Vijftien

Donderdagavond werd er exact om 18.46 uur op de deur van Simone's suite

geklopt. Julian had Brian Richie niet voor zeven uur verwacht. Wat een ongeduldige

eikel.

Julian had Simone beloofd weg te zijn - of zich in ieder geval in de kast

schuil te houden - wanneer Brian kwam. Eerlijk gezegd had het hem verrast

dat ze hem zomaar geloofde. Boven hem werd nu de kraan dichtgedraaid

en hij realiseerde zich dat zij het klopje van deze vroege vogel, die eigenlijk

niet meer dan een miezerige worm was, niet had gehoord.

Dit, dacht hij toen zijn hand naar de deurkruk ging, kan nog wel eens heel

leuk worden.

'Nee maar, Brian,' begroette hij de verderfelijke kleine worm nadat hij de

deur had opengedaan. 'Wat leuk je weer te zien.'

De glimlach op Brians gezicht - weer zo'n stroperige, provocerende grijns

waarmee je hem om zijn oren zou willen slaan - verstrakte toen hij Julian

tegenover zich zag en niet Simone, het object van zijn... Julian had geen

idee wat dat walgelijke, zich aan vrouwen vergrijpende uitschot daarbij

voelde. 'Percy, als ik me niet vergis?' vroeg hij.

Julian had moeite zich te beheersen, maar uiterlijk kalm antwoordde hij:

'Ja, klopt.'

'Waar is Simone?'

'Ze is zich nog aan het omkleden.'

De hufter knikte nadenkend. 'Is het niet wat vreemd dat jij hier rondhangt

terwijl ze mij verwacht?'

Julian haalde zijn schouders op. 'Niet echt.'

'O.'

Julian had weinig zin zijn aanwezigheid te verklaren. Dat slijmerige ettertje

moest zijn eigen conclusies maar trekken. 'Wil je iets drinken?' vroeg hij.

'Bier? Wijn? Koffie?' Belladonna? Dollekervel1 Rattengif?

'Nee, dank je,' antwoordde het verachtelijke ongedierte met een kruiperige

glimlach. 'Ik wacht alleen even op Simone.'

Julian bedacht dat hij tien minuten had, op zijn hoogst, om de klus te klaren

voor Simone beneden was. Dat moest wel lukken. Hij had in het verleden

wel eens heel wat meer schade aangericht in veel minder dan tien minuten.

In zijn wilde jonge jaren had hij niet alleen zijn eigen seksualiteit

ontdekt. Nee, met zijn spierbundels had hij ook zijn macho-kant ontwikkeld.

En hij was vaak als een beest tekeergegaan. Zeker als hij genoeg Bourbon

naar binnen had gegoten en genoeg hoofden in elkaar had getimmerd

om dat spul weer uit zijn systeem kwijt te raken. Een ranzige kleine rat als

Brian Richie was geen partij voor hem.

Julian knakte vergenoegd zijn knokkels.

Dit ontging Brian Richie niet, zag hij.

Ook Simone had het kennelijk gezien toen ze de trap af kwam. Julian

hoorde haar... grommen? - ja, geen twijfel mogelijk - bijna onhoorbaar

gromde ze. Verdomme. Ze was ook veel te vroeg. Nu kon hij Brian niet eens

in elkaar slaan voor zij zich er tussen kon werpen. Waarom kon niemand

meer op het juiste moment opdagen? Wat ongelofelijk onbeleefd.

Toen hij zich naar Simone omdraaide, was hij even totaal van de wijs.

Eerder had hij zo mooi bedacht hoe hij Simone zou uitleggen waarom hij

haar date in elkaar had willen meppen, maar nu stond hij met een mond

vol tanden. Simone Van Dormer zag er verleidelijker uit dan hij haar ooit

had gezien. Ze had haar lange, blonde haar opgestoken en boven op haar

hoofd in een knot vastgespeld. Pas nu viel hem op hoe sexy haar nek was.

Ze had blote schouders met als enige bedekking de dunne bandjes van haar

jurk, die de kleur had van een suikerspin en die bijna net zo doorschijnend

was. De korte jurk had een laag uitgesneden hals en als gewoonlijk was ze

daaronder volkomen naakt. Misschien beeldde hij het zich alleen maar in,

maar hij zou zweren dat hij vaag de perfecte cirkels rond haar tepels kon

zien. Hij voelde zijn lid opzwellen tot een enorme stijve paal.

'Jul... eh... Percy?' vroeg zij verrast - en niet zo'n beetje bits. 'Wat doe jij

hier? Ik dacht dat je met je vrienden op stap was. Jullie wilden toch bij zonsondergang

vogels spotten?'

O, geweldig. Ze vond het niet genoeg om hem Percy Lipschitz te noemen,

dacht hij. Nu maakte ze van hem ook nog een vogelaar.

'Het ging niet door,' zei hij. 'De jongens wilden liever naar een wedstrijd

van de Reds, en je weet dat ik weinig met honkbal heb.'

Ze wierp hem een vernietigende blik toe. 'Waarom ga je niet naar de

film?' vroeg ze. 'Brian en ik zijn van plan om

'Klinkt goed,' onderbrak Julian haar. Hij glimlachte eerst naar haar en

vervolgens naar dat misselijkmakende, kleine knaagdier. 'Wacht even, ik pak

snel mijn portemonnee. Lijkt me leuk om samen te gaan. Bedankt voor de

uitnodiging.'

'Hoor eens, wat had ik dan moeten doen?' vroeg hij Simone enkele uren

later toen ze binnensmonds mompelend - en hij was ervan overtuigd dat

het weinig vleiende woorden waren - door de hotelkamer banjerde . 'Had

ik je dan alleen met die ellendige kleine slang op pad moeten sturen? Wie

weet waar hij op uit was. Verdomme, hij had je wel wat kunnen aandoen.

Voor het geval je het bent vergeten, Simone, ik ben jouw bodyguard. Of je

het nou leuk vindt of niet.'

Met een woeste blik wierp ze hem, nu heel duidelijk verstaanbaar, voor de

voeten: 'Ik kan anders heel goed op mezelf passen, Julian.'

'Ja, natuurlijk. Zeker net als op het eindexamenfeest?' Het was niet zijn

bedoeling haar te kwetsen door dit pijnlijke onderwerp naar voren te brengen,

maar Simone moest hoognodig eens met haar neus op de feiten worden

gedrukt.

'Het is een beer van een vent. Hij kan zich moeiteloos opnieuw aan je vergrijpen.

Je vader heeft me ingehuurd om te zorgen dat jou zoiets niet overkomt,

hoewel Luther het werkelijke gevaar uit een andere hoek verwacht.

Denk dus maar niet dat ik je ook maar een moment uit het oog verlies zolang

die Brian, die miezerige klootzak, om jou heen hangt.'

'De dingen zijn veranderd,' zei ze. 'Ik weet inmiddels hoe Brian is en ik

ben er ditmaal op voorbereid.'

'Ja, en juist dat beangstigt me,' antwoordde Julian. 'Die voorbereiding,

waar je al die tijd op hebt zitten broeden. Wat ben je in godsnaam van plan

met die vent? Je wilt hem niet vermoorden, zeg je, maar elke keer wanneer

zijn naam valt, zie ik die moorddadige glinstering in je ogen. Simone, ik

moet weten wat je gaat doen.'

'Nee, dat hoef je niet,' wierp ze tegen. 'Het zijn jouw zaken niet.'

'Wel degelijk, ik heb het tot mijn zaak gemaakt.'

'Nogmaals, je hebt er niets mee te maken. Als Brian en ik morgenavond

naar de receptie gaan - '

'Dan wijk ik geen millimeter van je zijde,' verzekerde Julian haar.

De hele avond had hij moeten aanzien hoe die opgeblazen ellendeling

zich bij Simone inlikte, haar tegen zich aandrukte en elke centimeter van

haar lichaam, voorzover de omgeving dat toeliet, betastte. Julians handen

waren permanent tot vuisten gebald en hij had al zijn wilskracht nodig om

er niet een vol op Brians kaak te laten neerkomen. Of op zijn neus. Of op

zijn oog. Of op een ander kwetsbaar lichaamsdeel - Julian was niet zo kieskeurig.

Hij kon het nauwelijks verdragen dat Simone deed alsof ze wel wat

wilde met die slijmerige slak. Ze glimlachte naar dat geniepige insect, zoals

ze nog nooit tegen Julian had gedaan en lachte om de stomme grappen van

dat smerige stuk ellende. Ze hield zelfs de hand van die verachtelijke kleine

uitvreter vast.

Al die tijd deed Julian zijn best erachter te komen wat er in haar hoofd

omging. Wat had ze voor die weerzinwekkende viezerik in petto? Hij begreep

er niets van. Ze gedroeg zich als een vrouw die oprecht genoot van

haar gezelschap, die zich uitstekend vermaakte en die op het punt stond

verliefd te worden op de man die haar twintig jaar geleden van haarzelf en

haar ziel had beroofd. Julian voelde dat misselijkmakende gevoel weer opborrelen

en hij wist dat dit niet alleen door Brians aanwezigheid kwam. Simone

had iets uitgebroed - dat was zeker, maar wat in godsnaam.

Met haar dreigende blik, haar opgetrokken schouders en gebalde vuisten

op haar heupen leek ze hem nu te waarschuwen dat hij haar met rust moest

laten. Ze had duidelijk niet in de gaten wat dat gebaar met haar jurk deed,

hoe de stof strak over haar bovenlichaam werd getrokken. De volle rondingen

van haar beide borsten werden daardoor duidelijk zichtbaar. Julian

kneep zijn ogen stijf dicht, zodat hij niet meer kon zien hoe mooi ze was.

Uit de grond van zijn hart wenste hij dat haar die gruwelijke ervaring bespaard

was gebleven en dat die gewelddadige kleine viezerik van een Brian

Richie zijn handen had thuisgehouden. Op dit moment zou hij haar het

liefst in zijn armen willen nemen om haar te laten voelen hoe fijn het tussen

een man en een vrouw kan zijn.

'Je verpest alles,' zei ze zacht. 'Julian, je moet me mijn gang laten gaan, anders

is alles voor niets geweest.'

'Vertel me dan alsjeblieft wat je van plan bent,' smeekte hij.

Ze schudde haar hoofd. 'Laat me. Ik moet het op mijn manier doen.'

'Simone, dat kan ik niet. Ik maak me zorgen om je.'

Haar gezicht verstrakte. 'Hoezo? denk je dat ik als zielig slachtoffer van

een verkrachting blijf steken in de hang naar wraak?'

Hij knikte beslist. 'Ja, om je de waarheid te zeggen is dat precies wat ik

denk.'

'Julian, ik heb dat met Brian verwerkt,' zei ze. 'Ik ben er al heel lang overheen.'

'Simone, thuis in Santa Barbara leef je als een meisje van dertien. Geloof

me. Je hebt het nog lang niet verwerkt.'

Een moment zei ze niets, ze keek hem alleen aan met een peinzende blik

die hij met geen mogelijkheid kon doorgronden. 'Vertrouw me, Julian,' zei

ze zacht. 'Geloof me nou als ik zeg dat ik weet wat ik doe.'

'Vast. Je bent een echte kenner op dit gebied, nietwaar?' vroeg hij cynisch.

'Ik weet genoeg,' verzekerde ze hem.

Hij kwam een paar passen dichterbij tot slechts een paar centimeter lucht

hen van elkaar scheidde en al die tijd bleef hij haar strak aankijken.

'Heb je ooit een man gekust, Simone?' vroeg hij plotseling zacht.

Haar lippen openden zich iets en twee roze blosjes kleurden haar wangen.

'Wat heeft dat ermee te maken?'

'Nou?' vroeg hij.

'Ik zie niet wat dit - '

'Je zegt dat je weet waar je mee bezig was,' onderbrak hij haar. 'Je beweert

dat je alles hebt verwerkt. Dan mag ik toch aannemen dat je die episode

hebt afgesloten en verder met je leven bent gegaan?'

'Dat klopt,' antwoordde ze. 'Heb ik ook.'

Maar haar stem miste de overtuiging waardoor hij haar misschien had

kunnen geloven. Vanaf het moment dat ze zich begon te verdedigen, had ze

rustig gesproken, bijna mechanisch, alsof ze de zinnen jaren geleden uit

haar hoofd had geleerd en nu zonder na te denken herhaalde.

'Nou, als je, zoals je zegt, bent doorgegaan met je leven, moet je de afgelopen

twintig jaar toch op zijn minst een paar romantische verhoudingen

hebben gehad,' giste hij.

Het bleef stil. Ze staarde hem zwijgend aan.

'Ik bedoel,' ging hij verder, 'je bent een mooie, intelligente vrouw. Je bent

vast zat mannen tegengekomen die iets in je zagen. Mannen die met je uit

wilden.'

'Ja,' zei ze aarzelend. 'Een paar.'

'Dan zaten er vast wel een paar tussen die jij ook leuk vond,' speculeerde

Julian verder.

'Misschien,' gaf ze zich gewonnen. 'Een of twee.'

'Dus dan ben je ongetwijfeld op hun uitnodiging ingegaan.' Hoewel

Julian wist waar hij met zijn vragen naartoe wilde, voelde hij zich opeens

ongelukkig over de gekozen route. Toch moest hij nu doorgaan. Hij had iets

te bewijzen. Dat op zijn minst.

Weinig op haar gemak antwoordde ze: 'Hm, eigenlijk niet, ik ben op geen

enkele uitnodiging ingegaan.'

'Waarom niet?' vroeg hij.

'Omdat het, eh... nooit uitkwam.'

Hij pauzeerde even voor hij vroeg: 'In twintig jaar tijd kwam het je geen

enkele keer uit om met een man die jou leuk vond en tot wie jij je ook aangetrokken

voelde af te spreken?'

'Nee.'

'Dan neem ik aan dat je inderdaad nog nooit een man hebt gekust, of

wel?'

Ze wierp hem een vluchtige blik toe, lang genoeg voor hem om te zien dat

haar blosjes dieper werden, en sloeg toen haar ogen neer. 'Ik, eh... nee,' zei

ze eindelijk. 'Alleen die ene keer. Alleen... Brian.'

Alleen Brian, dacht Julian. Dat was de enige ervaring die ze ooit met een

man had gehad. 'Dan heb je er dus geen flauw idee van hoe het echt is,' zei

hij zacht.

'Nee,' gaf ze toe. 'Ik denk het niet.'

'Toch zeg je dat je weet waar je mee bezig bent en beweer je dat over die

gruwelijke ervaring heen bent.'

'Ben ik ook,' hield ze niet helemaal overtuigd vol. 'Ik heb het verwerkt. Ik

heb alleen nog niet...'

'Wat?'

Ze slaakte een diepe zucht. 'Ik heb wat er met Brian is gebeurd afgesloten.

Ik heb alleen nog niet...' Ze zuchtte opnieuw voor ze verder ging. 'Het is me

alleen nog niet gelukt mijn leven op te pakken, dat is alles. In sommige opzichten

ben ik een beetje... vastgelopen. Het leven is me min of meer...

overkomen, Julian. Ik heb nooit echt bewust een keuze gemaakt. Niet tot

deze kans met Brian zich voordeed. Dit is de eerste keer in mijn leven dat ik

echt besloten heb iets te doen, en ik zél het hoe dan ook doen. Daarom

moet je me vertrouwen en mag je je er niet mee bemoeien.'

'Goed,' gaf hij zich aarzelend gewonnen. 'Ik zal me er niet mee bemoeien.

Niet met Brian.'

Ze was zichtbaar opgelucht. 'Dank je.'

Hij kwam nog iets naar voren en stond nu zo dicht bij haar dat ze de

warmte van eikaars gloeiende lichamen bijna konden voelen. Hij raakte

haar niet aan, nog niet. Hij wachtte tot ze aan zijn nabijheid was gewend,

wachtte af of ze een stap achteruit zou doen. Toen ze dat niet deed en pal

voor hem bleef staan, hem met haar hoofd iets naar achteren nieuwsgierig

aankijkend, bracht hij zijn hand naar haar haar en draaide voorzichtig een

verdwaald plukje, dat uit de knot op haar hoofd was ontsnapt, om zijn vinger.

Op deze onschuldige aanraking sperde ze haar ogen wijd open en hij

zag dat haar pupillen het blauw van haar irissen bijna geheel bedekten.

Maar ze verroerde zich niet, ontmoedigde hem niet, zei niets.

'Het spijt me, ik moet me toch met je bemoeien,' zei hij zacht, 'met dit.'

Hij boog zijn hoofd naar voren, heel langzaam, en hield even stil toen zijn

mond slechts een paar millimeter boven de hare hing. Hij zou haar niet

kussen als ze niet wilde. Het was aan haar en hij zou het wel overleven als

ze hem wegduwde.

Maar dat deed ze niet.

Ze hief haar handen op naar zijn borst, maar aarzelde even voor ze hem

aanraakte, alsof ze niet wist wat ze wilde doen. Julian wachtte af. Hij was een

geduldig man. Zo nodig kon hij de hele nacht wachten. God, hij kon een

eeuwigheid wachten als de prijs uiteindelijk Simone Van Dormer was.

Toen Julian zo boven haar hing, haar niet kuste, maar zich ook niet verroerde,

voelde Simone diep in haar buik paniek omhoog schieten en achter

in haar keel branden. Hij was zo groot, dacht ze. Ze kon nu misschien wel

beter van zich afbijten, maar als hij echt wilde, kon hij haar eenvoudig overmeesteren.

Ze had trouwens ook geen voorbereidingen getroffen voor wat

hij overduidelijk wilde. O, ja hoor, ze had wel gezien hoe hij de hele week

naar haar had gekeken, en ze had zijn soms dubbelzinnige opmerkingen wel

gehoord. Bovendien was ze nu ook niet weer zo naïef dat ze niet doorhad

wanneer een man meer wilde.

In het verleden was ze er altijd goed in geweest mannen te ontmoedigen

zodra ze ook maar iets te dichtbij kwamen. Julian had ze niet van zich afgehouden

omdat ze niet het gevoel had gehad dat dit nodig was. Hij was zo

onverstoorbaar, zo beheerst. Hij was een man die zijn seksuele gevoelens op

eenzelfde manier onder controle had als de temperatuur van zijn kraanwater.

Het was gewoon niet in haar opgekomen hem te ontmoedigen - hij leek

daar zelf al zo goed in.

Toch vroeg ze zich nu af of ze hem misschien niet had ontmoedigd

omdat... nou ja... omdat ze zich ook tot hem aangetrokken voelde. Nee, hij

was niet de eerste man die ze leuk vond. Ze had hem naar waarheid verteld

dat een of twee mannen haar zinnen hadden geprikkeld. Ze hadden haar

hoofd alleen nooit zo op hol gebracht dat ze door de onzichtbare muur, die

ze twintig jaar geleden rond zich had opgetrokken, had kunnen breken. Ze

had deze mannen nooit leuk genoeg gevonden om daarvoor haar vesting te

verlaten en zichzelf kwetsbaar op te stellen. Met Julian wilde ze nu wel door

de door haar zelf opgerichte barrière heenbreken, al wist ze niet waarom. Ze

wilde eruit, zichzelf bevrijden. Voor de eerste keer in twintig jaar wilde ze

zien hoe het aan de andere kant van die muur werkelijk was.

Dus, zonder verder na te denken, volgde ze haar instinct, drukte haar

handen tegen zijn borst en tilde haar hoofd iets op. Ze ging op haar tenen

staan en een seconde lang raakte haar mond de zijne. Ze voelde zich bijna

duizelig worden door zijn zachte, tedere aanraking. Ze had niet gedacht dat

een grote, stevige man als hij zo lekker, zo aangenaam zou aanvoelen. Ze

was bang geweest dat ze zich overweldigd zou voelen als hij zo dichtbij was,

maar dat gebeurde niet. Simone voelde geen angst. Wat ze voelde was...

O, mijn god.

Een sensationele siddering trok traag door haar lichaam. Langzaam bewoog

ze haar handen omhoog, over zijn borst naar zijn schouders. Ze voelde

zijn hart bonzen. Het ging bijna net zo snel, onregelmatig en onzeker tekeer

als dat van haar. Die herkenning gaf haar moed. Ze begon zich vrijer

te voelen en ze legde de vingers van haar ene hand om zijn nek. Met haar

andere hand streelde ze zijn donkere haar. Ze liet haar hand even op zijn

kruin rusten voor ze hem voorzichtig naar beneden duwde om hem beter

te kunnen proeven. Julian volgde haar gewillig en sloeg zijn armen losjes

om haar middel.

Hij forceerde haar niet, nam geen initiatief en probeerde zijn zelfbeheersing

niet te verliezen. Hij liet haar de volgende stap zetten, liet aan haar de

leiding, liet haar bezit van hem nemen. Toen Simone hem hartstochtelijker

kuste, haar mond voor hem opende en haar tong aarzelend tegen de zijne

duwde, realiseerde ze zich dat ze niets liever wilde dan bezit van hem

nemen. En als ze hem eenmaal had, dacht ze niet dat ze hem ooit nog wilde

laten gaan.

'Kus me,' zei ze zacht. Ze verbaasde zichzelf met dit verzoek en Julian ook,

aan zijn gezicht te zien. 'Alsjeblieft, Julian,' smeekte ze nog zachter. 'Kus me.

Laat me zien... laat me zien hoe het kan zijn.'

Meer aanmoediging had hij niet nodig. Nu leidde hij haar, maar deed dat

zo teder en voorzichtig. Dit kende ze niet. Hoewel mannen na haar ervaring

met Brian Simone nooit echt angst hadden ingeboezemd, had ze zich in

hun gezelschap ook niet helemaal op haar gemak gevoeld. Ze had ze nooit

volledig vertrouwd. Met Julian was het anders, wist ze. Ze vertrouwde hem,

voelde zich prettig bij hem. Ze wist dat hij haar nooit iets zou aandoen

omdat hij in zijn jeugd zelf ook was gekwetst.

Op haar voorzichtige verzoek drukte hij een arm steviger rond haar

middel, trok haar tegen zich aan en legde zijn andere hand zacht tegen haar

wang. Hij keek haar een ogenblik diep in haar ogen voor hij zijn hoofd naar

haar toe boog en haar mond met de zijne bedekte. Simone sloot haar ogen

en gaf zich volledig over aan de reactie in haar lichaam, de warmte, de begeerte,

de behoefte, de hartstocht. Zo veel... Er was nu zo veel, dacht ze. En

het was allemaal zo nieuw, zo wonderbaarlijk, zo primitief, zo... zo prettig.

Zo was het dus, dacht ze. Zo hoorde het te zijn tussen een man en een

vrouw. De rustige en gelijkwaardige uitwisseling van overgave en inbezitneming,

van aandringen en afweren, van geven en nemen. Voorheen kende

ze maar één helft daarvan. Het in bezit nemen, het aandringen, het nemen.

Om nu het volledige beeld te kennen was bijzonder... verhelderend.

Julian kuste haar nu intenser, zijn tong verkende haar mond. Door die intieme

penetratie verspreidde zich in haar buik en haar borst een scherpe

hitte die vervolgens door haar hele lichaam stroomde, naar het diepste van

haar ziel. Haar reactie op hem was zo lichamelijk, zo dierlijk, dat ze op dat

moment met hem wilde versmelten, maar ze wist dat het nog te vroeg was.

Het was voor haar al een hele overwinning om een man te kussen, maar om

haar lichaam met dat van hem te laten samensmelten moest er nog wel iets

meer gebeuren. Ze zouden er later nog genoeg tijd voor hebben. Vooralsnog

wilde ze alleen voelen, ontdekken en meer leren over hoe mooi het tussen

een man en een vrouw kon zijn.

Met tegenzin trok ze haar mond van de zijne en duwde ze zich zacht van

hem af. Ze keek hem aan en zag een man die ongeveer net zo met zijn lustgevoelens

worstelde als zijzelf. Zijn wangen waren rood van opwinding en

zijn mond was gezwollen door de heftigheid van hun kus. Met haar vingers

had ze van zijn haar een warboel gemaakt en hij ademde onregelmatig en

zwaar. Simone slikte een paar keer en hoopte zo haar eigen snelle ademhaling

tot rust te brengen. Ze hield zichzelf voor dat ze moesten stoppen, dat

dit experiment, hoewel succesvol, ver genoeg was gegaan - voor nu.

In plaats daarvan zei ze zacht: 'Laat me meer zien, Julian. Alsjeblieft. Laat

me meer zien.'

Zijn grijsblauwe ogen werden donkerder door haar smeekbede, maar hij

zei niets. Hij staarde haar alleen doordringend aan en liet zijn handen zacht

over haar rug gaan, op en neer, op... en... neer. Even later drukte hij opeens

haar lichaam weer stevig tegen zich aan en liet zijn hand naar een lager deel

van haar rug glijden. Over haar onderrug, over haar middel, naar beneden,

naar de lagere rondingen van haar billen. Hij pakte een stukje van haar jurk

tussen zijn vingers en wreef de zachte stof langzaam heen en weer over haar

verhitte vlees. Langzaam bewoog hij heel voorzichtig het dunne materiaal

omhoog en omlaag, naar links en naar rechts. Bij elke draaiende beweging

voelde ze de stof over haar gevoelige huid wrijven en haar jurk kroop omhoog

totdat Simone de koelte van de lucht op haar naakte billen voelde. Ze

vond dit de meest erotische sensatie die ze ooit had meegemaakt. Tot ze opeens

de warmte van Julians handpalmen zachtjes op haar naakte billen

voelde.

Haar hart bonkte bij deze aanraking hard tegen haar borstbeen en ze

opende haar mond om hem te smeken dat hij moest stoppen, dat ze ver genoeg

waren gegaan, dat ze nu, hoewel ze het zelf had gevraagd, bang werd

en alsjeblieft, Julian, alsjeblieft doe het niet, nog niet, niet voordat ik er klaar

voor ben, wat ik dacht te zijn, maar ik ben van gedachten veranderd en nu wil

ik het niet, dus stop alsjeblieft.

Maar voordat ze haar gedachten kon uitspreken, draaide Julian zich van

haar af en liep opgelaten naar de andere kant van de kamer. Ze hoorde een

lange, dierlijke kreun die uit het diepst van zijn lichaam leek te komen. Haar

jurk viel terug op zijn plaats en bedekte haar lichaam. Desondanks voelde

Simone zich nog steeds naakt. Voorheen zou ze misschien bij dat gevoel in

paniek zijn geraakt, maar bij Julian was zo'n emotionele naaktheid niet verontrustend.

Hij had zichzelf op een bepaalde manier ook aan haar blootgegeven.

En op het moment dat hij zich van haar wegdraaide, was haar angst

ook verdwenen.

'Julian?' vroeg ze zacht. 'Gaat... het?'

Even zei hij niets, bleef met zijn rug naar haar toe staan. Zijn schouders

gingen op en neer terwijl hij probeerde zijn ademhaling onder controle te

krijgen. Langzaam werd hij rustiger. Daarna haalde hij beide handen bedachtzaam

door zijn haar en slaakte een diepe zucht. Nog steeds met zijn

hoofd naar de muur gericht zei hij zacht: 'Ik wilde zo graag met je vrijen,

Simone. Maar niet voor jij er klaar voor bent.' Hij draaide zich om. Zijn

donkere ogen stonden nog even onstuimig, zijn wangen waren nog rood

van opwinding en zijn ademhaling was nog altijd een beetje onregelmatig

toen hij vervolgde: 'En niet voor ik er klaar voor ben.'

Ze keek hem innig aan. Zijn verklaring verwarde haar, maar drong toch

langzaam tot haar door. Ze waren geen van beiden klaar voor de explosieve

reacties die ze bij elkaar losmaakten. Zij had hem net zo van zijn stuk gebracht

als hij haar. Ze moesten allebei nog zoveel leren - over zichzelf en

over elkaar - voor ze de volgende grote stap konden nemen. Ze glimlachte

toen de hitte die hij in haar had losgemaakt iets afnam en begon te smeulen.

Dat vuur zou nooit volledig doven, wist ze, maar voor nu kon ze het in

bedwang houden. Ze kon het hanteren. Ze kon er meer over leren. En dan,

wanneer ze er klaar voor was, wanneer Julian er klaar voor was, konden ze

allebei samen spontaan ontbranden.

'Ik wil ook op het juiste moment wachten,' zei ze. 'Maar, eh, hoelang, eh...

wanneer denk je dat het zover is?'

Hij grinnikte. 'Dat zullen we vanzelf wel zien,' zei hij. 'En die tijd zal

komen, Simone. Daar hoef je niet aan te twijfelen. Maar nu... het is gewoon

nog te vroeg. Voor ons allebei. We moeten onszelf tijd geven. Tijd om het

goed te doen.'

Ze knikte om te laten zien dat ze hem begreep. Julian had gelijk. Ze

moesten zich de tijd gunnen. De tijd om elkaar te leren kennen. Om zich

prettig te voelen bij elkaar. Misschien wel, dacht ze verder, om verliefd op

elkaar te worden.

Bovendien moest ze ook nog voor iets anders de tijd nemen, wist ze. De

tijd om haar verleden goed en definitief achter zich te laten, waar het voor

altijd moest blijven. De tijd om ervoor te zorgen dat Brian Richie gestraft

werd voor wat hij haar had aangedaan en ervoor te zorgen dat hij zoiets

nooit meer zou doen.

Morgen, dacht ze, zou ze voor dat laatste punt op haar lijstje zorgen. Morgen

zou ze wegsluipen zonder dat Julian het in de gaten had en Brian treffen

voor de receptie. Ze zou doen wat ze moest doen. Daarna zou ze eindelijk

vrij zijn om haar leven op te pakken.

Toen Julian vrijdag wakker werd, wist hij onmiddellijk dat er iets mis was.

De hotelsuite was te stil, te donker en verlaten. Hoewel hij altijd een paar

uur eerder wakker werd dan Simone, had hij elke keer geweten dat ze er was

en dat ze boven rustig lag te slapen. Maar deze ochtend voelde hij haar afwezigheid

net zo duidelijk als zijn eigen aanwezigheid. Ze was weggeslopen

zonder dat hij het had gemerkt, iets waarvan hij gezworen zou hebben dat

ze dat nooit zou doen. Hij was van nature een lichte slaper en voor Simone

Van Dormer had hij de afgelopen week een soort zesde zintuig ontwikkeld.

Shit, het was zijn taak om te weten waar ze was vanaf het moment dat hij

was ingehuurd om haar te beschermen. Simone was hem echter te slim af

geweest.

Verdomme, ze was er goed in.

Ze was 'm dus gesmeerd. Julian wist - hij wist het gewoon - waar ze was.

Op weg naar Brian Richie. Om de rekening te vereffenen. Hoewel hij nog

steeds niet wist hoe ze dat wilde doen.

Julian gunde zich geen tijd om te douchen, te scheren of te eten. Hij griste

de kleren van de vorige avond bij elkaar en schoot ze aan. De sleutels van de

huurauto lagen niet meer op de plaats waar hij ze de vorige avond had neergelegd.

Dat verbaasde hem niet. Hoewel hij wist dat het nauwelijks zin had,

rende hij de trap op naar Simone's slaapkamer, in een laatste vergeefse poging

om te zien of zijn voorgevoel hem misschien had bedrogen.

Hij had zich niet vergist. Ze was er niet.

Schaamteloos doorzocht hij de kamer en struinde door persoonlijke

spullen in de hoop dat er iets tussen lag waaruit hij kon opmaken waar ze

was. En hoewel hij een paar interessante dingen tussen haar eigendommen

vond - waaronder een stukgelezen uitgave van William Blake's Songs oflnnocence

and of Experience - kwam hij niets tegen dat hem verder bracht.

Toen Julian de kamer uitliep, zag hij op de onder het bureau geschoven

stoel de tas liggen die Simone de avond daarvoor bij zich had. De tas leek

maar net groot genoeg voor een of twee onmisbare vrouwenspulletjes. Hij

pakte hem op en maakte hem open. Tot zijn grote verbazing zaten er helemaal

geen vrouwenspulletjes in, tenzij je van mening was dat een vol magazijn

voor een .25 kaliber automatisch wapen daartoe behoorde.

O, mijn god, dacht Julian. En dat was nog heel mild uitgedrukt.

Er was een patroonhouder, dus moest er ook een wapen zijn - ook al was

dat wapen op dit moment, technisch gezien, niet samen met het magazijn.

Dat kon alleen maar betekenen dat het wapen ergens anders was. Hij vreesde

dat daar waar het wapen was, ook Simone Van Dormer was. En waar

Simone was, daar was Brian Richie. En waar Brian Richie was, daar liep het

uit de hand.

O, god, dacht Julian weer. Nee, dat zou ze nooit doen. Simone Van Dormer

had ongetwijfeld een heel goede reden gehad om terug te gaan naar

Cincinnati met een wapen in haar tas - een andere reden dan dat ze van

plan was om Brian Richie vol te pompen met lood. Als Julian nou maar wist

waar ze was, dan kon hij haar naar die reden vragen. Helaas had hij geen

flauw idee waar ze uithing. Hoewel ze al een tijd uit Cincinnati weg was, was

ze hier toch geboren. Ze wist vast en zeker nog wel de weg. Ze kon overal

zijn.

Maar, ja zeg, Julian had zich nog nooit uit het veld laten slaan door een

gebrek aan kennis. Geen denken aan. Hij was niet voor niets detective. Hij

kon iedereen opsporen. Zelfs Simone Van Dormer. Dat zou hem heus wel

lukken.

Hij hoopte alleen niet dat ze over een lijk heengebogen stond en een

wapen vasthield met een leeggeschoten magazijn.