typte, met éen regel interlinie, aan beide kanten van het vel papier de bijzonderheden van de operatie. Hij vouwde het papier op, rolde er een cilindertje van ter grootte van zijn pink en plakte het zorgvuldig dicht. Vervolgens typte hij op een stuk papier:
Dringend en belangrijk. Vijfduizend dollar beloning verzekerd zonder vragen aan de vinder die dit bericht ongeopend aflevert aan Felix Leiter, p.a. Pinkerton’s Detective Agency,
154 Nassau Street, New York City. Contante betaling onmiddellijk bij aflevering.
Bond rolde de mededeling om het cilindertje heen, schreef er van buiten met rode inkt ‘$ 5000 beloning’ op en plakte er in het midden een eindje plakband overheen. Toen ging hij weer op de rand van zijn bed zitten en plakte voorzichtig de uiteinden van het plakband over de binnenkant van zijn dij.