HOOFDSTUK 3
In tegenstelling tot wat Shelagh verwacht had, verzette Cesare zich niet openlijk tegen het huwelijk van zijn zoon met een gewoon Engels meisje, maar hij stelde wel voorwaarden. Het huwelijk zou niet plaats mogen vinden voor de volgende lente. In die tussentijd zou Shelagh terug gaan naar Engeland terwijl Camillo zich zou moeten gaan koncentreren op een baan om haar te kunnen onderhouden.
De Barsinis hadden wijdvertakte zakenbelangen. Hun voornaamste zaak was export en het hoofdkwartier was in Genua gevestigd. Het was de bedoeling van Cesare dat Camillo hem zou gaan vertegenwoordigen in het kantoor in Genua, waar hij ook een scheepswerf bezat. Daar was ook de boot van zijn zoon gemaakt. Even buiten de stad stond een aardig huis dat hij het jonge paar als huwelijksgeschenk zou geven. Nadat hij van school was gekomen, had Camillo het leven van een playboy geleid. Zijn vader had hem dat toegestaan als een afkoelingsperiode voor hij aan de slag zou gaan, maar nu hij besloten had te gaan trouwen, stond Cesare erop dat hij de financiële en persoonlijke verantwoording op zich nam.
Alhoewel de scheiding van Camillo moeilijk zou worden, kwamen Cesare’s voorwaarden Shelagh redelijk voor. De onderbreking zou haar de gelegenheid verschaffen wat geld te sparen voor haar bruidsjurk en om haar zaken te regelen. Maar Camillo was woedend. Opgevoed door de toegeeflijke huishoudster Giovanna, die over het huishouden geregeerd had sedert de dood van zijn moeder, was hij verschrikkelijk verwend. Cesare had het druk gehad om veel tijd aan zijn kinderen te besteden en het was nog maar kort dat hij zijn intrek genomen had op Isola di Santa Lucia om er de zomermaanden door te brengen. Zelfs nu nog hield hij de vingers aan de pols van zijn zaken en geregeld vloog hij voor een paar dagen naar alle delen van Italië. Hij was allesbehalve een monnik had Camillo eens gezegd. Camillo verwachtte onmiddellijk te zullen krijgen wat hij hebben wilde. Hij zag niet in waarom hij niet onmiddellijk met Shelagh zou kunnen trouwen en waarom ze van elkaar gescheiden moesten worden. Ze zouden hun huwelijksreis naar de Italiaanse meren kunnen maken terwijl het huis in Genua voor hen in gereedheid werd gebracht. Hij was vol vertrouwen dat hij zijn baan zou kunnen vervullen zonder eerst een paar maanden opgeleid te worden. Shelagh hoefde zich niet druk te maken over haar familieleden en had ook geen verdere verplichtingen en alles wat ze nodig had, kon hij voor haar kopen. Het was absurd om haar naar Engeland te laten terugkeren. Maar Cesare hield voet bij stuk. Een paar maanden proeftijd zou geen grote opoffering zijn en het zou hen de kans geven om de duurzaamheid van hun gevoelens te beproeven. Ze zouden elkaar kunnen schrijven en hij had er geen bezwaar tegen dat Camillo regelmatig naar Engeland zou gaan om zijn verloofde te bezoeken, voorop gesteld dat hij daardoor zijn werk niet zou verwaarlozen. Ze waren allebei nog erg jong en de vertraging was erg verstandig omdat een huwelijk voor eeuwig was. Cesare was het niet eens met de veranderingen in de huwelijkswetgeving die scheidingen mogelijk maakten, en veel van zijn landgenoten waren dat met hem eens. Het klonk allemaal erg verstandig maar toch had Shelagh het onbehaaglijke gevoel dat Cesare hoopte dat een van hen tweeën van gedachten zou veranderen. Daarin beoordeelde ze hem verkeerd zoals ze in de verre toekomst zou ontdekken.
Gillian zei haar dat ze gek was om toe te geven aan Cesare’s wil. Ze moest Camillo steunen. Ze waren allebei meerderjarig en konden dus trouwen wanneer ze dat wilden. Als ze hem voor een voldongen feit zouden plaatsen, zou Camillo’s vader wel over de brug komen. De romance van haar vriendin kwam Gillian voor als te mooi om waar te zijn en ze wilde dat ze het onherroepelijk zou maken voor er bezwaren zouden rijzen.
‘Trouw hem nu het nog kan,’ adviseerde ze.
‘Wil je daarmee zeggen dat je niet geloofd dat Cam’s liefde langer dan een half jaar zal duren?’ vroeg Shelagh nieuwsgierig. Zelf twijfelde ze daar geen ogenblik aan.
‘Wel, hij is uiteindelijk een Italiaan, en die staan niet bepaald bekend voor hun trouw,’ merkte Gillian op. ‘Speel niet met je geluk, Shee. Het is zo’n sprookjes-achtige romance dat ik het vreselijk zou vinden als er iets tussen zou komen.’
‘Dat zal niet gebeuren,’ zei Shelagh vol vertrouwen. ‘Bovendien moet ik het een en ander regelen voor ik ga trouwen... ik moet ontslag nemen en ik moet nog een nieuwe bewoonster voor de flat voor je zoeken, om over het kopen van kleren maar te zwijgen. Ik wil dat niet van Camillo’s geld doen. Het is al erg genoeg dat hij de bruiloft moet betalen. De bruiloft zal in Venetië gevierd worden, en Signore Barsini zal de rekeningen moeten betalen. Hij is eigenlijk zo goedgeefs, dat ik voel dat ik me aan zijn wensen moet houden.’
‘Te goedgeefs,’ zei Gillian. ‘Let op mijn woorden, als hij de kans krijgt, steekt hij een spaak in het wiel.’
‘Ik weet zeker dat je hem verkeerd beoordeelt,’ hield Shelagh vol.
Camillo capituleerde onverwachts toch en gaf toe aan zijn vaders voorwaarden. Luchtig vertelde hij Shelagh dat het misschien inderdaad verstandiger was om aan de wensen van zijn vader te voldoen en dat het beter was hem niet tegen te werken. Als hij eenmaal een flink salaris zou verdienen, zou hij kunnen doen wat hij wilde, maar tot dan zou zijn vader de touwtjes in handen houden.
‘Maar denk eraan dat je je netjes gedraagt,’ dreigde hij. ‘Als ik naar Londen kom en je in de armen van een andere man vind, zal ik hem vermoorden.’
‘Oh, Cam, overdrijf niet zo,’ antwoordde Shelagh lachend. Toch was ze getroffen door zijn Latijnse jaloezie. ‘Er zal nooit iemand anders voor mij bestaan dan jij, twijfel daar maar niet aan.’
Het gesprek eindigde met een omhelzing en allebei waren ze overtuigd van de duurzaamheid van hun liefde.
Na de Italiaanse zon leek Londen saai. Shelagh keek helemaal niet uit naar de smog en de kou, maar ze troostte zich met de gedachte dat het haar laatste winter in Engeland zou worden. Gillian zou haar bruidsmeisje zijn en zou met haar meereizen naar Italië om de huwelijksplechtigheid bij te wonen. Camillo had besloten de huwelijksreis naar Parijs te maken, en had haar verteld daar dure kleren voor haar te willen kopen die bij haar schoonheid zouden passen. Hij had haar een ring gegeven die fonkelde van de briljanten en het deed haar plezier die aan haar kollega’s op kantoor te laten zien. Heimelijk was ze bang hem te zullen verliezen omdat hij zo kostbaar was.
Ze ging op bezoek in het klooster en de goede nonnen waren blij met haar geluk.
‘Je bent geschapen voor het huwelijk en het geluk,’ zei een van de nonnetjes. ‘Je bent niet geschikt om non te worden, dat weten we allemaal.’
Alleen moeder Cecilia twijfelde een beetje.
‘Weet hij alles over je? Heb je hem alles verteld?’ vroeg ze.
‘ Ja, en hij vindt het niet erg. Hij zegt dat hij mij gaat trouwen en niet mijn familie,’ antwoordde Shelagh gelukkig. ‘Hij schijnt eigenlijk erg blij te zijn dat ik geen familieleden heb die er zich mee kunnen bemoeien.’
‘Hij heeft alleen zijn vader nog, en die is... het ermee eens.’
Toen ze terugdacht aan het gesprek met Cesare, verscheen er een rimpel op haar voorhoofd. Hij had zijn bedenkingen gehad.
‘Je moeder is hier dienstmeisje geweest,’ zei Moeder Cecilia.
‘Ja, dat weet ik. Ik heb het de Barsinis verteld, maar ze schenen het niet erg te vinden.’
De eerste twee maanden na haar terugkeer naar Engeland schreef Camilo elke dag, of hij belde op. Zijn brieven waren overduidelijk en deden haar soms blozen. In haar antwoorden was ze koel en preuts, maar ze vertelde hem er wel bij dat ze niet in staat was haar hart op papier uit te storten. Hij vertelde haar dat hij blij was met haar brieven omdat ze bewezen hoe onwetend en onervaren ze was. Als ze er eenmaal was, zou dat allemaal veranderen. Toen vertelde hij haar opgewonden dat hij het volgende weekend naar Londen zou komen.
De begroeting was hartelijk, maar de twee dagen werden voor Shelagh bedorven door zijn voortdurend aandringen. Hij wilde dat ze bij hem in het hotel zou komen waar hij een dubbele kamer had geboekt.
‘Nu we zo gauw gaan trouwen, is daar toch niets tegen,’ drong hij aan.
Toen hij eenmaal terug was gegaan naar Italië vroeg Shelagh zich af waar ze de kracht vandaan had gehaald om het te weigeren. Later dacht ze dat ze een bijzondere beschermengel moest hebben, die haar die kracht gegeven moest hebben. De nonnen geloofden vast in zulke dingen. Camillo had haar weigering beter opgevat dan ze had durven hopen en gaf toe dat het in zijn land niet de gewoonte was op een huwelijk vooruit te lopen.
In de donkere dagen voor Kerstmis schreef hij onregelmatig. Hij klaagde erover dat hij alles al gezegd had wat er te zeggen viel, en wat hadden woorden op een stuk papier te betekenen als hij haar warme lichaam in ‘mie braccie’ wilde houden. Hij werd bovendien volledig door zijn werk in beslag genomen en had weinig tijd om te schrijven.
Het was Cesare die haar van de definitieve regeling op de hoogte bracht. Hij had voor haar en Gillian kamers in een hotel in Venetië geboekt. Na de burgerlijke huwelijksvoltrekking en de kerkelijke plechtigheid, die zouden worden bijgewoond door een klein aantal vrienden, zouden ze in een speciale boot oversteken naar het Isola di Santa Lucia voor een maaltijd. Daarna zou Camillo de beide meisjes meenemen naar de luchthaven van Venetië van waaruit Gillian naar huis zou vertrekken en het bruidspaar naar Parijs.
Shelagh had gevraagd of Rita ook bruidsmeisje mocht zijn, maar daar had Cesare bezwaar tegen gehad. Ze zou iedereen tot last zijn, verklaarde hij, tenzij er iemand zou zijn die op haar zou kunnen letten en dat zou betekenen dat Giovanna of Miss Barnes zou moeten worden uitgenodigd. Shelagh vond het jammer, maar wist dat het beter was om niet verder aan te dringen.
Op de ochtend van haar vertrek ontving ze een kort briefje van Camillo waarin hij haar vertelde dat zijn vader haar van de luchthaven zou komen afhalen. Ze wist waarschijnlijk wel dat het tegen de etiquette was om elkaar voor de ceremonie te ontmoeten. Er stond geen enkele gebruikelijke liefkozing in en ze voelde zich een beetje teleurgesteld door de koelheid, alhoewel hij wel ondertekend had met: ‘Je liefhebbende en ongeduldige geliefde.’
Diezelfde dag kreeg Gillian de mazelen, een ramp die niet te voorzien was geweest. Shelagh was verschrikkelijk teleurgesteld en die arme, pokdalige Gillian eveneens. Shelagh telegrafeerde Cesare om hem te vertellen dat ze alleen zou komen, en nam toen kontakt op met de moeder van Gillian. Gelukkig was Mrs Dawson in de gelegenheid om over te komen om haar dochter te verplegen. Teleurgesteld begon Shelagh te pakken.
Ze zou geen uitgebreid bruidstoilet gaan dragen want het zou een eenvoudige plechtigheid worden. Ze had een witte jurk gekocht met daarbij een witte hoed met een brede rand. De rose jurk van Gillian bleef onberoerd in de kast hangen. Venetië mocht dan een romantische stad zijn om te gaan trouwen, en er mocht dan een heel aantrekkelijke bruidegom op haar wachten, maar niemand uit haar eigen omgeving zou er bij zijn. Ze zou helemaal alleen tussen allemaal vreemden zijn, met alleen Camillo om haar te steunen en zelfs hij was een buitenlander. Maar er was nu eenmaal niets aan Gillian’s ziekte te veranderen, hoe graag ze dat ook zou willen.
‘Camillo zal alles wel goed maken,’ zei ze tegen zichzelf. ‘Eindelijk zal er geen barrière meer tussen ons bestaan.’
Toen ze in de aankomsthal kwam, stond Cesare Barsini op haar te wachten. Hij begroette haar hartelijk. Spoedig maakte het gevoel van neerslachtigheid plaats voor tevredenheid.
‘Het is fijn om weer terug te zijn,’ zei ze tegen Cesare, die tegenover haar in de boot was gaan zitten.
‘Hou je van Venetië?’
‘Ja. Ik vind het eigenlijk jammer dat we in Genua gaan wonen, alhoewel het er wel erg fijn zal zijn.’
Er kwam een vreemde uitdrukking op het gezicht van Cesare en hij staarde over het blauwe water van de Lagune. Plotseling kreeg ze het gevoel dat er iets mis was, maar hij zei:
‘Venetië kan in de winter erg saai zijn, en Genua is een mooie stad. Ik woon daar zelf een deel van het jaar.’
‘Dan zullen we u dus vaak zien?’
Hij gaf geen antwoord en haar onrust groeide.
‘Is alles goed met Cam?’ vroeg ze ongerust.
‘Hij is prima in orde, geloof ik,’ antwoordde Cesare voorzichtig.
Ze hebben ruzie gehad, dacht ze. Ik hoop dat het niet over mij geweest is. Ze vroeg naar Margarita, en kreeg de mededeling dat die het ook goed maakte.
‘Ze is in je hotel om je te verwelkomen,’ ging Cesare verder. ‘Omdat je vriendin ziek is geworden en niet kon meekomen, vond ik het niet juist om je daar alleen te laten logeren. Miss Barnes en Rita hebben haar kamer genomen. Ik geloof niet dat je Miss Barnes al ontmoet hebt. Toen je bij ons was, had ze een vrije dag. Het is een heel beschaafde dame, die voor Rita zorgt. Ik hoop dat ze bij ons zal willen blijven totdat Rita oud genoeg is om naar kostschool te gaan. Zoals je weet, is ze een landgenote van je.’
Hij scheen opgelucht te zijn over zijn dochtertje te kunnen spreken. Dat onderwerp was kennelijk veiliger dan zijn zoon.
‘Dat is erg attent van u, signore,’ bedankte ze hem. ‘Maar was het wel allemaal nodig voor die ene nacht?’
‘Ik vond van wel,’ zei hij kortaf.
Iets in zijn stem maakte haar bang, maar ze onderdrukte die angst onmiddellijk. Ze was nerveus en klaar om overal iets achter te zoeken. Was Camillo er maar om haar gerust te stellen.
Het hotel dat Cesare had uitgezocht voor haar verblijf, was een van de beste in de stad. Toen de boot aanlegde, kwam de portier naar buiten om haar bagage in ontvangst te nemen. Cesare hielp haar uitstappen en leidde haar door de marmeren vestibule naar de receptie. Ze tekende het register, gaf haar paspoort af en ontving haar sleutel. Cesare bleef naast haar staan wachten, en toen ze zich omkeerde, zei hij:
‘Je kamer is op de eerste verdieping. Rita en Miss Barnes hebben de kamer naast je. Ik heb hen echter gezegd je niet te storen voor je gebaad en gerust hebt. Ik zal thee boven laten brengen en we dineren gezameIijk.’
Het was een schitterende kamer die uitzicht bood op het water. ‘Zul je je hier thuisvoelen? Er is hiernaast een badkamer die in verbinding staat met de slaapkamer.’
‘Het is luxueus,’ riep ze uit.
‘Bene. Voor we aan tafel gaan, wil ik met je praten. Ik zal om...’ Hij keek op zijn horloge en noemde een tijd. ‘Ah, daar is je thee.’ Toen de kelner weg was, zei hij: ‘Ik laat je nu maar alleen.’
‘Een ogenblikje, signore,’ hield Shelagh hem tegen. ‘Is Camillo in Venetië? Ik... ik zou hem zo graag opbellen. Ik neem aan dat u daar geen bezwaar tegen zult hebben.’
Ze had ineens een intens verlangen om Camillo’s stem te horen. ‘Ik vrees dat dat niet mogelijk zal zijn,’ antwoordde Cesare. ‘Ik heb er natuurlijk geen bezwaar tegen, maar ik weet niet waar hij op dit moment verblijft. Dat heeft hij me niet gezegd.’
Shelagh keek hem met grote ogen aan. ‘Maar... maar morgen?’ ‘Morgen is morgen.’ Hij tuurde naar het rijk gedecoreerde plafond. ‘Dit is Camillo’s laatste avond als vrijgezel. Hij heeft een vrijgezellen-fuif.’
‘Oh, ja.’ Camillo zou de kans niet voorbij laten gaan om er een geweldig feest van te maken. Maar toch had hij haar wel even kunnen bellen om haar welkom te heten.
‘Ciao,’ zei Cesare, en liet haar alleen.
Shelagh ging in een gemakkelijke stoel zitten bij het raam en schonk een kopje thee in. Onder haar glinsterde het water in het zonlicht. Cesare had haar iets te vertellen en ze nam aan dat het met zijn zoon te maken had. Zouden de plannen veranderd zijn? Wel, straks zou ze het weten. Ondertussen had ze hoofdpijn en wilde gaan liggen.
Het bed was breed en zacht, en nauwelijks lag ze erop of Shelagh viel in slaap. Ze werd wakker om te ontdekken dat ze twee volle uren geslapen had. Het deed er niet toe. Cesare zou nog niet komen en ze had voldoende tijd over om een douche te nemen en zich te kleden. Ze verwisselde haar broekpak voor een avondjurk. Een doorzichtig ding van blauw chiffon. Ze was haar bruine kleur kwijt geraakt en haar armen en schouders schenen blank door het materiaal. Haar lange haar golfde van zichzelf en ze borstelde het tot het glansde als goud. Om haar bleekheid te camoufleren bracht ze een lichte make-up aan. Ze zuchtte diep. Was Camillo er maar, dan zou het een heerlijke avond worden.
De klop op haar deur moest van Cesare zijn. ‘Binnen,’ riep Shelagh, en liep naar de zitkamer om hem te ontvangen. De kamer was donker tot hij het licht aandeed. Toen zag ze dat hij een zwarte broek en een wit jasje droeg. Toen hij haar zag, lichtten zijn grijze ogen op.
‘Je bent erg mooi, Sancia.’
Ze zuchtte. Alleen Camillo noemde haar zo, maar die was er niet. Haastig verbeterde ze hem.
‘Alstublieft, ik heet Shelagh.’
‘Shelagh! Is dat echt zo?’
Ze bevestigde het en hij herhaalde de naam.
‘Die naam klinkt lieflijk.’
Niet op haar gemak keek ze hem aan. Hij verknoeide tijd door haar komplimentjes te maken. Haar naam was voor hem van geen belang. ‘U wilt me iets vertellen?’
‘Ik moet je iets zeggen. Ik ben bang dat het niet zo prettig is.’ Hij wachtte even, kennelijk niet wetend hoe hij moest beginnen. Wat hij ook had willen zeggen, het moest worden uitgesteld want de deur vloog open en als een wervelwind kwam Rita de kamer binnen gevlogen.
‘Signorina... Shelagh, Miss Barnes heeft me geleerd je naam uit te spreken. Je bent eindelijk gekomen en nu hebben we allemaal pranzo samen. Ik ben er helemaal opgewonden van.’
‘Dat merk ik,’ zei haar vader ernstig. ‘Rita, Rita, waar zijn je manieren. Zonder kloppen een kamer binnengaan.’ Hij fronste verwijtend. ‘Ik zou je regelrecht naar bed moeten sturen.’
‘Ach, nee, papa, alsjeblieft.’ Hij meende het niet en dat wist ze heel goed. Shelagh, die er niet zo zeker van was, haastte zich te zeggen: ‘Vergeef het haar alstublieft. Ze wilde mij zo graag zien, en dat vind ik erg vleiend. Wat heb je een beeldige rok aan, Rita.’
Rita draaide zich om en liet de rok om haar benen zwaaien.
‘Die is voor het festa... het feest na de huwelijksplechtigheid, als jullie naar het Isola komen. Miss Barnes zegt dat hij te ouwelijk voor me is, maar papa zegt dat hij mooi is en dat ik hem dragen mag.’ ‘Bene, laten we maar aan tafel gaan,’ stelde Cesare voor. Shelagh, we zullen later moeten praten als deze rustverstoorster naar bed is. Scusi, ik moet even met Miss Barnes praten.’
Hij verliet de kamer en Rita vloog op Shelagh toe. Ze sloeg de armpjes om haar hals.
‘Ik ben zo blij dat je er weer bent.’
‘Voorzichtig,’ waarschuwde Shelagh haar. ‘Ik ben al gekleed voor het diner, en jij trouwens ook.’ Ze kuste het kind op de fluwelen wang. Rita keek haar met het hoofdje schuin gehouden aan.
‘Je bent veel te mooi voor Camillo,’ verklaarde ze. ‘Waarom ga je niet met Papa trouwen? Hij is veel liever.’
Shelagh lachte en bloosde. ‘Hij heeft me niet gevraagd, maar je broer wel,’ zei ze opgewekt.
‘Bedoel je dat Camillo het eerst was?’ Haar Engels was duidelijk verbeterd sedert de laatste keer.
‘Iedereen zegt dat ik een mama nodig heb,’ ging het kind vrolijk verder. ‘En jij zou een geweldige moeder voor me zijn. Waarom heb je niet gewacht?’
‘Omdat ik op Camillo verliefd ben geworden,’ vertelde Shelagh haar. Even vroeg ze zich af of Cesare ooit overwogen zou hebben haar ten huwelijk te vragen. ‘Cam is bovendien van mijn leeftijd,’ voegde ze eraan toe.
‘Sciocchezze!’ Rita maakte een afwerend gebaar. ‘En Signore Orsini dan, die is getrouwd met een meisje dat half zo oud was als hij. Hij is verschrikkelijk rijk en iedereen zegt dat ze veel geluk heeft gehad. Papa heeft ook erg veel geld.’
‘Ik vrees dat je naar roddelpraatjes geluisterd hebt die niet voor kleine meisjes bestemd zijn,’ zei Shelagh ernstig.
‘Oh, ik luister naar van alles,’ kondigde Rita aan. ‘Hoe moet ik er anders achter komen wat er gaande is?’
Cesare kwam met Miss Barnes terug. Een tamelijk jonge dame met bruin haar en een dikke uilebril. Hij stelde haar aan Shelagh voor en toen gingen ze aan tafel.
Miss Barnes sprak nauwelijks en gedroeg zich waardig. Uit een paar antwoorden die ze gaf op Shelagh’s vragen, maakte ze op dat ze verschillende banen in het buitenland had gehad en dat ze dikwijls in vreemd gezelschap had verkeerd. Uit de medelijdende blik die de vrouw soms op haar wierp, begon Shelagh te geloven dat haar verloofde iets overkomen was. Uiteindelijk kon ze zich niet langer beheersen, en fluisterde tegen Cesare:
‘Er is iets met Camillo gebeurd, is het niet?’
Ze schrok van het effekt dat haar vraag op haar gastheer had. Cesare’s gladde manieren veranderden, hij keek haar strak aan, en antwoordde toen kortaf: ‘Het spijt me dat ik je zeggen moet dat dat niet zo is.’
Ze dacht na over wat Camillo wel gedaan zou kunnen hebben om zo’n reaktie teweeg te brengen. Hij zou er toch niet met geld dat hem toevertrouwd was, vandoor gegaan zijn? Maar Camillo kon geen dief zijn.
‘Toch is er iets mis?’ stamelde ze.
Met een bezwerend gebaar van zijn smalle hand legde Cesare haar het zwijgen op. ‘Later,’ mompelde hij.
Voor Shelagh was alle plezier van de avond af. Ze was bleek geworden onder haar make-up en de kringen onder haar ogen werden duidelijk zichtbaar.
‘Signorina Riordan is erg moe,’ onderbrak Cesare het gekeuvel van Rita. Bezorgd keek hij haar aan.
Miss Barnes, goed in het schatten van haar werkgevers buien, ontfermde zich onmiddellijk over haar leerlingetje:
‘Als je klaar bent met eten, meisje, wordt het tijd om naar bed te gaan.’ Ze kwam uit haar stoel overeind.
Rita begon te protesteren, maar haar vader zei scherp:
‘Neem die perzik maar mee. Je gouvernante heeft gelijk, het is allang bedtijd voor je.’ Hij schoof zijn stoel naar achteren en stond op. ‘Wilt u koffie, Miss Barnes? Dan zal ik het op uw kamer laten brengen.’
Zijn hoffelijkheid tegenover zijn personeel trof Shelagh. In het midden van de familie krisis verzekerde hij zich ervan dat de gouvernante haar koffie niet zou hoeven missen. Dankbaar keek Alice Barnes hem met haar fletsblauwe ogen aan toen ze afscheid nam.
Shelagh gaf Rita een kus en wenste haar welterusten.
‘En jij ook,’ zei Rita. ‘Morgen is jouw grote dag.’ Met de perzik in de hand volgde het kind haar gouvernante.
Cesare keek hen na en wuifde naar Rita toen ze zich bij de deur van de eetzaal omkeerde. Daarna wendde hij zich tot Shelagh.
‘Zullen we even naar jouw salotto gaan?’ vroeg hij rustig. Hij wenkte een voorbijgaande kelner en bestelde koffie en cognac op haar kamer. Tegelijkertijd bestelde hij koffie voor Miss Barnes.
Nog steeds peinzend over wat Camillo gedaan zou kunnen hebben dat zijn vader zo geschokt was, stond Shelagh op. Kennelijk was hij niet ziek.
Cesare nam haar arm, en leidde haar het restaurant uit. Toen ze voorbij gingen, keken de andere gasten jaloers naar hen. Die lange man was indrukwekkend en het meisje had schitterend haar.