Dertien

'Goedenavond, St. Louis! Ben je op weg naar huis vanuit je werk en zet je

net de radio aan? Vandaag hebben we de hele dag een eighties-donderdag

voor je. De volgende groep is A Flock of Seagulls met hun grote hit I Ran So

Far Away.'

Wyatt zette de radio uit en bedacht dat hij waarschijnlijk precies zou

moeten doen wat het liedje suggereerde. In plaats daarvan wierp hij een

snelle blik op Eve, die naast hem in de auto zat en er verbazingwekkend -

en ongetwijfeld bedrieglijk - kalm uitzag.

'Oké,' zei hij, 'maar ik heb je niet precies verteld naar wiens reünie ik je

zou brengen, of wel?'

Op haar beurt wierp ze hem een blik toe die... Wauw. Hij had nooit geweten

dat de ogen van een vrouw zo angstaanjagend kwaad konden staan.

Haar hoofd kon nu elk moment beginnen rond te draaien, en dan zou daar

ongetwijfeld dat erwtensoepgedoe uit The Exorcist op volgen. Plotseling

wilde hij dat hij uit voorzorg een crucifix had meegenomen, en wat wijwater

en een duiveluitdrijver. Of in elk geval een paar knoflookdragees.

'Nou?' vroeg hij. 'Nee, dat heb ik niet gedaan. Ik herinner me duidelijk dat

ik zei: "ik breng je naar de reünie." Niet "je" reünie. Niet "onze" reünie. Gewoon

"de" reünie. Wat staat daar?'

Hij wees op het bord dat omhoogstak in het midden van de parkeerplaats

van de Holiday Inn, waar de auto nu stond. Het tekende zich af tegen een

adembenemende zonsondergang die de westelijke lucht met strepen roze,

oranje en paars kleurde, maar de schoonheid van het uitzicht ontging Eve

duidelijk. Vooral omdat ze er niet naar keek, zag Wyatt. En dat was vanwege

de eerder genoemde kwade blik die ze nog steeds op hem wierp.

Toch moest ze het hebben opgemerkt toen ze waren komen aanrijden,

want ze zei, heel ijzig: 'Ik moet je nageven dat er op dat bord daar inderdaad

"Welkom klas van '81" staat.'

'Het is namelijk absoluut mijn gave om toevallig bijzondere dingen te

ontdekken, als je het mij vraagt,' wierp Wyatt er snel tussen nu het nog kon

- want het zou lastig praten zijn met die dikke lip die hij naar zijn volle

overtuiging nu elk moment kon oplopen.

'Klas van '81,' ging ze verder. De toon van haar stem liet de temperatuur

nog tien graden zakken. 'Doheny High School,' besloot ze. 'Niet Woodhaven

High School. Doheny High School. Je probeert me nieuwsgierig te maken,

Wyatt, maar ik geloof niet dat we iemand kénnen die op Doheny High

School in St. Louis, Missouri heeft gezeten.'

Hij deed alsof hij even nadacht. 'Doheny... Doheny... Doheny... Nee, je

hebt gelijk. Ik geloof niet dat we iemand kennen die op Doheny High

School in St. Louis, Missouri heeft gezeten. Maar weet je, Eve, ik durf te

wedden dat de ervaringen van de mensen op Doheny High School behoorlijk

hetzelfde zijn geweest als die van ons op Woodhaven.'

'Denk je?'

'Zeker weten.'

Ze keek hem nadenkend aan. 'Dus jij denkt dat er op dit moment ergens

in die Holiday Inn een vrouw is die kookt van woede op een van haar mannelijke

klasgenoten?'

Hij knikte grootmoedig. 'O, nou, reken daar maar op.'

'Denk je dat ze op het punt staat hem te vermoorden?'

'Ik geloof dat dat een mogelijkheid is, ja.'

'Denk je dat ze erin zal slagen voordat de avond is afgelopen?'

Dit keer schudde Wyatt zijn hoofd. 'Nee. Niet zolang hij niet met zijn rug

naar haar toe gaat staan.'

Ze ontblootte haar tanden in iets dat een beetje op een glimlach leek - het

soort grijns dat een krokodil over heeft voor een waterzoogdier waar hij

bijna zijn ontbijt van maakt, bijvoorbeeld. 'Als ik hem was,' zei ze bits, 'zou

ik niet zo zeker van mezelf zijn.'

'Als jij hem was, zou ik bij het schoolfeest niet met jou in die auto zijn

gaan zitten. Ik bedoel, ik sta voor alles open, Eve, maar... dat is gewoon niet

mijn ding.'

Ze ademde langzaam en diep in, en hij vroeg zich af of ze hem onderhanden

zou nemen - of misschien wel met haar blote handen een belangrijk

orgaan uit hem zou scheuren - omdat hij toch weer het onzegbare had

gezegd. En eigenlijk hoopte een niet onaanzienlijk deel van hem dat ze dat

zou doen. Dat ze hem onderhanden zou nemen, in elk geval - hij was niet

echt bereid een orgaan af te staan. De laatste paar dagen had Wyatt haar expres

zitten jennen, juist omdat hij haar op de kast wilde jagen. Ze waren op

een dag rijden van Cincinnati. Morgen begon officieel hun reünie. Zijn tijd

begon op te raken. Als hij die oude verontwaardiging bij haar wilde opwekken,

moest hij het snel doen.

Een ogenblik leek het alsof hij inderdaad haar verontwaardiging zover

had opgewekt dat ze hem bij zijn strot zou grijpen, of anders wel bij zijn

kladden. Maar het moment ging voorbij zonder dat ze hem aanviel. Langzaam

werden haar vlammende ogen dof en zakte haar kaarsrechte rug in.

Zacht, heel zacht, zei ze: 'Ik wil naar huis, Wyatt. Nu. Ik wil in Ohio zijn,

waar ik hoor te zijn. Ik wil mijn oude buurt zien, ik wil mijn zus zien, en ik

wil mijn vroegere schoolvriendinnen zien.' Ze tilde haar hoofd op en keek

hem recht in de ogen. 'En ik wil jou even niet meer zien.'

Ondanks de onzekerheid die hij vanwege dat laatste zinnetje in zijn buik

voelde draaien, probeerde Wyatt haar opmerking luchtig op te vatten. 'O,

nou, je weet best dat dat niet helemaal waar is, Eve. Er zijn zat mensen van

school van wie ik wed dat je ze net zo lief niet meer ziet. Stephanie Dewitt,

bijvoorbeeld. Ik weet nog wel dat je een keer in de pauze bonen in haar

schoenen hebt gestopt. En zij is ook zo iemand die dat niet vergeet. Het kan

best dat ze op onze reünie komt opdagen met een hele doos vol Del Monte

met jouw naam erop.'

Eve zei niets, maar bleef naar hem staren, zo vlak en lusteloos dat het nog

enger was dan die Exorcist-blik die ze eerst had.

'En leraren,' voegde hij er voor de zekerheid aan toe. 'Stel nou dat er oude

leraren van ons komen? Meneer Durst, bijvoorbeeld, de leraar Engels? Weet

je nog, Eve? Je kon hem niet uitstaan, omdat hij altijd zo fanatiek op grammatica

en stijl lette.' Wyatt perste er een glimlach uit die hij voor geen millimeter

voelde. 'Weet je nog? Als je hen en hun door elkaar haalde, flipte hij

de pan uit.'

Ze haalde haar schouders op en liet ze met een zucht weer zakken. 'Ik wil

naar huis, Wyatt.'

Hij nam wat gas terug. 'Dat weet ik, Eve. Ikzelf trouwens ook. Maar dat

lukt ons vandaag niet meer. We moeten ergens overnachten. Hier bijvoorbeeld.'

'Maar...'

'We zijn zo dichtbij. Een dag rijden, niet meer. Ik beloof je dat ik je breng

waar je wilt zijn, echt waar.'

'Je had me ook beloofd dat je me naar onze reünie zou brengen.'

'De reünie,' verbeterde hij haar. 'Ik heb nooit precies duidelijk gemaakt

wiens reünie.'

Ze gaf nog een van die langzame, diepe zuchten. 'Morgen. Morgen rond

etenstijd zijn we in Cincinnati.'

'Maak je geen zorgen, Eve,' verzekerde hij haar alsof hij er het volste vetrouwen

in had. 'Zoals ik al zei. Ik breng ons waar we moeten zijn. En ik

breng ons daar op het moment dat we er moeten zijn.'

Ze zag er verre van overtuigd uit, maar Wyatt was heel zelfverzekerd. Nou

ja, tamelijk zelfverzekerd. Een beetje zelfverzekerd, in elk geval. Een pietsje.

Of zo.

Hé, ze waren toch al tot hier gekomen?

'Morgen rond etenstijd,' begon ze opnieuw. 'Ik meen het, Wyatt. Als deze

auto morgenochtend niet voor dag en dauw op de snelweg naar het oosten

rijdt, ga ik er in mijn eentje vandoor.'

Iets in de manier waarop ze het zei maakte hem aan het glimlachen.

Omdat ze het zei alsof ze het meende. En op de een of andere manier geloofde

hij dat dat het geval was. Ze zou er morgen in haar eentje vandoor

gaan als hij zich niet aan de afspraak hield. Daar was hij zeker van. Ze klonk

zelfverzekerd, onafhankelijk. Ondanks de schaduw die nog steeds over haar

blik hing, ondanks de strakke lijnen die nog steeds om haar niet-bepaaldglimlachende

mond stonden, ondanks de manier waarop ze nog steeds

soms haar schouders liet hangen...

Hij moest weer terugdenken aan de manier waarop ze zich de avond

daarvoor van hem had afgeduwd, de manier waarop ze had verklaard dat zij

dit keer degene zou zijn die zou weglopen. Hij vroeg zich af waardoor het

kwam dat ze zich plotseling had bedacht, net toen ze op het punt stonden

om...

Tja. Net toen ze op het punt stonden. Omdat hij er zelf meer dan klaar

voor was geweest. Hij glimlachte weer toen hij eraan terugdacht hoe klaar.

Nou en of. Mr. Happy was gisteravond héél blij. Wyatt kon zich zelfs niet

herinneren dat Mr. Happy ooit zo blij was geweest als gisteravond. In ieder

geval was Wyatt nog nooit zo blij geweest als gisteravond. Man, hij was nog

blijer geweest dan Mr. Happy. En Mr. Happy was behoorlijk blij geweest.

Hij had nog steeds geen idee waarom alles gisteravond volop had gewerkt

- o boy, wat was hij vol geweest - terwijl het eerder niet was gelukt. Een van

de grote mysteries van het leven, veronderstelde hij. Of misschien een van

de grote mysteries van testosteron - dat veel geheimen had, wist Wyatt.

Misschien was hij twintig jaar geleden wel gewoon te veel door Eve geïntimideerd

geweest - door haar zelfvertrouwen, haar hartstocht, haar kracht -

om het te kunnen. En misschien was hij toen wel gewoon te bang voor de

heftigheid van hun reactie op elkaar. Shit, misschien was dat laatst ook het

probleem geweest - dat hij over zoveel dingen te bang en onzeker was geweest.

Hoewel, dat water in het zwembad was echt walgelijk koud.

Maar gisteravond was Eve kwetsbaarder geweest dan hij haar ooit had gezien.

Hij had voor het eerst begrepen dat ze vroeger op school net zo bang

en onzeker was geweest als hij. En hij had zich gerealiseerd dat ze ook deze

dagen net zo angstig en kwetsbaar was als hij. Gisteravond had hij gezien

hoe Eve echt was. Geen ontzagwekkende, onbereikbare puber. Geen zorgvuldig

gecreëerde ideale vrouw. Geen perfecte, goed bewaarde herinnering.

Ze was een vrouw, een mens. Met hoop en dromen, zwakheden en angsten,

kwetsbaarheden en inzinkingen, net zoals hij die had. En dat had plotseling

alles goed gemaakt.

Tot ze was teruggedeinsd.

Wyatt wist nog steeds niet zeker wat haar daartoe had bewogen, maar ze

had er ongetwijfeld haar redenen voor gehad. Ze had duidelijk gemaakt dat

ze het niet had gedaan omdat hij dat verdiende, maar ze had net zo duidelijk

gemaakt dat het misschien wel was omdat zij het verdiende. Zij had het

initiatief genomen, ongeacht haar motieven. Ze had gedaan wat zij wilde

doen en wat zij nodig had.

Ze kwam meer in de buurt, dacht hij. Misschien niet de Eve die ze twintig

jaar geleden was, maar wel de Eve die ze altijd in zich had gehad. Stapje

voor stapje begon ze de essentie te heroveren van het meisje dat ze ooit was,

het meisje dat uiteindelijk heel goed had kunnen uitgroeien tot een sterke,

brutale, zelfverzekerde vrouw, als het lot niet in de vorm van Edwin Walsh

tussenbeide was gekomen en dat had verhinderd.

Ze was er bijna, dacht hij. En onwillekeurig vroeg hij zich af wat het haar

zou kosten om helemaal bij zichzelf te komen.

'Ach, kom op, Eve, voor de gein.'

Wyatt keek zijn metgezellin verwachtingsvol aan en wachtte op haar antwoord,

maar ze zag er niet echt uit alsof ze antwoord wilde geven. En eerlijk

is eerlijk, ze had nauwelijks een woord tegen hem gezegd sinds ze hun

respectievelijke kamers waren binnengegaan. Ze had de deur naast de zijne

beleefd opengedaan toen Wyatt aanklopte, maar ze had hem niet binnen

gevraagd. Niet dat hij dat verwachtte. Maar zelfs een ongeïnteresseerd 'Heb

het lef niet om binnen te komen, eikel', of zoiets dergelijks, zou hij toch wel

gewaardeerd hebben.

'Even voor de duidelijkheid,' zei ze plotseling, tot zijn verbazing. Hij was

niet zozeer verbaasd dat ze iets zei, maar dat het woord eikel niet bij de

woorden zat die ze had gekozen. 'Je wilt naar beneden toe en onuitgenodigd

naar de reünie van de klas uit '81 van de Doheny High School?'

Hij knikte enthousiast en herhaalde: 'Voor de gein.'

'Ze gooien ons er vast uit,' zei ze.

'Welnee,' wierp hij tegen, 'bij dit soort dingen herkent niemand elkaar. We

gaan gewoon naar beneden en pikken een paar overgebleven naamspeldjes

en lopen zo naar binnen.'

'En als de eigenaars van die naamspeldjes dan komen opdagen en bezwaar

gaan maken tegen de oplichters die hun plaatsen hebben ingepikt?'

'Geen probleem,' zei hij zelfverzekerd. 'Ik heb het een beetje uitgezocht.

Die reünie duurt al de hele week. Hij is op zondag begonnen. Iedereen die

van plan was te komen is er allang. Al die naamspeldjes die er nog liggen

zijn van mensen die niet meer komen.'

Ze kneep haar ogen tot spleetjes. 'En hoe weet je of er nog naamspeldjes

liggen?'

Hij glimlachte, deed een greep in de zak van zijn colbert en trok er twee

naamspeldjes uit. 'Zoals ik al zei. Ik heb het een beetje uitgezocht.'

'O, Wyatt.'

'Er stond een tafel buiten de eetzaal beneden met wel een stuk of twintig

of dertig van deze dingen erop. Er zat niemand bij, dus ze hebben duidelijk

de hoop opgegeven dat de eigenaars nog komen. Dus niemand zal het erg

vinden dat ik zo vrij ben geweest er twee voor ons te pakken.' Hij duwde er

een in haar hand. 'Jij bent Bitsy Stuckey.'

Eve rolde met haar ogen. 'Nou, geweldig. Wat is dat nou voor naam, Bitsy

Stuckey? Het klinkt veel te verwaand. Ze klinkt als het hoofd van de leerlingenraad,

de aanvoerster van de cheerleaders en de voorzitster van de Vereniging

van Huisvrouwen, allemaal in één persoon. Waarschijnlijk was ze

een kei in economie.'

Wyatt glimlachte trots toen hij zijn eigen naamspeldje omhooghield. 'En

ik ben Stanley Morganstern. Hij klinkt als het hoofd van de schaakclub, de

aanvoerder van het wiskundeteam en de voorzitter van de Computervereniging,

allemaal in één persoon. Waarschijnlijk wilde iedereen een kluisje

met hem delen.'

Eve probeerde haar naamspeldje aan Wyatt terug te geven. Ze hield voet

bij stuk. 'Dat kunnen we niet maken,' verklaarde ze. 'In het slechtste geval

overtreden we een wet en komen we in de gevangenis terecht. In het beste

geval is het een ernstige sociale misstap en moeten we aardappels gaan

schillen in de keuken van het motel.'

Wyatt negeerde haar uitgestoken hand en speldde zijn eigen naamspeldje

op de borstzak van zijn colbert, hetzelfde colbert als die hij die eerste

avond in Santa Barbara had gedragen. In feite was alles wat hij aanhad hetzelfde,

tot en met de stropdas met de handgeschilderde hoeladanseres. Het

waren de enige kleren voor een feestje die hij had.

'Kom op, Eve,' zei hij nogmaals paaiend. 'Wat moeten we vanavond anders

doen?'

Hij hoopte dat hij precies genoeg wellust in die vraag had laten doorklinken

om haar in de war te brengen. Blijkbaar was dat gelukt, want haar ogen

werden groot en ze bloosde allercharmantst.

'Ehhhh,' zei ze langzaam, om tijd te winnen. 'Ik, eh... eigenlijk... nou ja...

misschien kunnen we hier blijven en een film kijken.'

'Goed idee,' viel Wyatt haar bij, 'ik heb Kill Bill gemist toen hij in de bioscoop

draaide. Maar hij is vanavond op tv.'

'Ik, eh, ik dacht meer aan een film in de sfeer van Sense and Sensibility.

Die heb ik niet gezien toen hij draaide. Ondanks het feit dat hij leraar Engels

was, wist Edwin dat het iets was waar ik van zou genieten, dus wilde hij

me niet...'

Ze deed er verder het zwijgen toe. Als Eve iets over haar ex-man zei, klonk

ze altijd gekwetst en bedrukt en aarzelend, maar dit keer klonk ze kwaad en

sarcastisch en klaar voor de strijd. Inwendig applaudisseerde Wyatt voor

haar.

Toen gaapte hij haar aan, op een komische manier, hoopte hij, om haar

op te vrolijken.'Sense and Sensibility? vroeg hij ongelovig. 'Wat is daar in

godsnaam nou voor lol aan? Kill Bill is een veel betere keus, als je het mij

vraagt.'

'Ik kan me niet herinneren dat ik het aan jou vroeg.'

'Prima. Want ik ga veel liever naar die reünie.'

Ze opende haar mond om opnieuw te protesteren, maar Wyatt was haar

voor.

'Het wordt vast een leuke avond, Eve. Je zei dat ik je die nog niet had bezorgd.

Geef me een kans om waar te maken wat ik aan je vader heb beloofd.'

'Waarom? Zodat je je rekening kunt indienen?' vroeg ze, weer met die

woede, weer met dat sarcasme, weer klaar voor de strijd. Wyatt grijnsde. Ja,

hoor. Ze ging absoluut de goede kant op.

Hij schudde zijn hoofd. 'Nee, Eve, niet daarom.'

'Waarom dan?'

Hij grijnsde naar haar. 'Om je glimlach te zien.'

Ze bloosde opnieuw, nog charmanter dan eerst. Maar het enige wat ze zei

was 'O.'

Heel langzaam trok ze haar hand weer terug en ze keek naar het naamspeldje

dat ze nog vasthield. 'Bitsy Stuckey,' las ze hardop. 'Ze klinkt alsof ze

op school een leuk meisje was. Populair. Vlot. Om mee te lachen. Waarschijnlijk

was ze gelukkig.'

'Jij was ook een leuk meisje, Eve,' verzekerde Wyatt haar. 'Je was populair.

Zelfs al wil je het niet toegeven, je was vlot. En je kon ontzettend met je lachen.'

Ze kon ook gelukkig zijn, dacht hij, als ze maar wilde. En misschien, heel

misschien kon hij in dat opzicht helpen.

Ze knikte, maar zei niets terug op zijn opmerking. In plaats daarvan

draaide ze zich om, maar hij zag nog net iets glanzen in haar ogen. 'Geef me

een minuutje om andere kleren aan te trekken,' zei ze, met een bibbertje in

haar stem.

'Geen punt,' zei hij.

En voor het eerst sinds zijn vertrek uit Santa Barbara voelde Wyatt zich

alsof dat misschien gewoon de waarheid was.

Eve kon zich niet voorstellen wat haar had bezield om zich door Wyatt te

laten overhalen om naar de reünie van iemand anders te gaan. Maar ze had

een hemelsblauwe strapless coctailjurk aangetrokken, die ze kort voor haar

vertrek uit LA in een opwelling had gekocht met de bedoeling om hem op

haar eigen reünie te dragen. Al had ze zich toen afgevraagd of ze ooit het lef

zou hebben om hem aan te trekken. Nu ze in de donkere eetzaal van de Holiday

Inn stond te wachten tot Wyatt terugkwam met haar champagnecocktail,

met een naamspeldje dat haar identificeerde als Bitsy Stuckey,

moest Eve toegeven dat ze inderdaad een vreemd soort lef voelde.

Vreemd... en best lekker.

Het had wel wat om voor de verandering eens te doen alsof je iemand anders

was. Iemand van wie ze de geschiedenis helemaal zelf kon verzinnen en

onder controle kon hebben. Iemand die, had ze besloten, vrolijk, zorgeloos

en populair op school was geweest, en die daarna was getrouwd met een

knappe, uit de kluiten gewassen jongeman, Jerry genaamd, die ze op de universiteit

bij de introductiecolleges filosofie had leren kennen. Jerry werkte

nu als advocaat voor de VN en Bitsy was huismoeder die af en toe Tupperware-

parties gaf. Ze hadden drie lieve kinderen - Heather, Jessica en JJ (afkorting

voor Jerry Junior) - en een hond, Skip. Alles bij elkaar opgeteld, besloot

ze, had Bitsy een heerlijk leventje, zonder vervelende herinneringen

die het verstoorden.

Wyatt, op zijn beurt, had besloten dat Stanley Morganstern na de universiteit

naar Miami was verhuisd, goed geld had verdiend met zijn eigen softwarebedrijf

en dat vervolgens allemaal weer kwijt was geraakt in een beneveld,

maandenlang festijn van wijn, vrouwen en muziek. Nu verkocht hij

badkuipen en was hij getrouwd met een cheerleader van de Miami Dolphins,

Lacy genaamd. Hij had drie wettige kinderen met Lacy - Boris, Natasha

en Chip - en een onwettige zoon - Clarence - bij een vroegere vriendin,

Barbi.

Sommige mensen, dacht Eve, hadden gewoon helemaal geen ambitie.

'Bitsy! Bitsy Stuckey! Ik hoopte al dat je nog zou komen!'

Eve schrok zich wild toen ze ontdekte dat het niet Wyatt was die haar -

flink luidruchtig - begroette, maar iemand die ze absoluut niet kende. Een

man, om precies te zijn. Een kalende man, om preciezer te zijn. Een mollige,

kalende man, om nog preciezer te zijn. Een mollige, kalende man met

een bril die bleef staan, te dichtbij, véél te dichtbij voor Eve's gemoedsrust.

Toen hij bleef staan boog hij een beetje voorover, en staarde aandachtig

naar haar... borsten?

O ja, natuurlijk, daar had ze - zo ongeveer dan - haar naamspeldje zitten,

dacht Eve. Maar toch. Het duurde zeker niet zo lang om de woorden Bitsy

Stuckey te lezen.

Ze legde een enthousiasme in haar stem dat ze absoluut niet voelde en zei,

'Hé, hallo... eh...'

Ze gluurde naar de man zijn naamspeldje, maar voordat ze de kans kreeg

de woorden erop te lezen, sloeg hij zijn hand eroverheen. 'Raad eens?' zei

hij.

Ze glimlachte zo charmant als ze kon en zei: 'Kom op. Geef eens een hint.'

Hij glimlachte terug, maar niet zozeer charmant als wel... geil? Hmmm.

'Wil je een hint, meid?' vroeg hij. O, ja. Dat was absoluut geilheid. 'Ik zal je

een hint geven,' vervolgde hij. 'Reünie. Tweede jaar. De achterbank van Ryan

Thurmonds Chevette. Je gaf me zo'n beurt dat ik er drie dagen van moest

bijkomen.'

O, jee, dacht Eve. Misschien was Bitsy Stuckey toch niet zo'n leuk meisje

op school geweest.

'Grappig, trouwens,' voegde hij er nadenkend aan toe. 'In mijn herinnering

had je rood haar.'

Voor ze de kans kreeg te reageren - niet dat ze een idee had wat ze moest

zeggen - kwam er een andere man aanlopen.

'Hoorde ik iemand Bitsy Stuckey zeggen?' vroeg hij - ook al tamelijk geil,

als ze zich niet vergiste.

Eve begon hier een slecht gevoel over te krijgen.

'Hé, Bitsy,' zei de nieuwkomer tegen haar. Of liever gezegd, zei hij tegen

haar borsten. 'Je ziet er fantastisch uit. Maar was jij vroeger niet blond? Ach

nou ja, wat maakt het uit?' Ook hij sloeg een hand over zijn naamspeldje.

'Raad eens wie ik ben?'

Eve was zo verstandig dit keer geen hint te vragen.

'Laat ik je een hint geven,' zei hij. 'Middenbouwfeest. Onder de tribunes

achter het voetbalveld. Je liet mij en Donny Coogan een verdedigingspositie

zien die we nog nooit op het veld hadden gebruikt. Haha, heb je die grasvlekken

ooit nog uit je jurk gekregen?'

O, god, dacht Eve. Bitsy had echt huisgehouden.

'Hallo, Bitsy,' zei nog een leerling van de Doheny High School-klas van '81

die naar haar toe kwam lopen. Het was duidelijk dat deze nieuwkomer had

meegeluisterd naar de... hm, de conversatie - bij gebrek aan een beter

woord.

Alleen was de nieuwkomer een vrouw, zeer tot Eve's opluchting. Maar

meteen daarna bedacht ze dat de vrouw waarschijnlijk de boze echtgenote

was van iemand die een rol had gespeeld in een van Bitsy's wapenfeiten.

Bitsy stond waarschijnlijk op het punt het verbale pak rammel van haar

leven te krijgen. Eve maakte zich op voor de strijd.

Maar de vrouw glimlachte alleen maar. O, nee. Geil. 'Ken je me nog?'

vroeg ze met zwoele stem, terwijl ze haar naamspeldje bedekt hield. 'Oké, ik

zal je een hint geven. Sandy Steins slaapfeestje, zomer 1980. Je gaf een heel

nieuwe betekenis aan het woord manicurebeurt.'

O, ja hoor. Bitsy had absoluut huisgehouden, dacht Eve. Snel stelde ze

haar beeld van de tegenwoordige Bitsy Stuckey bij. Ze was drie keer gescheiden

van mannen met namen als Mack, Stony en Moose, en ze werkte

als stripper in een club die Monty's Girls Galore heette, onder de beroepsnaam

Bits O'Honey. Ze had een tattoo voor boven de achttien op haar rug,

van een stelletje Disney-figuren, ze keek altijd naar Cops en Jerry Springer en

ze dronk haar whisky puur. Haar favoriete bezigheid op zaterdagmiddag

was om de begonia's bij haar caravan water te geven - en er dan tussen te

gaan liggen.

'Eh, als jullie me niet kwalijk nemen,' zei Eve plotseling, 'ik heb met iemand

afgesproken, die moet ik nu echt gaan zoeken...'

'Ah, niet weggaan,' klaagde de achterbank.

'Je bent er nog maar net,' protesteerde de verdedigingspositie.

'We kunnen over vroeger praten,' pleitte de manicurebeurt.

Eve schudde resoluut haar hoofd. 'Nee, echt, ik moet op zoek naar, eh...

Stanley.'

Bij het horen van die naam werden de gezichten van haar gespreksgenoten

plotseling lijkbleek en eensgezind deden ze een enorme stap naar achteren.

'Stanley?' echode de achterbank zwakjes.

'Morganstern?' schreeuwde de verdedigingspositie.

'Stanley Morganstern?' riep de manicurebeurt uit.

Eve knikte. 'Ja...'

De achterbank schudde vol ongeloof zijn hoofd. 'Hoe bot kun je zijn? Dat

kun je je toch niet voorstellen dat die lui z'n kop hier nog durft te laten zien,'

mompelde hij.

'Niet na alles wat hij hier allemaal heeft uitgehaald,' viel de verdedigingspositie

hem bij.

'Wat een lef,' zei de manicurebeurt.

Ja. Eve kreeg hier absoluut een slecht gevoel over.

'O, kijk, ik geloof dat ik hem daar zie,' loog ze, en ze maakte zich zo zelfverzekerd

mogelijk los uit het groepje - wat, onder de omstandigheden, helemaal

niet zo zelfverzekerd was. 'Het was leuk om jullie allemaal weer eens

te zien,' loog ze verder. En niet alleen het gedeelte van het 'jullie allemaal

weer eens te zien' was een leugen. Het was niet leuk geweest. 'Oude herinneringen

ophalen is echt iets wat je een fijn, warm gevoel van binnen geeft,

vinden jullie niet?'

Bij die opmerking leken haar metgezellen ten slotte hun grimmigheid te

laten varen.

'Jou weer eens zien, Bitsy, heeft een heel warm gevoel in me opgeroepen,'

zei de achterbank met een knipoog.

'Ik heb het heet,' viel de verdedigingspositie hem met een wellustige blik

bij.

'Het lijkt hier binnen inderdaad overdreven warm, vinden jullie niet?' beaamde

de manicurebeurt lonkend.

Absoluut tijd om te gaan, besloot Eve. Onder het doen van de belofte dat

ze dit weekeinde allemaal nog meer van haar zouden zien - wat achteraf bekeken

waarschijnlijk niet zo'n gelukkige uitdrukking was - vloog Eve er zo

snel mogelijk vandoor.

Ze vond Wyatt een paar minuten later vlak bij de bar, met in één hand

haar champagnecocktail en in de andere een pilsje. Hij wist zich ternauwernood

drie mannen van het lijf te houden. Ze kwam voorzichtig dichterbij,

want ze had aan den lijve ondervonden dat de Doheny High School-klas

van '81 enorme lastpakken konden zijn.

'Kijk, jongens, het is een misverstand,' hoorde ze Wyatt zeggen toen ze

dichterbij kwam. 'Als ik... nou ja... jullie twintig jaar geleden regelmatig in

elkaar mepte, dan bied ik er mijn welgemeende excuses voor aan. Ik heb

mijn leven gebeterd, dat zeg ik jullie. Ik ben een godvruchtig man geworden.

Ja, echt. Pastoor Stanley, dat ben ik.'

'Pastoor Stanley?' zei een van de mannen. 'Jee, dat is interessant, want ik

herinner me nog goed dat ik naar je bar mitzvah ben geweest. Moest van

mijn moeder.'

'Ach, ja,' zei Wyatt. 'Nou, weet je, daar zit een heel grappig verhaal achter.'

De tweede man knakte nogal onheilspellend zijn knokkels. 'Ik herinner

me ook een grappig verhaal,' zei hij. 'Het begon ermee dat jij mij een 'sukkel

met meidenkleren' noemde en eindigde ermee dat je me met mijn kop

in de toiletpot duwde. Weet je dat nog, Stanley? Nou, ik anders wel. En nu

ben ik niet meer een kop kleiner en kilo's lichter dan jij.'

Integendeel, zag Eve, de man stak een aantal centimeters boven Wyatt uit

en was een stuk zwaarder dan hij. Verbazingwekkend wat die tweede puberteit

voor een mens kon doen.

'Luister, het spijt me,' zei Wyatt opnieuw. 'Het was een ongeluk.'

'En die keer dan dat je bij handenarbeid mijn hoofd tussen de bankschroef

klemde en zei dat je sukkelmoes met meidenkleren van me zou maken?' vroeg de derde man. 'Was dat ook een ongeluk, Stanley? Want weet

je? Ik zou je vanavond best wel eens per ongeluk een rotschop kunnen

geven, als je niet oppast.'

'O, Stanley!' riep Eve opgewekt, en zette zich schrap voor wat er zou gebeuren

als ze zich in de strijd mengde. 'Goeie genade, ik heb overal naar je

gezocht,' voegde ze eraan toe terwijl ze zich zachtjes tussen twee van de

mannen in drong. 'Ik had er helemaal niet bij stilgestaan dat je nog oude

vrienden zou tegenkomen.'

'Eh, ja,' zei Wyatt benauwd en zichtbaar opgelucht haar te zien. 'Hé, jongens,'

voegde hij er haastig aan toe, 'jullie herinneren je Bitsy Stuckey toch

nog wel?'

Alle drie de mannen draaiden zich van Wyatt naar Eve en hun uitdrukking

veranderde in een vloek en een zucht van kwaadwillend in... o, verdorie...

geil.

'Bitsy!' zei de eerste man. 'De laatste keer dat ik jou heb gezien was bij het

huwelijk van Tony Carmichael. Ja, dat was een echt religieuze ervaring die

ik met jou in het biechthokje had.'

O, schaamde Bitsy zich dan nergens voor? vroeg Eve zich af. Ze wachtte tot

de twee andere mannen hun vroegere ontmoetingen met Bitsy weer naar

boven hadden gehaald - de eerste had blijkbaar haar sluisdeuren geopend

aan de oever van de Mississippi, en de tweede bleek hete liefde bij de apen

te hebben gehad, in de dierentuin van St. Louis - en stak toen haar arm

door die van Wyatt.

'Ja, ach, ik vind het ook altijd ontzettend leuk om herinneringen op te

halen,' zei ze, 'maar Stanley en ik zijn nu een stel. We zijn heel gelukkig met

elkaar.'

'Jij en pastoor Stanley?' vroeg de eerste man sceptisch.

Oeps. Eve was dat even vergeten.

De tweede man porde de eerste veelbetekenend met zijn elleboog tussen

zijn ribben. 'Blijkbaar ben je niet de enige die fijne herinneringen aan dat

biechthokje heeft,' grapte hij.

'Ja, zeg dat wel, het verbaast me niks dat Stanley bekeerd is,' knikte de

derde man.

De drie mannen lachten een paar keer bulderend om hun eigen lompe

grappen - niet dat Eve dat niet zelf over Wyatt en zichzelf had uitgeroepen,

dat moest ze toegeven - en werden toen opeens weer serieus. Eigenlijk was

'bedreigend' een beter woord.

'Je kunt je de rest van het weekend maar beter gedeisd houden, pastoor

Stanley,' zei de leider van het groepje. 'We zitten niet meer op school, weet

je'

Nou, niemand had de situatie correcter kunnen omschrijven dan zo,

dacht Eve.

Ze zuchtte diep. Het beloofde een lange avond te worden.