HOOFDSTUK 8
Shelagh wist dat Beatrice haar niet mocht. De weduwe was steeds in huis en bracht vele uren door in de kamer die Cesare als kantoor gebruikte. Toen Shelagh er eens genoeg van had, had ze er een opmerking over gemaakt, maar Cesare had haar een berisping gegeven. Hij had gezegd dat ze zich moest realiseren dat de zaken van de Contessa zeer ingewikkeld waren. Hij was tot executeur van het testament van de echtgenoot benoemd en als oude vriend van de familie was het zijn plicht haar zoveel mogelijk bij te staan. Hij had zijn opmerking besloten met:
‘Je bent toch zeker niet jaloers op Bea, is het wel?’
Zijn grijze ogen hadden haar doordringend aangekeken, en Shelagh had zich gehaast het te ontkennen.
‘Natuurlijk niet. Ik zou toch nooit jaloers op haar kunnen zijn.’
Hij slaakte een diepe zucht, en zei: ‘Daar zal ik ook nooit aanleiding toe geven.’
Ze hoopte dat het waar was, maar ze had wel geleerd dat Italiaanse mannen er de hand niet voor omdraaiden hun vrouwen te bedriegen.
Ze dineerden verschillende keren buiten de deur. Geen grote diners, maar veel intiemer met zes of acht gasten. Shelagh leerde hoe ze zich met zelfvertrouwen moest gedragen en hoe ze in beleefd Italiaans een gesprek moest voeren, hoewel de echte geestdrift daarbij ontbrak. Cesare stond er steeds op dat ze goed gekleed ging en besteedde grote sommen aan kleren en kapsalons, maar ze trok zich niets aan van zijn vrienden van middelbare leeftijd en hun vrouwen met hun scherpe blikken. Ze was er zich van bewust dat de society zich verwonderd over Cesare’s huwelijk en dat er eindeloos gespeculeerd werd. Ze vermoedde dat de konklusie wel zou luiden: Geen grotere gek dan een oude gek. Als ze geen sociale verplichtingen hadden, ging Cesare ’s avonds meestal uit. Hij liet haar dan alleen dineren en ze was bang dat hij het gezelschap van Beatrice ging zoeken. De Contessa was nog steeds in de rouw en verscheen niet in het openbaar.
Shelagh’s vaste metgezel was Margarita. Tijdens de weekends en op de talloze heiligendagen gingen ze samen de bergen in of naar het strand. Dan droegen ze altijd vrijetijdskleding en als het weer goed was, namen ze een picknick-mand mee. Soms bracht Margarita een vriendinnetje mee en dan hadden ze dolle pret. Er stond hen altijd een wagen met chauffeur ter beschikking want Shelagh kon niet rijden en Cesare wilde niet dat ze alleen uitgingen. De chauffeur ging meestal in een van de talloze café’s wijn zitten drinken en domino spelen totdat zij klaar waren om weer naar huis te gaan. Dat duurde zo totdat Beatrice di Monticelli aandacht aan Cesare’s dochter ging besteden.
Shelagh had plannen gemaakt voor een tocht langs de kust per trein. Zoals zovele kinderen was Rita opgevoed met auto’s en genoot van het nieuwtje om per trein of bus te reizen. Ze zaten aan het ontbijt te praten over wat ze die dag zouden gaan doen toen de Contessa de kamer binnenkwam. Shelagh keek haar verbaasd aan, stond op om haar te begroeten en zag hoe ze fronsend naar haar ongebruikelijke kleding keek. Omdat het nog warm was, droeg Rita een kort broekje met een truitje. Shelagh had een sweater en een lange broek aan.
‘Ik vrees dat mijn man er niet is,’ zei Shelagh tegen hun gast.
Beatrice glimlachte. ‘Dat weet ik, signorina. Ik ben voor de kleine gekomen. Ik weet dat je vakantie hebt, Margarita, en ik ga je een dagje mee naar Alassio nemen. Ik heb het gisteravond met je papa afgesproken.’
Opstandig keek Rita haar aan. ‘Ik zou met mama in de trein gaan.’
‘Trein? Madonna mia, waarom in zo’n smerig ding reizen. We gaan met de auto en in Alassio gaan we met de boot naar het Isola Gallinera. Vind je dat niet leuk?’
Twijfelend keek Rita Shelagh aan. ‘Ik wil wel in een boot.’
‘Natuurlijk is dat leuk,’ zei de Contessa. ‘Daarna gaan we eten in een ristorante, net als een echte dame. En ik zal een cadeautje voor je kopen als herinnering aan de dag. Maar je zult je wel behoorlijk moeten aankleden.’
‘Kan Mamma ook niet meegaan?’ vroeg Rita.
‘Ik weet wel zeker dat ze daar niets voor zal voelen,’ zei Beatrice. ‘Drie is zo’n akelig aantal.’ Ze glimlachte vals tegen Shelagh. ‘Ga je maar gauw verkleden, piccolina. Je vader vond dat we elkaar wat beter moeten leren kennen.’
Het noemen van haar vaders naam, deed voor Rita de deur dicht. Ze holde de gang in, en riep: ‘Un momento, signora. Concetta zal mijn beste jurk wel opzoeken.’
Haar verdriet wegslikkend, zei Shelagh: ‘Een korte broek is toch geschikt voor een boottocht?’
‘Niet geschikt voor een Signorina Barsini,’ antwoordde Beatrice ijzig. ‘Ik wil niet gezien worden met una ragazza, die eruit ziet als een zwerfster. We weten wel dat Engelsen zich niet druk maken over kleding.’ Ze staarde naar Shelagh’s lange broek. ‘Maar ik heb nu eenmaal stand op te houden, en Cesare ook.’
Die avond kwam Rita thuis met armen vol cadeaux en ze babbelde opgewonden over het kippen eiland dat zo genoemd werd omdat de Romeinen daar kippen geïntroduceerd hadden. Ze was oververmoeid en opgewonden en ging te keer toen Shelagh haar naar bed wilde brengen. Omdat ze teveel gesnoept had, moest ze tenslotte overgeven.
Die avond was Cesare bij wijze van uitzondering thuis, en Shelagh beklaagde zich bij hem.
‘Ze heeft niet alleen mijn plannen in de war gestuurd, maar ze heeft het kind tot in de grond verwend. Ze was uitgeput en onhandelbaar.’
‘Dat is jammer,’ zei Cesare, ‘omdat Bea zelf geen kinderen heeft, is ze er niet aan gewend, maar ze heeft het goed bedoeld. Ik zal haar waarschuwen dat ze de volgende keer niet zo gul mag zijn.’
‘De volgende keer?’ Shelagh keek hem verontwaardigd aan. ‘Sta je haar dan een volgende keer toe?’
‘Maar natuurlijk. Die arme Bea is eenzaam. Ze heeft een groot verlies geleden, en is blij wat afleiding bij dat kleintje te vinden. Je wilt haar Rita’s gezelschap toch niet ontzeggen?’
Dat wilde Shelagh echter wel want ze wist dat het Beatrice’s bedoeling was om het kind van haar te vervreemden, maar dat kon ze Cesare niet vertellen.
‘Ik ben ook eenzaam,’ protesteerde ze.
‘Dat hoef je niet te zijn. Er zijn voldoende mensen die graag met je zouden willen uitgaaan, als je maar niet zo stug was.’
‘Die zijn mijn soort niet,’ vertelde ze hem. ‘We... we hebben niets gemeen.’ Ze keek hem vragend aan. ‘Als jij me maar wat meer tijd kon geven. Dit is de eerste keer datje deze week aan tafel bent gekomen.’
‘Mia cara, ik moet geld verdienen,’ antwoordde hij koel. ‘Mijn werk blijft niet tot de kantooruren beperkt. Ik moet ’s avonds met klanten uit. De konkurrentie wordt met de dag sterker. Als Camillo maar niet...’ Hij zweeg en beet op zijn lip. Shelagh wist dat hij gehoopt had dat zijn zoon een gedeelte van zijn taak zou overnemen.
‘Maar in Venetië...’ begon ze, eraan denkend dat hij het toen heel wat gemakkelijker had gehad.
‘Zelfs een groot zakenman heeft vakantie,’ merkte hij op. ‘Maar het grootste deel van de zaken in Venetië zijn naar hier overgebracht. In de middeleeuwen waren Venetië en Genua grote konkurrenten, maar nu werken ze samen. Het werk neemt steeds toe.’ Hij legde een hand op het voorhoofd. ‘Zelfs ik heb ontspanning nodig.’
‘Kan ik je niet ergens mee helpen? Ik heb uiteindelijk op een kantoor gewerkt.’
Verbaasd keek hij haar aan en begon te lachen.
‘Nee, nee, mia cara. Zoiets zou ik nooit van je durven vragen. Blijf er liever mooi uitzien, en leidt mijn huishouden. Dat is alles wat ik van je vraag.’
Maar ze leidde zijn huishouden niet, dat deed het vakbekwame personeel, en verder had ze niets te doen. Nu ging het er naar uitzien dat Rita haar ook nog ontnomen zou worden... om de Contessa te troosten.
‘Je vraagt zo weinig, Cesare. Ik zou... veel meer kunnen geven.’
‘Zou je dat kunnen?’ Zijn blik gleed over haar roomblanke schouders en het diepe decolleté. Ze had haar groene ogen neergeslagen en haar roodgouden haar glansde zachtjes in het licht. Even kwam er een hartstochtelijke blik in zijn ogen, en Shelagh voelde hoe haar hart sneller ging kloppen toen hij opstond, en zei:
‘Je weet niet wat je zegt. Je bent nog zo jong en pril, en ik... ik begin oud te worden. Dat heb je me meer dan eens laten merken. Scusi.'
Ze waren net aan het dessert begonnen. Abrupt liep hij de kamer uit en liet een half geschilde appel op zijn bord liggen.
Shelagh bedacht dat het veel waardiger zou zijn om naar Engeland terug te keren en haar vroegere leven weer op te vatten, dan op deze manier getolereerd te worden in het huis van Cesare. Als ze dat zou doen, was de weg vrij voor de Contessa. Ze zou liever uit vrije wil gaan, dan door Cesare weg gestuurd te worden. Toch trok Engeland haar weinig aan.
Kerstmis kwam en ging weer. Shelagh had geschenken gekocht voor Rita en Gillian, en had een kerstkaart naar de nonnen gestuurd. Haar verplichtingen waren griezelig klein. Er was een groot aantal kaarten namens haar en Cesare te verzenden geweest aan mensen die niet meer dan een naam voor haar waren. Ze had Cesare iets willen geven, maar hij had alles al, bovendien zou het met zijn eigen geld betaald worden. Toch wilde ze hem niet uitsluiten en daarom kocht ze een onyx bureau-set voor hem. Hij gaf haar een diamanten armband.
Het Nieuwjaar werd er in Italië veel meer feest gevierd dan met kerstmis. Cesare nam Shelagh en Rita op Nieuwjaarsdag mee naar de flat van de Contessa om nieuwjaar te wensen.
Beatrice woonde in een moderne flat en haar kamers waren fraai gemeubileerd. Cesare gaf haar een klein, verzegeld pakje waarin ongetwijfeld een sieraad zou zitten, dacht Shelagh.
Toen de Contessa haar blik ontmoette, zei ze:
‘Dat is de gewoonte op il primo dell' anno.’
Januari begon nat en koud voor Italië. Op een droge dag, toen Shelagh de villa deprimerend vond en nu Cesare weg was en Rita op school, besloot ze wat te gaan wandelen. Ze hoopte dat wat beweging en frisse lucht haar goed zouden doen.
Ze stapte de straat op en was zich vagelijk bewust van een mannelijke gestalte aan de andere kant, die haar aandachtig stond op te nemen. Snel liep ze verder in de hoop dat hij haar niet zou volgen. Ze had al eerder ervaring opgedaan met opdringende Italianen.
‘Sancia!’
Verstijfd bleef ze stilstaan. Slechts één persoon had haar zo genoemd en allerlei herinneringen kwamen bij haar op. De zonovergoten stranden van Venetië, het korte opbloeien van hun liefde en hartstocht. Langzaam keerde ze zich om en zag de jonge man met uitgestrekte armen op haar toekomen.
‘Sancia, baby.’
‘Camillo.’
Te verbaasd om hem te weerstaan, liet ze zich door hem omhelzen. Zijn lippen zochten de hare, warm en hongerig, maar ze kon zijn kus niet beantwoorden. Zijn lichamelijke aantrekkingskracht voor haar was dood, merkte ze opgelucht. Met vlammende blik scheurde ze zich los.
‘Cam, hoe durf je. Hier midden op straat.’
Gelukkig was het weer gaan regenen en waren eventuele kijkers in de huizen verdwenen.
‘Nog steeds een beetje preuts, nietwaar? Baby, je trekt je altijd terug, daarom moet ik mezelf wel helpen.’ Ze merkte dat er een Amerikaans accent in zijn Italiaans geslopen was, en vond dat geen verbetering. ‘Ik moet met je praten,’ ging hij verder. ‘Het is belangrijk.’
Ze schudde het hoofd.
‘Ik heb niets te zeggen, Cam.’
Ze wilde doorlopen, maar hij greep haar bij de arm.
‘Ach, kom nou, baby. Je kunt niet zomaar bij me weg lopen. Ik heb je hulp nodig.’
‘Jij bent bij mij weggelopen,’ zei ze bitter.
‘Ben je nog steeds boos op me?’ Hij deed verrast. ‘Mijn lieve vader zal je wel mooie verhaaltjes over me hebben opgedist, en hij zal me wel voor schurk hebben uitgemaakt.’
Hij huiverde. De goedkope regenjas die hij droeg, gaf niet veel bescherming tegen de regen die nu in stromen naar beneden viel. Schelagh’s witte regenjas en haar kapje boden veel betere bescherming.
‘Kom mee, liefje,’ drong hij aan, ‘dan gaan we naar een plekje waar we kunnen praten, en dan zal ik je precies vertellen wat er gebeurd is. Je zult verstomd staan.’
Het Amerikaanse accent was irritant, maar zijn toon was vleiend en zijn grote donkere ogen keken haar bewonderend aan. Het verveelde Shelagh, maar ze vond het wel prettig bewonderd te worden na Cesare’s koele hoffelijkheid. Misschien was het wel amusant om aan te horen hoe Camillo zou pogen zich te verontschuldigen. Hij kon haar nu toch niet meer kwetsen. Bovendien was ze wel nieuwsgierig naar haar opvolgster want Cesare had haar immers verteld dat er een andere vrouw in het spel was.
‘Goed dan, ik ga met je koffiedrinken,’ gaf ze toe. ‘Maar ik heb niet veel tijd.’
Met een hand op haar arm, leidde Camillo haar een zijstraat in waar een ultra-moderne, rode sportwagen geparkeerd stond. Verrast keek ze er naar; hij was dus niet platzak, tenzij die wagen gestolen was. Dat zou haar overigens ook niet verbaasd hebben. Er kwam een roekeloze bui over haar. Met dit avontuurtje had ze niets te verliezen en het zou in ieder geval helpen om die eindeloos vervelende middag door te komen.
Met de gebruikelijke snelheid van Italiaanse chauffeurs reed Camillo de stad uit. Van tijd tot tijd keek ze naar de man naast zich. Hij was wat dikker geworden en zijn knappe gezicht stond hard. Toch was hij nog steeds te herkennen als de charmante jongeman die haar bedrogen had. Zijn profiel leek op dat van zijn vader, behalve dan de zwakke kin. Lange wimpers benadrukte zijn Latijnse afkomst. Zijn krullende zwarte haar hing tot over zijn oren en er zaten diverse schitterende ringen aan zijn bruine vingers.
Met gierende banden reed hij de autoweg af naar een zijweggetje dat bij de zee uitkwam. Daar remde hij scherp bij een posticceria waar koffie en cake te krijgen was. Hij sprong uit de wagen en hield het portier voor haar open.
‘Avanti, carissima!’
‘Je gedraagt je als een acteur in een dramatische film,’ zei ze, toen hij haar hielp uitstappen.
‘Grappig dat je dat zegt,’ zei hij, ‘want dat ben ik ook.’
‘Echt?’
‘Ik zal het je zo vertellen.’
Ze gingen de pasticceria binnen. Het was er vrij donker en er stonden schermen tussen de tafeltjes. Kennelijk kende Camillo de zaak. Hij zocht een afgescheiden plaatsje, bestelde koffie en cake, die prompt gebracht werd. Ondertussen maakte hij Shelagh komplimentjes. Ze zag er liever uit dan ooit, had veel meer houding gekregen en stijl, maar haar jeugdige charme bezat ze nog steeds.
‘Vooruit,’ zei ze, toen de serveerster verdwenen was, ‘schei uit met je vleierijen en vertel.’
Ze zat tegenover hem en nam hem met haar groene ogen op. Voor het eerst vertoonde hij een lichte verlegenheid en wendde het hoofd af.
‘Liefje, je zult het niet willen geloven.’
‘Probeer het toch maar.’
Hij schonk haar een stralende glimlach. ‘Ik ben gekomen om het weer goed te maken met de oude heer,’ zei hij grof. ‘Uiteindelijk ben ik zijn enige zoon.’ Zijn blik gleed over haar slanke figuurtje. ‘Ik hoopte dat jij hem zou kunnen overhalen om me te vergeven.’
‘Waarom zou ik?’ vroeg Shelagh koel.
‘Omdat je een aanbiddelijk vrouwtje bent en geen haatdragend hart hebt. Je hebt eens van me gehouden. Als jij tegen mijn vader zegt dat ik er spijt van heb, en al dat fraais meer...’ Hij maakte een gebaar.
‘Kun je dat dan zelf niet doen?’
‘Ik heb hem een poosje geleden een brief geschreven, maar hij heeft geen antwoord gegeven.’
‘Dat verbaast me niets,’ merkte Shelagh op. Ze kon zich niet herinneren dat Cesare iets over zijn toenadering had gezegd. Ze stak de hand op om Camillo’s woordenvloed te bezweren.
‘Schaam je je dan helemaal niet, Cam? Je hebt je afschuwelijk gedragen en hij is een eerbaar mens. Je hebt hem gekwetst, en hij was niet de enige die gekwetst was.’ Ze keek hem verwijtend aan. ‘Wat dacht je van mij?’
‘Ach, baby, jou heb ik voor geen geld van de wereld willen kwetsen,’ riep Camillo uit. ‘Je begrijpt er niets van. Wat ik gedaan heb, was alleen voor jou.’
‘Oh, echt, Cam?’ riep Shelagh walgend uit, en wilde van de tafel opstaan. Ze had schoon genoeg van Camillo die, naar ze vermoedde, slechts was teruggekomen om geld van zijn vader los te krijgen. Zijn laatste bewering was waanzinnig. Hij greep haar hand om haar tegen te houden.
‘Nee, luister, luister. Jij gelooft dat ik je ontrouw ben geweest, maar dat is niet zo.’
‘Nou, goed dan, Cam.’ Shelagh liet zich weer in haar stoel zakken. ‘Ik luister, maar je zult een heel goed verhaal moeten verzinnen om mij te kunnen overtuigen.’
‘Terwijl jij weg was, heb ik die Amerikaanse dame ontmoet in Portofino. Ze was actrice... gepensioneerd.’
‘Natuurlijk,’ knikte Shelagh. ‘En ze was mooi? En vriendelijk?’ ‘Ach, verdorie,’ barstte Camillo los. ‘En wat dan nog als ze dat was. Was het een zonde om haar te bewonderen? Het punt is dat ze mij bewonderde. Ze zei dat ik de knapste jongeman was die ze ooit ontmoet had. Ik had het gezicht en de charme van een tweede Valentino. Alles wat ik nodig had, was een kans.’
‘En die heeft zij je aangeboden?’ vroeg Shelagh liefjes. Ze begon schoon genoeg te krijgen van Camillo’s zelfverheerlijking.
‘Het was zakelijk, zaken tussen ons twee,’ legde Camillo uit. ‘Dat zweer ik, liefje.’ Hij begon moeite te krijgen met de Engelse grammatika. Hij gestikuleerde opgewonden. ‘We hebben gepraat en gepraat. Toen ze naar Amerika terugging, wilde ze dat ik met haar mee ging, maar ik dacht alleen aan jou, bambina. Verliefd keek hij Shelagh aan. ‘Ik heb haar verteld dat we zouden gaan trouwen. Ik heb gezegd dat ik niet weg kon. Misschien later dan, zei ze. Maar toen had ze ineens een pracht kans voor me, een fantastische rol in een beroemde film. Als ik een ster wilde worden, moest ik met haar meekomen. Als ik niet met haar mee zou gaan, zou alles verloren zijn. Ik voelde dat ik moest meegaan.’ Zijn stem werd zachter en voor het eerst zag hij er ernstig uit. ‘Ik heb nooit zakenman willen worden. De hele dag achter een bureau zitten, stapels papieren... brr.’ Hij spreidde de handen. ‘Niks voor mij. Ik heb de kans om beroemd en rijk te worden. Dit is het leven waarvoor ik gemaakt ben... en...’ Hij keek haar vragend aan. ‘Voor jou ben ik teruggekomen. Ik wilde het aan jouw voeten leggen.’
De valse noot in zijn stem drong tot Schelagh door. Camillo was gemeen van het begin tot het eind, en iedereeen wist wat voor verhouding hij met zijn Amerikaanse vriendin had gehad.
‘Geloof me, baby, op dat moment was het belangrijk om te verdwijnen voor de oude heer er achter zou komen. Hij zou me tegen gehouden hebben. Maar als ik aan jouw komst naar Venetië denk, breekt mijn hart weer. Mijn vriendin begrijpt heel goed dat ik alleen van jou hou. Ze zegt dat als je echt van me houdt, je me niet in de weg zult staan.’
‘Als dit allemaal waar is,’ zei Shelagh koel, ongevoelig voor de smekende blik uit zijn ogen, ‘dan had je het me kunnen laten weten en dan hadden we de bruiloft kunnen uitstellen.’
‘Dat durfde ik niet, Sancia. Dan zou ik een reden hebben moeten opgeven en als je dat aan mijn vader verteld zou hebben, zou hij me tegen gehouden hebben. Hij heeft me altijd afgehouden van de dingen die ik wilde doen. Er was geen tijd, ik moest eenvoudig zo snel mogelijk afreizen.’
‘Maar je had wel tijd om me een briefje te schrijven dat je me niet zou komen afhalen.’
‘Ik dacht dat je wel zou begrijpen dat er iets geweldigs gebeurd was,’ zei Camillo. ‘Alleen een overweldigende gebeurtenis zou me bij jou hebben kunnen weghouden. Ik mocht die kans eenvoudig niet missen Ik was er zeker van dat als ik rijk en beroemd zou terugkomen, jij me zou vergeven, maar...’ Hij keek haar beschuldigend aan 'Jij kon niet wachten.’
‘En ben je beroemd en rijk terug gekomen'’' vroeg Shelagh, zijn verwijt negerend.
Camillo keek haar onthutst aan. ‘Niet precies,’ gaf hij toe. ‘Mijn vriendin heeft me in de steek gelaten. Er was geen rol voor me, ze wilde... maar ik zal je niet lastig vallen met bijzonderheden.’ Shelagh moest er bijna om lachen. ‘Zie je nu dat ik je trouw gebleven ben? Maar ik doe het verschrikkelijk goed, ik ben topmodel. Ik poseer voor advertenties en mijn tijd bij de film zal heus wel komen. Ik verdien goed geld.’
‘Ik ben blij dat te horen,’ zei Shelagh, zich afvragend wat ze eigenlijk ooit in Camillo Barsini gezien had. Die jongen liep naast zijn schoenen van verwaandheid. Het was onbegrijpelijk dat dit een zoon van Cesare was, maar hij had haar eens verteld dat zijn eerste vrouw een leeghoofd was geweest. Bovendien had Giovanna hem in zijn jeugd tot in de grond verwend.
‘Waarom ben je eigenlijk hier?’ vroeg ze. Als hij niet om geld kwam bedelen, was daar geen reden voor.
‘Hoe kun je dat vragen?’ vroeg hij. ‘Ik ben voor zaken in Rome. Ik ben even overgevlogen om mijn geliefde te kunnen zien.’
Shelagh hief de hand. ‘Daar komt niets van in, Cam. Toen ik met je vader getrouwd ben, was alles tussen ons voorbij.’
Camillo grinnikte. ‘Ik wist wel dat hij voor je zou zorgen, maar je wilt toch niet beweren dat je van hem houdt. Niet zoals wij van elkaar gehouden hebben.’
‘Niet op de manier waarop wij van elkaar gehouden hebben,’ gaf Shelagh toe. Er was geen overeenkomst tussen de diepe liefde die ze eens voor Camillo voelde en de dankbaarheid die ze nu voor Cesare voelde. ‘Maar hij was diep geschokt door jouw gedrag en ik zie geen mogelijkheid voor je om het weer bij te leggen. Laat ons alsjeblief met rust, Cam. We zijn... gelukkig getrouwd.’ Camillo was snel genoeg om de lichte aarzeling te merken. ‘Ik stel voor datje het volgende vliegtuig naar Rome neemt, en verder gaat met de loopbaan die je voor jezelf gekozen hebt.’
‘Ach, schei nou uit, baby,’ zeurde Camillo. ‘Ik ben per wagen gekomen, en je hoeft je voor mij niet zo groot te houden, ik neem het je niet kwalijk dat je de oude heer geaccepteerd hebt, veel keus had je niet, maar het is niet nodig om te doen alsof je een toegewijde echtgenote bent. Ik ben bij je terug gekomen, carissima, begrijp je dat dan niet? We kunnen weer samen zijn. Je bent erg mooi geworden, Sancia, echt heel erg mooi. Het was de moeite waard om op je te wachten.’
‘Zeg zulke dingen niet,’ zei Shelagh scherp. ‘Ben je soms vergeten dat je nu mijn stiefzoon bent?’
Uit het veld geslagen keek Camillo haar aan. Kennelijk had hij nog niet nagedacht over hun nu wel gekompliceerde relatie. Het was Shelagh ook net te binnen geschoten.
‘Dio mio,’ riep hij uit, en begon te lachen. Mia matrigna. Wat fantastisch.’
‘Vind je ook niet?’ gaf Shelagh toe. ‘Maar het is echt waar.’
‘Mia piccola matrigna,’ herhaalde Camillo. ‘Dat maakt je heel bijzonder. Toen ik je terug zag, werd ik overspoeld door herinneringen aan Venetië, en ik was helemaal vergeten dat je nu deel uitmaakt van de familie. Je moet mijn vader echt zien over te halen om me te vergeven, dan kunnen we een gelukkig gezin worden.’
Shelagh zuchtte. ‘Zo eenvoudig ligt het niet, Cam.’
‘Er schuilt een adder onder het gras, nietwaar?’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘Wel, dat ik van jouw leeftijd ben. Natuurlijk heb ik mijn vader in de gaten gehouden, en de roddelpraatjes uit Genua bereiken zelfs Rome. Bea di Monticelli is weduwe geworden, en pa volgt haar als een schaduw.’
Shelagh drukte de hand tegen de lippen om het trillen van haar mond voor hem te verbergen. Cesare’s belangstelling voor Beatrice was dus algemeen bekend, en Camillo wist zelfs dat haar huwelijk bedreigd werd.
‘Nu ik erover nadenk,’ ging Camillo verder, ‘heeft mijn vader wel een ellendige tijd doorgemaakt. Eerst overleed mijn moeder bij mijn geboorte, en toen is hem dat huwelijk met Carlotta d’ Este door mijn grootvader opgedrongen. Hij moest haar om haar naam en geld trouwen. Ik geloof niet dat hij lang gerouwd heeft toen ze gestorven was. hij heeft Bea al jaren achterna gelopen, en nu ze eindelijk vrij is, zit hij met jou opgescheept. Idioot, vind je ook niet?’
‘Het was erg nobel van hem...’ begon Shelagh, verlangend Cesare te verdedigen.
‘Hij heeft er in ieder geval plezier aan beleefd, nietwaar?’ zei Camillo grof. ‘Maar Bea zou beter bij hem passen. Ze is van zijn leeftijd.’ Pei zend fronste hij. ‘Ik durf te wedden dat hij maar al te graag in een scheiding zou toestemmen als je hem erom zou vragen. Hij zal vast en zeker bereid zijn een gunstige regeling voor je te treffen. Maak je geen zorgen, klein stiefmoedertje, ik neem je mee naar Amerika en met wat hij je geeft, kunnen we een zaak beginnen. Je hebt het gezicht en het figuur om een goed fotomodel te worden, en samen zullen we ruim voldoende verdienen.’ Hij glimlachte tegen haar met zijn bekende, charmante glimlachje. ‘Ik zal wel voor je zorgen, baby.’
‘Dat is geweldig van je,’ zei Shelagh sarkastisch. ‘Dat heb je eerder ook al zo goed gedaan, nietwaar?’
‘Laat dat nu rusten, baby. Ik heb toch uitgelegd hoe het allemaal gekomen is,’ zei hij op een manier alsof hij aannam dat zijn verhaal voldoende geweest was om zijn gedrag goed te praten. ‘We moeten nu aan de toekomst denken.’
‘Een toekomst waarvan jij geen deel uitmaakt, Cam,’ vertelde Shelagh hem. Haar niet gelovend, lachte hij. Ze stond op. ‘Ik moet nu terug, als je het niet erg vindt. Rita komt straks uit school.’
‘Mijn lieve, kleine zusje. Wat zou ik haar graag weer eens zien.’
‘Onzin,’ antwoordde ze heftig. ‘Je weet best dat jullie elkaar niet kunnen uitstaan.’
Hij wilde net gaan protesteren toen de serveerster met de nota verscheen. Terwijl Camillo die betaalde, bestudeerde Shelagh hem aandachtig. Ineens realiseerde ze zich dat ze ternauwernood aan een groot gevaar ontsnapt was. Vandaag had ze de echte Camillo Barsini gezien, en dat was haar niet meegevallen. Als hij een sterker karakter had, zou hij anders geweest zijn, maar niets kon zijn enorme zelfverheerlijking wegnemen. De serveerster keek hem lief lachend aan, en Camillo beantwoordde haar blik onmiddellijk.
‘Je bent onverbeterlijk, Cam,’ zei Shelagh, toen ze samen naar de wagen liepen.
‘Wat heb ik nu weer gedaan?’ vroeg hij. Onschuldig keek hij haar aan. ‘Ik kan het toch ook niet helpen dat de meisjes me met van die vragende ogen aankijken. Die daar is een echte kat.’
‘Ken je haar dan?’
‘Neem je het me dan kwalijk dat ik ergens troost zoek als ik uit mijn eigen huis verstoten word?’
Bijna had Shelagh hem gevraagd wiens schuld dat dan wel was, maar ze haalde slechts de schouders op. Misschien kon Camillo niets aan zijn onverantwoordelijke gedrag doen.
Hij herhaalde de roekeloze rit naar de stad en ondertussen zat Shelagh zich af te vragen of ze zijn komst aan Cesare zou melden. Als ze er zeker van kon zijn dat hij naar Rome zou terug gaan, was het misschien beter van niet, maar ze twijfelde eraan of dat zijn werkelijke bedoeling was.
Toen hij op enige afstand van het huis langs het trottoir stopte, zagen ze Cesare en Beatrice op de stoep voor het huis staan, op het punt de hal binnen te gaan. Ze waren zo in hun gesprek verdiept dat ze de deur nog niet hadden opengemaakt. Cesare’s trotse hoofd was naar haar toegebogen, en haar hand lag op zijn arm.
‘Zie je nu wel dat geruchten waar zijn,’ zei Camillo triomfantelijk, toen hij het portier voor Shelagh openhield. Ontdaan stapte ze op het trottoir en voor ze wist wat zijn bedoeling was, had Camillo haar in zijn armen genomen en kuste haar hartstochtelijk op de mond.
‘Gegroet mia matrigna,’ zei hij met een ondeugende grijns, en liet haar toen los.
Nerveus keek Shelagh naar de voordeur, maar Cesare en de Contessa waren al verdwenen. Als ze Camillo gezien zouden hebben, zouden ze zeker gebleven zijn. Ze was bang dat hij erop zou aandringen met haar mee naar binnen te gaan, maar tot haar opluchting wuifde hij met zijn hand ten afscheid. ‘Tot ziens.’ Hij sprong in de wagen, en reed met brullende motor weg.
Toen ze de voordeur openmaakte, besloot ze om Cesare onmiddelijk te vertellen dat zijn zoon in Genua was. Die jongeman was kennelijk van plan haar opnieuw te komen opzoeken, en ze moest er niet aan denken dat Cesare haar ervan zou verdenken dat ze hem in het geheim ontmoet had. Ze zou hem vertellen dat Camillo was thuis gekomen en om vergiffenis had gevraagd. Dan zou hij zelf kunnen doen wat hem het beste voorkwam. Ze keek in de salotto, maar die was leeg. Cesare moest zich met Beatrice in zijn heiligdom hebben opgesloten onder het voorwendsel dat er zaken besproken moesten worden. Gewoonlijk ging ze die kamer nooit binnen als hij er was. Besluiteloos bleef ze in de hal staan, zich afvragend hoelang de Contessa deze keer zou blijven. Ze trok haar regenjas uit en gooide die over een van de stoelen. Als ze naar boven zou gaan, zou ze Cesare misschien mislopen.
Het huis van de Barsinis was een groot gebouw. Vroeger was het een paleis geweest, maar nu was het gemoderniseerd. De voordeur was op gelijke hoogte met de straat, maar de meeste ramen waren aan de achterkant en keken uit op de tuin die in de richting van de zee afliep. Achter het huis was een geplaveid terras. De hal was ruim en met marmer gedecoreerd, en gaf toegang tot de monumentale trap. Shelagh beschouwde het altijd meer als de vestibule van een hotel, dan de entree van een woonhuis.
Met stijgend ongeduld wachtte ze af. Ze wilde haar nieuws niet vertellen in het bijzijn van de Contessa. Toen begon de woede zich van haar meester te maken. Er werd verondersteld dat dit haar huis was en Cesare was haar wettelijke echtgenoot. Naar de bliksem die Contessa. Ze zou zijn kamer binnen stappen en hem alleen te spreken vragen.
Vastberaden liep ze de gang door. Haar rubberzolen maakten geen geluid op het marmer en luid klopte ze op de gesloten deur van zijn kamer. Ze dacht dat ze geritsel hoorde en verstikt gelach, en ze werd steeds bozer. Wat waren die twee daar aan het uitvoeren? Zaken?
Toen riep ze: ‘Ik ben het, Shelagh, en ik heb nieuws voor je. Ze duwde de deur open en bleef verstijfd staan kijken naar wat ze binnen zag.
Cesare hield Beatrice in zijn armen, en zij had haar armen om zijn hals geslagen. Haar zwarte sluier lag in een hoop op de vloer, en haar dikke, zwarte haar was losgeraakt en hing bijna tot op haar middel. Het lijfje van haar japon was losgeraakt en haar ogen waren gesloten. Haar mond stond half open in extase.
Verhalen zijn één ding, ze moeten bewezen worden, maar het zien van iets is een overtuigend bewijs. Shelagh wist meteen dat haar vrees werkelijkheid was geworden.