7
'Ik vrees, mijnheer Galloway, dat wij ouders de laatsten zijn,
die onze kinderen begrijpen. ' De inspecteur stopte, op dat moment,
zijn pijp met langzame en zorgvuldige bewegingen en hij Het zijn
blik een ogenblik op de foto op zijn bureau rusten als om te doen
blijken dat hij zichzelf niet uitzonderde. Dave sprak niet tegen,
omdat hij zijn hele leven een aangeboren respect had gehad voor
alles wat het gezag vertegenwoordigde. Trouwens, wat de inspecteur
zojuist gezegd had, gold waarschijnlijk voor bepaalde vaders, voor
gewone vaders, maar het gold niet voor hem.
Wat voor zin had het te trachten hun leven, van Ben en hem, te
verklaren, de aard van hun verhouding die niet alleen maar de
verhouding van vader en zoon was? 'Ik weet niet', ging de
inspecteur voort, terwijl hij achterover ging zitten, 'wat men over
hem zal beslissen. Onze rol hier is uitgespeeld. Ik veronderstel
dat zijn advocaat, als de officier van Justitie dat zelf al niet
doet, een onderzoek door een of meer psychiaters zal eisen. '
Galloway moest bijna lachen, zo belachelijk scheen hem de gedachte
dat Ben niet over zijn volle geestvermogens zou beschikken. Als hij
niet normaal was, dan was zijn vader het ook niet. En die kon toch
geen drie en veertig geworden zijn zonder dat iemand dat ooit
gemerkt had.
'Ik heb hem van vannacht twaalf uur tot enkele minuten geleden hier
gehad en ik beken u, dat ik geen hoogte van hem heb kunnen krijgen.
'
'Ben uit zich niet gemakkelijk', haastte zijn vader zich te
zeggen.
De inspecteur scheen verbaasd.
'In ieder geval', hervatte hij, 'was hij allerminst op zijn mondje
gevallen, als u dat soms bedoelt. Ik heb zelden iemand gezien van
welke leeftijd ook, die zo op zijn gemak was in dergelijke
omstandigheden. Ze werden samen in mijn kamer gebracht, hij en zijn
vriendinnetje, en men zou gezworen hebben dat ze gelukkig waren
hier te zijn, alsof ze ondanks alles hun doel bereikt hadden. Toen
hun de boeien afgenomen werden, gingen ze direct naast elkaar staan
en hielden elkaar bij de hand vast.
Al waren ze vuil en vermoeid, hun ogen stonden helder. Ze stonden
elkaar aan te kijken met een stralend gezicht alsof ze samen een
bizonder mooi geheim hadden.
Ik zei hen:'Gaan jullie maar zitten. ' Uw zoon antwoordde, alsof
hij thuis was: 'Op onze tocht hebben we al genoeg gezeten!' Hij
keek me aan, met een ironisch gezicht, waarachtig. 'En nu gaat u
ons zeker op de pijnbank leggen?' zei hij tegen me met een lachje,
dat ondanks alles een tikje nerveus was.
'Als u bekentenissen van me wilt hebben, ik beken alles, demoord op
die ouwe heer onderweg, de diefstal van de auto, bedreiging van de
pachter en zijn vrouw en het schieten op de politie. Verder word ik
toch zeker nergens van beschuldigd?'
'Ik denk er niet aan jullie nu te verhoren', heb ik hem geantwoord.
'Jullie vallen om van de slaap. ' Dat scheen hem van zijn stuk te
brengen, alsof ik de spelregels met volgde.
'Ik kan de hele nacht nog wel opblijven als het moet. Wat Lillian
aangaat, haar kunt u wel loslaten. Zij heeft niets gedaan. Zij was
niet van mijn plannen op de hoogte. Ik heb haar alleen gezegd dat
we naar Illinois gingen of naar Mississippi om te trouwen en ze
wist niet dat ik gewapend was. '
Toen viel dat kind hem in de rede. 'Dat is niet waar!'
'U kunt mij geloven, Inspecteur. Toen we van de boerderij weggegaan
zijn, heeft zij erop aangedrongen dat ik me zonder schieten zou
overgeven. '
'Hij liegt. Wat we gedaan hebben, dat hebben we samen gedaan. De
orderechter in Illinois heeft ons niet getrouwd, maar vanaf
vanavond ben ik toch zijn vrouw. ' Galloway was weer in stilzwijgen
vervallen en men zag niets meer van wat er in hem omging. 'Ik dacht
dat ze met elkaar zouden gaan redetwisten en ik heb ze naar bed
gestuurd. Uw zoon heeft op een veldbed in de kamer hiernaast
geslapen en Lillian Hawkins heeft de nacht in een andere kamer
doorgebracht onder vrouwelijke bewaking.
Het meisje heeft onrustig geslapen, maar de jongen heeft even goed
geslapen als in zijn eigen bed en we hebben enige moeite gehad om
hem wakker te krijgen. '
'Hij slaapt altijd erg vast. '
'Het is juist, dat ik niet van plan was hun een echt verhoor af te
nemen, want dat is de zaak van de Officier van Justitie te Liberty,
de hoofdstad van het district waar de misdaad gepleegd is. Dat is
maar een mijl of vijftig van u vandaan, als ik me niet vergis. Kent
u mensen in Liberty, mijnheer Galloway?'
'Niemand. '
'Daar zullen uw zoon en zijn vriendin berecht worden, als de
psychiaters beslissen dat ze voor het gerecht moeten komen.
Vanmorgen heb ik hun koffie en broodjes laten brengen en ze hebben
met smaak gegeten. Terwijl ik een paar keer opbelde, heb ik ze
gadegeslagen. Ze zaten daar... '
Hij wees op een canapé van donker leer die tegen de muur stond.
'... ze hielden eikaars hand vast, net als 's avonds, ze
fluisterden en keken elkaar verrukt in de ogen. Iemand die nergens
van geweten had en op dat moment binnengekomen was, zou gedacht
hebben dat ze het gelukkigste paar van de wereld waren. Toen ik het
bericht van uw komst kreeg, heb ik tegen uw zoon gezegd:'Je vader
is hier. '
Ik wil u niet kwetsen, mijnheer Galloway, maar ik geloof, dat het
van belang is dat u de waarheid weet.
Hij draaide zich naar zijn vriendin terwijl zijn gezichtbetrok en
bromde binnensmonds:'Stik!'
Ik zei verder:'Ik geef je toestemming om hem een paar minuten te
spreken, onder vier ogen als je dat wilt. '
'Maar ik wil hem helemaal niet spreken!' riep hij uit. 'Ik heb hem
niets te zeggen. Is het beslist noodzakelijk dat u hem binnen laat
komen?'
'Ik kan je niet dwingen om hem te spreken. '
'Nee dan!'
Anderen zullen zich met de rest bezig houden en ik beken u, dat ik
persoonlijk blij ben dat ik niet over zijn geval hoef te beslissen.
'
'Hij is niet krankzinnig', herhaalde Dave met overtuiging.
'Het is toch zijn enige kans op redding; ik vraag me af, of u zich
daar wel rekenschap van geeft. Nu iets anders: als u me belooft
niets te doen, dat een incident kan uitlokken, als u meent dat u uw
zoon langs u heen kimt zien lopen zonder naar hem toe te vliegen...
'
'Dat beloof ik u. '
'Ik zal u iets vertellen wat nog vertrouwelijk is. Om twaalf uur
vijf en veertig zullen uw zoon en Lillian Hawkins op de luchthaven
zijn met een mannelijke en een vrouwelijke agent om naar New-York
te vliegen. Ze zullen alleen maar de hall doorlopen, waar
ongetwijfeld een paar journalisten en één of twee fotografen zullen
zijn. Als u daar dan ook bent... '
'Reizen ze met een lijnvliegtuig?' De inspecteur knikte van ja.
'Mag ik hetzelfde vliegtuig nemen?'
'Als er plaats is. '
Hij had anderhalfuur voor zich, maar hij was zo bang te laat te
komen, dat hij het Federal Building snel verliet en zich naar zijn
hotel haastte.
'Ik moet weer weg met het vliegtuig van twaalf vijf en veertig',
deelde hij mee. 'Ik kom mijn koffer halen. Hoeveel ben ik u
schuldig?'
'Niets, mijnheer Galloway, u hebt immers geen gebruik gemaakt van
de kamer. '
Hij reed per taxi dezelfde weg van 's morgens terug, rende direct
naar het loket.
'Heeft u nog plaatsen in het vliegtuig van twaalf vijf en veertig
naar New-York?'
'Hoeveel personen?'
'Eén. '
'Een ogenblik. '
Het was erg warm. Het meisje had zweetdruppeltjes op haar bovenlip,
vochtige kringen onder de armen en haar lichaamsgeur deed hem aan
Ruth denken. Zij belde een andere afdeling op.
'Hoe is de naam?' vroeg ze vervolgens, gereed om eenbiljet in te
vullen.
'Galloway. '
Ze keek hem verrast aan, aarzelde. 'Weet u, dat in hetzelfde
vliegtuig... '
'Mijn zoon zal er ook in zitten, ja. '
Hij at in het restaurant van de luchthaven. Wat de inspecteur van
de F. B. I. hem verteld had, had hem nog niet van streek gemaakt,
misschien omdat hij nog altijd in de roes leefde waarin zijn reis
hem gebracht had. Alleen wat hem over Lillian verteld was en haar
trotse verklaring over hun verhouding had hem een schok
gegeven.
Dat Ben geweigerd had hem te zien, was natuurlijk omdat hij zich
schaamde zijn vader in de ogen te zien. Hij was ook over zijn
zenuwen heen. Er moest hem tijd gegund worden om weer tot zichzelf
te komen. Om kwart over twaalf stond Galloway al aan de deur van de
luchthaven in spanning de auto's die aankwamen op te wachten, en
hij had aan twee verschillende beambten gevraagd of ze zeker wisten
dat er geen andere ingang was. Hij zag de fotografen met hun
toestellen komen en de drie mannen die op hen afkwamen waren zonder
twijfel journalisten. Zij vormden een groepje midden in de hall en
één van hen kreeg hem in 't oog, fronste de wenkbrauwen, sprak met
de anderen, ging iets aan het meisje aan het loket vragen, dat ja
knikte. Men had hem herkend. Het kon hem niet schelen. Zij kwamen
allemaal tegelijk naar hem toe. 'Mijnheer Galloway?' Hij zei
ja.
'Heeft u vanmorgen uw zoon bezocht?'
Hij stond op het punt te liegen, zo moeilijk viel hethem te
bekennen dat hij zijn reis tevergeefs gemaakthad.
'Ik heb hem niet kunnen spreken. '
'Heeft u geen vergunning gekregen?' Hij wilde nee zeggen, maar zijn
antwoord zou in de bladen gepubliceerd worden en de inspecteur van
de F. B. I. zou het waarschijnlijk tegenspreken. 'Mijn zoon
zelfheeft me niet willen zien', bekende hij, terwijl hij trachtte
te glimlachen alsof hij over een kwajongensstreek sprak. 'U
begrijpt zijn reactie... '
'Reist u met hem mee?'
'In hetzelfde vliegtuig, ja. '
'Zal het proces in Liberty plaats vinden?'
'Dat hebben ze me een uur geleden verteld. '
'Heeft u al een advocaat gekozen?'
'Neen. Ik zal de beste nemen, ik heb geld... ' Hij schaamde zich
plotseling, daar hij besefte dat hij zich belachelijk gedroeg.
'Mag ik even?' werd hem gevraagd. 'Iets naar voren. Dank u!'
Er werden foto's van hem genomen. En op dat ogenblik zag hij zijn
zoon uit een auto stappen, met zijn pols geboeid aan de pols van
een jonge politieman in burger die er uitzag als zijn grote broer.
Ben droeg zijn beige regenjas. Hij was blootshoofds, Lillian
Hawkins hep achter hem met een zware vrouw in een nauwsluitend
donker mantelpak dat aan een uniform deed denken.
Er stonden twee grote ramen open. Zou Ben vanuit de verte zijn
vader herkend hebben, die beschenen werd door de flitslichten van
de fotografen? Deze rendennaar de deur, de journalisten ook en de
menigte die spoedig begrepen had wat er aan de hand was, had zich
al in twee rijen geschaard zoals bij de aankomst van een officiële
persoonlijkheid. Dave werkte met zijn ellebogen, drong zich naar
voren tot hij vooraan stond en toen zijn zoon nog slechts enkele
meters van de controle was, ontmoetten hun blikken elkaar. Ben
fronste de wenkbrauwen terwijl hij doorliep, keerde zich even later
om, niet om nog eens naar hem te kijken, maar om enkele woorden
tegen Lillian te zeggen.
Zij was wat bleker dan hij, ongetwijfeld van vermoeidheid, en ze
zag er, in haar goedkope mantel over een gebloemd katoenen jurkje,
naast haar bewaakster uit als een klein ziek meisje.
Ben was volkomen onbewogen gebleven toen hij zijn vader gezien had
en Dave begon nu te begrijpen wat de inspecteur gepoogd had hem te
zeggen. Het was alsof zestien jaren van samenleven en dagelijkse
vertrouwelijke omgang plotseling opgehouden hadden te bestaan. In
de ogen van zijn zoon was niets opgelicht, op zijn gezicht
vertoonde zich geen enkele emotie. Niets dan een fronsen van de
wenkbrauwen, zoals van iemand die in 't voorbijgaan iets
onaangenaams opmerkt. 'Mijn vader!' had hij stellig tegen het
meisje gezegd toen hij zich omkeerde.
Ze waren al op het vliegveld verdwenen waar men hen in het
vliegtuig liet stijgen voordat het hek voor de andere passagiers
geopend werd.
'Heeft hij u gezien?' vroeg één van de verslaggevers hem.
'Ik geloof het wel. '
Hij voegde er aan toe: 'Maar ik weet het niet zeker. ' Hij volgde
de rij, steeg als een der laatsten in het toestel waar de
stewardess hem één der achterste plaatsen aanwees. Ben en Lillian
daarentegen zaten helemaal voorin, hij links met zijn bewaker, zij
rechts met de vrouw die haar vergezelde en alleen het middenpad
scheidde hen.
Als Dave zich iets van zijn zitplaats verhief, kon hij hen zien.
Hij zag slechts hun hoofd en hun nek en alleen maar als ze niet
achterover leunden, maar het was voldoende om er uit op te maken
dat ze de hele tijd naar elkaar toegewend zaten. Soms bogen ze zich
naar elkaar voorover om opmerkingen te wisselen en hun bewakers
heten hen begaan. Even later ging de stewardess naar hen toe om ze
thee en sandwiches aan te bieden evenals aan de andere passagiers,
maar ze bedankten.
Was het mogelijk dat ze, geen van beiden, besef hadden van hun
situatie? Het leek wel of ze met vacantie waren, van de vliegtocht
genoten en Dave zag wel dat de andere passagiers even verbaasd
waren over hun houding als hij.
Na ongeveer een halfuur vliegen gleed Lillians hoofd langzaam opzij
en bijna de gehele rest van de tocht scheen ze te slapen. Wat Ben
betreft, nadat hij een tijdlang met de politieman fluisterend had
zitten pratenwas hij een krant gaan lezen die deze hem gegeven had.
Het was allemaal niets dan een misverstand, daar was Galloway zeker
van. De handelingen van anderen schijnen ons altijd vreemd toe
omdat wij er de ware beweegredenen niet van kennen. Toen hij,
vroeger, met Ruth getrouwd was, had iedereen op de fabriek hem met
een mengeling van verbazing en medelijden aangekeken en zijn
houding tegenover hen was ongeveer dezelfde geweest als die van Ben
tegenover de menigte.
Hij wist wat hij deed toen hij Ruth trouwde. Hij was de enige die
het wist.
Men beklaagde hem. Men verbeeldde zich dat hij zich had laten
inpalmen, dat hij toegegeven had aan een vluchtige opwelling,
zonder te vermoeden dat dat het enige soort vrouw was waarmee hij
begeerde te trouwen. Wie weet? Misschien hadden sommigen wel
verondersteld dat zijn geestvermogens tijdelijk gestoord waren?Hij
had ook de hand van zijn vrouw in het pubhek vastgehouden en de
mensen uitdagend aangekeken. En toen ze zwanger geweest was, had
hij trots met haar in de binnenstad gewandeld. De meeste van zijn
kameraden waren met haar naar bed geweest. Desondanks had hij haar
beslist niet willen aanraken vóór hun huwelijk, wat haar,
merkwaardig genoeg, zo geroerd had dat ze hem er schreiend voor
gedankt had. Het is waar, dat ze die avond gedronken hadden. Ze
dronken iedere avond.
Iedereen zou gedacht hebben dat hij ongelukkig met haar zou zijn,
maar dat was beslist niet zo geweest. Hij had er op gestaan één der
nieuwe huizen van het blok te bewonen, zoals de meeste jonge paren,
dezelfde meubelen te kopen, dezelfde snuisterijen. Zijn moeder had
het huwelijk niet bijgewoond, want hij had het haar pas een maand
later meegedeeld, terloops, aan het eind van een brief alsof het
een nieuwtje van geen belang was. In de volgende lente was ze hen
onverwachts met Musselman komen opzoeken en hij wist zeker dat ze
nog nooit van haar leven zo verbaasd was geweest. Hij wist niet,
wat ze verwacht had te zullen zien; zeker niet Ruth, evenmin het
huishoudentje dat ze onder de ogen had.
'Ben je gelukkig?' had ze hem gevraagd toen ze een ogenblik alleen
in de kamer waren. Hij glimlachte als enig antwoord tegen haar en
zij geloofde die glimlach niet. Zij had hem nooit geloofd. Ze had
zijn vader evenmin ooit geloofd. Geloofde zij Musselman?'Zo,
kinderen, het is tijd dat we gaan. ' Ze vroegen hun te blijven
eten, maar ze bedankte. 'Veel succes!' had ze geroepen toen ze op
het trottoir stond.
Ze wenste het paar alle denkbare ongeluk toe. Hij had haar dan ook
niet geschreven toen Ruth weggelopen was. Bijna twee jaar lang had
hij niet teruggeschreven op haar brieven; ze schreef trouwens niet
vaak. Was het dat, wat de inspecteur hem die morgen getracht had
aan 't verstand te brengen? Het verschil was juist, dat hij wel
vertrouwen in Ben had. Zij waren van hetzelfde ras. Het was echt
zijn zoon. Vanavond, morgen, zouden ze een onderhoud hebben en
alles zou opgehelderd worden. Wat Ben moest weten, was, dat zijn
vader het van te voren al begreep. Dat lag in zijn boodschap
opgesloten.
'In gedachten zal ik steeds bij je zijn, wat er ook gebeurt. ' Hij
had er aan toegevoegd, om sterker aan te dringen: 'Ik ben niet boos
op je, Ben!'
Het ging niet over boos op hem zijn in de eigenlijke betekenis van
het woord. Het had een wijdere strekking. Ben had zijn boodschap
door de radio waarschijnlijk niet gehoord, want tegen de tijd dat
die uitgezonden was had hij immers de vrederechter van een dorp in
Illinois opgezocht?Was hij het voorts geweest, die de wagen had
stilgezet in het donker, ondanks het feit dat de politie hen op de
hielen zat, en die aan Lillian had voorgesteld dat ze elkaar zouden
toebehoren? Of was dat haar idee? Hij wilde daar liever niet aan
denken, evenmin trachten te raden wat zij tegen elkaar zeiden nu
het meisje zojuist wakker geworden was.
Ze vlogen boven New-York, men zag de wolkenkrabbers bijna verguld
in de zon en het toestel verloor meer en meer hoogte. De sigaretten
waren gedoofd, de gordels vastgegespt. Dave had zich voorgenomen te
blijven zitten tot zijn zoon uitstapte, zodat hij vlak langs hem
zou moeten komen, zelfs langs hem strijken,maar de stewardess liet
alle passagiers uitstappen, hem ook.
Hij moest de anderen wel volgen door de controle entoen hij in de
wachtkamer kwam en zich omdraaide,zag hij dat Ben en Lillian
meegenomen werden naareen ander gedeelte van het vliegveld.
'Waar gaan zij naar toe?' vroeg hij aan een beambte.
Deze keek in de aangeduide richting.
'Hoogstwaarschijnlijk een ander vliegtuig nemen',antwoordde hij
onverschillig.
'Welke lijn is dat daarginds?'
'Syracuse. '
'Doet dat vliegtuig Liberty aan?'
'Dat is wel waarschijnlijk. '
Hij trachtte tevergeefs dat vliegtuig ook te nemen. Toen hij het
goede loket gevonden had was het toestel al opgestegen.
'U kunt over een uur een ander vliegtuig nemen dat in Liberty
landt. U bent er dan altijd nog eerder dan met de trein. '
Hij werd niet meer ongeduldig, begon er aan te wennen dat alles
anders liep dan hij gewenst had, en hij liet zich niet ontmoedigen,
overtuigd dat hij het laatste woord zou hebben.
Het was vijf uur toen hij in de hoofdstad van het district aankwam
waar hij nooit anders geweest was dan op doorrit. De laatste keer,
dat was gisteren, in een politieauto, en alles was gesloten
geweest, omdat het zondag was. Hij nam nauwelijks de tijd om
zijnkoffer in het hotel af te geven, zonder naar zijn kamer te gaan
ditmaal, en haastte zich naar het Paleis van Justitie dat niet ver
was.
Hij kwam enkele minuten te laat aan. Een groep nieuwsgierigen, een
fotograaf stonden nog op de stenen treden.
'Is Ben Galloway in het gebouw?' vroeg hij.
'Hij is net weggebracht. '
'Waarheen?'
'Naar de Districtsgevangenis. '
'Is hij bij de Officier van Justitie geweest?'
'Ze zijn allebei naar zijn bureau gebracht, maar ze zijner maar een
paar minuten gebleven. '
Men had hem niet herkend. Hij trachtte de glazendeur open te duwen
maar die ging niet open. Binnenstond een beambte met een pet met
gouden biezen op,en die één arm miste, hij wenkte dat Galloway
nietbehoefde aan te houden.
'Hij doet u niet open', zei een oude heer tegen hem. 'Precies om
vijf uur sluit hij de deuren en dan komt niemand er meer in. '
'Is de Officier van Justitie nog op zijn bureau?'
'Waarschijnlijk wel. Ik heb hem niet naar buiten zien komen. Hij
zal u na sluitingstijd ook niet meer ontvangen. '
De oude man, wiens gebit niet erg vast zat, keek hem aan met een
sluwe glimlach. 'U bent de vader, is het niet?'
En toen Galloway bevestigend knikte, voegde hij ermet een hoge stem
aan toe: 'Een mooi zoontje wat u daar heeft! Iets om trots op te
wezen!' Het was de eerste, onverdiende boosaardigheid die hij om
Ben te verduren kreeg en, uit het veld geslagen, zonder het te
begrijpen, volgde hij met de ogen het oude heertje dat
grijnslachend wegliep. Hij had het verkeerd aangepakt, vanaf het
begin al. Hij had de raad op moeten volgen van de commissaris, die
hem aangeraden had direct een goede advocaat te nemen. Wist hij
welke formaliteiten er vervuld moesten worden om een gevangene te
bezoeken? Hij had stellig rechten, maar hij kende ze niet. Ben
moest beschermd worden. Men kon hem niet laten doorgaan met als een
kind te praten en te handelen. Hij keerde terug naar het hotel
omdat hij niet wist waar anders heen te gaan. 'Zou ik de gérant
kunnen spreken?' Zonder hem te laten wachten werd hij in een klein
kantoortje gelaten. De gérant was in zijn overhemd, met
opgestroopte mouwen. 'Sid Nicholson', stelde hij zich voor. 'Dave
Galloway. Ik veronderstel dat u wel weet waarvoor ik hier ben?'
'Ja, ik weet het, mijnheer Galloway. '
'Ik kom u vragen of u mij zoudt kunnen zeggen wiede beste advocaat
van het district is. '
Hij voegde er met een overbodige grootspraak aan toe:"t Geeft niet
als hij duur is. Ik heb geld genoeg om tebetalen. '
'Dan moest u proberen Wilbur Lane te krijgen. '
'Is dat de beste?'
'Hij is niet alleen de beste van Liberty, maar hij pleit ook bijna
iedere week in New-York en in Albany en hij is een persoonlijke
vriend van de gouverneur. Had u hem vanavond nog willen
spreken?'
'Als dat mogelijk is. '
'Dan is het het beste dat ik hem dadelijk opbel, wantals hij uit
kantoor komt gaat hij naar de golfbaan endan heeft u beslist geen
kans meer. '
'Als u dat doen wilt, heel graag. '
'Wil je me Wilbur Lane geven, Jane. '
Hij kreeg een secretaresse aan de lijn, die hij ook al bijde
voornaam noemde.
'Is de baas er nog? Je spreekt met Sid Nicholson. Ik wou hem even
iets zeggen. Het is dringend... Hallo! Wilbur? Neem me niet kwalijk
dat ik je stoor. Stond je net klaar om weg te gaan?... Ik heb hier
iemand die je diensten nodig heeft... Kun je 't niet raden?... Die
is het, ja... Hij is op mijn kantoor... Kun je hem ontvangen?... Ik
stuur hem naar je toe... Dag... '
'Waar is het?' vroeg Galloway, die het gesprek gevolgd had.
'U loopt de straat uit tot u aan uw rechterhand een klein
Methodistenkerkje ziet. Vlak daartegenover is een groot wit huis in
koloniale stijl met op een bord de namen: 'Lane, Pepper and Durkin.
' Jed Pepper bemoeit zich alleen met belasting- en erfeniszaken.
Wat Durkin betreft, die is zes maanden geleden gestorven. '
De kantoren waren vanaf vijf uur gesloten, maar de secretaresse
stond zonder twijfel naar hem uit te kijken achter één van de
ramen, want ze deed de deur open op het moment dat hij de treden
van de stoep opging. 'Mijnheer Lane verwacht u. Hierheen,
alstublieft. ' Een man met grijs haar en een nog jong gezicht, die
een hoofd groter was dan Galloway en de bouw had van een
rugbyspeler, stond op om hem de hand te drukken. 'Ik zal niet zover
gaan te beweren dat ik u verwachtte, dat zou verwaand van me zijn,
maar ik was niet verrast toen mijn vriend Sid opbelde. Gaat u
zitten, mijnheer Galloway. Ik lees zojuist in een avondblad, dat u
een vergeefse reis naar Indianapolis gemaakt hebt. '
'Mijn zoon is hier. '
'Ik weet het. Ik heb een ogenblik geleden contact opgenomen met
George Temple, de Officier van Justitie, die een oude vriend van me
is. Hij begreep ook al direct waar het over ging. '
'Ik verzoek u wel de verdediging van mijn zoon op u te nemen. Ik
ben niet rijk, maar ik heb ongeveer zeven duizend dollar
overgespaard en... '
'Daar zullen we later wel over spreken. Wie heeft u gesproken in
Indianapolis?'
'Iemand die daar aan het hoofd van de F. B. I. schijnt te staan. Ik
heb zijn naam niet gehoord. '
'Wat heeft u hem gezegd?'
'Dat ik ervan overtuigd was dat alles opgehelderd zou worden als ik
een onderhoud met Ben had. '
'En uw zoon heeft geweigerd u te spreken. '
Op het zien van Galloway's verbazing, verklaarde hij: 'Het staat al
in de krant. Ziet u, het is van belang, dat u er zich, van nu af
aan, van onthoudt over de zaak te spreken met wie dan ook en vooral
met journalisten. Zelfs wanneer men u schijnbaar onbenullige vragen
betreffende uw zoon stelt, geeft u dan geen antwoord. Temple heeft
geen gebruik willen maken van de situatie en het tweetal direct
ondervragen toen ze uit het toestel kwamen. Ze zijn dus alleen maar
even in zijn bureau geweest voor de gewone formaliteiten en hij
heeft ze dadelijk naar de gevangenis doorgestuurd. Omdat u wenst
dat ik de verdediging van uw zoon op me neem, zal ik morgen erbij
aanwezig zijn als hij zijn eerste verhoor ondergaat. Waarschijnlijk
zal ik zelfs een onderhoud daarvóór met hem kunnen hebben. ' Toen
vuurde hij, terwijl hij een sigaar in een pijpje met een gouden
rand stak, deze vraag op zijn cliënt af: 'Hoe is hij?' Dave kreeg
een kleur, want hij begreep niet precies wat Lane bedoelde en hij
was bang zich nog eens te vergissen.
'Hij is altijd een rustig, verstandig kind geweest', zei hij. 'In
al die zestien jaar heeft hij me nog nooit moeilijkheden bezorgd.
'
'Hoe was hij toen u hem in Indianapolis zag? De krant zegt dat u in
de hall van de luchthaven vlak tegenover elkaar gestaan hebt. '
'Niet helemaal. Ik stond tussen de mensen. '
'Heeft hij u gezien?'
Ja.
'Maakte hij de indruk dat hij zich schaamde?'
'Nee. Het is moeilijk uit te leggen. Ik geloof dat hij hetvervelend
vond mij daar aan te treffen. '
'Leeft zijn moeder nog?'
'Ik denk het wel. '
'Weet u niet waar ze is?'
'Zeis vijftien en een halfjaar geleden bij me weggegaan en ze liet
het kind, dat toen zes maanden was, bij mij achter. Driejaar later
is er iemand bij mij gekomen om me papieren te laten tekenen, want
ze wilde scheiden. '
'Erfelijk belast van die kant?'
'Wat bedoelt u?'
'Ik vraag, of er aan de zijde van de moeder bepaalde antecedenten
zijn, die misschien een verklaring konden geven voor wat er gebeurd
is. '
'Voorzover ik weet is zij nooit ziek geweest. '
'En u?' Dat soort vragen had hij niet verwacht en hij was erdoor
van zijn stuk gebracht, temeer daar de advocaat zijn antwoorden
opschreef. Zijn handen waren verzorgd, zijn nagels gemanicuurd. Hij
droeg een blauw costuum met twee rijen knopen van
bewonderenswaardige snit. Dave zat zich af te vragen aan wie hij
hem deed denken.
'Ik heb ook nooit een ernstige ziekte gehad. '
'Uw vader?'
'Die is op veertigjarige leeftijd gestorven aan een hartaanval.
'
'Uw moeder?'
'Zij is hertrouwd en is goed gezond. '
'Geen tantes, ooms, neven of nichten die wel eens in een inrichting
opgenomen rijn geweest?' Hij begreep waar de advocaat heen wilde,
verzekerde: 'Ben is niet krankzinnig!'
'Zegt u dat met te hard, want het is mogelijk dat dat onze enige
kans is om zijn leven te redden. Ziet u, toen ik las wat de kranten
zeiden over zijn houding, heb ik eerst gedacht dat hij alles deed
wat in zijn vermogen is om naar de electrische stoel te gaan. Neemt
u me niet kwalijk dat ik spreek zonder er doekjes om te winden. We
moeten de werkelijkheid onder de ogen zien. Daarna, toen ik er wat
meer over nadacht, heb ik me afgevraagd, en ik vraag het mij nog
af, of hij niet slimmer is dan we denken en of hij niet de beste
taktiek gekozen heeft. '
'Ik begrijp u niet. '
'Hij huilt niet, vraagt geen vergiffenis, stort niet ineen, sluit
zich ook niet op in een wantrouwig, koppig stilzwijgen. Hij spreekt
en handelt, daarentegen, alsof hij opgetogen is, dat hij iemand in
koelen bloede vermoord heeft, zijn wagen gestolen heeft en, later,
het vuur geopend heeft en geschoten tot zijn revolver leeg was.
Het is moeilijk, waarde heer, zich een intelligente jongen voor te
stellen die zestien jaar geworden is en normaal is opgevoed in de
middenklasse van de maatschappij, het is moeilijk, zeg ik, zich
voor te stellen dat die jongen zo zou handelen zonder dat zijn
geestvermogens gestoord zijn.
U bent bang voor dat woord krankzinnig, zoals iedereen; het is
trouwens een zeer vaag woord. De psychiaters zullen nauwkeuriger
termen gebruiken om ten eerste de graad te bepalen van uw zoon zijn
onderscheidingsvermogen, en vervolgens zijn reactievermogen bij
goede of verkeerde impulsen. Zo'n deskundig onderzoek is het eerste
wat ik morgen aan de Officier van Justitie zal vragen en het is
meer dan waarschijnlijk dat ik een beroep zal doen op een
specialist in New-York. '
Zou Dave koppig blijven volhouden dat zijn zoon niet krankzinnig
was? Men luisterde niet naar hem. Men gaf hem te verstaan dat dat
hem niet meer aanging, dat hij Bens verdediging niet meer in handen
had. 'Ik veronderstel dat het uw bedoeling is in Liberty te blijven
tot het verhoor van de Jury? Tenzij het onderzoek waarover ik u
zojuist sprak meer tijd zou nemen dan ik denk, zal de Jury over
twee of drie dagen bijeengeroepen worden.
Ik wil u niet beletten te blijven, maar het is beter dat u zich zo
weinig mogelijk laat zien en vooral dat u niet praat. Er is
telefoon in alle kamers van het hotel. Ik beloof u dat ik u op de
hoogte zal houden. Mocht ik het wenselijk achten dat u een
onderhoud met uw zoon heeft, dan zorg ik wel dat ik dat van de
Officier gedaan krijg.
Ondertussen kunt u mij van dienst zijn door te trachten u alle meer
of minder vreemde voorvalletjes uit het leven van uw zoon te
herinneren. Zegt u me nietdat die er niet zijn. U zult verbaasd
zijn hoeveel u nog zult ontdekken. '
Hij keek op zijn horloge en stond op. Misschien dacht hij bij
zichzelf dat hij nog op tijd kon zijn voor zijn partij golf? Toen
hij hem de hand drukte ontdekte Dave plotseling aan wie hij hem
deed denken. Aan Musselman, de tweede man van zijn moeder. Het was
te laat om nog te veranderen. Trouwens, Musselman was goed in zijn
vak. Deze ongetwijfeld ook. Hij werd opzij geschoven, hij moest
zwijgen, bijna zich verbergen, en de advocaat zou beslissen of een
onderhoud tussen vader en zoon wenselijk was of niet! Hij liep op
straat en voorbijgangers keken hem na. Toen hij door de draaideur
het hotel binnenging, zag hij in een hoek van de hall Isabella
Hawkins die haar jurk en hoed droeg die ze op feestdagen aan had.
Zij stond met iemand te praten die hij niet dadelijk herkende
doordat hij met de rug naar hem toestond. Het was Evan Cavanough,
de advocaat van Everton. Zij waren, waarschijnlijk samen, iets
vroeger aangekomen. Dave had geen enkele maal aan de Hawkins'
gedacht, nog minder had hij er bij stil gestaan dat Lillian ook een
advocaat nodig zou hebben. Hij vond dat een vreemd idee.
Isabella Hawkins had hem gezien. Zij keken elkaar aan. In plaats
van hem te groeten of een teken van herkenning te geven, kneep zij
stijfde lippen opeen en de blik in haar oogjes werd hard. Het was
bijna een voldoening voor hem te constateren, dat ze vijanden
waren.