HOOFDSTUK 7

 

 

 

Shelagh deed het raam open dat uitzicht gaf op de haven van Genua. Het huis van de Barsinis was gebouwd aan de voet van een heuvel. Er lagen diverse cruiseschepen in de haven die gepavoiseerd waren met gekleurde lichtjes. Er zou best een Engels schip bij kunnen zijn.

Vanavond zou ze als gastvrouw moeten optreden tijdens een groot diner. Haar debuut bij de zakenrelaties van Cesare. Ze voelde zich misselijk van angst om te zullen falen.

Met een zucht trok ze het raam weer dicht en liep de slaapkamer in. Hij was zo luxe gemeubileerd dat ze er nooit van had durven dromen. Iemand, ze wist niet meer wie, had verraden dat hij was ingericht door Carlotta d’Este toen ze hier als bruid gekomen was. Carlotta moest deze kamer met hem gedeeld hebben, en hier in verwachting geraakt zijn.

De Italiaanse kamenier had haar avondjurk op het bed uitgelegd. Het was een kreatie in Griekse stijl met een strak lijfje en een wijde rok. Hij was wit met een fijne geborduurde rand in goud langs de hals. Een japon die Josephine Bonaparte gedragen kon hebben. Ze zou er de smaragden ketting bij dragen. Hij was uit de safe gehaald en lag al klaar op de toilettafel. Bij hun aankomst in Genua had Cesare haar er een bijpassende armband bij gegeven.

Een kamer en kleren goed voor een koningin. Cesare had haar bedolven onder alle dingen die voor geld te koop waren. Het was net of hij het goed wilde maken voor iets wat hij haar niet kon geven en wat veel waardevoller was dan alle geschenken... zijn liefde. Ze had gehoord dat de Contessa nu ook in Genua geïnstalleerd was. Waarschijnlijk ging Cesare regelmatig bij haar op bezoek.

Met een zucht ging Shelagh op het stoeltje voor de toilettafel zitten en begon haar make-up aan te brengen. Ze had geen foundation nodig want ze was nog gebronsd door de Venetiaanse zon. Ze bracht slechts wat mascara, oogschaduw en lippestift aan. De spiegel toonde haar meisjesachtige figuurtje. Ze zag er belachelijk jong uit voor de rol die ze vanavond moest gaan vervullen.

‘Je ziet er helemaal niet slecht uit,’ mompelde ze tegen zichzelf, ‘en je bent nog jong, veel jonger dan die Contessa di Monticelli. Wat heeft zij dat ik niet heb? Cesare heeft me steeds als een kind behandeld, maar ik ben snel volwassen aan het worden.’

Maar niet snel genoeg. Het ontbrak haar nog aan ervaring, en dat was iets wat de Contessa waarschijnlijk in hoge mate bezat.

Ze stak het haar hoog op. In die dure japon en met die schitterende juwelen zou ze er als de perfekte gastvrouw uitzien. Misschien zou Cesare nu eens de vrouw in haar gaan ontdekken.

Haar spiegelbeeld stelde haar tevreden. Vergenoegd keek ze er naar toen er op de deur geklopt werd.

Avanti,’ riep ze.

De deur ging open en Cesare stond op de drempel. Schitterend in zijn avondkostuum. Hij zag er heel gedistingeerd uit.

Met de blik strak op haar gevestigd, kwam Cesare de kamer binnen.

‘Dio mio... é bellissima.’

De zachte Italiaanse woorden klonken Shelagh als liefkozingen in de oren en haar hart begon te bonzen. De vele spiegels in de kamer weerspiegelde haar roodgouden haar en haar tere figuurtje, en ook de elegance van de man die op haar toekwam.

‘Amore mia! Mia vita!’ mompelde hij hees.

Shelagh kreeg het gevoel dat haar hart zou barsten. Zou ze al gewonnen hebben voor het gevecht begonnen was? Ze keerde zich naar hem om, verwachtend dat hij haar in zijn armen zou nemen.

Maar ze werden gestoord.

Voor Cesare haar bereikt had, vloog er een donkere wervelwind de kamer binnen, die zich aan Shelagh vastklemde.

Het was Rita in haar nachtpon, en ze snikte hysterisch. Shelagh knielde bij het kind en nam haar in haar armen.

‘Wat is er liefje?’ vroeg ze. ‘Waar is Concetta?’

‘Ik haat Concetta,’ snikte Rita. ‘Ik wil bij jou zijn, mama. Ik vind het hier niet prettig en ik haat die afschuwelijke school. Neem me mee terug naar Venetië.’

‘Dit is belachelijk,’ zei Cesare ernstig. ‘Shelagh, je japon zal kreukelen. Rita, je mag mama’s kamer niet binnen komen zonder kloppen, en je behoort in bed te liggen. Ga onmiddellijk naar je kamer terug.’

Hij zag lijkwit en zijn ogen schitterden.

‘Het arme kind is helemaal van streek,’ verdedigde Shelagh het meisje. ‘Wat was het, lieverd? Een nare droom?’

‘Si, si, een nare droom. Ik ben naar jou gekomen, mama, om die spoken weg te sturen.’

Ze staarde naar haar vader en zocht bescherming in Shelagh’s armen, maar de uitdrukking op zijn gezicht werd niet zachter.

‘Shelagh heeft nu geen tijd om zich met jou te bemoeien,’ zei hij ijzig. ‘Je probeert excuses te vinden om ons te vertragen. Je kunt niet naar Venetië terug, en je hebt me zelf verteld dat je het prettig vindt om naar school te gaan. En wat die nare droom betreft, daar geloof ik niets van. Ga nu onmiddellijk naar je kamer terug... presto!’

‘Dat doe ik niet,’ gilde Rita. ‘Ik wil het niet, en ik ga niet. Ik wil bij mama blijven, mijn nieuwe mama. Je hebt me haar zelf gegeven om voor me te zorgen. Ze wil helemaal niet naar dat afschuwelijke feest van jou. Mama, blijf bij mij.’

Echt een klein kind, dacht Shelagh. Cesare was niet van plan het te accepteren.

‘Je bent een ondeugend, slechtgemanierd kind,’ zei hij tegen zijn dochtertje. Hij keerde zich om toen Concetta de kamer binnenkwam.

‘Is dit de manier waarop je op de signorina past?’ vroeg Cesare koel. ‘Neem haar mee naar haar kamer, en zorg dat ze daar blijft.’

Scusi, scusi, signore,’ verontschuldigde het meisje zich. ‘Ze is slim, dat kleintje, en ze is onder mijn handen weggeglipt.’

‘Basta,’ beet Cesare haar toe. ‘Margarita, ga onmiddellijk mee.’

Rita was nu in een driftige huilbui uitgebarsten. Ze klemde zich aan Shelagh vast, die moeite had zich in bedwang te houden.

‘Ga maar gauw, lieverd,’ fluisterde ze.

Concetta deed een stap voorwaarts om de hand van het kind te kunnen grijpen, maar haar hand werd weggeslagen. Snikkend holde Rita naar de deur.

‘Misschien kan ze toch maar beter naar een kostschool in een klooster gaan,’ zei Cesare.

‘Nee,’ zei Shelagh vastberaden, ‘daar is ze nog veel te jong voor.’

‘Dan zul je haar beter onder de duim moeten houden.’ Hij keek op zijn horloge. ‘Haal je stola, liefje, anders komen we te laat.’

Shelagh wierp een blik in de spiegel om te kijken of Rita haar haren niet in de war had gemaakt. Ze zag dat Cesare met een raadselachtige blik in zijn ogen stond te wachten. Hij kon toch niet jaloers op zijn dochter zijn?

Hij nam de bontstola van haar over, en legde hem zachtjes om haar schouders. Zijn handen bleven even op haar schouders rusten. De intimiteit van dat gebaar en zijn aanwezigheid in de kamer beroerden haar heftig. Hij boog het hoofd en kuste haar in de nek.

De aanraking van zijn lippen deed het bloed in haar aderen bruisen, maar ze was te boos over zijn gedrag tegenover zijn dochtertje dat ze lief tegen hem kon doen.

‘Molto bella,’ mompelde hij, en ze werd er zich van bewust dat het slechts Italiaanse hoffelijk tegenover een mooie vrouw van hem was. Het had verder niets te betekenen. Ze trok de stola dichter om zich heen en deed een stap voorwaarts.

‘Ik ga even bij Rita kijken en haar welterusten zeggen,’ zei ze.

‘Doe dat alsjeblieft niet,’ antwoordde Cesare. ‘Het hele spelletje werd gespeeld om je te vertragen, en ze was verschrikkelijk brutaal. Ik veracht brutaliteiten, zeker als die van vrouwen komen.’

Shelagh herinnerde zich dat hij zich ook zo geërgerd had aan Rita’s brutaliteit toen Gillian er was, maar die episode was geëndigd met een nachtkus.

‘Mag ik haar dan niet even een nachtkus geven?’ vroeg ze.

‘Ik neem aan dat je dat al eerder gedaan hebt,’ zei Cesare, en pakte haar arm. ‘Ik kan dat soort scènes niet uitstaan.’

‘Is dat niet een beetje onaardig van je? Ze had een nare droom gehad en kwam bij mij troost zoeken.’

‘Die nare droom was jouw idee, niet de hare. Ik verbied je naar Margarita te gaan.’

‘Verbieden!’ Shelagh’s ogen begonnen te fonkelen. ‘Ik sta erop even bij haar te gaan kijken voor we weggaan.’

De greep op haar arm werd steviger, en de stem van Cesare werd ijskoud.

‘Shelagh, je bent mijn vrouw, niet het kindermeisje van Rita. Jullie zijn mij allebei gehoorzaamheid verschuldigd. Rita is een eigenzinnig kind. Ze wilde alleen maar de aandacht op zichzelf vestigen omdat wij uitgaan. Ik wil niet dat mijn dochter verwend wordt door misplaatste toegeeflijkheid.’

Het vuur verdween langzaam uit Shelagh’s groene ogen, en ze boog het hoofd. Er kwam een fletse blos van vernedering op haar wangen. Rita was zijn kind, niet het hare. Hij moest bepalen hoe ze zou worden opgevoed.

Toen hij merkte dat haar opstandigheid verdwenen was, liet Cesare haar arm los en maakte een gebaar in de richting van de deur.

‘Kom nu mee anders zijn we veel te laat.’

Shelagh liep langs hem heen de gang in en begon de grote trap af te lopen. Ze voelde zich ellendig na al die emoties. Haar zenuwen waren zo gespannen dat ze er hoofdpijn van kreeg. Ze voelde het langzaam opkomen. Ze vermoedde dat Cesare zich zo geërgerd had aan Rita’s komst omdat... wat? Ze was er zich van bewust dat haar verschijning diepere gevoelens bij hem had opgeroepen, maar ze durfde zich niet te vleien met de gedachte dat het meer dan een verlangen van voorbijgaande aard was geweest. Toen Rita was binnen gekomen, was het onmiddelijk verdwenen, maar het was niet eerlijk van hem dat hij zijn teleurstelling op het kind verhaalde. Had hij haar niet gezegd dat een deel van hun overeenkomst diende om Rita een moeder te geven? Toch zei hij dat ze haar verwende als ze zich als zodanig gedroeg. Hoe durfde hij haar te verbieden het kind goedenacht te gaan zeggen! Ze haatte hem en ze zou niet als gastvrouw optreden op zijn feest. Daar kon hij haar niet toe dwingen.

Toen ze bij de voordeur aankwamen, en ze zich omdraaide om haar besluit kenbaar te maken, was hij haar voor door te zeggen: ‘De laatste keer dat we het oneens waren over Rita, heb ik gezegd dat mijn wensen in alle opzichten gehoorzaamd zouden worden.’

‘Maar dat was in Venetië,’ begon ze, ‘voor...’ Vóór ze alles over Beatrice di Monticelli geweten had, en ze zich nog veilig gevoeld had.

‘Heeft je verblijfplaats dan invloed op je loyaliteit?’ vroeg hij met een raadselachtig glimlachje.

‘Nee, natuurlijk niet.’ Ze haalde de schouders op. Ze kon zich nu niet terugtrekken, hij zou haar verachten om haar zwakheid, ook al had ze nu echt barstende hoofdpijn.

Hij beduidde haar dat ze door de deur moest gaan die een bediende voor hen openhield. Ze liep met geheven hoofd door en Cesare ging haar voorbij de trap af die naar de straat leidde. Daar bleef hij bij de wagen staan wachten om haar te helpen instappen. Ze huiverde bij de aanraking van zijn hand en er kwam een fijn glimlachje om zijn mond.

‘Haat je me om mijn vaderlijke strengheid?’ vroeg hij ironisch.

‘Ik walg van je,’ antwoordde ze heftig.

Hij nam haar niet serieus en begon te lachen, en ging naast haar zitten. Hij gaf er de voorkeur aan om zelf te rijden.

Shelagh leunde achterover in de luxe kussen van de grote Mercedes. Ze was zo gespannen als een boog, er van overtuigd dat de avond al gedoemd was te mislukken voor hij begonnen was.

In het hotel bogen de portiers en kelners als knipmessen toen ze naar de zaal geleid werden waar Cesare zijn gasten zou ontvangen. Het waren voornamelijk zakenlieden van middelbare leeftijd. Dikke mannen met even omvangrijke vrouwen, die wanhopig strijd voerden tegen het vorderen van de jaren. Shelagh bleef bleekjes staan terwijl ze aan haar werden voorgesteld. De mannen kusten haar de hand, de vrouwen gaven haar een kus op de wang. Naderhand kon ze zich geen enkele naam meer herinneren. Ze probeerde vriendelijke opmerkingen te maken. Uiteindelijk was het de eerste keer dat Cesare met zijn jonge bruid in het openbaar verscheen. Door de zenuwen en de barstende hoofdpijn liet haar Italiaans haar in de steek en begon ze in het Engels te stamelen.

Het diner was een nachtmerrie. Iedere hap die ze nam, maakte haar inwendige spanning groter en de wijn deed haar hoofd bijna barsten. Ze probeerde met de heren naast zich een gesprek te voeren, maar geen van beiden sprak Engels. Aan het eind van het diner werd er een toast op haar uitgebracht en ze was zo in de war dat ze niet wist of ze moest opstaan of blijven zitten. Ze zag dat Cesare sarcastisch glimlachend in haar richting keek. Zou hij denken dat hij nauwelijks te feliciteren was met zo’n linkse, domme bruid? Hij dekte haar echter door te bedanken in een bloemrijke, geestige speech waarin hij zichzelf gelukkig prees zo’n mooie, gracieuse bruid gevonden te hebben. De blik die hij haar toewierp, was echter allesbehalve liefderijk. Het werd nog erger toen ze niet merkte dat Cesare haar beduidde om de dames naar de lounge te leiden. Een zware, lelijke vrouw wees haar op haar tekortkoming. Haastig stond ze op en stootte haar volle glas wijn om. Instinctief begon ze de vlek met haar servet op te nemen, in plaats van het aan de kelner over te laten.

‘Permesso, signora,’ zei de man. Onder Cesare’s vernietigende blik vluchtte ze naar de lounge. Ze kreeg het gevoel dat de andere dames geamuseerde blikken in haar richting wierpen en ze was er wel zeker van dat ze heimelijk uitgelachen werd. Ze was blij dat de kelners de taak van koffie inschenken op zich namen. Ze verlangde naar de komst van Cesare om bij hem steun te kunnen zoeken, maar die bleef met zijn kollega’s zitten praten. Zoals gebruikelijk gingen de dames aan een kant van de zaal zitten, en de mannen aan de andere. Voelend dat ze het huishoudelijke gebabbel van de matrones niet zou kunnen verdragen, verdween ze met haar kopje koffie achter een afscheiding van planten. Alhoewel haar kennis van het gesproken Italiaans haar in de steek gelaten had, kon ze wel verstaan wat er gezegd werd. Ze hoorde een dame zeggen dat de nieuwe Signora Barsini dan wel mooi mocht zijn, maar dat ze niet meer hersens had dan een pop, en dat Cesare, die geestige vrouwen wist te waarderen, wel gauw genoeg van haar zou krijgen.

‘Zeker nu de Contessa di Monticelli weduwe geworden is,’ voegde een andere dame er kwaadaardig aan toe. ‘Je weet toch zeker wel dat ze tegenwoordig in Genua woont en er wordt gezegd dat hij haar iedere dag gaat bezoeken.’

Hun stemmen werden zachter, maar Shelagh ving de woorden op... nieuwe wet..., scheiding... Er werd dus al geroddeld over haar man en Beatrice. Shelagh’s vernedering was hiermee kompleet.

Zwijgend reden ze naar huis. Shelagh was er zich van bewust dat Cesare haar van tijd tot tijd van opzij aankeek, maar ze sprak geen woord. Als hij haar optreden zou gaan bekritiseren, zou ze hem de mond snoeren tot morgenochtend als ze beter in staat zou zijn hem het hoofd te bieden. Maar hij zei geen woord totdat ze bij de villa aankwamen. Hij hielp haar uitstappen en leidde haar met een bezorgd gebaar de trap op. Zijn blik bleef echter onveranderlijk koel.

Boven aan de trap trok ze haar arm los uit de zijne, en zei veel scherper dan ze bedoeld had: ‘Dank je, ik kan het verder zelf wel af. Ik ben niet kreupel.’

‘Ik heb nooit gezegd dat je dat wel bent, mia cara,’ antwoordde hij. ‘Maar je ziet zo bleek en je was zo stil vanavond, dat ik dacht dat je ziek was. Ik heb je bij mijn kollega’s verontschuldigd.’

‘Ik neem aan dat je wel iets hebt te zeggen om de onhandigheid van je vrouw te verontschuldigen,’ beet Shelagh hem toe. Ze zou niet toegeven dat ze migraine had, want ze twijfelde aan de oprechtheid van zijn bezorgdheid.

‘Laat ik je vertellen dat ik je vrienden net zo vervelend en leeghoofdig gevonden heb, als zij mij kennelijk gevonden hebben.’

In een poging het trillen van haar stem te beheersen, was ze luider gaan spreken, en hij keek om zich heen of er geen bedienden in de buurt waren.

‘Vanavond praten we niet verder, je bent moe,’ zei hij. ‘Als je er verder over door wilt gaan, zullen we dat morgenochtend doen. Ik moet nu de wagen in de garage gaan zetten.’

Hij liep de hal door, en Shelagh begon de trap op te lopen.

De volgende ochtend werd Shelagh wakker en trof Rita zittend op het voeteinde van haar bed aan. Ze was keurig gekleed in haar schooluniformpje.

‘Buon giorno, mama,’ zei ze vrolijk. ‘Papa heeft gezegd dat ik goedendag moest gaan zeggen voor ik naar school ga. Ik heb met hem ontbeten. Het was te vroeg om je wakker te maken, zie je, en hij gaat me naar het klooster rijden. Ik ga leren hoe ik me als een echte dame moet gedragen.’

Cesare had kennelijk zijn dochtertje een preek gegeven over wat er in de toekomst van haar verwacht zou worden, dacht Shelagh, en dat moest een diepe indruk op het kind gemaakt hebben.

Nadenkend antwoordde Shelagh: ‘En gisteravond heb je gezegd dat je die school haatte.’

‘Oh, dat is eigenlijk niet zo. Het is best leuk om te kunnen spelen met meisjes van mijn eigen leeftijd.’ Ze sprong van het bed af, gaf Shelagh een kus, en maakte toen een buiging.

Ciao, Mamma.’

Ze vloog de kamer uit, en liet Shelagh achter met een gevoel dat ze zelfs wat Rita betreft overbodig was. Cesare had meer invloed op het kind dan zij.

Shelagh zag Cesare niet voor het diner. Tijdens de maaltijd was hij ijzig beleefd en deed afwezig. De volgende dagen was hij steeds afwezig en ze begon zich af te vragen of hij haar soms ontweek. Nu Rita op school was, had ze veel tijd voor zichzelf en ze begon de stad te bekijken.

Toen ze op een dag van een van haar excursies thuis kwam, trof ze Cesare aan in de zitkamer waar hij zat te praten met een lange vrouw met bruin haar. Toen ze binnenkwam, zaten ze samen op de bank en zijn donkere hoofd was naar zijn gast gebogen. Ze hoorden haar binnenkomen voor ze zich kon terugtrekken, en de dame draaide het hoofd om en glimlachte.

‘Ah, Cesare, dit moet je bruidje zijn.’ Ze stond op, liep op Shelagh toe, greep haar handen en kuste haar op beide wangen. ‘Mia Cara, wij moeten goede vrienden worden want ik ken Cesare al heel lang.’

Shelagh had Cesare’s formele introduktie niet nodig want dit moest de Contessa di Monticelli zijn. Ze mompelde een nietszeggend antwoord en toen belde Cesare om koffie. Bruidje, dacht ze verontwaardigd, wat had Cesare verteld. Verwijtend keek ze hem aan, maar hij glimlachte ondeugend terug. Kennelijk amuseerde Beatrice’s begroeting hem.

Het koffieblad werd binnen gebracht en Shelagh ontfermde zich erover. Beatrice legde beslag op Cesare’s aandacht. Ze begonnen te praten over wederzijdse kennissen. Daardoor kreeg Shelagh ruim de gelegenheid haar op te nemen. Beatrice di Monticelli was lang en bezat een schitterend figuur. Haar bewegingen waren gratieus en ze bewoog zich als een kat. Haar donkere haar was naar achteren gekapt en haar gelaatstrekken waren klassiek. Ze had een muzikale stem, en haar lach was zondermeer sexy. Alles aan haar was perfekt. Ze bezat ook het zelfvertrouwen dat Shelagh miste, de arrogantie van haar afkomst en... ze is keihard, dacht Shelagh, zo hard als diamant. Toch behandelt Cesare haar als een teer kasplantje. Ze vroeg zich af of ze een excuus zou kunnen verzinnen om het paar alleen te laten. Ze begon zich als het derde rad aan de wagen te voelen toen Cesare aan de telefoon geroepen werd.

‘Houd jij onze gast even bezig,’ zei hij tegen Shelagh. ‘Het zal niet lang duren.’

‘Kom naast me zitten,’ zei Beatrice, en wees op de plaats die Cesare verlaten had. Met tegenzin nam Shelagh de uitnodiging aan. De harde, blauwe ogen bestudeerden haar, en ze voelde de kracht van de magnetische persoonlijkheid van de vrouw. Het was of ze alle energie uit haar wegtrok zodat ze zich als een automaat ging voelen.

‘Laat me je eens bekijken, mia cara,’ zei Beatrice op lieve toon. Ze sprak Engels zonder het minste spoortje van een accent. ‘Wat ben je nog jong! Je maakt dat Cesare en ik ons oud gaan voelen... hoe zeg je dat ook weer... oude bokken.’

Shelagh mompelde een beleefd antwoord waarin ze zei dat dat absoluut niet zo was; allebei waren ze nog zeer vitaal. De ogen van Beatrice werden gericht op haar tere figuurtje in het wollen jurkje, en er kwam een medelijdend glimlachje om haar mond. Haar afkeuring maakte kennelijk de Ierse afkomst in Shelagh wakker. Ze gooide het hoofd in de nek, en zei met vonkende groene ogen:

‘Wel, madam, nu u me goed bekeken heeft, wat is uw konklusie? Ik ben geen kind meer, weet u, ik ben over de eenentwintig.'

‘D'accordo, je verbaast me. Vergeef me de nieuwsgierigheid van een oude vriendin, en Cesare en ik zijn oude vrienden. Natuurlijk intrigeert de derde vrouw van Cesare me. Je zou toch zeggen dat na twee pogingen op het huwelijkspad, die allebei zo tragisch geëindigd zijn, hij er niet veel meer voor zou voelen een derde poging te wagen. Als hij het voor het kind gedaan heeft, had hij beter een oudere vrouw kunnen zoeken.’

‘Maar dat is toch zeker zijn zaak,’ antwoordde Shelagh koel.

D’accordo maar...’ De Contessa schudde het hoofd. ‘Mannen kunnen zo zwak zijn als er een listige vrouw in het spel is.’ Shelagh’s ogen vonkten opnieuw, maar de oudere vrouw ging rustig verder: ‘We hadden nooit gedacht dat iemand Carlotta’s plaats zou gaan innemen. Zijn hart was gebroken toen ze overleed. Mijn man en ik hebben haar goed gekend. We zijn op de bruiloft geweest. Zijn eerste vrouw heb ik niet gekend, maar dat was niet meer dan een kalverliefde. Gelukkig is ze na de geboorte van een zoon gestorven. Weet je dat hij nog een zoon heeft?’

Shelagh knikte, opgelucht dat Cesare haar verhouding met Camillo niet verraden had. Ze zou het niet kunnen verdragen als deze hooghartige Italiaanse zou weten hoe hij haar behandeld had.

‘Ik heb begrepen dat hij in Amerika zit,’ ging Beatrice verder.

‘Ik geloof van wel.’ Shelagh voelde er niets voor om het gesprek verder te voeren.

‘Het kleine meisje is van Carlotta,’ vertelde de Contessa overbodig. ‘Zo’n schatje. Arme Carlotta, ze heeft niet lang van haar baby kunnen genieten. Ze was zo’n lief wezentje... zo elegant, zo intellectueel... maar helaas zo teer. Cesare was zo trots op haar intelligentie, en aanbad haar. Ik vrees dat jij een moeilijke taak, eigenlijk een onmogelijke taak, zult hebben om... om haar plaats in te nemen.’

‘Ik ben ook niet van plan dat te proberen,’ bracht Shelagh met moeite uit. De Contessa prees haar voorgangsters om haar ongeschiktheid te onderstrepen, maar zelfs zij kon niet beweren dat Carlotta mooi geweest was.

‘Maar Cesare verwacht toch zeker...?’ Opnieuw keek ze haar onderzoekend aan, maar Shelagh gaf geen antwoord. ‘Dat rode haar,’ zuchtte Beatrice. ‘Sommige mensen vinden het mooi, maar ik vind het altijd een beetje... buitennissig, om het zachtjes uit te drukken.’

‘Als u vulgair bedoelt, waarom zegt u dat dan niet?’ antwoordde Shelagh. ‘Maar hadden de Venetiaanse edelvrouwen dan geen rood haar?’

‘Mia cara, daar kun je jezelf toch niet mee vergelijken,’ protesteerde Beatrice. ‘Zoals je zelf al zegt; dat waren edelvrouwen.’ Ze maakte een afwerend gebaar met de hand. ‘Je zult je wel kunnen voorstellen hoe verbaasd we waren toen we hoorden dat Cesare weer getrouwd was. Ik had verwacht dat het een dame van rond de dertig zou zijn, met misschien een flinke bruidsschat. Dat zou te begrijpen geweest zijn, maar een zó jong meisje dat bovendien zó naïef is!’ Ze schudde afkeurend het hoofd.

‘U praat alsof jong zijn een misdrijf is,’ riep Shelagh uit. ‘En naïviteit gaat gauw genoeg voorbij.’

‘Maar dat is bij jou toch niet het geval, is het wel, cara?’ kirde Beatrice. ‘Je bent nog onbedorven. Geen wonder dat Cesare het in het begin amusant vond, maar op den duur wordt het wel hinderlijk, en als het op parties aankomt...’ Beatrice schudde opnieuw het hoofd. ‘Wat moet Cesare’s trots daar onder geleden hebben.’

Shelagh kreeg een kleur en voelde zich ellendig. Cesare moest haar over dat ongelukkige diner verteld hebben, en het feit dat haar man haar falen met Beatrice besproken had, kwam als een dolksteek in haar hart.

‘Ik kan haar in gedachten zien zitten,’ ging Beatrice dromerig verder, ‘gezeten aan het hoofd van Cesare’s tafel, zo waardig en zo gratieus. Ze droeg altijd de Barsini smaragden... een schitterend collier. Je moet Cesare eens vragen het je te laten zien, het is werkelijk prachtig.’

‘Ik heb het gedragen,’ zei Shelagh triomfantelijk.

Vol afschuw keek Beatrice haar aan. ‘Questo si che é troppo,’ mompelde ze.

‘We zijn in Engeland natuurlijk niet zo formeel,’ begon Shelagh, maar de Contessa onderbrak haar:

‘Ook dat nog. Moest Cesare nu met een Engels meisje trouwen? Zich met een turista afgeven?’

Opnieuw kreeg Shelagh een kleur. Ze wist dat de Italiaanse upper class de vrijheden van de buitenlandse meisjes met argwaan bekeken.

‘Slechter kan het eenvoudig niet,’ mopperde de Contessa, maar nu was ze te ver gegaan.

‘U bent beledigend, signora,’ riep Shelagh uit met een vlammende blik in haar ogen. ‘Ik ben een fatsoenlijke vrouw, en alhoewel u het misschien niet geloven wilt, ik ben de keuze van mijn echtgenoot. Ik vrees dat hij aan me vastzit.’

Beatrice glimlachte raadselachtig en Shelagh vreesde dat ze zou gaan zeggen dat hij wel een uitweg zou vinden, maar inplaats daarvan klopte de Contessa haar op de hand en zei sussend:

‘Rustig maar, mia cara, ik wilde je niet boos maken. Ik heb slechts de verwarring van Cesare’s vrienden onder woorden gebracht.’ Tot haar opluchting kwam Cesare op dat ogenblik de kamer binnen. Beatrice stond op en legde een hand op zijn mouw.

‘Ik ben blij de gelegenheid te hebben gehad om met je vrouw kennis te maken. We hebben een... hoe noem je dat ook weer... vertrouwelijk gesprek gehad.’ Ze wierp Shelagh een verveelde blik toe. ‘Maar nu moet ik gaan. We zullen elkaar spoedig weer ontmoeten, nietwaar?’

Shelagh stond van de bank op en verdroeg een nieuwe Judasomhelzing van de vertrekkende gast. Cesare deed haar uitgeleide.

Shelagh liep naar de spiegel en begon de plek waar de lippen van de Contessa haar wang geraakt hadden met haar zakdoekje af te wrijven. De kamer leek vergeven van haar exotische parfum. Net toen Cesare de kamer weer binnen kwam, deed Shelagh het raam open.

‘Charmante vrouw, vind je ook niet?’ zei hij.

‘Verschrikkelijk,’ antwoordde Shelagh. Hij kon er geen idee van hebben hoe zijn vriendin haar had uitgedaagd.

‘Ik heb een gevoel of er een stoomwals over me heengegaan is,’ voegde ze eraan toe.

Vragend keek Cesare haar aan. ‘Wat kies je toch een vreemde woorden. Wil je daarmee zeggen dat ze een sterke persoonlijkheid is?’

‘Een beetje overweldigend.’

Hij zuchtte. ‘Ik zou graag willen dat jullie vrienden werden. Ik ben er zeker van dat Bea je op het sociale vlak zou kunnen helpen, als je je tenminste door haar zou willen laten leiden.’

Dat was teveel. Er kwamen rode vlekken van woede op haar wangen, maar ze beheerste zich, en zei liefjes:

‘Ik vrees dat dat niet mogelijk zal zijn, Cesare. De Contessa en ik schelen teveel in leeftijd.’ Plotseling drong het tot haar door dat wat ze gezegd had ook voor hem gold want Cesare en Beatrice waren van dezelfde leeftijd.

‘Oh, Cesare, zo bedoel ik het niet...’ riep ze uit, maar hij liep met grote passen de kamer uit. Toen ze naar hem toe wilde rennen, was hij al verdwenen. Met een klap viel de deur achter hem dicht.

Met een wit gezichtje staarde ze naar de gesloten deur. Zijn daad was symbolisch. Tussen haar en haar echtgenoot zou altijd een gesloten deur zijn.